Groei valt mee
Aute ur(s ):
De Nederlandsche Bank (auteur)
Deze rub riek wordt maandelijks samengesteld door M.C.J. van Rooij en D.J.V. Hofman van de Nederlandsche Bank.
Ve rs che ne n in:
ESB, 84e jaargang, nr. 4212, pagina 515, 2 juli 1999 (datum)
Rubrie k :
DNB-indicator
Tre fw oord(e n):
conjunctuurindicator
De Nederlandse economie is begin dit jaar sterker gegroeid dan aanvankelijk werd voorzien. Is dit een voorbode voor geheel 1999?
De DNB-indicator voor de industriële productie, die inmiddels vooruitblikt tot en met november van dit jaar, vertoont sedert begin 1998
een neergaande beweging (figuur 1). De bbp-volumegroei is in lijn hiermee afgenomen van ruim 4% in de eerste helft van vorig jaar
tot 3,0% in het eerste kwartaal van 1999. Dit laatste groeicijfer is het laagste van de afgelopen drie jaar en bevestigt aldus het beeld
van een afzwakkende conjunctuur. Desalniettemin blijft de groei vooralsnog op een hoog niveau en het is de vraag hoe sterk de
terugval dit jaar zal zijn.
Figuur 1. De DNB-conjunctuur-indicator
Groeiramingen bijgesteld
Samenhangend met de problemen in Azië, Rusland en Brazilië zijn de voorspellingen voor de economische groei in Nederland continu
neerwaarts bijgesteld. De oeso voorzag in december 1997 nog een groei van 3,6% in 1999 welke achtereenvolgens in haar halfjaarlijkse
publicaties via 3,2% en 2,7% werd bijgesteld tot 2,2% in juni van dit jaar. De groeivertraging in Nederland is tot nu toe evenwel minder
sterk dan werd gevreesd, met name door een aanhoudend krachtige consumptiegroei. Recent is de groeiraming van de Nederlandsche
Bank voor 1999 naar boven bijgesteld tot 2,3% 1. Ook het CPB heeft haar groeiraming voor dit jaar opwaarts bijgesteld tot 2¼% (zie de
bijdrage van het CPB op de volgende bladzijde). Dit cijfer impliceert overigens nog steeds een aanmerkelijke groeivertraging in de loop
van 1999. Bezien in het licht van de grote koopbereidheid onder consumenten en een aantal positieve signalen omtrent de groei in de vs
alsmede het economisch herstel in de Aziatische landen en Japan in het bijzonder, rijst de vraag in hoeverre die groeivertraging zich
daadwerkelijk in deze mate voor zal doen.
Bbp-groei indicatoren
Een manier om zicht te krijgen op de economische ontwikkeling op de korte termijn is door het gebruik van op de Bank ontwikkelde BBPgroei indicatoren. Deze indicatoren geven korte-termijnvoorspellingen voor de BBP-volumegroei tot drie à vier kwartalen vooruit onder
meer op basis van informatie begrepen in de DNB-conjunctuurindicator. Het voordeel van deze voorspellingen is dat ze bij het
beschikbaar komen van nieuwe informatie eenvoudig kunnen worden ververst. Een belangrijk nadeel ten opzichte van ramingen op basis
van grote macro- economische modellen is dat geen samenhangend beeld wordt verkregen omtrent de determinanten van economische
groei. Niettemin presteren deze indicatoren voor Nederland tot zover alleszins redelijk met een gemiddelde absolute voorspelfout voor de
afgelopen periode van circa 0,5 procentpunt. Voor het bekend worden van het groeicijfer voor het eerste kwartaal van 1999 voorspelden
de bbp-groei indicatoren dat het dal met 2,2% in het eerste kwartaal van dit jaar bereikt zou worden (tabel 1). Ook in dit licht bezien valt
het gerealiseerde groeicijfer van 3,0% mee. Na verwerking van de meest recente informatie blijkt dat het dal op basis van de bbpindicatoren in het derde kwartaal van dit jaar wordt verwacht, maar dat daarna weer sprake is van een licht groeiherstel, waarbij de
gemiddelde groei in 1999 uit zou komen op 21/2 Ã 3%. Dit cijfer is aanmerkelijk hoger dan de macro-economische structuurmodellen
suggereren. Deze groeiraming is evenwel, gegeven de mechanische procedure waarop zij is gebaseerd, met de nodige onzekerheid
omgeven. Niettemin duidt de bbp-groei indicator op de mogelijkheid dat de groei in 1999 ten opzichte van de ramingen van vrijwel alle
grote instituten mee zou kunnen vallen
Tabel 1. Groei bbp-volume per kwartaal, volgens bbp-indicator
voorspeldatum
mei 1999
juni 1999
98-IV
99 -I
99-II
99 -III
99-IV
% mutatie t.o.v. vorige overeenkomstige periode
3,3 a
2,2
2,7
3,1
.
3,3 a
3,0a
2,7
2,6
2,9
a. realisatie.
1 De Nederlandse economie in 1999-2001: een voorspelling met MORKMON, Kwartaalbericht, De Nederlandsche Bank, juni 1999.
Copyright © 1999 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)