Ga direct naar de content

Economenparade 2023

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: december 21 2023

Waar werken economen aan, en hoe draagt dat bij aan de maatschappij? In deze tweede economen­parade lichten we de meest opvallende wetenschappelijke prestaties uit, verkennen we hoe de nieuwe academici aankijken tegen hun maatschappelijke rol, en geven we een overzicht van de ESB-bijdragen die het afgelopen jaar het beste werden gelezen.

Met dank aan Wilfred Mijnhardt, Judith Gulpers en Nick Jelicic van de Erasmus Universiteit Rotterdam, en Max Boiten van Dialogic voor het beschikbaar maken van de publicatiedata, en aan de decanen van de faculteiten economie en bedrijfskunde voor het faciliteren van de enquête onder nieuwe medewerkers

In de laatste jaren is de aandacht voor de maatschappelijke impact van academische economen toegenomen (Decanen Sector Economie en Bedrijfskunde, 2023; Olsthoorn, 2023). In de economenparade belicht ESB daarom naast de wetenschappelijke prestaties sinds vorig jaar ook de maatschappelijke verdiensten van economen (Kleinknecht en Lukkezen, 2022).

In deze economenparade hebben we de decanen gevraagd naar de bijzondere prestaties van de medewerkers aan hun faculteit (kader 1), hebben we de in 2023 nieuw aangestelde academici gevraagd naar hun maatschappelijke bijdrage, brengen we de economen met de meest invloedrijke wetenschappelijke bijdragen in beeld, en presenteren we de best gelezen ESB-artikelen.

Aanwas van nieuw talent

Welk nieuw talent bevolkt de komende jaren de Nederlandse faculteiten? Net als vorig jaar hebben we een enquête uitgezet onder de academici die dit jaar voor het eerst een vast contract of tenuretrack-positie (een langlopend tijdelijk contract met uitzicht op een vaste aanstelling) hebben bemachtigd aan een Nederlandse universiteit.

Opvallend is dat er zich onder de 87 deelnemers aan de enquête slechts twee Nederlandse vrouwen bevinden. Ruim twee derde van de deelnemers identificeert zich als man en ruim driekwart komt van buiten Nederland – van wie het merendeel van elders uit de Europese Unie (tabel 1). Net als vorig jaar is het aantal Duitsers (26) hoger dan het aantal Nederlanders (20). Alle nieuwe academici die daarmee hebben ingestemd, staan in de fotoreeks vooraan in dit artikel afgebeeld.

Opvallend is dat, hoewel de meesten van de nieuwe academici – net als vorig jaar – aangeven actief te zijn op het gebied van de Bedrijfskunde en bedrijfseconomie, ze dit niet het meest relevante gebied achten voor de huidige maatschappelijke uitdagingen (figuur 1). De JEL-vak­gebieden ‘Economische ontwikkeling’, ‘Gezondheid, onderwijs en sociale programma’s’ en ‘Economie van natuurlijke hulpbronnen’ vinden zij relevanter. Toevallig of niet zijn dit overigens ook de drie vakgebieden waarin het aandeel nieuw aangestelde academici het meest is toegenomen ten opzichte van de enquête van vorig jaar.

De nieuwe academici wegen de relevantie voor de huidige mondiale uitdagingen mee als zij een nieuw onderzoeksonderwerp kiezen, zo geven ze aan (figuur 2). De relevantie voor het beleid(sdebat) in Nederland speelt daarentegen een beperkte rol. Nieuwsgierigheid en persoonlijke interesse is de belangrijkste factor bij het opstarten van een nieuw onderzoek, gevolgd door de mogelijkheid om een fundamentele bijdrage te leveren aan het onderzoeksveld.

Het merendeel van de academici geeft in de enquête ook aan dat hun onderzoek gerelateerd is aan een of meerdere van de duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties (SDG’s). Het hoogst scoren de doelstellingen ‘Goede banen, duurzame economische groei en eerlijke verdeling van welvaart’, ‘Minder ongelijkheid in een land en tussen landen’ en ‘Goede gezondheid en welzijn’. Geen van de nieuwe academici doet onderzoek gerelateerd aan de doelstellingen ‘Duurzaam gebruik van de oceanen en zeeën’ en ‘Schoon water en sanitaire voorzieningen en duurzaam omgaan met water’.

Relevante toppublicaties

Vorig jaar zijn we begonnen met het verkennen van manieren om de relevantie van wetenschappelijke toppublicaties in beeld te brengen. Dat hebben we toen gedaan door per publicatie de klassieke ESB-publicatiescore te wegen naar de mate waarin het artikel gerelateerd is aan de duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties (Mijnhardt, 2020; www.sdgmetrics.com). Dat doen we nu weer. Tabel 2a toont de auteurs met de meeste SDG-relevante top­publicaties in afgelopen vijf jaar.

Naast de maatschappelijke relevantie presenteren we dit jaar ook een ranking van wetenschappers met de wetenschappelijk meest relevante toppublicaties (tabel 2b). Hierbij maken we gebruik van de maatstaf van het artikel in Nature dat begin dit jaar wereldwijd de media haalde met de constatering dat wetenschappelijke publicaties minder baanbrekend zijn geworden (Park et al., 2023). Deze conclusie was gebaseerd op een citatie-analyse: artikelen ­worden als vernieuwender gezien naarmate ze citaties naar eerder werk overbodig maken.

