Ga direct naar de content

De schemerzone

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 17 1984

De schemerzone
Tijdsverschijnsel of structured fenomeen binnen de
Nederlandse economic?
DRS. P.H. RENOOY*

Een van de gevolgen van de hoge werkloosheid is dat steeds meer mensen hun heil zoeken buiten de
reguliere arbeidsmarkt: in de informele sector of wel de ,,schemerzone” van de economic. Met werken
in de schemerzone wordt in net algemeen gekenmerkt door relatief lage arbeidskosten (o.m. omdat
veelal geen belastingen en sociale premies worden afgedragen) en een grote flexibiliteit. In sommige
sectoren vormt de schemerzone een sterke concurrent voor het reguliere bedrijfsleven. In dit artikel
worden de belangrijkste resultaten gepresenteerd van een onderzoek dat onlangs is verricht naar de
aard en betekenis van de schemerzone. Daarbij komt ook de relatie met de formele sector aan de orde.
De auteur acht een verdere groei van de schemerzone waarschijnlijk. Deze ontwikkeling staat op
gespannen voet met de beginselen van het stelsel van sociale zekerheid. Niettemin acht hij een
rigoureuze bestrijding van a lies wat er in de schemerzone gebeurt, niet aan te bevelen. De aandacht
zou zich meer moeten concentreren op de oorzaken die schemerarbeid in de hand werken.

Volledige werkgelegenheid
Het begrip volledige werkgelegenheid lijkt te zijn verhuisd van
de economieles naar het geschiedenislokaal. Bijna niemand verwacht meer een terugkeer naar een situatie met werkloosheidspercentages van 3 a 4; zelfs optimisten houden het in het gunstigste geval op zo’n 1%. Dit betekent dat er voor grote groepen
mensen op de reguliere arbeidsmarkt weinig te halen valt. Nu al
worden duizenden door de GAB’s als ,,onbemiddelbaar” gekarakteriseerd; zij zijn kansloos. Door de overheid wordt op deze
ontwikkeling gereageerd met maatregelen als het mogelijk maken van werken met behoud van uitkering, werkverruimende
maatregelen e.d. Steeds meer mensen zoeken hun heil echter buiten de formele kaders en stappen in de ,,schemerzone” of ,,informele sector”. Door sommigen wordt de ontwikkeling van de
schemerzone als negatief beschouwd; er wordt gewerkt tegen lagere beloning, er is geen enkele vorm van rechtsbescherming en
het betekent vaak een sterke concurrentie voor het reguliere bedrijfsleven. Anderen daarentegen juichen deze ontwikkeling
toe; zij zien er of wel een bron van nieuwe werkgelegenheid in, of
wel vatten het op als sfeer van vrije, autonome wijze van produceren, los van de wetmatigheden van het kapitalisme.
Dit artikel tracht meer inzicht te geven in de werkelijke aard
van de schemerzone. Het bevat de belangrijkste bevindingen van
een recent onderzoek waarin bestaan, aard en betekenis van de
schemerzone centraal stonden.
Het onderzoek
De belangrijkste vraagstelling van het onderzoek was welke
oorzaken kunnen worden aangewezen van het ontstaan en de
groei van de schemerzone. De schemerzone omschreven we als
de verzameling activiteiten die een formele structuur in juridische of economische zin ontberen. Registratie is hierdoor onmogelijk. Tevens is essentieel dat het uitvoeren van deze activiteiten
een positief effect heeft op de inkomenssituatie van de uitvoerende, ook als dit niet de belangrijkste doelstelling zou zijn. Bewust is voor het onderzoek gekozen voor deze brede definitie; in
de laatste fase van het onderzoek is wel getracht tot een scherpere
1050

omschrijving te komen; daarop zullen wij in dit kader echter niet
ingaan.
Naast het herkennen van de factoren voor ontstaan en groei
van de schemerzone kwamen ook andere aspecten aan de orde in
het onderzoek, zoals de aard van de activiteiten, de relatie met de
formele sector, de informele arbeidsmarkt en de plaats van de
schemerzone binnen de toekomstige maatschappij. Gezien de
geringe aanwezigheid van empirisch basismateriaal en onze
doelstelling een zo breed mogelijk inzicht te krijgen in de problematiek, is gekozen voor een verkennend onderzoek. De belangrijkste gehanteerde waarnemingstechniek was het voeren van
half-gestructureerde vraaggesprekken met participanten aan de
schemerzone. In totaal vond met hen een dertigtal gesprekken
plaats, terwijl tevens met een zestal zogenoemde ,,sleutel-informanten” werd gesproken. Ter verkrijging van aanvullende informatie over omvang en structuur van de schemerzone, is daarnaast nog een enquete gehouden onder 250 huishoudens. Het onderzoek vond plaats tussen oktober 1983 en juli 1984.
De activiteiten
In de enquete deelden wij de schemerzone in naar doe-het-zelfbezigheden en zogenoemde ..informele activiteiten”, dat wil
zeggen activiteiten verricht door derden buiten de formele kanalen om. We vroegen huishoudens voor een groot aantal activiteiten aan te geven of die formeel, informeel, dan wel door middel
van doe-het-zelf werden verricht. In zijn algemeenheid bleek een
afname van schemeractiviteiten (informeel en zelf) waar te nemen bij een toenemende complexiteit van de bezigheden. Wanneer weinig materiaal en/of vaardigheden benodigd waren voor
de activiteit, bleek deze vooral in het huishouden zelf te worden
uitgevoerd (bij voorbeeld klein onderhoud aan kleding). Kregen
de activiteiten een wat complexer karakter, dan vond binnen de
schemerzone een verschuiving plaats naar het informeel laten

