Ga direct naar de content

Het wetsvoorstel levensloopregeling

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: februari 26 2004

Het wetsvoorstel levensloopregeling
Aute ur(s ):
Groenendijk, H. J. en Fasol, M.A.D. (auteur)
* De auteurs zijn respectievelijk beleidsmedewerker bij de directie Arb eidsverhoudingen en de directie Algemeen-Sociaal Economische
Aangelegenheden van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. hgroenendijk@minszw.nl
Ve rs che ne n in:
ESB, 89e jaargang, nr. 4427, pagina D7, 26 februari 2004 (datum)
Rubrie k :
Dossier: Inleiding
Tre fw oord(e n):

Het wetsvoorstel levensloopregeling ligt in de Tweede Kamer, maar zal voorlopig nog niet behandeld worden. In het Najaarsoverleg 2003
heeft het kabinet met de sociale partners afgesproken dat er de komende maanden overleg gevoerd zal worden over het hele stelsel van
vut annex prepensioen en levensloop. Het is de bedoeling dat de partijen er vóór april 2004 met elkaar uitkomen. Lukt dat, dan worden de
afspraken waarschijnlijk per 1 januari 2006 ingevoerd.
Hoe ziet het voorstel van het kabinet zoals dat in de Tweede Kamer ligt er uit?
Voorgeschiedenis
In het najaar van 2002 lag er in de Tweede Kamer een eerder voorstel voor een levensloopregeling – De Verlofknip. In dat voorstel werd
onder voorwaarden voor levensloopsparen een bonus verstrekt. De Tweede Kamer gaf echter de voorkeur aan de ‘fiscale omkeerregel’.
Dat betekent dat over de inleg op de spaarrekening geen belasting verschuldigd is, maar wel over de uitname1.
Bij de vormgeving van het huidige wetsvoorstel is de bestaande fiscale verlofspaarregeling als basis genomen. Voor deze spaarregeling
geldt de bovengenoemde omkeerregel. Werknemers kunnen per jaar tien procent van hun bruto jaarloon op een rekening zetten om te
gebruiken voor de financiering van onbetaald verlof. In totaal mag één jaar verloffinanciering worden gespaard.
De levensloopregeling maakt sparen voor verlof op een aantal punten aantrekkelijker. Bij de vormgeving van de regeling heeft het
kabinet verder een aantal beleidsuitgangspunten uit het Hoofdlijnenakkoord toegepast.
Keuzevrijheid werknemers
Zo dient de levensloopregeling bij te dragen aan een grotere keuzevrijheid voor werknemers bij de inrichting van hun arbeidzame leven.
Zij krijgen daarmee echter ook een grotere individuele verantwoordelijkheid voor de financiering van verlof. Verder zal de
levensloopregeling een aantal bestaande, specifieke financieringsregelingen vervangen door één meer algemene. Het
Hoofdlijnenakkoord kiest voor een levensloopregeling als gelijkwaardige keuzemogelijkheid naast het spaarloon en stelt voor de
levensloopregeling bovenop het budget voor de verlofspaarregeling voor 2004 een bedrag van honderd miljoen euro beschikbaar,
oplopend tot tweehonderd miljoen euro in 20062.
De voorgestelde levensloopregeling is gebouwd binnen deze inhoudelijke en financiële kaders uit het Hoofdlijnenakkoord. De
voorgestelde herziening biedt ten opzichte van de bestaande fiscale verlofspaarregeling een reeks van verbeteringen en pluspunten.
Werknemers krijgen een wettelijk recht op deelname aan de levensloopregeling3. De huidige verlofspaarregeling moet door een
werkgever aan de werknemer worden aangeboden. Een wettelijk recht maakt aan die afhankelijkheid van werknemers een eind.
Werknemers kunnen (jaarlijks) kiezen tussen deelnemen aan de spaarloonregeling of de levensloopregeling.
Net als bij de verlofspaarregeling geldt de omkeerregel, maar over het opgenomen tegoed in de levensloopregeling hoeven geen
werknemerspremies afgedragen te worden (zoals wel in de verlofspaarregeling)4. Jaarlijks mag meer, namelijk maximaal twaalf procent van
het loon worden gespaard. Het maximumtegoed dat op enig moment op de levenslooprekening mag worden aangehouden is ook hoger:
financiering voor 1,5 jaar verlof. Het tegoed kan net als bij de verlofspaarregeling opnieuw worden aangevuld en voor elke vorm van
verlof worden opgenomen.
Een pluspunt van de levensloopregeling is dat de werknemer die tegoed opneemt voor de financiering van (onbetaald)
ouderschapsverlof tijdelijk een fiscale tegemoetkoming krijgt in de vorm van een heffingskorting ter hoogte van vijftig procent van het
wettelijk minimumloon (wml) per verlofdag. De enige voorwaarde is dat men deelneemt aan de levensloopregeling en geld heeft ingelegd
(ongeacht hoeveel). Daarmee wordt ouderschapsverlof door de overheid op basisniveau gefinancierd.
Het spaartegoed kan twee jaar voorafgaand aan pensionering worden gebruikt voor de financiering van deeltijdverlof van maximaal

