Afscheid van de somberologie
Aute ur(s ):
Stelder, D. (auteur)
Vakgroep algemene economie, Rijksuniversiteit Groningen.
Ve rs che ne n in:
ESB, 85e jaargang, nr. 4242, pagina 107, 11 februari 2000 (datum)
Rubrie k :
Prikkel
Tre fw oord(e n):
Het Journaal gisteren: “werkloosheid gedaald naar 189.000”. Doe daar maar een paar honderd bij, namelijk al die economen die, net
als ik, elke keer weer worden ingehaald door de werkelijkheid die we niet begrijpen en altijd weer verkeerd inschatten. Wij moeten
weg. Wij moeten ontslagen worden. Sluit de tent, het geklungel heeft nu wel lang genoeg geduurd. Er is geen econoom in Nederland
die ook maar in de verste verte de werkgelegenheidsgroei van de laatste twee jaar heeft zien aankomen. Sla de MEV erop na: in 1999
zouden er 95.000 banen bij komen. Het zijn er 163.000 geworden, bijna twee keer zoveel ofwel een voorspelfout van 100% .
Blader voor de aardigheid eens door de esb’s van de afgelopen twintig jaar en lees hoe het Nederlands economengilde ons jaar na jaar
rampen heeft voorgehouden die zich nooit hebben voorgedaan. De beruchte somberoloog Stevers riep het in de jaren zeventig al van de
kansel, later gevolgd door Halberstadt, Weitenberg en vele anderen. Het ging mis met Nederland, de winsten werden uitgehold, het
overheidstekort zou tot duizelingwekkende hoogten stijgen, we zouden worden verpletterd door belasting- en premiedruk en welk model
was de schuld van dat alles? Juist, het nu zo geroemde, maar toen verguisde poldermodel, dat alle krachtdadige besluitvorming met zijn
stroperigheid verlamde. Met Ruding aan het stuur ging het roer om, werd beweerd, maar later bleek dat tot ver in de jaren tachtig
nauwelijks is bezuinigd. Desondanks bleven alle voorspelde rampen uit, want de Nederlandse economie bleek over een door niemand
van ons vermoede veerkracht te beschikken.
Nee, in het bedrijfsleven zelf zou ook van alles mis zijn. “Alarm!”, riep Shell-directeur Wagner in 1981 en hees de stormbal met de
toenmalige kampioen somberoloog Van der Zwan. De Nederlandse industrie was ingeslapen; een “Nieuw Industrieel Elan” moest er
komen. De inkt van hun rapport was nog niet droog of de industrie begon meer te exporteren dan ooit zonder dat er ook maar enig beleid
aan te pas was gekomen.
Kortom, Nederland kroop uit het dal terwijl wij onze artikelen aan elkaar bleven voorlezen. En voor we het goed en wel beseften,
accelereerde de banenmachine in 1990 en 1991 naar 100.000 banen per jaar. We keken verbaasd op van ons bureau en krabden wat op
ons achterhoofd: er moet toch iets anders mis zijn. Somberologen geven nooit op dus werd een nieuw terrein aangeboord om paniek op
te zaaien: technologie en automatisering, dáár liepen we pas achter. Kenniscentra moesten worden opgericht om slaperig Nederland
wakker te schudden dat de informatiemaatschappij eraan zat te komen. Ondertussen hadden de gebroeders Baan al een contract met
Boeiing getekend. De werkgelegenheid in de ict explodeerde. Jammer! Wéér mis!
Een nieuwe poging: we sparen teveel! Nederland is het grootste spaarvarken ter wereld en al die pensioenbeleggingen gaan naar het
buitenland, niks investeringen in eigen toekomst, al dat gerentenier, we suffen terug naar de 18e eeuw! De werkelijkheid glimlachte en
denderde gewoon door. Ook al niet goed! Vooruit dan, het laatste nieuws! “Nederlandse poldermodel zweeft op luchtbel” lazen we laatst
in de Volkskrant. We lenen ons suf aan kredieten en hypotheken voor onze tweede boot, want het is momenteel vooral de consumptie
die de boel nog weer verder opjaagt. Zodra de rente gaat stijgen dondert het hele kaartenhuis in elkaar. Conclusie? We sparen teveel en
we lenen teveel. Roept U maar!
En tot slot is er dan nu die verbijsterende komeet die uit het verre heelal in economenland is ingeslagen. We hebben een
begrotingsoverschot! Het is oorverdovend stil, met bleke gezichten staren de somberologen voor zich uit: die variant is de laatste twintig
jaar in geen enkel leerboekje meer besproken. Wat moeten we daar nu weer over verzinnen? Dijkstal vond het wel erg stil en voerde de
staatsschuld op als de allerlaatste rampspoed waar we het nog over kunnen hebben. Levert het nieuwe millennium dan eindelijk een
tijdbreuk? Geen econoom durft hem meer na te praten, sterker nog, Van Wijnbergen heeft hem meteen als een overjarige Ceaucescu in de
hoek gezet. Je zou bijna denken dat we nu dan eindelijk het einde der somberologie gaan beleven, maar daar zal eerst iets anders aan
vooraf moeten gaan. Wij moeten ons in het openbaar verantwoorden. Een landelijke boetedoening van ons allemaal in de rai, waarbij we
voor het oog van alle media toegeven dat we er twintig jaar lang niets van begrepen hebben. Een verkwikkende intellectuele opluchting
zal verfrissend door ons gilde waaien, al blijf ik op één punt somberoloog: hoe hard we ook zullen roepen dat wij het ook niet weten, het
helpt niet. Politici zijn hardleers en blijven toch naar ons luisteren.
Copyright © 2000 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)