Ga direct naar de content

Ten geleide bij geluk, hoop en liefde

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: september 28 2016
Publicatiefoto Jan Peter Balkenende 3-2013.JPG

Dit ESB Dossier is getiteld Emoties als drijfveer: geluk, hoop en liefde in de economie. Deze titel kan verbazing wekken – vanouds ging economische theorievorming immers uit van de homo economicus: een ideaaltypische mens die bij het maken van keuzes kosten en baten op rationele wijze afweegt en daarbij uit is op maximaal nut voor zichzelf. In toenemende mate blijkt echter dat dit mensbeeld ontoereikend is om de complexiteit van het menselijk handelen te verklaren. Mensen laten zich niet alleen leiden door rationele overwegingen – veel van het economische gedrag wordt bepaald door impulsen en emoties. Ons economische gedrag wordt bijvoorbeeld ook gedreven door naastenliefde en gerechtigheid. Het begrip ‘emoties’ slaat dus op veel meer dan alleen op onbewuste verlangens. Er zijn emoties met een morele inhoud – die we ‘deugden’ noemen. Deze deugden zijn van belang voor de economie omdat mensen niet slechts gedreven worden door zelfzucht, maar zich bij het maken van hun keuzes ook laten leiden door altruïstische overwegingen.

Het economische belang van deze emoties en deugden staat in dit dossier centraal. Specifiek wordt er ingegaan op drie emoties, namelijk geluk, hoop en liefde, een speelse variant op de beroemde christelijke drieslag ‘geloof, hoop en liefde’. Vooral hoop als morele emotie is interessant, ook omdat daar verhoudingsgewijs niet veel onderzoek naar is gedaan. Enerzijds roept een focus op hoop de vraag op naar de filosofie van de economie: naar welke doelen streven we? Het ideologische debat over deze doelen is vrijwel stilgevallen sinds de val van de Sovjet-Unie – de idealen van democratie en vrijemarktwerking zijn sindsdien in toenemende mate de focussen van hoop voor de meerderheid van de wereldbevolking geworden. Dit bracht Fukuyama tot zijn beroemde stelling dat met het einde van de Koude Oorlog ook de geschiedenis als zodanig tot een einde was gekomen (Fukuyama, 1992). Anderzijds kan er geconstateerd worden dat hoop een zeer krachtige

motivatie is; een optimistische hoop leidt bij ondernemers tot innovatie, terwijl het tegenovergestelde, wanhoop, de motivatie is voor duizenden vluchtelingen om met hun gezin de Middellandse Zee over te steken in gevaarlijke bootjes. Deze voorbeelden geven al aan hoe belangrijk hoop is als drijfveer, ook vanuit economisch perspectief – en hetzelfde kan gezegd worden van het streven naar geluk en liefde.

Dit dossier is opgebouwd uit vier delen. Het eerste gedeelte richt zich op het belang van emoties voor de economie als zodanig – in verschillende artikelen wordt de stelling uitgewerkt dat de homo economicus inadequaat is als basis voor het economische mensbeeld; de rol van emoties in de economie wordt beschreven vanuit historisch perspectief en vanuit de gedragseconomie, en ook wordt er ingegaan op ‘economische deugden’. De drie daaropvolgende delen van dit dossier richten zich elk op een emotie – geluk, hoop en liefde worden achtereenvolgens besproken. Daarin worden theoretische perspectieven gecombineerd met praktijksituaties. Ook wordt de discussie niet geschuwd, zoals blijkt uit de verschillende reacties.

Dit themanummer is een van de vruchten van het project ‘Hoop als drijfveer’ dat wordt uitgevoerd door de Erasmus Happiness Economics Research Organisation (Erasmus Universiteit Rotterdam) en het Institute of Leadership and Social Ethics (Evangelische Theologische Faculteit Leuven, België). Deze unieke samenwerking tussen economen en theologen rond het belang van emoties in de economie wordt financieel ondersteund door de Goldschmeding Foundation voor Mens, Werk en Economie, een stichting die wil bijdragen aan een betere wereld, onder meer door het opnieuw doordénken van de economie.

Ik hoop dat dit dossier een positieve stimulans zal bieden aan het onderzoeken en bediscussiëren van het belang van emoties in de economie. Ik wens u veel leesplezier toe!

Auteur

Categorieën