Ga direct naar de content

Conjunctuurbericht

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: juni 26 1991

lingen die zich over een wat langere periode blijvend aftekenen, worden beschouwd als indicaties voor
de werkelijke ontwikkelingen. Gemiddeld was in zowel 1989 als
1990 het dalingstempo ten opzichte van een jaar eerder circa 44 duizend. Thans liggen vier opeenvolgende driemaandscijfers ongeveer
23 duizend onder het niveau van
een jaar eerder. Geconcludeerd
kan worden dat het aantal geregistreerde werklozen nog steeds
daalt, maar in een tempo dat lager
ligt dan in 1989 en 1990.

opmerkelijk dat ook de andere consumptiecategorieen aan de hoge
groei hebben bijgedragen.
Produktie Industrie
De industriele bedrijvigheid was, na
seizoencorrectie, in april geringer
dan in maart. Hiermee werd de
trend van de groeivertraging in de
volume-ontwikkeling van de industriele produktie voortgezet. In de
eerste vier maanden van dit jaar was
de produktie 1% groter dan in de
overeenkomstige periode een jaar
eerder. Deze groei blijft duidelijk
achter bij het accres (3,5%) dat over
1990 werd gerealiseerd. De terugvallende groei kan worden gei’llustreerd met de ontwikkeling van de
procentuele jaarmutatie van het
voortschrijdende twaalfmaandsgemiddelde. Dit gemiddelde is steeds
geplaatst aan het einde van de periode (zie figuur 1). Na een dieptepunt

Werkloosheid
Het aantal geregistreerde werklozen bedroeg in de periode maartmei 1991 gemiddeld 320 duizend
(zie figuur 3). De Enquete beroepsbevolking van het CBS, waaraan de
gegevens mede ontleend zijn, is
een steekproefonderzoek. Gezien
de hiermee samenhangende onnauwkeurigheidsmarge mogen alleen grote verschillen en ontwikke-

Figuur 1. Produktie Industrie, volume, % jaarmutatie voortscbrijdend twaalfmaandsgemiddelde.

1982

in 1983, toen zich een negatieve
groei voordeed, is de industriele bedrijvigheid steeds toegenomen. Vanaf begin 1988 tot medio 1990 is de
groei betrekkelijk stabiel en relatief
hoog geweest. Daarna is een duidelijke daling van de procentuele jaarmutatie van het voortschrijdende
twaalfmaandsgemiddelde waarneembaar.

I 1983 *

1984 t 1985

I 1986

> 1987 I 1988 < 1989

1 1990

Figuur 2. Binnenlandse consumptie, volume
120

Indeicijfers 1980-100

(A)

(A) voortschrijdrad 12-maandsgCBiidddde

110

100

– — — — duurzune goedercn

90

,

(B) procentuele kwaitaaknuuuie Lo.v.voorgund ja»r

80
5

Consumptie
Het volume van de binnenlandse
consumptieve bestedingen door gezinnen was in het eerste kwartaal
van dit jaar 4,5% groter dan in het
overeenkomstige tijdvak van 1990.
De groei over 1990 bedroeg 4,0%,
het accres over 1989 (3,4%) was
wat geringer. Het meest recente cijfer betekent een voortzetting van
de hoge groei van de gezinsconsumptie (zie figuur 2). Groeipercentages in de orde van grootte zoals in het eerste kwartaal, zijn
betrekkelijk zeldzaam en zijn na de
jaren zeventig (op kwartaalbasis)
niet meer waargenomen. Hoge
groeicijfers van de consumptieve
bestedingen worden in het algemeen gedragen door de bestedingen aan duurzame consumptiegoederen. Bij de ontwikkeling in het
eerste kwartaal van dit jaar is het

11991

4
J
2
1

I

1989

1990

Figuur 3. Geregistreerde werklozen, driemaandsgemiddelde x 10OO
450

1989

400
1998
350
199t
300

0 <—L

Bultenland

percentages nog dicht bij elkaar. In

Prijsindex gezinsconsumptie

Produktie Industrie

tegenstelling tot de andere in de figuur opgenomen landen is de groei

Het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie in Nederland is tussen midden april en midden mei met 0,2%
gestegen. Het recent beschikbaar komen van tarieven voor de intramurale
zorg – met name de prijs van een ver-