* De auteur is verbonden aan het Economisch Geografisch Instituut van
de Universiteit van Amsterdam en onderzoeks- en sdviesbureau
Regioplan.

verrichten van bezigheden (groot onderhoud kleding, timmer-

Inkoop en afzet

werk), terwijl activiteiten die veel materiaal en/of kennis vereisten, vooral op formele wijze werden verricht (onderhoud

elektrische apparaten, loodgieten e.d.). De toegankelijkheid tot
sectoren bleek dus een belangrijke factor in de beslissing op welke wijze activiteiten werden uitgevoerd. Bij een nadere beschouwing van de specifieke activiteiten viel het op dat het zogenoemde ,,burgerwerk” in de bouwsector voor een zeer groot gedeelte

plaatsvond binnen de schemerzone, te weten 80% van het behangen, 72% van het schilderwerk, en 65% van alle timmer-

werkzaamheden. Ook onder de geinterviewden bevonden zich
velen die zich toelegden op dergelijke bezigheden; de zogenoem-

Vooral bij de handelaren in de schemerzone speelde de inkoop
van goederen een belangrijke rol. De spullen moesten goed,

maar vooral goedkoop zijn. Voor het verkrijgen van handelswaar bleken talrijke mogelijkheden te bestaan, van het verzame-

len van goederen van het grove huisvuil, tot het inkopen bij de
reguliere groothandel. Ook zijn de laatste jaren geheel nieuwe
wervingskanalen ontstaan. Zo is op de Zwarte Markt te Bever-

wijk een catalogus te koop met honderden adressen voor in- en
verkoop van goederen van zeer uiteenlopende aard, van sjoelbakken tot zeecontainers. Echter, niet alleen tweedehands-

en -reparatie, en de kappersactiviteiten, in de handel en in de

goederen worden ingekocht; vooral ook restpartijen uit de reguliere handel en aan faillissementen onttrokken goederen vinden
hun weg naar de schemerzone. De adressen waar dergelijke par-

de ,,klussers”. Daarnaast waren respondenten actief in andere

dienstverlenende activiteiten, zoals in de horeca, de autoverhuur
produktieve sfeer. Wat betreft produktie, was er een respondent

tijen te verkrijgen zijn, worden door de Kamer van Koophandel

die voornamelijk voor eigen consumptie produceerde (groente),
door Tofler ook wel ,,prosumptie” genoemd 1).

verstrekt. Op deze wijze doen goederen, varierend van boekjes
uit de Bouquet-reeks tot allerlei soorten confectie, hun intrede in

De activiteiten vonden zowel plaats op individuele basis, alsook binnen formele bedrijfjes. In dat laatste geval bleek er in de
organisatie van de werkzaamheden nauwelijks verschil met formele arbeid: er werd, bij wijze van spreken, van 09.00-16.00 uur
,,wit”getimmerd, en van 16.00-18.00 uur ,,zwart”. Wanneerde
activiteiten op individuele basis werden ondernomen, kenmerk-

de schemerzone. In toenemende mate lijkt ook een stroom van
goederen voor de schemerzone afkomstig uit het buitenland,
met name uit het Verre Oosten (Taiwan, Hong Kong). Deze goederen komen in bulk ons land binnen, vaak via kleine importbedrijfjes, en worden dan verspreid over zowel de reguliere handel
als de schemerzone. Materiaal voor activiteiten met een meer

ten die zich door een enorme flexibiliteit in de organisatie. Die

dienstverlenend karakter was afkomstig van de reguliere groot-

flexibiliteit was vooral het gevolg van de wens om ,,eigen baas”

