Eigen huis: bedreigde investering?
Aute ur(s ):
C.A. de Kam (auteur)
De auteur is hoogleraar economie van de publieke sector aan de vakgroep algemene economie van de Rijksuniversiteit Groningen. Hij dankt zijn
collegae A.H.M. DÅ¡lle (Vakgroep Staatsrecht) en L.W. Gormley (Vakgroep Europees Recht) van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de
Rijksuniversiteit Groningen voor hun inspirerende interdisciplinaire steun. c.a.de.kam@eco.rug.nl
Ve rs che ne n in:
ESB, 90e jaargang, nr. 4455, pagina 107, 11 maart 2005 (datum)
Rubrie k :
Juridisch
Tre fw oord(e n):
Sinds 1998 bevat de miljoenennota een overzicht van subsidies die zijn gegoten in de vorm van fiscale tegemoetkomingen. 1 Zulke
subsidies staan bekend als belastinguitgaven. In het als uitputtend bedoelde overzicht van de belastinguitgaven in de miljoenennota
ontbreekt echter de kwantitatief vŽruit belangrijkste post: het voordeel dat eigenaar-bewoners genieten dankzij de gunstige behandeling
van hun huis bij de heffing van inkomstenbelasting. De regeling levert eigenaar-bewoners op dit moment een belastingbesparing op van
per saldo circa Û 7 miljard. 2 Omdat inmiddels 55 procent van de huishoudens onder eigen dak woont, lopen politici op eieren zodra
wijziging van de fiscale behandeling van het eigen huis op de agenda staat. Daarbij past een voorkeur deze subsidiepost in de
rijksbegroting te verdonkeremanen.
Wetsherziening troef
Serieus te nemen stuurlui aan wal adviseren beleidsmakers al jaren om de koers te verleggen ten aanzien van de hypotheekrenteaftrek (zie
bijvoorbeeld De Mooij & Stevens, 2004). De aftrek is budgettair gezien onhoudbaar en de fiscale bevoordeling van eigen woningen
verstoort de werking van de kapitaalmarkt en de woningmarkt in aanzienlijke mate. Theoretisch verdient het de voorkeur de bijtelling van
inkomen wegens woongenot (dit is het eigenwoningforfait) te verhogen tot 4 procent van de marktwaarde van het huis, omdat
belastingplichtigen worden geacht dit rendement ook te maken op hun overige vermogensbestanddelen, die worden belast in box De
-3.
renteaftrek zou dan blijven bestaan. Een uitstekend alternatief is de eigen woning over te hevelen naar box zoals Stevens voorstelt in
-3,
dit nummer van ESB (blz. 106-108).
Renteaftrek in de vuurlinie
Hoewel de grote meerderheid van de politici zich in het verleden steevast heeft verzet tegen voorstellen voor beperking of afschaffing
van de hypotheekrenteaftrek, zijn de laatste jaren desondanks diverse maatregelen genomen om de aftrek in te snoeren (zie het artikel
van Grob in deze ESB, blz. 104-105). Deze maatregelen hebben niet bijgedragen aan versterking van het vertrouwen onder de bevolking
dat politici zeggen wat zij denken en doen wat zij zeggen. Maar liefst driekwart van de Nederlanders acht het dan ook waarschijnlijk dat
de aftrek van hypotheekrente over vijftien jaar ‘beduidend minder’ zal zijn (SCP, 2004). Afgaande op recente opiniepeilingen kent het
volgende kabinet een andere politieke samenstelling. Recent heeft de fractievoorzitter van de PvdA verklaard verregaande beperking van
de renteaftrek te zullen voorstellen bij onderhandelingen over deelname aan een volgend kabinet. 3 Daarmee wordt de kans groter op een
nieuw regeerakkoord dat de belastinguitgaaf voor bewoner-eigenaars (verder) aan banden legt. Hoewel verhoging van het
eigenwoningforfait theoretisch de meest zuivere aanpak is, heeft beperking van de renteaftrek bij zo’n operatie waarschijnlijk de betere
papieren. Verschillende modaliteiten zijn denkbaar: het stellen van een maximum aan de lening waarvan de rente aftrekbaar is dan wel
varianten voor het plafonneren van de aftrekbare rente. Een andere mogelijkheid is het voor alle belastingbetalers gelijkschakelen van het
marginale tarief waartegen rente aftrekbaar is.
Schokbestendigheid
Een forse ingreep zal het vertrouwen op de woningmarkt schokken en zet de huizenprijzen stevig onder druk (zie het artikel van De Vries
& Boelhouwer, blz. 109-111). Voor de overgrote meerderheid van de huishoudens vormt de aankoop van een eigen huis – naast de
opbouw van de oudedagsvoorziening – de belangrijkste investeringsbeslissing in hun leven. Het bruto financieel vermogen en
huizenbezit van gezinnen bedraagt per ultimo 2003 in totaal ruim Û 2,1 biljoen euro. Daarvan zit 46 procent in de stenen van het eigen
huis (DNB, 2004). Gezinnen zijn gebaat met consistent overheidsbeleid dat grote schokken vermijdt. Om schokken te dempen, worden bij
een wijziging van de belastingwetgeving bestaande rechten doorgaans gerespecteerd of treft de overheid langdurige
overgangsregelingen. Toch is dit niet altijd het geval. Zo werkt de in 2004 van kracht geworden bijleenregeling terug, doordat de in het
verleden gevormde overwaarde de toekomstige renteaftrek aanzienlijk beperkt.