Om de maatstaf van Park et al. (2023) toe te passen op de publicaties van Nederlandse economen, kijken we naar citaties in de vijf jaar na publicatie van artikelen die zijn gepubliceerd in de periode 2013–2018. We nemen uitsluitend de artikelen mee die meer dan vijf keer zijn geciteerd en tellen per auteur enkel de artikelen op met een positieve score op de citatie-index van Park et al. (2023). De data zijn gehaald uit OpenAlex, een open source-alternatief voor Web of Science.

Opvallend is dat veel van de academici met de meest vernieuwende wetenschappelijke bijdragen ook met enige regelmaat in ESB publiceren. Dat is in minder mate het geval bij de wetenschappers met de meest relevante SDG-publicaties (op uitzonderingen als Hans Koster en Bas van der Klaauw na). Dat de vernieuwende academici ook in ESB publiceren, suggereert dat wetenschappelijke vernieuwing en maatschappelijke impact samen op kunnen gaan.

Meest gelezen ESB-bijdragen

Welke onderwerpen stonden in ESB dit jaar het meest in de belangstelling? Duidelijk is dat de toeslagenaffaire, waar het kabinet-Rutte III in 2021 op viel, anno 2023 voortleeft in het economische debat: de twee best gelezen ESB-bijdragen gaan over het afschaffen van de toeslagen. Verder staat de ongelijkheid volop in de belangstelling: diverse van de best gelezen artikelen gaan over armoede en het minimumloon, terwijl ook de bijdragen over vermogens- en erfbelasting goed werden gelezen.

Ook zien we meerdere bijdragen over de energietransitie, zoals over de toekomst van saldering, de rol van kernenergie en de fossiele subsidies. En tot slot hebben de ESB-artikelen over de inflatie en de daarmee stijgende rente de nodige aandacht getrokken.

De overstap van ESB van een abonneemodel naar een vrij toegankelijke website werpt overigens zijn vruchten af: de leescijfers zijn fors hoger dan in de afgelopen jaren. De bijdrage van Flip de Kam en Jan Donders is bijvoorbeeld ruim 65.000 keer gelezen, grofweg een verviervoudiging van de best gelezen stukken in de voorgaande jaren.

Tot slot

Met de economenparade beoogt de ESB-redactie de prestaties van wetenschappers in het economisch domein over een breed front in beeld te brengen. De huidige invulling is nadrukkelijk een eerste aanzet: we houden ons van harte aanbevolen voor suggesties vanuit het veld ter verbetering van dit jaarlijkse overzicht.

Kader 1: Methoden onderliggend aan tabel 2

Methode tabel 2a

Voor het berekenen van de scores en het samenstellen van de lijst van economen met meeste internationale toppublicaties werd er gebruikgemaakt van de Web of Science-database van Clarivate Analytics voor de periode 2018–2022.
Geteld worden alleen de artikelen die zijn verschenen in een tijdschrift binnen het domein ‘Economie’, waarvan er ten minste één auteur op het moment van publiceren een affiliatie had met een Nederlandse universiteit. Het domein ‘Economie’ is voor deze top gedefinieerd als zijnde ‘alle tijdschriften die voorkomen op de Tinbergen Journal List’ (www.tinbergen.nl) of ‘de toptijdschriften op de ERIM Journal List’ (www.erim.eur.nl, alleen categorie P* en P). Alle andere documenttypen in de Web of Science worden niet meegeteld.
De score van elk individueel artikel wordt dit jaar bepaald aan de hand van de article influence score (AIS) van het tijdschrift in 2022, en wordt gewogen voor het aantal auteurs en de SDG-relevantie van het artikel.

De totaalscore van een wetenschapper zijn de scores van zijn of haar vijftien hoogst scorende artikelen bij elkaar opgeteld. Hierbij is, net als in voorgaande jaren, de AIS van een publicatie in The American Economic Review: Papers & Proceedings (AER: P&P) gelijkgesteld aan 25 procent van de waarde van een publicatie in de reguliere AER. Ten slotte zijn de wetenschappers met een kleinere Nederlandse aanstelling dan 0,5 fte van de resulterende ranglijst verwijderd.

 

Methode tabel 2b

De CD-index is berekend conform de methode in Park et al., (2023). De data komen van OpenAlex. We kijken naar de artikelen van academici die anno 2023 werkzaam zijn aan een Nederlandse economiefaculteit, gepubliceerd in de periode 2013–2018 en de citaties in de vijf jaar na publicatie. We nemen uitsluitend de artikelen mee die minimaal vijf maal zijn geciteerd en tellen per auteur enkel de artikelen met positieve scores op.

Literatuur

Decanen Sector Economie en Bedrijfskunde (2023) De uitdagingen van transitie. Economie en bedrijfskunde: wetenschap voor duurzame welvaart. September, 2023.

Kleinknecht, R.H. en J. Lukkezen (2022) Economenparade 2022. ESB, 107(4816), 556–561.

Mijnhardt, W. (2020) Economen en de duurzame ontwikkelingsdoelen. ESB, 105(4792), 571.

Olsthoorn, P. (2023) Verslag Impact Forum 2023: Vrouwen geven economiedebat een welkome stimulans. Blog op esb.nu, 27 november.

Park, M., E. Leahey en R.J. Funk (2023) Papers and patents are becoming less disruptive over time. Nature, 613, 138–144.w

Auteur

Categorieën

Plaats een reactie