De groeivertraging van de industri-

van de industriele bedrijvigheid in
de BRD in het laatste halfjaar niet afgenomen. In de Verenigde Staten
(VS) en het Verenigd Koninkrijk
(VK) daalt de groei van de industriele produktie reeds vanaf begin
1989, een groei die op dat moment

ele produktie in Nederland die in

het vierde kwartaal van 1990 inzette,
heeft zich in de eerste maanden van
dit jaar voortgezet (figuur 4). De
trendmatige groei, als jaarmutatie

van het voortschrijdende twaalfmaandsgemiddelde, kwam door het
lage cijfer onder de drie procent.

in beide landen overigens groter
was dan in de BRD en Nederland.

De meest recente cijfers indiceren

Deze groei ligt duidelijk onder die
van de Bondsrepubliek Duitsland

voor de VS een nulgroei en voor het
VK een daling van ruim 2%.

(BRD). Medio 1990 lagen de groei-

figuur 4. Produktie Industrie, volume, % jaarmutatie van bet voortscbrijdend
twaatfmaandsgemiddelde

pleegdag – heeft geleid tot een opwaartse bijstelling van de prijsindexcijfers vanaf januari 1991. Daardoor lag
het prijsindexcijfer in april van dit jaar

3,2% hoger dan in april 1990. Zoals in
figuur 5 is aangegeven, ligt de prijsstijging in Nederland vanaf begin dit jaar
boven die in de BRD. In het VK ligt,
ondanks een sterke daling van de inflatie gedurende het laatste halfjaar,
de toename van de prijzen van de gezinsconsumptie nog duidelijk boven
die in ons land.

Buitenlandse goederenhandel
6 –

BRD

In het eerste kwartaal van dit jaar was
het volume van de invoer van goederen 3% groter dan in het eerste kwartaal van 1990. Het uitvoervolume van
goederen nam in de eerste drie maan-

3 –

den met 5% toe, vergeleken met de

0 –

j

f m a m j
1989

j

m a m i j

a s o n d j

f m a m

overeenkomstige periode van een
jaar eerder. De groeicijfers blijven achter bij het accres over 1990 (figuur 6).
De groei van de import van consump-

tiegoederen (11%) heeft die van het
totale invoervolume in het eerste

Figuur 5. Prijstndex gezinsconsumptie, % maandmutatie t.o.v. voorgaandjaar

kwartaal ruimschoots overtroffen. De

VS
ML

consumptiegoederen maken een kleine 20% van de totale import uit. Het
verloop van de invoer van investeringsgoederen is opmerkelijk. In de
eerste drie kwartalen van 1990 werden groeipercentages van meer dan
10% gemeten. In het vierde kwartaal
van vorig jaar viel de groei (3%) sterk
terug. In het eerste kwartaal van dit
jaar was het invoervolume van inves-

BRD

teringsgoederen slechts 1% groter dan

\

in de overeenkomstige periode van

1990. De invoer van grondstoffen en
j

f m a m j
1989

j

a s o n d Ij

f m a m j j
1990

a s o n d j

f m a m
1991

Figuur 6. In- en uitvoer goederen, volume, % kwartaalmutatie t.o.v. voorgaandjaar
10

I

invoer
oitvoer

fe

fe

dukten en de delfstoffen. De stijgingspercentages waren respectievelijk 13

w/.

I

en 14. De uitvoer van fabrikaten nam
met 4% toe. Binnen deze categoric
groeiden de export van textiel en kle-

ding, voedings- en genotmiddelen en
aardolieprodukten het sterkst.
Deze bijdrage is ontleend aan het Con-

junctuurbericht, dat wordt samengesteld
= 1989

ESB 26-6-1991

halffabrikaten, de grootste invoercategorie, nam in het eerste kwartaal met
een kleine 2% toe.
De volumegroei van de uitvoer van
goederen werd in het eerste kwartaal
vooral gedragen door de exportgroei
van de onbewerkte agrarische pro-

\

i

a

m

r

e

j

i1991

door de hoofdafdeling Nationale Rekenin-

gen van het CBS.

Auteur