of detailhandel of werd weer ,,georganiseerd”. Bij de groothan-

te blijven en niet terecht te komen in min of meer vaste structu-

del, in principe alleen bedoeld voor bedrijven, werd vaak materi-

ren. Dit neemt niet weg dat ook wel onregelmatige en tijdelijke
samenwerkingsverbanden werden aangegaan. Met name in be-

aal verkregen via de (ex-)werkgever. In de detailhandelsbranche
spinnen vooral de ijzerwaren- en doe-het-zelf-zaken garen bij de

paalde ,,klussen-circuits” bleken deze te bestaan. Bij dergelijke

groei van de schemerzone. Ten slotte werd door de deelnemers

samenwerking speelden zakelijke overwegingen een ondergeschikte rol in vergelijking met aspecten van persoonlijke aard,
zoals vriendschap, vertrouwen e.d. Met uitzondering van enkele
specialistische activiteiten, bleek het hebben van bepaalde vaardigheden of scholing vooraf geen noodzaak voor het uitvoeren
van schemeractiviteiten. Men kreeg het werk al doende onder de

aan de schemerzone, ten behoeve van de inkoop, veel ,,geregeld”; men kocht afgekeurd hout of staal, men nam restpartijen
over enz.
Schemeractiviteiten vonden plaats zowel ten behoeve van particulieren als voor formele bedrijven of instances. In dit verband
kan met name gewezen worden op het fenomeen ,,koppelba-

knie en besteedde veel tijd aan het vragen van advies, het afkij-

zen”. Vooral door middelgrote aannemersbedrijven wordt van

ken van de kunst bij anderen of het bestuderen van handboeken.

de diensten van koppelbazen gebruik gemaakt. Het werken met

Dit leerproces, dat vaak veel tijd kostte, werd over het algemeen

de contactuele vaardigheden te beschikken. Het persoonlijk con-

deze lieden heeft veel aantrekkelijke aspecten. Ten eerste zorgen
zij voor goedkope werknemers, aangezien er geen sociale premies worden afgedragen. Een tweede voordeel is snelheid. Bij
koppelbazen wordt over het algemeen erg snel gewerkt, wat de

tact met de klant, het overleggen over het werk, het pilsje achter-

aannemer weer nieuwe contracten oplevert. Deze snelheid blijkt

af e.d. werden meestal door die klant zeer gewaardeerd.

met name ook door de politick op prijs te worden gesteld; het is

eerder als positief dan als negatief ervaren. Voor de meeste deelnemers aan de schemerzone was het wel belangrijk over bepaal-

De investeringen bedroegen – zeker wanneer men niet van

snel een tastbaar resultaat van beleid. Direct of indirect zijn kop-

plan was ooit ,,formeel” te beginnen — nooit meer dan zo’n

pelbazen daarom vaak in actie voor diverse (lokale) overheidsin-

f. 10.000 in de loop der jaren. Daarbij liepen investeringen specifiek voor de schemeractiviteiten en meer persoonlijke activitei-

stanties.
Een derde voordeel van koppelbazen is hun ,,flexibele ont-

ten vaak door elkaar heen. Om de investeringen zo beperkt mo-

slagprocedure”. Voor de aannemer betekent dit de verzekering

gelijk te houden, werden ook allerlei wegen gezocht (en gevon-

dat voortdurend goede vaklieden geleverd kunnen worden. Niet

den) om goedkoop aan het benodigde materiaal te komen. Zaken werden ,,georganiseerd”, een motor kwam van de sloop, gereedschap werd ingekocht via de voormalige baas en goedkope

alleen in koppelbazen verband, maar ook op individuele basis,
worden er door deelnemers aan de schemerzone diensten verricht ten behoeve van formele organisaties. Het merendeel van
de respondenten in het onderzoek echter vond zijn of haar klan-

(tweedehands) markten werden bezocht. Investeringen ten behoeve van huisvesting werden zoveel mogelijk vermeden door
het benutten van de eigen woning, of door het kraken van een
speciale ruimte voor het verrichten van de schemeractiviteiten.
De beloningsstructuur in de schemerzone bleek een vrij ge-

trouwe afspiegeling van die in de reguliere, formele economie.
De beloning varieerde van f. 5 per uur voor zeer eenvoudige, weinig vaardigheden behoevende bezigheden, tot zo’n f. 30 per uur

wanneer meer vakspecifieke kwalificaties vereist waren. In de
meeste gevallen werd gewerkt op uurbasis, in plaats van op basis

van een aannemingsprijs. Hierbij werd de klant dan uitsluitend
de effectieve werktijd in rekening gebracht, of – zoals een van
de respondenten het uitdrukte – ,,Als ik bij voorbeeld tien uur

sta te klootviolen, dan breng ik maar 7 uur in rekening”.
Tevens werd vaak geprobeerd kosten voor de klant zo laag
mogelijk te houden. Zo verlengde men meestal de arbeidstijd
niet met bezigheden als opruimen en schoonmaken en adviseer-

de men de klant eenvoudige karweitjes zelf te doen. Een dergelijke, min of meer soepele opstelling ten aanzien van de inkomsten

ten in de particuliere sfeer. Het ontwikkelen van een klantenkring bleek voornamelijk via persoonlijke contacten tot stand te
komen. ,,Via-via” is wat dat betreft een gevleugeldeuitdrukking
in de schemerzone.

