
Het aandeel langdurige ontvangers in de bijstandsgroep groeit en dit heeft negatieve gevolgen voor het arbeidspotentieel. De tanende dynamiek in het bijstandsbestand beperkt ook de effectiviteit van financiële prikkels voor het stimuleren van arbeidsdeelname.
Gegeven de historisch krappe arbeidsmarkt is er meer aandacht voor mensen in de bijstand als mogelijke extra arbeidskrachten. Beleidsmakers willen daarom dat bijstandsontvangers sneller opnieuw toetreden tot de arbeidsmarkt.
De figuur toont echter dat tussen 2010 en 2023 het aandeel bijstandsgerechtigden met een bijstandsduur langer dan vier jaar is toegenomen met tien procentpunt, terwijl dat met een bijstandsduur van korter dan twee jaar is afgenomen met elf procentpunt. Dit wijst op een ontwikkeling naar een minder dynamisch bijstandsbestand.
Voor een steeds groter aandeel van de bijstandsgroep blijkt de bijstand dus een langdurige situatie. Een derde van de bijstandsgerechtigden is lange tijd niet in staat om betaald werk te verrichten, vaak door meerdere oorzaken met knelpunten op verschillende gebieden zoals gezondheid, mantelzorg en/of financiële problemen.
De afnemende dynamiek in de bijstand staat in contrast met het doel om bijstandsontvangers snel de arbeidsmarkt te laten betreden. Maatregelen zoals de arbeidsplicht en re-integratieplicht worden weliswaar ingezet, maar in de praktijk blijken veel meer bijstandsgerechtigden vrijgesteld dan officieel geregistreerd.
Bovendien komt een groot deel van de uitstroom terecht in banen met een grote inkomensonzekerheid, waardoor de overstap naar de arbeidsmarkt minder aantrekkelijk wordt.
De ontwikkelingen sinds 2010 suggereren dat de huidige populatie in de bijstand moeilijker geactiveerd kan worden via financiële prikkels, zoals het verlagen van de uitkering of verhogen van nettolonen. Beleidsmakers kunnen zich dus beter niet rijk rekenen met wijzingen in de hoogte van de bijstand.
Auteur
Categorieën