Ga direct naar de content

Input / output

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: januari 22 2014

.

ESB Input / output

Input //output
Beleid

hun obligaties en verhogen zij hun consumptie. Hierdoor gaan de prijzen omhoog, en moet
de centrale bank op de hogere inflatie reageren
met strikter monetair beleid in de vorm van
een hogere rente. Dit zorgt er weer voor dat de
overheid moeilijker aan haar renteverplichtingen kan voldoen. Hieruit volgt dat wanneer een
overheid zich committeert aan lage overheidstekorten, zowel monetair als budgettair beleid
onafhankelijker wordt.

Wanneer een overheid het risico loopt failliet te
gaan, kan een procyclisch fiscaal beleid optimaal
zijn, omdat het voorkomt dat monetair beleid
strikter moet worden. Dit concluderen Bonam
en Lukkezen aan de hand van theoretisch onderzoek. Als er geen risico op een overheidsfaillissement is, opereren monetair en budgettair
beleid onafhankelijk van elkaar en hebben ze
geen wederzijdse invloed. Maar wanneer het
risico op het niet kunnen voldoen aan betalingsverplichtingen oploopt als gevolg van zwakke
fiscale discipline, neemt de effectieve opbrengst
van staatsobligaties af, verkopen investeerders

Arbeidsmobiliteit

Huiseigenaren in achterstandswijken hebben een
significant lagere arbeidsmobiliteit, ofwel de kans
om te verhuizen voor een baan, dan huiseigenaren
in betere wijken. Van Ham en Manley vinden dit
effect aan de hand van empirisch onderzoek met
gegevens over 274.000 Schotten over de periode
1991–2001. Voor huurders is dit effect echter niet
aanwezig. Dit komt doordat huurders in het Verenigd Koninkrijk in de jaren negentig een woning
en daarmee een wijk kregen toegewezen, zodat er
geen sprake is van selectie-effecten. Deze huurders
worden als controlegroep gebruikt, en daaruit
concluderen de auteurs dat het gevonden effect bij
huiseigenaren geen causaal verband is, maar alleen
een selectie-effect. De auteurs stellen daarop dat
eerdere onderzoeken die claimen causale effecten
te hebben gevonden van het type wijk waarin men
opgroeit op sociaal-economische uitkomsten soms
niet meer waren dan selectie-effecten.

Bonam, D. en J. Lukkezen (2014) Fiscal and monetary
policy coordination, macroeconomic stability, and sovereign risk. Tinbergen Institute Discussion Paper, 006.

O&O-uitgaven

Bedrijven met hogere uitgaven aan
onderzoek en ontwikkeling (O&O)
presteren beter op de middellange
termijn, ofwel na vijf jaar, waarbij
prestaties worden gemeten als het
aantal werknemers. Capasso et al.
vinden zwak bewijs voor deze hypothese aan de hand van empirisch
onderzoek met behulp van gegevens over 16.510 Nederlandse bedrijven over de periode 1996–2002.
Het effect wordt namelijk niet
gevonden wanneer op één tijdstip
bedrijven en hun O&O-uitgaven
worden geanalyseerd, maar wel
wanneer individuele bedrijven over
de tijd worden gevolgd.
Capasso, M., T. Treibich en B. Verspagen (2014) The medium-term effect of

Ham, M. van, en D. Manley (2013) Occupational mobility and

king Paper, 001.

Koning onderzoekt de effectiviteit van een schuldhulpverleningsprogramma voor mensen met schulden en een bijstandsuitkering aan de hand van
gegevens van een veldexperiment met mensen in
Amsterdam. Van participanten in het programma
werden de schulden geherstructureerd en daarnaast
ontvingen zij tips voor aanvullende uitkeringen en
trainingen op het gebied van financieel plannen. De
auteur concludeert dat deelname aan het programma samengaat met een acht procent hogere kans
om de bijstand te verlaten. Echter, slechts een klein
deel van dit effect wordt veroorzaakt door werkhervatting omdat de meerderheid zich onttrekt zich
aan de beroepsbevolking. Daarnaast blijkt dat ongeveer een derde van de uitgenodigden voor het experiment niet participeerde in het programma, wat
er op kan wijzen dat mensen het als onprettig of een
inbreuk op hun privacy ervaren. Het programma
vereist namelijk diepe inzage in de financiële positie
en inkomensstromen van het huishouden.