Wie maken er nu gebruik van (betaalde) diensten uit de schemerzone? De indruk die wij uit het onderzoek verkregen, is dat
de klantenkring niet in de eerste plaats bestaat uit mensen die uit
financieel oogpunt gedwongen zijn zich op deze diensten te verlaten. Eerder is deze groep te karakteriseren als bestaande uit
goed verdienenden met twee linkerhanden, intellectuelen, eigenhuizenbezitters, tweeverdieners die geen tijd hebben voor doehet-zelven enz. De reden waarom zij zich wenden tot de schemerzone, was vaak gelegen in de mogelijkheid zelf betrokken te kunnen zijn bij de activiteiten, te kunnen (mee-)bepalen hoe en wanneer iets gebeurt. Tevens speelde het vertrouwen in en het persoonlijke contact met de ,,klusser”, oppasser of kapper een belangrijke rol. Uit de enquete kwam tevens naar voren dat vooral
alleenstaanden veel gebruik maken van betaalde diensten uit de

was overigens vaak mogelijk door de aanwezigheid van een com-

plementair inkomen, bij voorbeeld het inkomen van een verdienende partner, een uitkering, of een studiebeurs.
ESB 7-11-1984

1) A. Tofler, The third wave, New York, 1980.

1051

schemerzone; zulks in tegenstelling tot Pahls bewering dat juist

gehuwden (en samenwonenden) zich het meest tot de schemerzone zouden wenden 2). Het ligt voor de hand dit deels toe te schrij-

ven aan de voor alleenstaanden aantrekkelijke mogelijkheid om
op onregelmatige tijden (‘s avonds, in het weekend) gebruik te
kunnen maken van diensten uit de schemerzone.
Motieven

Een van de belangrijkste doelstellingen van het onderzoek was
het herkennen van de motieven, achtergronden en omstandigheden die aanleiding geven tot het uitoefenen van activiteiten in de

schemerzone. Aan de hand hiervan kan meer inzicht worden verkregen in het ontstaan en de ontwikkeling van de schemerzone.

Met name voor hen die een eigen bedrijfje willen beginnen (de
zogenoemde ,,starters”) zijn institutionele belemmeringen vaak
een grote hindernis. Deze ,,doeners’ hebben het moeilijk met het
ondoorzichtige geheel van regels en vergunningen. Ze blijken
vaak het benodigde zakelijke inzicht te missen om alle noodzakelijke wegen te bewandelen en de juiste loketten te kiezen. Mede
hierdoor wordt een enorme afstand ervaren tussen waar zij mee
bezig zijn en de reguliere economie, waar ,,ze” en ,,de heren in
Den Haag” de dienst uitmaken:
— ,,De vorige generatie heeft het zo perfect geregeld, daar
spring je niet zo makkelijk meer in”.
In nun pogingen iets van de grond te krijgen, stuitte men
steeds op regels en wetten die als onrechtvaardig en onbegrijpelijk overkwamen. Van instanties die de ,,starter” hulp zouden

Uit de interviews kwamen twee typen factoren naar voren die

kunnen bieden, werd – in ieder geval door de respondenten in

van belang bleken in het overgaan tot schemeractiviteiten. In de
eerste plaats onderscheidden we structurele factoren; deze leiden
tot situaties waarin van een zekere mate van dwang sprake is
(,,push”) om zich in de schemerzone te begeven. Binnen de keuzevrijheid die deze factoren laten, wordt de beslissing om daad-

dit onderzoek – weinig heil verwacht. De Kamer van Koophan-

del, bij voorbeeld, werd voornamelijk geassocieerd met het grote bedrijfsleven, behorende tot de categorie ,,ze”, dus. Het resultaat is dat zij actief blijven in de schemerzone.
Zoals gezegd, spelen naast de zojuist besproken structurele

werkelijk in de schemerzone actief te worden be’invloed door

factoren, ook ,,opportunity”-factoren een belangrijke rol. We

(een combinatie van) ,,opportunity”-factoren (,,pull”).
lemmeringen, waren aan te wijzen. De financiele problemen

zullen ons in dit kader beperken tot het behandelen van de persoonsgebonden factoren scholing en contacten en de niet-persoonsgebonden factor materiele voorwaarden.
Scholing lijkt positief samen te hangen met activiteiten in de

werden meestal veroorzaakt door het ontbreken van toegang tot

schemerzone. Hiermee wordt niet alleen bedoeld scholing in de

arbeid in de formele sector, waardoor geen regulier inkomen

zin van het hebben aangeleerd van bepaalde vaardigheden; zoals
eerder al aangegeven, worden die vaak al doende eigengemaakt
en in veel gevallen hebben de activiteiten ook geen direct verband
met scholing of vroegere werkzaamheden. Scholing staat echter
wel in positief verband met de schemerzone, in die zin, dat —
naarmate de scholingsgraad van mensen hoger is — zij meer visie

