Ga direct naar de content

Conjunctuurbericht; juli 1986

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: juli 16 1986

Conjunctuurbericht
juli 1986

Centraal bureau voor de statistiek*

Met voor seizoeninvloeden gecorrigeerde volume van de industriele produktie was in meiruim 1% groter
dan in april. Vergeleken metmei 1985 was ersprake van een toename met 2%. Hetproduktievolume van
de nijverheid (excl. bouwnijverheid) nam over deze per/ode met 2% af. Dit werd voornamelijk
veroorzaakt door een sterke dating van de produktie in de delfstoffenwinning. Vergeleken met dezelfde
maand van vorigjaar nam het volume van zowelde invoer als de uitvoer van goederen in meilichtaf; deze
dating volgde op een toename in april. Het volume van de binnenlandse consumptie door gezinnen
nam in mei met 4% toe vergeleken met de overeenkomstige maand van 1985. De grootste toename
werd gemeten bij de aankopen van duurzame goederen. Het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie
daalde tussen midden mei en midden juni van ditjaarmet 0,4%; vergeleken metjunivorigjaarnamen de
consumptieprijzen met 0,2% toe. Voor de in- en uitvoerprijzen en voor de inkoop- en afzetprijzen van de
Industrie worden de laatste maanden sterk negatieve jaarmutaties gemeten. Zo lagen de invoerprijzen
(unit value) van mei 20% onder die van dezelfde maand van 1985. In het eerste halfjaar werden bijna een
kwart minder faillissementen uitgesproken dan in de overeenkomstige periode van het voorgaand jaar.
Dit blijkt uit gegevens die mediojuli 1986 beschikbaar waren. In de Focus wordt ingegaan op de recent
beschikbaar gekomen resultaten van de Nationale Rekeningen 1985.

Het voor seizoeninvloeden gecorrigeerde volume van de
industriele produktie was in mei ruim 1% groter dan in april.
In de eerste vijf maanden van dit jaar is de industriele
produktie gemiddeld met 3% gestegen ten opzichte van
dezelfde periode van 1985.

Produktie Industrie (volume – seizoengecorrigeerdl
120-

Indexcijfers )9BO – 100

(A)

IB) – naandclifers
110-

•77

’80

A

1 1 1 1 I 1
J

A

1984

5

0

N

1

D

J

1

F

1

M

1

A

1

M

I

J

1

J

1985

1

A

1

S

1

D

I

1

N

D

J

I
F

1
M

1
A

1
M

1
J

1986

Vergeleken met de overeenkomstige maand van 1985 nam
in mei het volume van de gemiddelde dagproduktie in de
Industrie met 2% toe. Een groei die groter was dan het
gemiddelde van de Industrie werd gemeten bij de aardolie-,
de papier-en grafische, de hout- en bouwmaterialen-, de
basismetaal- en de textiel-, kleding en lederindustrie. De
produktie in de chemische Industrie bleef voor de zesde
achtereenvolgende maand achter bij het industriele gemiddelde. De gemiddelde dagproduktie in de nijverheid
(excl. bouwnijverheid) nam, vergeleken met dezelfde
maand van 1985, met ruim 2% af. Dit werd voornamelijk
veroorzaakt door een forse daling van het produktievolume
van de delfstoffenwinning. De produktie in deze bedrijfstak
nam met bijna een kwart af. Bij de openbare nutsbedrijven
werd een lichte daling gemeten.

736

Uit de Conjunctuurtest bij de Industrie over de maand mei
blijkt dat zowel de orderontvangst als de orderpositie ten
opzichte van april onveranderd zijn gebleven. Ook ten aanzien van de overige vragen deden zich nauwelijks wijzigingen voor.
In april nam het volume van de in- en uitvoer van goederen
fors toe. Dit was het resultaat van dalende waardecijfers en
nog sterker afnemende prijzen. Het invoervolume van
goederen nam, vergeleken met dezelfde maand van 1985,
in april met 16% toe. De kleinste stijging werd gemeten
voor de import van algemene goederen (voornamelijk
brandstoffen); deze groep, dieongeveer10% van de invoer
voor haar rekening neemt, kende een groei van 8%. Voor de
overige drie onderscheiden categorieen – grondstoffen en
halffabrikaten, consumptiegoederen en investeringsgoederen – werd een toename geregistreerd die nagenoeg
gelijk was aan die van de invoer als geheel.
Ook de uitvoer van goederen groeide sterk, zij het minder
dan de invoer. Ten opzichte van april 1985 nam het uitvoervolume met 10% toe. Met name de export van delfstoffen
steeg fors (16%), terwijl ook de uitvoer van fabrikaten
(+10%) en van onbewerkte agrarische produkten (+8%)
toenam.
De meest recente cijfers, die over de maand mei, wijzen op
een lichte daling van zowel de invoer als de uitvoer van
goederen. Ten opzichte van mei 1985 werd voor beide een
volume-afneming van 2% gemeten. De in- en uitvoercijfers
per maand fluctueren sterk, zoals ook in bijgaande grafiek
te zien is. Een beter beeld van de ontwikkeling van de in- en
uitvoer ontstaat door de cijfers van een aantal maanden
samen te nemen. Gemiddeld over de eerste vijf maanden
groeide de invoer met 2% en de uitvoer met 1% vergeleken
met hetzelfde tijdvak van 1985.
De consumptieve bestedingen van gezinnen, gecorrigeerd
voor prijsveranderingen, namen in mei opnieuw toe. Ten
opzichte van mei 1985 groeide de binnenlandse consumptie met 4%. De aankopen van duurzame goederen namen

Verbeterde cijfers worden niet als zodanig gekenmerkt.
* Samengesteld door de hoofdafdeling Nationale Rekeningen van het CBS.

gekochte goederen werden goedkoper. Aan de afzetkant
was de daling geringer: -9,9% ten opzichte van maart vorig
jaar. Voor de in het buitenland af gezette goederen werd een

In- en uitvoer van goederen (volume)

prijsdaling van 13,8% gemeten; de binnenlandse afzet van
de industrie werd 5,5% goedkoper.
Voor het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie werd in
juni een positieve mutatie geregistreerd ten opzichte van
dezelfde maand van 1985, zij het dat de stijging slechts

0,2% bedroeg. Bij vergelijking van de gemiddelde jaarindexcijfers blijkt dat in Nederland van 1984 op 1985 nog
een toeneming van de consumptieprijzen werd gemeten
van 2,3%. Een dergelijke snelle afneming van de prijsstijging deed zich ook voor in de andere ge’industrialiseerde
landen. In de Bondsrepubliek Duitsland, waar de consumptieprijzen van 1984 op 1985 gemiddeld met 2,2% stegen,

werden de laatste maanden zelfs negatieve jaarmutaties
geregistreerd (label 2).
In Nederland is het prijsindexcijfer van de gezinsconsump-

tie opgebouwd uit een achttal deelreeksen. Vergeleken met
dezelfde maand van 1985 lagen in juni de prijzen in de
groep voedingsmiddelen, dranken en tabak (-1,3%)’ en in de
groep vervoer en verkeer (-4,5%) op een lager niveau. De
overige groepen kenden over deze periode een prijsstijging

die tussen 0,9% en 1,7% lag. Dit laatste percentage werd
het sterkst toe (9%). De bestedingen aan voedings- en genotmiddelen en aan overige goederen en diensten stegen
met respectievelijk 4% en 2%.
Het consumentenconjunctuuronderzoek van juni gaf een
vrijwel ongewijzigd vertrouwen onder consumenten te zien.
Tussen mei en juni daalde het gemiddeld saldo van de po-

geregistreerd voor de medische verzorging.
De gemiddelde waarde van de ANP-CBS beursindex (algemeen) lag in juni op 289,5. Dit was ruim 17 punten hoger

dan in mei; vergeleken met juni 1985 bedroeg de stijging
zelfs 78 punten. De stijging van de ANP-CBS beursindex

sitieve en de negatieve antwoorden op een vijftal vragen van

begon in de tweede helft van 1982. Sindsdien is deze index

+13% naar +11%. Net als vorige maand deden zich de
grootste verschuivingen voor bij de vraag naar de verwachtingen ten aanzien van de algemene economische situatie in
Nederland. In de verkiezingsperiode tussen april en mei was

hier het percentage ‘weet niet’-antwoorden opgelopen van

van minder dan 90 gestegen tot bijna 290 in juni.
In juni werden 394 faillissementen uitgesproken, 30 (of
7%) minder dan in dezelfde maand van het vorig jaar. Voor
het eerste halfjaar van 1986 resulteert een daling van
gemiddeld 24%.

15 naar 27. In juni is dit percentage weer gedaald tot 12.
In de maanden februari en maart van het vorig jaar bereikten de prijzen (unit value) van in- en uitgevoerde goederen
een top. In de periode daarna zijn de prijzen snel gedaald. In

Uitgesproken faillisseoenten

eerste instantie werd dit voor een belangrijk deel veroor-

Indexcufers 1980 = 100

zaakt door de daling van de koers van de Amerikaanse

dollar, rond de jaarwisseling kwam daar ook de dalende
aardolieprijs bij. Ten opzichte van de overeenkomstige
maand van het vorig jaar zijn de invoerprijzen in mei met

20% gedaald en de uitvoerprijzen met 14%. Een zelfde
niveau als in mei is voor de invoerprijsindex het laatst gemeten in november 1980; voor de uitvoerprijzen in april
1981.
Sterke dalingen deden zich ook voor bij de prijsindexcijfers
van het verbruik van grondstoffen en halffabrikaten in de
industrie en bij die van de industriele afzet. Zo lagen de
prijzen van de door de industrie ingekochte grondstoffen en

halffabrikaten in maart ruim een vijfde onder die van
dezelfde maand van 1985. Met name in het buitenland

Prijzen
1960 – 100

:nri)dend 3-oiaandsgeniddeldi

120-

De geregistreerde werkloosheid nam, gecorrigeerd voor
seizoeninvloeden, tussen eind mei en eind juni met 7 800
personen af en kwam daarmee op 710 300. Deze cijfers

voorgaand iaar

100-

iruzen (unit value)

worden op basis van de registraties van de arbeidsbureaus
samengesteld door het Ministerie van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid.

Ten opzichte van dezelfde maand van 1985 was de daling
van de geregistreerde werkloosheid in mei opnieuw groter

dan die van het aantal werkloosheidsuitkeringen. De eerste
nam over deze periode met 7% af; het aantal personen met
een werkloosheidsuitkering daalde met 5%.
I
J

F

M

A

M

J

J

A

S

O

N

D

J

F

M

A

M

I
J

Na een forse stijging van de daggeldmarktrente in mei als
gevolg van de relatief zwakke positie van de gulden in het
Europees Monetair Stelsel daalde deze in juni tot een
gemiddeld niveau van 6,2%. Het rendement op staatsobli-

gaties veranderde niet over deze periode. In de eerste
weken van juli werd een lichte daling geregistreerd.

ESB 23-7-1986

737

Tabel 2.

Recente ontwikkelingen in het buitenland
1984

1985

e

1 kw.
Produktie nijverheid
(volume)
Bondsrepubliek Duitsland
Belgie
Frankrijk
Verenigd Koninkrijk
Italic

Verenigde Staten
Japan
Buitenland (gewogen)2
Nederland

1986

1985
e

2 kw.

e

3 kw.

e

4 kw.

e

1 kw.

1985

1986

dec.

Jan.

febr.

i mutatie t.o.v. dezelfde periode het jaar daarvoor
3
2
3
1
3

4
1
-1

-1

2

0
4

12
11

4

6
-1

3

1
2

6

1
-3

3
5

-3

Prijzen consumptie
Bondsrepubliek Duitsland

2,4

2,2

2,5

2,2

1,8

0,7

Belgie

6,4

4,9

5,4

5,3

4,7

4,1

2,5

4,0

3,5

2,5

1,5

1,5

1,T

1,2

7,7
5,0
10.8

5,8
6,1
9,2

6,4
5,5
9,3

6.5
7,0
9.4

5,7
6,4
9,1

4,8
5,5
8,9

3,5
5,0
7,7

4,7
5,7
8,8

4,2
5,6
8,2

3,4
5,1
7,7

3,0
4,3
7,2

2,6
3,0
6,8

2,3
4,8
6,4

2,3
2,5
6,3

Verenigde Staten
Japan

4,2
2,3

3,6
2,0

3,6
2.0

3,7
2,0

3,4
2,1

3,5
2,0

3,1
1,4

3,8
1,8

3,9
1,4

3,2
1,8

2,2
1,1

1,6
0,9

1,6
0,5

Nederland

3.3

2,3

2,3

2,5

2,3

1,7

1,2

1,7

1,4

1,2

0,7

0,6

0,5

Frankrijk
Verenigd Koninkrijk
Italie

2,3

1,8

1,3

0,7

0,1

-0,2

-0,2

-0,2

0,2

Bron voor gegevens buitenland: Eurostat.
1
Excl. bouwnijverheid. 2 Het gemiddelde van de 6 belangrijkste exportlanden, gewogen met hun aandeel in de Nederlandse export in 1984.

Focus:

Nationale Rekeningen 1985
derhalve 412,4 miljard gulden. Ten opzichte van 1984 be-

Uit recent beschikbaar gekomen gegevens van de Nationale Rekeningen blijkt dat het bruto binnenlands produkt
in 1985 met 16,6 miljard gulden is toegenomen tot een

tekent dit een toename van 18,0 miljard gulden. De stijging van de nationale bestedingen (16,5 mid gld) bleef

niveau van 415,1 miljard. Het bruto binnenlands produkt is
de som van de in de binnenlandse sectoren gevormde toe-

komensoverschot met 1,5 miljard gulden op, en wel tot

hierbij achter. Als gevolg hiervan liep het nationaal in-

gevoegde waarde inclusief afschrijvingen. Te zamen met

17,7 miljard.

een stijging van de invoer van goederen en diensten met
16,9 miljard gulden leidde dit tot een accres van de middelen voor bestedingen van 33,5 miljard; het totaal van de
middelen kwam hiermee op 661,0 miljard. De nationale

Bezien naar sectoren is het nationaal inkomensoverschot
met name terug te vinden bij de sector gezinshuishoudingen. Van het bruto beschikbaar inkomen in deze sector van
285,3 miljard gulden werd 244,8 miljard besteed, zodat er

bestedingen namen met 16,5 miljard gulden toe en be-

een inkomensoverschot van 40,5 miljard resulteerde. Te-

reikten in 1985 een niveau van 394,7 miljard. De waarde
van de export nam nagenoeg evenveel toe als die van de
invoer: 17,0 miljard gulden. In de linker grafiek is voor de
Nederlandse economie de verdeling van de goederen- en

genover het inkomensoverschot bij de sector gezinnen
staat het inkomenstekort bij de bedrijven van 11,2 miljard

dienstentransacties in 1985 weergegeven.
Indien bij het bruto binnenlands produkt de per saldo uit
het buitenland ontvangen primaire inkomens (+1,1 mid gld)
worden opgeteld, resulteert het bruto nationaal inkomen:
416,2 miljard gulden. Het beschikbaar nationaal inkomen

is gelijk aan het nationaal inkomen vermeerderd met de
per saldo uit het buitenland ontvangen inkomensoverdrachten om niet. In 1985 was dit saldo negatief (-3,8
mid gld). Het bruto beschikbaar nationaal inkomen bedroeg
Boederen- en dienstentransacties in 1985

gulden en bij de overheid van 11,6 miljard. Het saldo van
deze drie posten is het saldo op de lopende rekening van de
sector buitenland; in 1985 werd voor de sector buitenland
een inkomenstekort van 17,7 miljard gulden geregistreerd.
In de rechter grafiek is het verloop aangegeven van de inkomensoverschotten van de onderscheiden sectoren als
percentage van het netto nationaal inkomen (dit is het
bruto nationaal inkomen minus de afschrijvingen).
Het nationaal inkomensoverschot wordt aangewend voor
vergroting van de officiele reserves, voor kapitaaloverdrachten om niet aan het buitenland en voor kapitaalexport.
Gecumuleerd over de jaren 1971 tot en met 1985 bedroeg

het nationaal inkomensoverschot 85,6 miljard gulden.
Hiervan kwam het merendeel (62,1 mid gld) voor rekening
van de netto kapitaalexport (saldo beleggingen en kredietverlening met het buitenland). De per saldo betaalde ka-

pitaaloverdrachten bedroegen gecumuleerd over deze vijftien jaar 8,4 miljard gulden; de officiele reserves namen met
15,1 miljard toe.
Inkmtensoverschot per sector
In procenten van het Netto Nationaal Inkotwn (Mrktprijzen)

• brute
(•arktprljzen)

> toegevoegde Maarde bednjver
> toegevoegda waarde overhead
• ieport van goederen tn dient

738

– nationals bestedingen
– cansuectie gezinnen

– consuaetie over-Acid
– bruto investerlngen bedrijven
(incl. voorraedMutaties]
– export van goederen en diensten

Tabel 1. Kerngegevens recente ontwikkelingen in Nederland
Procentuele mutaties t.o.v. dezelfde periode het jaar daarvoor, tenzij anders aangegeven
1979/83
gemidd.

1984

1985

1985

1986

1985

1e kw. 2e kw. 3e kw. 4e kw. 1e kw. dec.

1986
Jan.

febr.

mrt.

apr.

-3
-19
3

mei

juni

17

1. VOLUMEGEGEVENS

Produktie in de nijverheid
Nijverheid (excl. bouwnijverheid)
Delfstoffenwinning

-1

Industrie
Voedings- en genotmiddelenindustrie
Textiel-, kleding- en lederindustrie
Papier- en grafische Industrie
Aardolie-industrie
Chemische Industrie
Rubber- en kunststofverw. industrie
Hout- en bouwmaterialenindustrie
Basismetaalindustrie
Elektrotechnische industrie

Rest metaal- en overige industrie
Openbare nutsbedrijven
Bouwnijverheid: begonnen woningen

5

4

-6
0
2
-4
-1
-9
2
5
-5
-1
2
-1

2
6

8
3

3
0
4
9
8
7
1
15
8
6

2

2
3

-6

5

2
4
-4

2
4
2
-3
6
3

2
-10

5
-5
3
5
-8
4

3
2
3
3
2
4
-12
0
11
3
-9

6
12
4
4
1

7

13

6
9
-28

3
0
-9

8

4
-1
1
23
23

0
-8
2
1

4
17
1
1

2
4

4

-2
3
2
5
-2
6
1
-4
7

2
0
0
-2
7
-4
0
2

-1

0

-5

4

-12
3

7
-1

-22

5

5
4
3
5
1
-2

3
2
6
1
0

3
2

-4

3
6
5
-3

3
-1
-1

3
3

-10

0
-5

0
24

8

4

-1

6
4
6
28

3
4
3
17

-4

8

2

5
-10

-5

0

32
0
-2
6

-21

7
-1
-1
0

6

3

3
3
5

-4
0
3

2
-1
-5

-9

-16

-4

3
7

13

6
2

-3
2

3

-6

-1

-1

0

6
6

-8
6

5
1

9
20

2
66

8
-8

1

Buitenlandse handel {goederen)
-1

Invoer, totaal
Grondstoffen en halffabrikaten

-2
-1

Consumptiegoederen
Investeringsgoederen
Algemene goederen

-3
3
2

Uttvoer, totaal
Onbewerkte agrarische produkten

5

Delfstoffen

-8
2

Fabrikaten
Voedings- en genotmiddelen
Textiel en kleding
Aardolieprodukten
Chemische produkten
Metaalprodukten
Overige fabrikaten

5

-2
-1
3
3
1

7
12
2
14
-15

6
5
-2
7
6
11
1
9
9
8

7
4
4
13

22
5
6
9
4

3
8
3
3
6
6

6
4
14
17

6
12
9
5
8
10
-3
5

5
16
1

7

9
4

9
4
12
9
9
11
13

1
1

2
1

2

6
0

9
3
1
1
1

4
2
3
14
3
1
2
0

8

5
2
5
4

2

5
4
5
-1

2
-4

5
3
2
7

1

0

-3

16

0
3
6

-6

-7

16

3
1

15

0

1

8
2

8
10

14

-7

10
-7
-5

-27

-2

7
6
7
5
16
11
4
36

9
1

5
-5

6
11
15
10
6

7
-11
11
16
17

4
0
17
9
3
1
14

1
-1

3

4

9
7

-33
-3
-7
-8
21
-5
-9
-6

-2

16
-2

8
16

10
14
17
5
11
8
10

Consumptieve bestedingen van gezinnen

Binmnlandse consumptie, totaal

-1

0

Voedings- en genotmiddelen

0
-4

-2

Duurzame Consumptiegoederen
Textiel, kleding, schoeisel e.d.
Huish. artikelen en woninginrichting
Transportmiddelen
Rest duurzame Consumptiegoederen

Overige goederen en diensten

0

Huur, verwarming, verlichting en water
Rest overige goederen en diensten

-2
-4
-1
0
-1
1
2
0

1
1
2
2
0

8
2
1
4
0

1
-1
-2
-1
-5
2
-1
2

0
0

2

5
5

3
10
2

2

2

6
1

0
4
15
2
1
2
1

9

3
1
4

0

-5
-6,1
4
-9
-6
1,4
1,1

-8.1
6
-13
-8
1.2
1,0

-0,4

-0,4

-0,4

-23

-29

6

2
1

4

2

2
0
3

3

3

3

2

-6

-8
-9,9

-32

4
-18
-14
0.6
0,9
-1,2
-27

-20
-14
0,5
0.7
-1.2
-29

25
-31

25
-27

31
-11

108
-10

109
-13
6

109
-13

6

-5
730

-6
723

-5
718

710

6,6
6,4

6,2
6,4

4

9

Imesteringen in vaste activa

Bruto investeringen, totaal
Bedrijven

-4

-3
-1

3
3

6
6

4

15
2
-2

2
3
13
-5
5

14
-19
4

16
-2
-2

12

-2
10

10
1

-3

6

-4

-16

0

5

1

3
5.6
2
6
8

-1
1,0
1
1

-3
3,9

0

0
0,2
2
0
2

-4

-6
-3
-4

Nijverheid
Exploitatie van woningen
Overige bedrijven

Overheid

4
4

6
8
-5

2. PRIJZEN
Producentenprijzen landbouw. tot. afzet
Producentenprijzen industrie, tot. afzet

Ruilvoet unit value (goederen)
Invoerprijzen, unit value
Uitvoerprijzen, unit value

Prijzwi gezinsconsumptie (werknemers)
Regelingslonen particulier bedrijf
Regelingslonen overheid
Dollarkoers, contante notering

0
8
8
5,6
9

2
2,3
1.1

3,3
0,3
-1,4
12

-1.0
4

-22
27
-19

29
-13

-2

2,5
-1

6
4

4

5

2,3
0,8
0,0
21

2.5
1,0
-0,1

-7
22
-16

-10

-3
-2,5

3
-4

-2

-6
-8,0
5
-13
-9
1,2
1,1

2,3
1,3
-1,9
-3

1,7
1,4
-1,9
-15

32
-9

0
35
-16

30
-12

85
102
-6
3

85
104
-9
3

84
107
-10
3

84

0
-1
768

1
-3
760

4

-5
-2

6
-17
-12
0,7

7

0,2

84

107
-9
5

1

-3,6

14

-0.4
-28

1.7
1,4
-1,9
-19

12
29
-31

35
-12

36
-34

108
-10

108
-10

109

107

-6

6

3

6

-14
6

1
-4
741

-5
734

-4

738

-5
739

733

4
9
9
7

4
29
7
7

12
5.8
7.0

8
5.8
6,7

1,0

3. OVERIGE INDICATOREN

Consumentenvertrouwen ‘
ANP-CBS beursindex
Uitgesproken faillissementen

(in %)
10
22

-4

3

12

9

13
30
-27

11
37
-7

Con/unctuurtest industrie

(in %)

83

Orderpositie
(1984=100)
Beoordeling orderontvangsten ‘
(in %)
Beoordeling voorr. eindprodukten’
(in %)

Bezettingsgraad

100
-11

85
105
-9

9

4

Arbeidsmarkt
Werkzame personen in de industrie
Aantal werkloosheidsuitkeringen
2

Oeregistreerde werklozen

-3

(x 1000)

-2

1

33
508

7

-2
761

0
1
781

3
0
8
4

5
10
8

5

5

4

-3

9
8

18

6

13
5.8
8,0

10

8
6
6,1

822

-5

7

Geld en krediet

Spaartegoeden
Verstrekt consumptief krediet
Binnenlandse liquiditeitenmassa
Geldhoeveelheid
Secundaire liquiditeiten
Daggeldmarktrente
Rendement op staatsobligaties
1
2

8
-6
7
6

10
(in %)
(in %)

8,7
9,7

7
6,3
7,3

9
7
11
6,4
7,7

11
6.9
7.4

7

7,0

4

14
10
7
16
5,8
6,9

5
52
10

8
14
5.7
6,8

4

4

4

29
6
6
6
6,0
6.8

13

31

5
6
5
5,7
6,5

5,5
6.2

Saldovan positieve en negatieve antvyoprden in procenten van het totaal.
Seizoengecorrigeerde cijfers (bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid).

ESB 23-7-1986

739