Spaartegoeden
Buitenlandse goederenhandel
Het volume van de invoer van goederen in 1990 was 6% groter dan in
1989, zie figuur 1. De voor prijsveranderingen gecorrigeerde uitvoer
van goederen nam vorig jaar eveneens met 6% toe. In de eerste drie
kwartalen van 1990 en ook in het
laatste kwartaal van 1989 was de
groei van de invoer steeds hoger
dan die van de uitvoer. In het vierde
kwartaal van vorig jaar veranderde
dat: de uitvoergroei was met 6%
zelfs tweemaal zo groot als het accres van de invoer. De invoer van
consumptiegoederen en van investeringsgoederen nam in 1990 meer
dan gemiddeld toe. Het volume van
de invoer van grondstoffen en halffabrikaten en van algemene goederen
De spaartegoeden, gedefinieerd als
tegoeden van particulieren op
spaarrekeningen en deposito’s bij
spaarinstellingen, bedroegen ultimo december 178,5 mrd. gulden
(zie figuur 3). Dit is 8,0% meer dan
ultimo december 1989. Gemiddeld
over het gehele jaar lag het niveau
van de spaartegoeden 6,8% hoger
dan in 1989. Dit is het grootste accres van de laatste vijf jaar. In 1990
legden Nederlandse ingezetenen
96,0 mrd. gulden in op spaarbankboekjes, spaarrekeningen en depo-
sito’s. Dit is 15% meer dan in 1989.
Daartegenover werd 88,2 mrd. gulden van spaartegoeden opgenomen, een stijging van 9,9%. Het
spaarverschil, dat is het saldo van
inleggingen en opnemingen, kwam
daardoor uit op 7,8 mrd. gulden. In
1989 was het spaarverschil 3,1
mrd. gulden. Op de spaartegoeden
werd vorig jaar 5,4 mrd. gulden
aan rente bijgeschreven. De totale
besparingen van gezinnen via
spaarinstellingen bedroegen in
1990 derhalve 13,3 mrd. gulden. In
1989 was dit 8,1 mrd. gulden.
Figuur 1. In- en uitvoer van goederen (volume, procentuele kwartaatmutatles
t.o.v. vorig jaar)
n
n
steeg minder dan gemiddeld. Een
van de oorzaken was de geringe
groei van de import van ruwe aardolie en aardolieprodukten.
Bij de uitvoer daalde het volume van
de aardolieprodukten. De export van
onbewerkte agrarische produkten
nam sterk toe. Binnen de categoric fabrikaten, veruit de grootste exportcategoric, steeg de uitvoer van textiel
en kleding meer dan gemiddeld.
Consumptie
Uit figuur 2 blijkt dat de binnenlandse
consumptieve bestedingen door gezinnen in 1990, gecorrigeerd voor
prijsveranderingen, met 4,0% zijn toegenomen ten opzichte van 1989.
Deze stijging is de grootste van de afgelopen twaalf jaar. De groei was in
de loop van 1990 betrekkelijk stabiel
en schommelde voor elk van de vier
kwartalen rond de 4%. De grootste
stijging deed zich voor bij de consumptie van duurzame goederen.
Deze is in 1990 met 7,6% toegenomen, het hoogste groeicijfer van de afgelopen 20 jaar. De aankopen van textielprodukten, elektrotechnische
artikelen, motorrijwielen en fietsen en
van sport- en speelgoed droegen
sterk bij aan de groei in 1990. De uitgaven aan voedings- en genotmiddelen waren vorig jaar, in volume gemeten, 2,6% hoger dan in 1989.
1989
n
m
1990
ra
IV
Figuur 2. Binnenlandse consumptie (volume)
120
Indexcijfers 1980=100
(A) voortschrijdend 12-maandsgemiddelde
———— totaal
~ — — — duuizame goederen
100
804;81
’91
’85
(B) procentuele kwartaalmutaties to.v.
voorgaandjaar
4
2
n
1989
m
rv
I i
n
ra
iv
1990ra
iv
1990
Figuur 3. Spaartegoeden (cijfers per ultimo, mrd. gld.)