Het bleek dat als structurele factoren vooral financiele en
sociaal-psychologische problemen, alsmede institutionele be-

verworven kon worden. De sociale uitkering die in die gevallen

werd verkregen, bleek vaak ontoereikend:
– ,,Ik heb f. 707 in de maand. Daar gaat f. 300 huur af. Nou
. . . eh … f. 400 om van te leven; de katten kosten f. 25 per
week . . . ‘t Is niet te doen”.

hebben op de alternatieven om zaken onder handen te nemen en

Echter, ook inkomen uit formele arbeid bleek niet altijd voldoende, zeker wanneer zich onvoorziene omstandigheden voor-

deden, zoals bij voorbeeld een echtscheiding:
– ,,Nu zijn we uit elkaar en werd het dus voor mij echt waanzinnig moeilijk, want ik zit hier voor idioot hoge kosten. Ik
verdien f. 1.120 per maand met lessen en ik zit op vaste fasten

van f. 1.000 en ik zit hier toch wel een beetje vast, door een
contract”.

Voor deze groep waren de inkomsten uit activiteiten in de
schemerzone essentieel. Ze maakten op zijn minst 40-50% uit
van het budget en zorgden ervoor dat men het hoofd boven water kan houden, zonder ooit tot enige luxe te komen. Door hen
werden de bezigheden ook lang niet altijd als positief ervaren:
– ,,Ik zou liever thuis zitten in dat opzicht . . . Ik heb genoeg

beters te doen, wat ik ook leuker zou vinden om te doen.
Nou, dat is bij klussen helemaal niet zo, want klussen doe ik

alleen om het geld”.
Niet alleen uit financiele overwegingen voelden mensen zich
genoodzaakt om schemeractiviteiten te ondernemen; ook aspecten van meer sociaal-psychologische aard speelden vaak een rol.
Het betrof in die gevallen voornamelijk mensen die door werk-

een grotere flexibiliteit in handelen ten toon spreiden. De wat beter geschoolden blijken ook meer contacten te kunnen leggen
met de potentiele klanten – eveneens beter opgeleiden en vooral
goed verdienende mensen. Het hebben van dergelijke contacten
is essentieel in de schemerzone. Opdrachten worden verkregen

via vrienden, kennissen of familie; er bestaat geen anonieme
markt.
In dit verband lijken kennissen belangrijker dan kennis. Naast
het ,,via-via” verkrijgen van een klantenkring, lijken contacten
ook van groot belang voor het verkrijgen (het ,,regelen”) van
middelen, noodzakelijk voor de schemeractiviteiten. Niet zelden
lopen contacten ook via de ex-werkgever of andere formele bedrijven.
Wat betreft de materiele factoren, dient de aanwezigheid van
goedkope werk- en woonruimte te worden genoemd. Nog belangrijker echter is het steeds betaalbaarder worden van werktuigen zoals gereedschap of andere (huishoud-) produktiehulpmiddelen. Hierdoor wordt het mogelijk werkzaamheden van toene-

mende complexiteit uit te voeren en bij voorbeeld ook steeds
meer taken binnen het huishouden te verrichten, in plaats van
deze uit de marktsector te betrekken. Gershuny spreekt in dit
verband over de groei van een ,,self service economy” 3).

loosheid in een sociaal isolement waren geraakt, of personen die

in nun formele arbeid geen bevrediging konden vinden. Zo is,
wat dat laatste betreft, het werken in de nieuwbouw, waar vaak
premies op produktie staan, voor een vakman zeer onbevredi-

gend:
– ,,Het enige wat overschiet, is puur het geld dat je in handen
krijgt. De eer van je werk is weg”.

