Ga direct naar de content

Column: Taximarkt: transparantie of tranendal?

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 19 2007

column

Eric van Damme

Taximarkt: transparantie of tranendal?
Vanaf 1 november zijn straattaxi’s verplicht een
nieuwe, transparante tariefstructuur te hanteren. Het
wachttarief, de component die nu nog in werking treedt
als de taxi langzamer rijdt dan zeventien kilometer per
uur, verdwijnt, zodat alleen het opstaptarief en het
kilometertarief nog over blijven. Je betaalt straks maximaal zeven euro vijftig voor de eerste twee kilo­ eter
m
en maximaal twee euro twintig voor elke volgende.
Het wordt gemakkelijker vooraf de totale kosten van
een rit in te schatten en de prijzen van verschillende
aanbieders te vergelijken. Het kabinet verwacht dat de
concurrentie zal toenemen en dat zo de rol van de taxi
in de personenmobiliteit versterkt kan worden. Durft u
de gok aan?
De nieuwe tariefstructuur is resultaat van een in 2004
geformuleerd Kabinetsstandpunt. Het taxibeleid beweegt langzaam. Toen was net de periode 1999–2003
geëvalueerd, met beleid gebaseerd op het Paarse, liberale, Kabinetsstandpunt Naar een klantgericht taxivervoer. Het leek minister Jorritsma zo eenvoudig: zonder
overheidsinmenging is op de taximarkt toch sprake van
volkomen concurrentie? Er zijn geen natuurlijke toetredingsbarrières, het product is vrij homogeen, er is prijszetting. Twee bedrijven zouden voldoende moeten zijn
om het welvaartsoptimum, P = MK = GK, te realiseren.
De praktijk bleek weerbarstiger. Marktliberalisering
leidde weliswaar tot een sterke toename (vijftig procent) van het aantal taxi’s, en meer werkgelegenheid,
maar ook tot een sterke prijsstijging (25 procent),
en dus tot minder ritten en minder reizigers. Slogans
stellen dat concurrentie de productieve, allocatieve en
dynamische efficiëntie verhoogt, maar hier gebeurde
precies het omgekeerde: ­ ogere kosten, hogere prijzen
h
en geen innovatie. Waarom? Waar zitten de marktimperfecties verborgen?
Een goede vraag voor een Bachelorscriptie. Men zou
verwachten dat, alvorens nieuw beleid gemaakt wordt,
ook de ambtenaren zullen proberen het antwoord volledig in kaart te brengen. Zij zijn helaas gedwongen binnen beperkende kaders te werken. In het Haagse werd
rond 2004 gebrekkige transparantie als belangrijkste
hinderpaal voor goede concurrentie gezien. Het binnen
EZ ontwikkelde afwegingskader Glashelder was leidend
bij het doorlichten van sectoren met gebrekkige marktwerking. Het Kabinetsstandpunt uit 2004 wordt onderbouwd door een rapport van de interdepartementale
werkgroep Burgers kunnen beter kiezen. Het rapport
heeft als aanname dat transparantie het probleem is,
concludeert dat verhelpen van dit probleem de oplossing vormt, en formuleert overeenkomstige beleidsaan-

636

ESB

19 oktober 2007

bevelingen: vereenvoudig de tariefstructuur en vergroot
de tariefkaarten in en op de taxi. Aldus geschiedde.
Niks mis mee, maar zijn we niks vergeten? Is daarmee
het kwaad aan de wortel aangepakt? Is gebrekkige
transparantie wel het enige probleem? Bovendien: is de
markt vanaf volgende maand wel echt transparant?
Ook zonder het wachttarief blijven er zoekkosten. De
literatuur laat zien dat zelfs verwaarloosbaar kleine
zoekkosten de aanbieders in staat stellen monopolieprijzen te vragen. De reiziger heeft trouwens vaak niets
te zoeken: de taxi’s staan in een rij, en alleen de eerste
is beschikbaar. Wie weet dat hij niet verplicht is de
voorste te nemen? Wie weet dat de achterste taxi hem
niet mag weigeren? Wie durft naar de NMa te stappen
met een klacht over marktverdeling als die achterste
chauffeur hem naar de voorste verwijst met een beroep
op het First-In-First-Out systeem? Aan de aanbodzijde:
wie durft de markt te betreden met een opzichtige
gele taxi en een groot reclamebord met de tekst 50
procent korting op de maximumprijs? Waarom is dat
sinds liberalisering nog niet gebeurd? Er zijn nog steeds
strategische toetredingsbarrières: de collega’s zijn niet
altijd even vriendelijk. De markt heeft alle kenmerken
die stilzwijgende samenspanning tot een evenwicht
maken. Juist omdat de markt in potentie zo competitief
is, werkt ze in de praktijk zo slecht. Een beetje meer
transparantie verandert hier weinig aan, tenzij in de
verkeerde richting.
Ondoordachte, last minute beleidswijzigingen leidden
tot verdere verslechtering. In de meest recente wijziging van de Regeling Tarieven Taxivervoer worden twee
nieuwe elementen toegevoegd: de taxichauffeur kan
wel een wachttarief in rekening brengen als hij vóór de
rit moet wachten; daarnaast mag hij voor aanvullende
diensten een vergoeding vragen. Het eerste loopt via
de taximeter, over het tweede moet de reiziger met
de chauffeur onderhandelen. Het probleem is dat niet
gedefinieerd is wat aanvullende diensten zijn. Een klant
die niet weet welk product hij eigenlijk koopt als hij
in een taxi stapt, heeft geen sterke onderhandelings­
positie. Geen betere klant dan een domme klant. Wel
prijstransparantie, maar geen productspecificatie.
Averechtse selectie ligt op de loer.
De kern wordt over het hoofd gezien. Al in het Kabinets­
standpunt uit 1996 werd gesteld dat een essentiële
voorwaarde voor goede marktwerking is dat de consument een voldoende sterke positie kan inne­ en. Dit
m
vereist kennis van regels, product en prijs. Prijsdetails
zijn aangepast, maar op de eerste twee dimensies is
weinig verbeterd. Het gevolg is voorspelbaar.

Auteur