.
ESB Ceteris paribus
Ceteris paribus
het woord aan…
Luc Renneboog
Luc Renneboog is hoogleraar aan de Universiteit van
Tilburg. ESB stelde hem een aantal vragen.
Waar werkt u momenteel aan?
“Een van mijn onderzoekslijnen is Corporate Social Responsibility
(CSR). Eerder onderzoek ging over de vraag of social responsible investment funds, die zich richten op ethische, sociale en milieudoelstellingen, hogere rendementen opleveren dan conventionele fondsen. Dit is
niet zo, maar het blijkt dat beleggers zich dit niet aantrekken omdat ze
voldoening halen uit het beleggen in sociale fondsen. De belegger krijgt
als het ware naast de financiële opbrengst op zijn belegging een moreel
dividend. Op dit moment onderzoeken we de invloed van de rechtssystemen van landen op de bereidheid om in CSR te investeren. Het blijkt
dat in landen met een common law-systeem, waar de bescherming van
aandeelhouders hoger in het vaandel staat, sociale doelstellingen minder
worden opgenomen in het bedrijfsbeleid, dan in landen met een civielrechtelijk wetssysteem, waar aandeelhouderswaarde vaker leidend is.â€
Uit de oude ESB-doos
Grote banken, weinig macht
Wat betreft de invloed van banken is het zo, dat
staatsleningen door banken met jubel plegen te
worden begroet als bron van inkomen in provisievorm. Bankiers zullen eerder wakker liggen uit vrees
dat de condities van staatsleningen zo zouden worden gesteld, dat het beleggende publiek niet zou happen, dan dat
zij plannen zouden smeden om zo’n lening te torpederen.
Naar het ons voorkomt volgt uit de gehele ontwikkelingslijn van
het Nederlandse bankwezen gedurende de laatste eeuw, dat de
vrees dat de nieuwe super-grote banken in ons land economisch de
lakens zullen gaan uitdelen en de overheid naar hun hand zouden
gaan zetten, in het rijk der fabelen thuishoort.
Betekent dit dat in landen met een common law-systeem de mensen minder ‘moreel dividend’ ervaren uit sociaal verantwoorde investeringen?
“Fondsen met sociale doelstellingen en beleggers die meer nut halen uit
sociaal verantwoorde en milieuvriendelijke investeringen dan anderen
vindt men in elk land. Maar in common law-landen is winstmaximalisering het belangrijkste doel, terwijl in civil law-landen ook de sociale en
ecologische doelstellingen belangrijke speerpunten zijn. Dit voedt het
debat over de wenselijkheid van CSR, voegt dit waarde toe of brengt
het enkel kosten met zich mee? Op lange termijn zou het incorporeren
van sociale en ecologische doelstellingen in bedrijfsbeleid bijvoorbeeld
een verzekering kunnen vormen voor een milieuramp, en op de lange
termijn dus waarde kunnen creëren.
Verder zien we dat de huidige investeringen van beleggingsfondsen gevoelig zijn voor resultaten behaald in het directe verleden, maar dat cliënten in fondsen met een sociaal verantwoorde doelstelling minder snel
uitstappen na tegenvallende resultaten dan cliënten in andere fondsen.â€
Wat betekent dit voor de beleidsmaker?
“De beleidsmaker kan door regulering stimuleren in welke mate sociale
doelstellingen worden opgenomen in het bedrijfsbeleid. Dit gebeurt
bijvoorbeeld door de verplichting van pensioenfondsen in een aantal
landen om te investeren in sociaal verantwoorde ondernemingen. Dit
kan echter wel een pervers effect geven, want deze fondsen zullen minder in zogenaamde ‘zondeaandelen’ investeren, waardoor de informatie
niet volledig doorwerkt in de prijs en de rendementen op deze zondeaandelen zullen stijgen. Nu is het wel zo dat CSR over de jaren aan terrein wint, en dat bedrijven steeds hoger scoren op dit gebied. Dit is van
belang voor de bedrijven, omdat steeds meer beleggingsfondsen een
vereiste hebben voor de gemiddelde CSR-score van hun portefeuilles.
Achterblijvende CSR-scores van bedrijven kunnen dus leiden tot een
uitsluiting van hun aandelen voor portefeuilles van grote investeerders.
Dit is de reden voor onze bevinding dat de beleggingen van investeerders in civil law-landen in fondsen met sociaal aanvaarde en ecologische
doelstellingen minder afnemen als gevolg van tegenvallende resultaten
uit het verleden, dan bij conventionele fondsen het geval zou zijn.â€
Brezet, J.C. (1964) “Super†en “Hyper†bij bankfusies. ESB, 49(2444), 531.
160
De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.
Jaargang 99 (4680) 7 maart 2014