De relatie met de formele sector

Is er met de ontwikkeling van de schemerzone nu sprake van
de groei van een economie binnen de economie, zoals namen als
,,parallelle economie” of, ,tweede economie” doen vermoeden?
Uit de resultaten van ons onderzoek, zoals die gedeeltelijk ook in
dit artikel zijn weergegeven, komt duidelijk naar voren dat dit

Voor werklozen betekenen schemeractiviteiten vooral het opdoen van contacten en – zeker wanneer de bezigheden regelmatig worden uitgevoerd – weer enige structuur in het bestaan.
Daarenboven versterkt het (zelfstandig) ondernemen van activiteiten het gevoel van eigenwaarde en het zelfvertrouwen; gevoelens die bij langdurig werklozen vaak dreigen weg te glijden:
– ,,Het gevoel te werken is toch een redelijke kick. Het geld is
niet het belangrijkste, maar vooral het praten in de pauze,
het borreltje achteraf, en dergelijke”.
1052

niet het geval is.
De schemerzone is niet op te vatten als afgebakende, zelfstandige sector binnen de economie; er zijn diverse relaties aanwijs-

2) R.E. Pahl, Employment, work and the domestic division of labour,

International Journal of Urban and Regional Research, nr.4, 1980.
3) J.I. Gershuny, Social innovation and the division of labour, Oxford,
1983.

baar tussen schemerzone en de formele sector, zowel op het ge-

ven, te weten de werkgelegenheidsontwikkeling en de beschik-

bied van produktie en dienstverlening, als met betrekking tot de

baarheid van produktiehulpmiddelen. Tevens zal de huidige in-

arbeidsmarkt. In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat de
belangrijkste oorzaken voor het ontstaan van een schemerzone
• de structurele factoren – gelegen zijn in economisch-structurele en conjuncturele ontwikkelingen of in aspecten van maatschappelijke organisatie. Op concreter niveau zijn echter ook diverse relaties tussen de schemerzone en de reguliere, formele economic aan te geven:
• de schemerzone fungeert als afzet- en toeleveringskanaal

stitutionele structuur, wanneer die ongewijzigd blijft, een aan-

voor formele bedrijven. Wat de afzet betreft, vinden vooral
restpartijen of slecht te verkopen artikelen hun weg naar de

schemerzone. Aan de andere kant maakt de formele sector
regelmatig gebruik van produkten en diensten uit de schemerzone, varierend van eenvoudige dienstverlening zoals
schoonmaken, tot partijen drukwerk;

was van schemeractiviteiten bevorderen. Het is de vraag hoe de-

ze ontwikkeling moet worden gewaardeerd en welke plaats de
schemerzone in het toekomstige maatschappelijke beleid zal
gaan in nemen.

Bij een aantal auteurs is wat dit betreft een optimistische visie
waar te nemen. Zo schrijft Albeda: ,,Het zou wel eens kunnen

zijn dat de groei der informele economic ons een aanduiding
geeft waar de oplossing ligt van de problematiek van de werkgelegenheid op langere termijn: in een gedeeltelijke (her)integratie
van de formele en de informele economic” 6). Hij kan zich
gesteund voelen door Gershuny en Pahl, die stellen: ,,If we cannot do anything to stop this loss of job opportunities, we must
learn to live with it – by sharing jobs among those who want

• de formele sector profiteert van de investeringen die vanuit
de schemerzone worden gedaan. Zo steeg alleen de omzet

them and by exploiting the promise of the informal economy”

van de doe-het-zelf-markt tussen 1975 en 1977 al van f. 1.541

Albeda en Gershuny komen vervolgens met overeenkomstige
aanbevelingen voor beleid. Centraal hierin staan verlichtingen
op het gebied van de belasting- en premieheffing voor sectoren
(Albeda) of bedrijven (Gershuny) die het meest gevoelig zijn
voor schemeractiviteiten. Gershuny bepleit tevens een ,,job sharing” in de formele sector, zowel als in de schemerzone, waarbij
hij met name op de arbeidsverdeling tussen de sexen doelt.
Pahl ziet ook vanuit een andere optiek lichtpunten in de groei
van de schemerzone. De wetmatigheid van de kapitalistische

mln. naar f. 2.091 mln., terwijl de omvang voor 1980rondde
f. 3.000 mln. zou liggen 4). Tevens zullen veel van de in-

komsten in de schemerzone via consumptie terugvloeien
naar de formele sector;
• voor veel kleinere bedrijfjes betekent de mogelijkheid om

binnen de schemerzone activiteiten uit de voeren de enige
manier om het hoofd boven water te houden. Met name klei-

ne zelfstandigen in de (detail)handel, bouw en horeca maken
van deze mogelijkheid gebruik. Voor deze categoric heeft de
schemerzone zodoende een duidelijke bufferwerking;
• in het verlengde van het vorige punt; de schemerzone biedt

een voortdurend aanbod van goedkope arbeid. Deze arbeidskrachten kunnen worden aangewend op momenten dat er
zich binnen de formele sector plotseling of tijdelijk situaties

voordoen van een tekort aan aanbod;
• de activiteiten in de schemerzone zorgen voor het behoud en
de uitbreiding van vaardigheden van arbeidskrachten. In die
zin draagt het bij aan het instandhouden van ,,human capital”, wat ten goede kan komen aan de formele sector;

