Ga direct naar de content

Duurzaam beleggen in internationaal perspectief

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: november 28 2008

Duurzaam of maatschappelijk verantwoord beleggen is geen
hype meer, maar behoort tot het reguliere beleggingsspectrum.
Verwacht mag worden dat beleggers door de kredietcrisis
steeds meer interesse krijgen om te beleggen in bedrijven die
op een maatschappelijk verantwoorde wijze ondernemen.

B

Bert Scholtens
Hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen

ij duurzaam of maatschappelijk verantwoord beleggen houdt de belegger
rekening met niet-financiële criteria
bij het beleggen. Voorbeelden zijn het
uitsluiten van bedrijven die bepaalde activiteiten
ondernemen, zoals gokken of porno, of bepaalde
productieprocessen gebruiken, zoals kinderarbeid
of verbod op vakbondsorganisatie, of het kiezen van
de op een bepaald milieu- of sociaal criterium best
presterende bedrijven en actieve bemoeienis met
het bedrijfsmanagement. De niet-financiële aspecten
hebben betrekking op activiteiten die niet reeds in
wetten of regels vastgelegd zijn. Het maatschappelijk verantwoorde karakter zit hem dan in het
gegeven dat er juist meer gedaan wordt dan door
de regelgever voorgeschreven wordt (McWilliams en
Siegel, 2001; Heal, 2008). De prestaties van de
duurzame beleggingen op het gebied van duurzaamheid worden vooralsnog niet systematisch in kaart
gebracht. Dat is een groot gemis en zorgt voor een
rem op de groei. Er bestaan verschillende drijfveren
van het duurzaam beleggen. Zo is er de druk van
de media en het publiek die de beleggers bewust
maakt. Bijvoorbeeld de uitzending Het clusterbomgevoel van Zembla op 18 maart 2007 schokte veel
Nederlanders. Het gaf inzicht in de beleggingen
van Nederlandse pensioenfondsen in bedrijven die
clusterbommen en landmijnen maken en in hun
beleggingen in bedrijven die ernstige milieuschade
veroorzaken en produceren met behulp van kinderarbeid. Dat gold zowel voor particulieren als voor
institutionele beleggers. Verschillende institutionele
beleggers proberen duurzaamheid te integreren in
hun beleggingsbeleid. Dit wordt ingegeven vanuit
het feit dat hun klanten niet alleen geld belangrijk
vinden, maar ook andere factoren een rol willen
laten spelen. Daarnaast is er in bijvoorbeeld het
Verenigd Koninkrijk, Canada en Zuid-Afrika sprake
van regelgeving van de pensioensector waarbij de
pensioenfondsen moeten vermelden hoe zij rekening
houden met milieu- en sociale aspecten. Vooral
grote beleggers verbreden hun blik en willen niet
alleen duurzaam beleggen op de beurs, maar willen
ook dat duurzaamheid onderdeel uitmaakt van hun
onroerendgoed- en obligatieportefeuille, en van hun

activiteiten op de goederenmarkten en goederen­
termijnmarkten. De financiële sector ontwikkelt
daarnaast steeds meer gespecialiseerde fondsen
waarin zowel particuliere als institutionele beleggers kunnen beleggen. Themafondsen op het gebied
van energie en water en microfinanciering zijn hier
voorbeelden van. Maatschappelijk verantwoord
ondernemen betreft de activiteiten op het gebied
van milieu, sociale aangelegenheden en bestuur die
verdergaan dan de regelgeving voorschrijft (Heal,
2008). In de literatuur blijkt er een positieve relatie
tussen deze activiteiten en de financiële prestaties
van bedrijven te bestaan (Margolis en Walsh, 2003).
Maar uit de meeste studies naar duurzaam beleggen
(Renneboog et al., 2008) komt geen significant verschil naar voren tussen duurzame en niet-duurzame
beleggings­ondsen. Er zijn vanuit de financiële sfeer
f
dus niet direct financiële prikkels om duurzaam te
gaan beleggen. Maar niet-duurzaam beleggen levert
ook geen significante voordelen op voor beleggers.