180
175
170
165
160
155
0
!989
n
Buitenland
ling van de consumptie in Nederland
en de BRD toonde de laatste drie jaar
globaal eenzelfde verloop. In 1988
was de groei in deze landen bescheiden in vergelijking met die in het VK
Prijzen gezinsconsumptie
sumptie in Nederland in 1990 was
niet alleen hoog in vergelijking met
voorgaande jaren, maar ook in vergelijking met een aantal belangrijke handelspartners. In figuur 4 zijn de volume-ontwikkelingen van de
gezinsconsumptie weergegeven als
de jaarmutaties van het voortschrijdend vierkwartaalsgemiddelde (waarbij de groeivoet is geplaatst in het laat-
slag voor, de groeicijfers in Nederland
en bij onze oosterburen liepen op, terwijl het accres in de andere twee landen juist afnam. Eind vorig jaar resulteerden deze ontwikkelingen in een
consumptiegroei voor Nederland en
de Bondsrepubliek Duitsland van
rond de 4%. De groei in het Verenigd
De relatief forse groei van de consumptie in de BRD en Nederland in
1990 ging in beide landen gepaard
met een gematigde stijging van de
prijzen (figuur 5). Evenals bij de volume-ontwikkeling van de consumptie is er ook bij de prijsontwikkeling
een betrekkelijk parallel verloop.
Hierbij bleef de prijsstijging in Nederland voor het vierde achtereenvolgende jaar onder die van de Bondsrepubliek. Van de in de grafiek
opgenomen landen zijn de prijzen,
ste kwartaal van de betreffende
Koninkrijk en in de Verenigde Staten
na het begin van de Golfcrisis, in het
vierkwartaalsperiode). De ontwikke-
lag daar duidelijk onder.
derde kwartaal van 1990 gaan stijgen. In het laatste kwartaal van 1990
en in de eerste maanden van dit jaar
toonde het prijsindexcijfer in deze
vier landen weer een dalende tendens. (N.B. De gegevens voor de
BRD betreffen uitsluitend het grondgebied voor 3 oktober.)
Gezinsconsumptie
De volumegroei van de gezinscon-
en de VS. In 1989 deed zich een om-
Figuur 4. Gezinsconsumptie (volume, procentuele jaarmutatie van bet voort-
schrijdend vier-kwartaalsgemiddelde
8 r
BRD
NL
VK
u
I
n1988 in
rv
i
n
m
1989
rv
i
n
m
1990
rv
Figuur 5. Prijsindexgezinsconsumptie (procentuele maandmutatie t.o.v. voorgaandjaar)
0 “-^
j fmamj j a s o n d j fmamj j asondlj fmamj j asondlj f
1988
1989
1990
1991
figuur 6. Bruto Mnnenlands produkt (marktprijzen, volume, procentuele jaarmutatie t.o.v. voorgaand jaar)
5
4
3
2
1
YZA
-1
-2
1980
ESB 27-3-1991
1981
1982
1983
1984
1985
1986
1987
1988
1989
1990
Economic groeit 3,4%
Het volume van het bruto binnenlands produkt (bbp) was vorig jaar
3,4% groter dan in 1989, zie figuur 6.
De groei van de Nederlandse economic in 1990 was daarmee lager dan
in 1989, toen de volumegroei 4,1%
bedroeg. Afgezien van 1989 was de
groei in 1990 echter de hoogste na
1976. Deze raming van de bbp-groei
is een onderdeel van een nieuwe,
snelle beschrijving van het economische proces, zoals het CBS die voortaan twee maanden na afloop van
het verslagjaar maakt. Opmerkelijk
was in 1990 vooral de forse groei
van de consumptieve bestedingen
door gezinshuishoudingen. Het volume van de gezinsconsumptie steeg
3,7% ten opzichte van 1989. Dit
groeipercentage is iets lager dan de
groei van de binnenlandse consumptie (4,0%). Het verschil is veroorzaakt door een daling van de toeristische bestedingen van Nederlanders
in het buitenland, een afneming die
sterker was dan de daling van de buitenlandse toeristische bestedingen in
ons land. Het volume van de bruto
investeringen in vaste activa groeide
in 1990 met 4,9%. De bruto investeringen door de overheid waren 3,2%
groter dan in 1989. Voor het zesde
achtereenvolgende jaar groeiden
hiermee de bedrijfsinvesteringen
sterker dan de overheidsinvesteringen.
Deze bijdrage is ontleend aan het Conjunctuurbericht, dat wordt samengesteld
door de hoofdafdeling Nationale Rekeningen van het CBS.