R&D on firm growth. UNU-MERIT Wor-

living in deprived neighbourhoods: housing tenure differen-

Schuldhulpverlening

ces in ‘neighbourhood effects’. IZA Discussion Paper, 7815.

Koning, P. (2014) Making work pay for the indebted. The effect of debt services on the exit rates of unemployed individuals. Tinbergen Institute Discussion Paper, 001.

Woonlasten

Huishoudens in Zaanstad zijn in 2014 van de 35 grootste
Nederlandse gemeenten het meeste kwijt aan gemeentelijke belastingen, namelijk 805 euro per jaar. Tilburg
is met woonlasten van 532 euro het goedkoopst van de
grote gemeenten. De lasten stijgen in 2014 ten opzichte

36

805

Gemeentelijke woonlasten in
euro in Zaanstad in 2014

van 2013 het meest in Amersfoort en Arnhem, namelijk
met respectievelijk 5,2 en 4,3 procent. In Maastricht nemen de woonlasten juist met 5,0 procent af.
Janzen, L., M.A. Allers en C. Hoeben (2014) Kerngegevens belastingen grote gemeenten. Groningen: COELO.
Jaargang 99 (4677) 24 januari 2014

Input / output ESB

Bankencrises

In tegenstelling tot economische crises bestaat er
geen eenduidige definitie van een bankencrisis. Dit
leidt tot grote verschillen tussen databases die gegevens bevatten over bankencrises, zoals het begin
en de lengte van een crisis. Dit blijkt uit empirisch
onderzoek van Chaudron en De Haan met gegevens uit de drie internationaal meest gebruikte
databases. Het gebruik van verschillende gegevensbronnen kan tot significante verschillen in onderzoeksresultaten leiden en daarnaast het opsporen
van oorzaken van crises bemoeilijken, evenals het
ontwikkelen van waarschuwingssystemen voor
bankencrises.
Chaudron, R. en J. de Haan (2014) Identifying and dating

Zelfvertrouwen

Investeerders die meer zelfvertrouwen hebben, doen significant vaker
transacties dan investeerders met
minder zelfvertrouwen. Dit blijkt
uit empirisch onderzoek van Hoff­
mann en Post met gegevens over
1.510 klanten van een Nederlandse
aandelenhandelaar over de periode 2008–2009. Een reden hiervoor
kan zijn dat investeerders met meer
zelfvertrouwen eerdere opbrengsten, ook al zijn deze erg volatiel,
zwaarder laten meewegen bij investeringbeslissingen ten opzichte van
betrouwbare, publieke informatie.

systemic banking crises using incidence and size of bank
failures. DNB Working Paper, 406.

Hoffmann, A.O.I. en T. Post (2013) How
does investor confidence lead to tra-

Systeemrisico’s

ding? Theory and evidence on the links
between investor return experiences,
confidence, and investment beliefs.
Netspar Discussion Paper, 067.

Afvalinzameling

Een afvalinzamelingssysteem waarbij per eenheid
moet worden betaald, zoals per gewicht, vuilniszak
of per ophaalronde, zorgt voor lagere kosten van
afvalverwerking voor gemeentes. Dit concluderen
Dijkgraaf en Gradus aan de hand van empirisch onderzoek met gegevens over de periode 1998–2012.
Het blijkt dat een systeem waarbij per zak wordt
afgerekend het goedkoopst is voor gemeentes, gevolgd door respectievelijk betaling per ophaalbeurt,
voor aangeboden gewicht en ten slotte aangeboden volume. Een systeem waarbij per ophaalbeurt
wordt afgerekend is het populairst onder Nederlandse gemeentes.
Dijkgraaf, E. en R. Gradus (2014) Efficiency effects of unit-

