■ Patrick Koot en Marente Vlekke (CPB)
Een van de grote fiscale maatregelen in het regeerakkoord Rutte III is de invoering van het tweeschijvenstelsel. Voor personen onder de AOW-gerechtigde leeftijd met een inkomen tot 68.500 euro wordt het marginale tarief 36,95 procent. Inkomens daarboven worden met 49,50 procent belast. Dit betekent dat de marginale belastingtarieven vlakker verlopen, maar dat zal niet voor alle werkenden een lagere marginale belastingdruk tot gevolg hebben.
Tegenover een vlakker verloop van de marginale belastingtarieven staat dat de twee grootste heffingskortingen juist meer afhankelijk worden van het inkomen. Het bedrag dat werkenden minder betalen door de algemene heffingskorting wordt in 2021 afgebouwd met 5,8 procent vanaf een inkomen van 21.000 euro (nu 4,5 procent) en de arbeidskorting met 6 procent vanaf een inkomen van 36.000 euro (nu 3,6 procent).
Voor bepaalde inkomens betekent dit dat het marginale tarief van werkenden tot 11,8 procentpunt hoger ligt dan het tweeschijvenstelsel doet vermoeden. De verlagende effecten op de marginale belastingdruk (de belasting die werkenden betalen over extra loon) worden door de steilere afbouw van de heffingskortingen grotendeels teniet gedaan (figuur).
De meest in het oog springende wijziging in de marginale belastingdruk ten opzichte van het huidige stelsel is het vervallen van het piekje in de marginale druk rond een inkomen van 24.000 euro. Dit is het gevolg van het schrappen van de harde maximale inkomensgrens in de huurtoeslag. Voor inkomens tussen de 25.000 en 40.000 euro neemt de marginale druk af, vooral als gevolg van de invoering van het tweeschijvenstelsel. Vanaf een inkomen van 40.000 euro is de marginale druk weer op het niveau van het huidige stelsel door de steilere afbouw van de arbeidskorting en algemene heffingskorting. De top van de gemiddelde marginale druk van circa zestig procent wordt zelfs eerder bereikt in het tweeschijvenstelsel, doordat tussen 2018 en 2021 het aangrijpingspunt van het toptarief verlaagd wordt ten opzichte van het huidige stelsel. Vanaf circa 100.000 euro neemt de marginale druk af ten opzichte van het huidige stelsel, doordat de arbeidskorting daar volledig (en eerder dan in het huidige stelsel) is afgebouwd.