vijftig procent van de gebruikelijke arbeidsduur. Dat is een verbetering ten opzichte van de verlofspaarregeling, waarin het tegoed een
jaar voorafgaand aan pensioen niet meer kan worden gebruikt. Zo kunnen werknemers bij afschaffing van de fiscale faciliteiten voor
vut/prepensioen op individuele basis sparen voor fiscaal ondersteund (deeltijd-)prepensioenverlof.
Nieuw is ten slotte dat de levensloopregeling kan worden uitgevoerd door banken en verzekeraars.
Dit waarborgt concurrentie en geeft werknemers de mogelijkheid te kiezen voor een product dat het beste aansluit bij hun wensen.
Hanne Groenendijk en Monique Fasol

Dossier: Handel en transactiekosten
A.J. De Geus en M. Rutte: Europees levensloopbeleid
K.P. Goedswaard en T.D. Tiemens: Levensloopbeleid: hype of noodzaak?
H.J. Groenendijk en M.A.D. Fasol: Het wetsvoorstel levensloopregeling
J.C.M. Sap em J.J. Schippers: Arbeidsmarkt: meer investeren, minder sparen
A. Blokland: Van droom naar werkelijkheid
M.T. van der Veen: Levenshoop
J. Plantenga: Zorgen in en om de levensloop
M. Janssen: Deense mannen nemen geen ouderschapverlof op
M. Janssen: Zweedse verlofregeling: royaal maar dwingend
M. Koning en E. Wierda: Non-participatie verminderen
N. van Nimwegen: Van spitsuur naar sandwich
J.J.M. Theeuwes: Tegen de storm in
R.M.A. Jansweijer: Te mooi om waar te zijn
A. de Grip: Levensloop en personeelsbeleid in zorg en onderwijs
G. Dolsma: Zelf je leven lopen
M.E.J. Schuit: Levensloopbeleid: modegrill of blijvend fenomeen
A.L. Bovenberg en J.P. van der Toren: Pijlers onder het gezin
F. Leijnse: De levensloop als individueel project
S.G. van der Lecq: Levensloopbanen

1 Tweede Kamer, vergaderjaar 2002-2003, 28 600, nr. 43.
2 Inmiddels is in het kader van het Najaarsoverleg 2003 door het kabinet voor het hele stelsel van vut/prepensioen en levensloop een
geoormerkt bedrag (‘financiële enveloppe’) van 510 miljoen euro beschikbaar gesteld.
3 Het wettelijk recht behelst een recht op deelname aan de levensloopregeling; geen recht op opname van verlof. Behoudens de
wettelijke verlofrechten blijft dit een zaak van onderling overleg tussen werkgever en werknemer.
4 Net als bij pensioenafdrachten brengt deze vrijstelling ook hier met zich mee dat sociale zekerheidsaanspraken evenredig lager worden.

Copyright © 2004 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteurs