DN B-c onjunctuurindic ator
De uitzendconjunctuur
De conjunctuurgolf is tegelijkertijd zichtbaar in meer-
A.H.J. den Reijer
dere macro-economische variabelen. Wat vertelt de uit-
Deze rubriek wordt maandelijks samengesteld door
Robert-Paul Berben, Jolanda Peeters, Ard den Reijer
en Ad Stokman van de Nederlandsche Bank.
a.h.j.den.reijer@dnb.nl
zendbranche ons over de Nederlandse conjunctuur?
Figuur 1. DNB-conjunctuurindicator
���
������������������������
�
���
�
���
�
����
���
���
���
���
���
���
���
���
���
���
���
��
����
���������������������������
��
����
Figuur 2. Indicatoren van bbp, industriële productie en aantal
Randstad-uitzendkrachten
…in de uitzendbranche
�
�
�������������������������������
���
�
�
��
��
��
��
��
��
��
��
��
��
��
�
Het Europese dateringscomité van het Centre for Economic
Policy Research (CEPR) bepaalt het moment van omslagpunten
in de conjunctuurcyclus. Naast het bbp baseert het comité zich
voor de onderbouwing daarvan op de industriële productie, de
werkgelegenheid en de investeringen.1 Het comité kijkt naar
zowel het aggregaat als naar de verspreiding over het eurogebied. Het Amerikaanse dateringscomité van het National
Bureau of Economic Research (NBER) baseert zich eveneens
niet alleen op het bbp, maar ook op vier variabelen die op
maandelijkse basis beschikbaar zijn: de industriële productie,
het reëel beschikbaar inkomen, de werkgelegenheid en de grooten kleinhandelsverkopen.2
�
�
��
��
���������������������
��
V
olgens de klassieke omschrijving is conjunctuur een aaneenschakeling van cycli die bestaan uit expansies en recessies. Beide bewegingen van de cyclus worden zichtbaar in een
breed scala aan economische activiteiten. De voorlopende DNBconjunctuurindicator is volgens deze omschrijving gebaseerd
op meerdere reeksen. Gezamenlijk laten die sinds geruime tijd
een conjuncturele opleving zien (figuur 1). De gelijktijdige referentiereeks, die alleen is gebaseerd op de industriële productie,
volgt slechts moeizaam.
De conjunctuur is zichtbaar…
Het bruto binnenlands product (bbp) vormt als aggregaat
van alle economische activiteit het uitgangspunt voor conjunctuurmeting. Toch kijken conjunctuurcomités ook naar andere
macro-economische variabelen om conjuncturele omslagpunten
te dateren. Ten eerste ondergaan bbp-cijfers belangrijke herzieningen. Ten tweede beweegt het bbp niet altijd parallel aan
zijn belangrijkste onderliggende componenten, welke zich zelfs
anti-cyclisch kunnen gedragen. Ten derde zijn er variabelen die
additionele informatie geven doordat die meer cyclische variatie
dan het bbp tonen en omdat ze sneller en met hogere frequentie
beschikbaar zijn.
Naast het bbp en de industriële productie is de werkgelegenheid een variabele die veel aandacht krijgt van conjunctuuranalisten. Conjuncturele ontwikkelingen haken daarbij het eerste aan bij
het flexibele segment van de arbeidsmarkt. Zo betogen De Groot
en Franses (2005) dat de ontwikkelingen op de uitzendmarkt
een betrouwbare gelijktijdige indicator zijn voor de groeivoet
van het bbp. Zij baseren zich hierbij op het aantal door Randstad
Nederland uitgezonden uitzendkrachten, die een representatieve
steekproef vormen van de Nederlandse uitzendbranche.
De veelgebruikte, mediagenieke bbp-groeivoet van het CBS is
echter een fundamenteel verschillend concept van de zuivere conjuncturele beweging. De operationele definitie van conjunctuur
luidt: de intrinsiek cyclische beweging zichtbaar in economische
cijfers met een golflengte van langer dan anderhalf jaar en korter
dan tien jaar. In figuur 2 zijn de conjuncturele bewegingen op
kwartaalbasis van het bbp, de industriële productie en het aantal
door Randstad uitgezonden uitzendkrachten weergegeven (de
uitzendconjunctuur). De figuur laat zien dat de omslagpunten
in de conjuncturele ontwikkeling van het aantal Randstad-uitzendkrachten ongeveer overeenkomen met die van het bbp, met
uitzondering van het meest recente omslagpunt. Over de meest
recente jaren geeft de uitzendconjunctuur evenals de voorlopende
DNB-conjunctuurindicator een veel optimistischer beeld over de
conjuncturele ontwikkelingen dan uit het bbp blijkt. â–
Ard den Reijer
Literatuur
Groot, E.A. de & P.H.B.F. Franses (2005 ) Real Time Estimates of GDP Growth,
Econometric Institute Report 2005-01. Rotterdam: Erasmus Universiteit
Rotterdam.
1 www.cepr.org/data/dating
2 www.nber.org/cycles.html
ESB 9-9-2005
401