Reboundeffect
Systeemrisico’s in de bankensector ontstaan doordat de risico’s die banken lopen gecorreleerd zijn
met de risico’s van andere banken. Deze correlatie wordt voor gemiddeld 84 procent veroorzaakt
doordat banken een vergelijkbare strategie voor
portfoliodiversificatie hanteren, waardoor hun
opbrengsten gecorreleerd zijn. De rest van het systeemrisico ontstaat bijvoorbeeld doordat banken
geld aan elkaar lenen en daardoor onderling verbonden zijn. Dit concluderen Schaeck et al. aan de
hand van empirisch onderzoek met gegevens van
tweehonderd banken in de Verenigde Staten over
de periode 2004–2009. Het blijkt dat banken waarvan een groter aandeel van het risico uit het diversificatierisico bestaat significant beter presteerden in
de bankencrisis van 2007–2009 dan banken waarbij de interbancaire correlaties meer door andere
factoren wordt veroorzaakt.

Als producten efficiënter worden
geproduceerd en gebruikt, worden
ze vaak ook goedkoper, waardoor
de vraag ernaar toeneemt. Dit
staat bekend als het reboundeffect.
Wanneer bijvoorbeeld het gebruik
van een auto door efficiëntieverbeteringen zuiniger wordt, neemt
in theorie de milieudruk af doordat
minder CO2 wordt uitgestoten. Het
kan echter zo zijn dat mensen, omdat autorijden nu ook goedkoper
wordt, ook meer gaan rijden, waardoor het positieve effect op het milieu weer teniet wordt gedaan. Dit
blijkt uit theoretisch onderzoek en
een literatuurstudie van Oosterhuis et al.
Oosterhuis, F., J. Bouma en A. Hanemaaier (2013) Het reboundeffect bij re-

Schaeck, K., C.S. Buston en W. Wagner (2013) The two faces

voor Milieuvraagstukken.

collection. Tinbergen Institute Discussion Paper, 003.

AOW-hervormingen

Een hervorming van de AOW van een omslagstelsel naar een kapitaaldekkingsstelsel waarin men gedurende het leven een pensioenuitkering opspaart,
leidt niet noodzakelijkerwijs tot een toename van de
welvaart. Een omslagstelsel leidt tot arbeidsmarktverstoringen in de vorm van een lager arbeidsaanbod
doordat de premie niet afhangt van de uitkering.
Een kapitaaldekkingsstelsel heeft inderdaad minder
arbeidsmarktverstoringen, maar de verzekeringswaarde is ook minder, wat wil zeggen dat inkomensschokken in het leven minder goed kunnen worden
opgevangen. Daarnaast leidt een kapitaaldekkingsstelsel tot meer relatieve armoede onder mensen met
een laag inkomen, waardoor het pensioensysteem
alsnog moet worden uitgebreid met een pijler met
een omslagstelsel. Dit alles concluderen Draper et al.
aan de hand van theoretisch onderzoek naar mogelijke alternatieven voor de AOW.

source efficiency. Amsterdam: Instituut

of interbank correlation. European Banking Center Discussion

based pricing systems and institutional choices of waste

Paper, 015 en CentER Discussion Paper, 077.

Beroepenmobiliteit

Van alle werkenden in Nederland wisselt 6,5 procent binnen vijf kwartalen van baan. Onder jongeren tot 35 jaar
ligt dit percentage zelfs boven de tien procent. Na deze
leeftijd neemt de beroepenmobiliteit af met het stijgen
van de leeftijd. Onder het beroep ‘organisatiedeskundige’
Jaargang 99 (4677) 24 januari 2014

Draper, N., A. Nibbelink en J. Uhde (2013) The design of pension schemes. Netspar Discussion Paper, 069.

6,5%

Werkenden wisselt binnen vijf
kwartalen van baan

wordt de meeste mobiliteit waargenomen: 22 procent
van deze deskundigen wisselt binnen vijf kwartalen van
beroep. De beroepenmobiliteit is het laagst onder artsen.
ROA (2013) De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2018.
ROA Rapport, 011.

37

Auteur