Europa
Recentelijk heeft Eurosif (2008) een rapport
uitgebracht met daarin voor enkele landen een
overzicht van de stand van zaken op het gebied
van duurzaam beleggen. Deze organisatie, een
koepel van financiële instellingen en onderzoeksinstituten, hanteert een veel bredere definitie dan
de Nederlandse Vereniging van Beleggers voor
Duurzame Ontwikkeling, waarover eerder in ESB is
bericht (Scholtens, 2004). Eurosif maakt onderscheid tussen kernbeleggen en ruim beleggen.
Kernbeleggen omvat het uitsluiten van bedrijven of
bedrijfstakken op grond van minstens twee criteria:
het selecteren van de op duurzaamheidsgebied best
Figuur 1

Internationale samenstelling van de kern
van duurzame beleggingen in 2007.
Kern Duurzaam Beleggen (513 miljard euro)

Overig
Zweden

Frankrijk
Nederland

Zwitserland
België

Verenigd Koninkrijk

Denemarken

Noorwegen

Bron: Eurosif, 2008

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

ESB

93(4548) 28 november 2008

717

internationaal

Duurzaam beleggen in
internationaal perspectief

presterende bedrijven en instellingen, en de thematische fondsen, alsmede een
combinatie van deze vormen. Het duurzaam beleggen in ruime zin omvat het
selecteren op basis van hooguit twee criteria en op grond van betrokkenheid en
integratie. Betrokkenheid behelst een dialoog tussen belegger en onderneming
of instelling die gefinancierd wordt met het oog op het beïnvloeden van beslissingen over sociale, ethische en milieukwesties. Integratie betreft het expliciet
integreren van sociale, milieu- en governance-aspecten bij de conventionele
financiële analyse. Duurzaam beleggen in ruime zin is dus veel algemener van
aard en heeft niet alleen betrekking op de feitelijke belegging, maar ook op hoe
de belegger met de zeggenschapsrechten omgaat en hoe duurzaamheid deel
uitmaakt van het beleggingsproces. Duurzame beleggingen worden pas tot het
kernbeleggen gerekend door Eurosif als er minstens twee selectiecriteria gebruikt
worden. Tabel 1 geeft een overzicht van de omvang van de twee typen duurzaam
beleggen in de verschillende landen waar Eurosif gegevens verzameld heeft.
Uit de rechter kolom blijkt dat in het Verenigd Koninkrijk de meeste duurzame
beleggingen plaatsvinden, namelijk 958 miljard euro ofwel 36 procent van het
totaal. Nederland neemt op grote afstand de tweede plaats in met 435 miljard
euro of 16 procent van het totaal en België staat op een derde plaats met 284
miljard euro wat 10 procent is van het Europese totaal. Maar wanneer gekeken
wordt naar het kernbeleggen dan zijn de verhoudingen heel anders (figuur 1).
Van het totale kernbeleggen in Europa vindt een derde plaats in Noorwegen. Dat
kan vooral op het conto geschreven worden van het snel groeiende overheidspensioenfonds. Nederland, het Verenigd Koninkrijk en Zweden volgen met dertien tot
elf procent. Het Verenigd Koninkrijk, Nederland en België beleggen relatief veel
duurzaam in de ruime zin van het woord. In tegenstelling tot de analyse van de
Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling rapporteert Eurosif voor
de meeste landen uitsluitend de resultaten voor het jaar 2007. Voor sommige
landen is informatie beschikbaar voor 2002 en 2005, maar dan meestal alleen
over een van de twee categorieën. Uit deze informatie blijkt overigens dat breed
duurzaam beleggen in Europa zeer sterk groeit. In totaal steeg het duurzaam
beleggen in de landen waarvoor informatie beschikbaar is tussen 2005 en 2007
met maar liefst honderdzestig procent. Het brede duurzaam beleggen beslaat
in de meeste landen inmiddels tussen de tien en twintig procent van de totale
beleggingen en het kernbeleggen bedraagt tussen de een en vier procent van het
beleggingstotaal. Naar beide maatstaven gemeten is het duurzaam beleggen de
afgelopen twintig jaar flink gegroeid, maar recentelijk is vooral het brede duurzaam beleggen sterk geëxpandeerd.

Wereld
Duurzaam sparen en beleggen vindt met name plaats in goedontwikkelde
financiële markten. Tabel 2 geeft een overzicht van het duurzaam beleggen
in de geïndustrialiseerde wereld in 2007. Hieruit blijkt dat Europa de meeste
duurzame beleggingen kent: meer dan de helft ervan vindt nu in Europa plaats.
Opmerkelijk is dat eigenlijk alleen de duurzame beleggingen in Japan sterk achterblijven. In opkomende markten bestaat wel veel belangstelling, maar komt het
duurzaam beleggen nog nauwelijks van de grond (IFC, 2003). Uitzonderingen
worden gevormd door Brazilië, Maleisië en Zuid-Afrika, waar het duurzaam
beleggen zich reeds kan meten met veel Europese markten. Het aantal duurzame fondsen in de overige opkomende markten is vaak op de vingers van een
hand te tellen en hun marktwaarde blijft er veelal onder de tien miljoen dollar.

Kern- en ruim duurzaam beleggen in Europa
in 2007 (bedragen in miljarden euro’s).

België
Denemarken
Duitsland
Finland
Frankrijk
Italië
Nederland
Noorwegen
Oostenrijk
Spanje
Verenigd Koninkrijk
Zweden
Zwitserland
Totaal

Kern
23
46
11
13
29
3
69
171
1
1
67
56
22
513

Ruim
260
69
–
54
70
240
366
38
–
30
891
134
–
2.152

Totaal
284
115
11
67
99
243
435
209
1
31
958
191
22
2.666

Bron: Eurosif, 2008
Tabel 2

Duurzaam beleggen in de geïndustrialiseerde wereld in 2007.

Europa
Verenigde Staten
Canada
Australië en
Nieuw-Zeeland
Japan
Totaal

Totaal
(in mld euro’s)
2.666
1.917
334
41

Percentage
totaal
54
39
7
1

6
4.963

0
100

Bron: Eurosif, 2008

dit betreft mag verwacht worden dat de kredietcrisis een impuls geeft aan het duurzaam beleggen.
Beleggers zullen zich relatief meer gaan wenden tot
bedrijven die op een nette manier zaken doen en die
inzicht geven in hoe ze te werk gaan. De ethiek van
het ondernemen zal voor analisten een belangrijk
aandachtspunt gaan vormen.

Literatuur
Eurosif (2008) European SRI study. Parijs: Eurosif.
Heal, G. (2008) When principles pay. corporate social responsibility
and the bottom line. New York: Columbia Business School.
IFC (2003) Towards sustainable and responsible investment in
emerging markets. Washington D.C: International Finance
Corporation.

Slot

Margolis, J. en J. Walsh (2003) Misery loves companies:

Duurzaam beleggen krijgt bij steeds meer beleggers een prominente plek in
de portefeuille. In Europa is vooral duurzaam beleggen in ruime zin zeer sterk
gestegen in de afgelopen paar jaren. De financiële consequenties van de keuze
voor duurzaamheid lijken vooralsnog zeer beperkt. Maar van toenemend belang
is de vraag wat duurzaam beleggen oplevert in termen van mens en milieu. Want
het blijkt vooralsnog dat het niet significant van invloed is op het financiële
resultaat, maar hoe het bijdraagt aan een betere wereld is nog niet duidelijk. Het
ligt voor de hand te verwachten dat beleggers in toenemende mate zullen eisen
dat de bedrijven en de bemiddelende instellingen ook hier inzicht in geven. Wat

718

Tabel 1

ESB

93(4548) 28 november 2008

rethinking social initiatives by business. Administrative science
quarterly, 48(2), 265–305.
McWilliams, A. en D. Siegel (2001) Corporate social responsibility: a theory of the firm perspective. Academy of management
review, 26(1), 117–127.
Renneboog, L., J. ter Horst en C. Zhang (2008) Socially
responsible investments: institutional aspects, performance,
and investor behavior. Journal of banking and finance, 32(9),
1723–1742.
Scholtens, B. (2004) Duurzaam beleggen in barre tijden. ESB,
89(4425), 63–64.

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

Auteur