(cursivering PHR) 7).

produktiewijze, met name de drang tot continue kapitaalsaccu-

mulatie, heeft ertoe geleid dat veel werkers bevrijd zijn van arbeid in de sfeer van de noodzakelijkheid (Marx’,.realm of necessity”) en, beschermd door de staat – die immers sociale rust
moet bewaren – , de sfeer van de vrijheid (,,realm of freedom”)
kunnen binnenstappen.,,It seems” – aldusPahl – ,,as though
some workers are slipping out of their chains and walking out of

the system’s front door” 8). De schemerzone vormt zodoende
deel van de sfeer der vrijheid, waar op autonome wijze kan worden geproduceerd.
Het is de vraag of dit optimistische beeld van zowel Albeda als

• de aanwezigheid van een schemerzone, waarin tegen lage

Pahl gerechtvaardigd is. Pahl zelf geeft al een belangrijk strui-

prijzen goederen en diensten worden aangeboden, veroor-

kelblok aan voor zijn eigen ideaalbeeld, wanneer hij zich af-

zaakt een druk op de lonen in bepaalde sectoren in de formele
sfeer.

vraagt of twee verschillende systemen van motivatie en waarden
naast elkaar kunnen bestaan. Deze vraagstelling draagt ook cruciale elementen van kritiek aan voor het optimisme van Albeda

Naast bovenstaande relaties op het gebied van produktie,
dienstverlening en arbeidsmarkt, wijzen diverse auteurs op de

politieke betekenis van het bestaan van een schemerzone 5). Via
activiteiten in de schemerzone namelijk hebben burgers de mogelijkheid aan een anders onbereikbaar inkomensniveau, onbe-

en Gershuny. Want zeker, de schemerzone herbergt een enorme
dynamiek en creativiteit en we praten het Albeda ook niet uit het
hoofd dat het gaat om werk 9); maar we mogen niet uit het oog
verliezen dat de schemerzone voor een belangrijk deel voort-

een dergelijke zelfwerkzaamheid zelfs aangegrepen kunnen wor-

komt uit structured economische ontwikkelingen. De schemerzone is sterk verbonden met de formele sector; het is – zoals we
eerder betoogden — geen zelfstandige sector, maar dankt zijn
bestaan in belangrijke mate juist aan de formele sector. We moe-

den als verantwoording bij het afstoten van bepaalde taken, bij

ten daarom niet de fout maken de gevolgen van de economische

voorbeeld op het gebied van de verzorging. Op die manier worden de oplossingen van de gevolgen van maatschappelijke pro-

problemen tot oplossing te bombarderen. Wat dat aangaat, zou
lering moeten worden getrokken uit de ervaringen in de derde
wereld. Daar werd, met name door de ILO in 1972, de dynamiek
en de potentie van de informele sector ontdekt als belangrijke
pijler voor toekomstige ontwikkelingen 10). Zonder succes over-

reikbare goederen en diensten te komen, wat de pijn van een laag
inkomen of van werkloosheid verzacht. Door de overheid zou

blemen verlegd naar het niveau van het individu (of het huishou-

den) en biedt het de overheid de mogelijkheid haar aandacht
naar elders te verleggen. The Economist van 5 maart 1983 stelt in

dit kader: ,,… a surprising number of jobless are working
around the house, doing their own work, saving on fares, finding bargains now that they have time to shop, and meanwhile
finding plenty of time to go out and vote Tory”.

Ten aanzien van de relatie met de formele sector kan derhalve
niet gesproken worden van twee naast elkaar en los van elkaar
opererende sectoren. Er ontbreekt een duidelijke scheidslijn, zo-

wel op het gebied van de bedrijvigheid als op dat van de
arbeidsmarkt.

4) A. Tak, De doe-het-zelver en zijn bouwmarkt. Tijdschrift voor Marketing, nr. 11, 1979.
5) Zie b.v. S. Henry, The working unemployed: perspectives on the informal economy and unemployment, Sociological Review, nr. 3, 1982;
en R. Rose, Getting by in three economies; the resources of the official,

unofficial and domestic economy, Glasgow, 1983.
6) W. Albeda, De crisis van de werkgelegenheid in de verzorgingsstaat,

Kampen, 1984, biz. 93.

De schemerzone als bron voor toekomstige werkgelegenheid?

7) J.I. Gershuny en R. Pahl, Work outside employment: some prelimi-

Aan de hand van de factoren die wij eerder aangaven als van
belang zijnde voor het ontstaan en de ontwikkeling van de schemerzone, kunnen we voorzichtig uitspraken doen omtrent de

135.
8) Pahl, op. cit., biz. 17.

toekomstige ontwikkeling daarvan. Met name twee factoren

kunnen tot een verdere groei van de schemerzone aanleiding geESB 7-11-1984

nary speculations, New Universities Quarterly, jg. 43, nr. 1, 1979, biz.

9) Zie Albeda, op. cit., biz. 93.
10) International Labour Organization (ILO), Employment, incomes

and equality; a stratetyfor increasing productive employment in Kenya,
Geneve, 1972.
1053

igens; zodra via beleid getracht werd de voordelen van de informele sector (bij voorbeeld de zogenoemde ,,self-help”huisvesting) uit te buiten, verdwenen deze voordelen.
Het bovenstaande houdt in dat de schemerzone alleen
bestaansrecht lijkt te hebben bij de gratie van de eigenschappen
die zij nu bezit; dat wil zeggen met lage beloningen, hoge flexibiliteit, arbeid van tijdelijke aard en in een relatie met de formele

sector. Bovendien tekent zich ook op de informele arbeidsmarkt
een duidelijke ongelijkheid af, waarbij — net als op de reguliere
arbeidsmarkt – lager opgeleiden en oudere werklozen tot de
minder kansrijken lijken te gaan behoren. De schemerzone heeft
derhalve weinig te maken met de door Pahl aangehaalde ,,realm
of freedom” van Marx. Lozano zegt hierover: ,,Workers who

give the appearance of having walked out the system’s front
door, find themselves confronted with the realities of that same
system in new ways” 11).
Er is dus in de schemerzone voor de meesten van hen die zich

tot activiteiten daarin gedwongen zien geen blijvende werkgelegenheid te vinden, noch een paradijs op aarde.
Beleid

Uit het bovenstaande mag duidelijk zijn dat het voor de overheid niet eenvoudig zal zijn een gericht beleid te gaan voeren ten

aanzien van de schemerzone. Enerzijds kan de betekenis van de
schemeractiviteiten voor de individuele deelnemers daaraan niet

worden onderschat, terwijl anderzijds, op macroniveau, de
groei van de schemerzone op gespannen voet kan staan met de
beginselen waarop het stelsel van sociale zekerheid is gebaseerd.
Het lijkt derhalve zinvol voorzichtig te werk te gaan, ten

minste totdat meer inzicht is verkregen in met name de functie
die de schemerzone kan hebben in het inkomens- en arbeidsmarktbeleid. Voor het moment zal de aandacht zich vooral

moeten richten op enkele duidelijke oorzaken van het ontstaan
van de schemerzone. Het creeren van werkgelegenheid moet dan

als eerste factor worden genoemd. Het is duidelijk echter dat de
overheid hierop niet veel greep heeft. Meer binnen de mogelijkheden van die overheid, ligt het tegengaan van een verdere aan-

tasting van de uitkeringen, met name die op bijstandsniveau.
Overigens kan een zelfde constatering worden gemaakt voor het
merendeel van de sociale voorzieningen (individuele huursubsidie, kinderbijslag enz.) en in zijn algemeenheid lijkt een afbrok-

keling van de verzorgingsstaat tot een toename van de schemerzone te leiden. Op dit verband werd ook reeds gewezen door de
directeur-generaal voor de Arbeidsvoorziening, mr. Kruse, in

Haagse Post van 24 September 1983. Van overheidswege zou
ook moeten worden nagegaan hoe de verstarrende werking van
de institutionele structuur kan worden verminderd, door middel

van een verantwoorde herregulering.
Naast een bestrijding van de oorzaken, lijkt het niet nuttig
over te gaan tot een rigoureuze bestrijding van de symptomen,

de bezigheden zelf. Een eventuele bestrijding daarvan zou een
aanzienlijke uitbreiding van het controleapparaat en haar bevoegdheden vergen. Het ontstaan van een ,,FIOD-staat” is een

schrikbeeld.
Het is daarentegen aan te bevelen dat wegen gezocht worden,
waardoor schemeractiviteiten, zonder dat dit tot uitwassen leidt,

voor de individuele deelnemers de functie kunnen blijven vervullen die ze nu hebben; dit te meer daar het zich laat aanzien dat de
,,vrije tijd” in de toekomst nog wel zal toenemen (onder meer
ook door arbeidstijdverkorting). In dit kader lijkt het nuttig een

,,Plan voor de schemerarbeid” te ontwikkelen.
P.H. Renooy

11) B. Lozano, Informal sector workers: walking out the system’s front
door, International Journal of Urban and Regional Research, nr. 3,
1983.

1054

Auteurs