Individuen kunnen er nooit zeker van zijn dat de overheid wettelijke regelingen tot in lengte van dagen onveranderd zal laten, of dat de
overheid bij wetswijziging royale overgangsregelingen zal treffen. In een democratie zijn wisselende coalities aan de macht, die de
bestaande wetgeving steeds opnieuw kunnen aanpassen. De toezegging van een toekomstig kabinet dat een eventuele beperking van
de renteaftrek niet door nieuwe ingrepen zal worden gevolgd, biedt voor eigenwoningbezitters geen zekerheid, nog los van de vraag of
en waarom burgers politici op hun woord zouden geloven. Ook ten aanzien van een overgangsregeling kunnen individuen er niet zeker
van zijn dat zo’n regeling in latere jaren niet zal worden uitgehold door verdergaande aanpassingen.
Eigen huis in de Grondwet?
Politici kunnen overwegen mŽŽr zekerheid te scheppen, door in de wet de bepaling op te nemen dat in de toekomst de fiscale
behandeling van het eigen huis slechts kan worden gewijzigd met een gekwalificeerde meerderheid. Zo’n regeling geldt op dit moment
bijvoorbeeld bij wijzigingen van onze constitutie. De Grondwet (artikel 81 en volgende) voorziet echter niet in het geval dat voor
wijziging van ‘gewone’ wetten een gekwalificeerde meerderheid is vereist. Dat ligt ook niet voor de hand, omdat het anders mogelijk is
een wetsvoorstel met een gewone meerderheid te aanvaarden, waarin wordt bepaald dat diezelfde wet slechts kan worden gewijzigd met
een gekwalificeerde meerderheid.
Om vertrouwensschokken rondom het eigenwoningbezit te voorkomen, resteert ŽŽn andere mogelijkheid: de Grondwet zŽlf . Is een
regeling voor de fiscale behandeling van het eigen huis eenmaal in de Grondwet opgenomen, dan kan zij in de toekomst uitsluitend
worden gewijzigd met de voor grondwetswijzigingen vereiste tweederde meerderheid van stemmen. Dit schept voor eigenaar-bewoners
veel grotere rechtszekerheid dan gebruikelijk is. Overigens rijst wel de vraag of inhoudelijke fiscale bepalingen als zodanig in de
Grondwet thuishoren.
Eigendomsbescherming: beroep op de rechter?
Ziet de wetgever af van een constitutionele garantie, dan blijft voor eigenaar-bewoners die zich geschaad achten een beroep op de
rechter over. De nationale rechter is echter niet bevoegd wetten aan de Grondwet te toetsen. Wel kunnen burgers in voorkomende
gevallen een beroep doen op artikel 1 van het Protocol No. 1 van het Europees Mensen Rechten Verdrag (EMRV), dat het ongestoord
genot van de eigen bezittingen garandeert. Toch kunnen de kansen op succes van zo’n beroepsprocedure niet hoog worden
aangeslagen. Het Protocol geeft aan dat burgers moeten accepteren dat het regeringsbeleid kan veranderen, vooral als het gaat om
maatregelen op economisch en fiscaal gebied die het algemeen belang dienen.
Protesterende burgers kunnen wellicht wel een sprankje hoop putten uit bij hen in het verleden gewekte verwachtingen. Kabinetten van
uiteenlopende politieke signatuur hebben de burgers immers jarenlang bezworen dat de fiscale behandeling van de eigen woning niet
fundamenteel zou veranderen. Velen hebben een eigen huis gekocht op basis van een berekening van de netto-woonlasten per maand,
waarbij de bestaande wetgeving het uitgangspunt was. Wanneer de overheid echter een aanvaardbare overgangsregeling treft, mist deze
lijn van verweer bij de Europese rechter hoogstwaarschijnlijk doel. Misschien dat de weg der geleidelijkheid die in het Verenigd
Koninkrijk is gevolgd de beleidsmakers in ons land tot voorbeeld kan strekken. Door de fiscale subsidie voor bewoner-eigenaars met
beleid af te breken, valt te voorkomen dat de vaderlandse economie een ongewenste opdonder van gelaedeerde huiseigenaren krijgt.
Flip de Kam
Literatuur
De Nederlandsche Bank (2004) Financieel gedrag Nederlandse huishoudens. Kwartaalbericht, september, 73.
Mooij de R.A. & L.G.M. Stevens (2004) Bestendig belastingbeleid. C.A. de Kam & A.P. Ros (red.) Jaarboek Overheidsfinancin 2004, 7172, Den Haag: Sdu.
Sociaal en Cultureel Planbureau (2004) In het zicht van de toekomst. Sociaal en Cultureel rapport, 531, Den Haag.
1 Het meest recente overzicht is te vinden in de Miljoenennota 2005, 147-153.
2 Dit is het saldo van in aftrek gebrachte rente (Û 22 miljard) en bijgeteld woongenot (Û 5 miljard), vermenigvuldigd met het gemiddelde
marginale tarief van ruim veertig procent. Cijfers betreffen 2004.
3 Uitspraken van Wouter Bos in Zembla, 20 januari 2005.
Copyright © 2005 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)