Ga direct naar de content

Toename vactures stopt, werkloosheid ongeveer stabiel

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: september 9 2005

statistiek

Conjunctuur

Financiële markten

Arbeidsmarkt

Economie & Samenleving

Toename vacatures stopt, werkloosheid ongeveer stabiel
Het aantal openstaande vacatures is in het tweede kwartaal van 2005 niet verder gestegen. Gecorrigeerd voor
seizoeninvloeden stonden er eind juni 2005 137.000 vacatures open. Dit zijn er vierduizend minder dan een kwartaal
eerder. De voorgaande zes kwartalen was het aantal vacatures steeds toegenomen. Tussen het eerste en tweede
kwartaal van 2005 verminderde het aantal openstaande vacatures in de comBanen van werknemers × 1000
merciële dienstverlening. In de overige sectoren veranderde het aantal vacatures
nauwelijks.
����
�������������
����
������������
De werkloosheid in Nederland is ongeveer stabiel. Begin dit jaar kwamen er
����
gemiddeld per maand nog een paar duizend werklozen bij. Nu gaan er maande����
����������
����������
����
lijks ongeveer duizend werklozen af.
����
����
����

���� ���� ���� ���� ���� ����

Vergelijkende cijfers voor 2000 zijn niet beschikbaar

Gewerkte uren uitzendkrachten, 2000=100
���
�������������
������������

���
��

�����������

��
��

Openstaande vacatures
einde kwartaal, × 1000
���
���
���

���� ���� ���� ���� ���� ����

Werklozen
seizoengecorrigeerd, × 1000
���
���
���

���

���������������
���������
���
���� ���� ���� ���� ���� ����

Werkloosheid in de EU
% van de beroepsbevolking,
seizoengecorrigeerd

���������

��

�

�����
������

�

Uittreding in bedrijfsleven
weinig veranderd
In het bedrijfsleven vertoont de uittreding
een piek rond zestig jaar. Een tweede piek
is er bij 65 jaar. Van de relatief kleine groep
die dan nog werkt, houdt een groot deel
er dan alsnog mee op. Dit patroon is in de
laatste jaren in grote lijnen gelijk gebleven,
al is de uitstroom rond zestig jaar iets verminderd. Van de zestigjarigen die in september 2002 in het bedrijfsleven werkten,
was 24% een jaar later gestopt. Drie jaar
eerder was dat nog 28%.

Uittreding bij de overheid
sterk gedaald

��������
����������������

���

�

De bevolking in de leeftijd rond de zestig jaar is de laatste jaren flink toegenomen,
zodat er nu meer mensen zijn op de leeftijd waarop men met prepensioen kan gaan.
Tegelijkertijd verandert het moment van de uittreding. Van de zestigjarigen die in
september 2002 werkten, was 22% een jaar
Figuur 1. Uittreding van werkenden 58-64 jaar in het
later gestopt. Drie jaar eerder was dat nog bedrijfsleven, in procenten a
32%. De uittreding op deze leeftijd is dus
fors afgenomen. Vooral bij het overheids��
personeel zijn er veranderingen.
��

���� ���� ���� ���� ���� ����

Vergelijkende cijfers voor 1999 zijn niet beschikbaar

��

Uittreding rond zestigste levensjaar verminderd

���������

�
���� ���� ���� ���� ���� ����

��
�

��

��

��������

��

��

��������

��

��

��������

��
��������

Figuur 2. Uittreding van werkenden 58-64 jaar
bij de overheid (openbaar bestuur en onderwijs),
in procenten a

��
��
��
�

��

��

��������

��

��

��������

��

��

��������

��
��������

Bij de overheid verloopt de uittreding
a Percentage van de werkenden dat een jaar later niet
van ouderen anders dan in het bedrijfswerkte en in Nederland woonde.
leven. Tot en met 2002 was er een grote
uitstroom van zestigjarigen. Van de zestigjarigen die in september 2001 bij de overheid
werkten, was 45% een jaar later gestopt met werken. De uitstroom op deze leeftijd verminderde zeer drastisch in het volgende jaar. De oorzaak hiervan lijkt de nieuwe regeling
voor vervroegde uittreding (FPU) van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) te
zijn. Vanaf 2003 is de pensioenregeling van het ABP veranderd. Zo werd onder meer de
FPU-uitkering extra verhoogd bij doorwerken na de leeftijd van 61 jaar.
De uitstroom van ouderen bij het rijk is overigens na 2003 toegenomen in verband met
bezuinigingen. Volgens het Sociaal Jaarverslag van het rijk maakten in 2004 veel ambtenaren van 57 jaar en ouder gebruik van een FPU-arrangement (Remkes-regeling), een
onderdeel van een sociaal plan voor deze sector.
André Corpeleijn
Zie voor meer informatie CBS, De Nederlandse economie 2004, hoofdstuk 6.
Deze pagina is samengesteld door de divisie Sociale en Ruimtelijke Statistieken van het CBS. www.cbs.nl

402

ESB 9-9-2005

Auteur

Categorieën