Ga direct naar de content

Hoogtepunt conjunctuur VS bereikt

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: september 14 1994

Hoogtepunt
coniunctuur
VS bereikt

delstekort over juli steeg tot bijna
$ 11 mrd ten gevolge van een terugval in de export. Dit laatste wordt
door sommigen toegeschreven aan
incidentele factoren, maar wanneér
de trend sedert begin 1992 wordt bezien, dan blijkt de Amerikaanse handelsbalans onmiskenbaar te verslechteren.

In de Verenigde Staten blijft de economische groei krachtig, maar enkele tekenen wijzen er op dat het hoogtepunt van de economische cyclus
bereikt is. De vijf achtereenvolgende
renteverhogingen van de Federal Reserve Bank lijken daarmee effect te
sorteren. De economische groei in
het tweede kwartaal is overigens wederom opwaarts bijgesteld, dit keer
van 3,8% tot 4,1%, maar voor een belangrijk deel bleek de hogere groei
veroorzaakt door een hogere voorraadvorming en niet door een toename van de finale vraag. De index van
het consumentenvertrouwen
hapert
al enkele maanden, zij het op een niveau dat past bij een levendige economie. Daarentegen namen de orders voor duurzame goederen in
augustus met 6% toe, terwijl op 3,8%
was gerekend. Het Amerikaanse han-

De publikatie van de 0,6% stijging
van de Amerikaanse industriële afzetprijzen in augustus lokte wereldwijd
forse koersdalingen op de obligatiemarkten uit. De stijging was de grootste in vier jaar en de vrees bestaat dat
de stijging zich zal vertalen in een
verdere stijging van de consumentenprijzen (inflatie). Na een dieptepunt
van 2,3% te hebben bereikt in mei, is
de inflatie in augustus opgelopen tot
2,9% op jaarbasis. Een tweede koersval op de financiële markten werd ingeleid door de publikatie van de cijfers over de Amerikaanse industriële
produktie in augustus: plus 0,7% ten
opzichte van de voorgaande maand,
terwijl gerekend was op plus 0,5%.
De bezettingsgraad van de industrie
kwam daarenboven met 84,7% op
het hoogste niveau sinds 1989, hetgeen het gevaar voor toekomstige inflatie heeft doen toenemen.

De koers van de dollar per saldo
nauwelijks op het uitblijven van een
renteverhoging door de Fed. Ook het
bereiken van een deeloplossing voor
de handelspolitieke problemen tussen de Verenigde Staten en Japan,
waardoor het gevaar voor Amerikaanse sancties tegen Japan voorlopig is
geweken, kon de koers niet wezenlijk positief beïnvloeden.

Inflatie-angst
Betere berichten uit Japan
In Japan stijgt de index of leading indicators gestaag. De laatstbekende
stand bedroeg 61,5, fors boven de
verwachte 54,5 en ruim boven de 50,
het niveau dat de grens aangeeft tussen een verwachte groei, dan wel
krimp van de economie. Ook bij de
Japanse ondernemer neemt het vertrouwen toe. Voor het eerst in drie
jaar is het aantal ondernemers dat
een betere toekomst verwacht groter
dan het aantal dat een verslechtering
in de economische situatie voorziet.
Vooralsnog heeft het tweede kwartaal overigens een krimp van het bbp
met 0,4% ten opzichte van het voorgaande kwartaal te zien gegeven. De
verzwakking strekte zich uit over het
grootste deel van de economie, maar
was relatief sterk bij de buitenlandse
handel en de investeringen. De be-

drijfsinvesteringen daalden in het
tweede kwartaal met 9,1% ten opzichte van vorig jaar. Buiten de sectoren
scheepsbouw en elektriciteitsopwekking, lagen de machine-orders in juni
9,5% hoger dan een jaar geleden.
Voor producenten van kapitaalgoederen lijken dus betere tijden aan te breken, ook al wordt voor het lopende
jaar nog met 9,5% lagere investeringen gerekend. Ook de detailhandelsverkopen toonden in juli een keer
ten goede, na 25 maanden van daling. Ten opzichte van een jaar geleden steeg de uitvoer in het tweede
kwartaal met 4,2%, terwijl de import
toenam met 8,7%. De Japanse exporteurs voelen zich overigens nog verre
van gelukkig: 60% van hen stelt pas

!
Fvan Lanschot
Bankiers nv
SINDS 1737

winst te kunnen maken bij een dollarkoers van yen 110 of hoger. Hier
steekt de huidige dollarkoers van
nog geen yen 100 schril bij af.

Duitse groei boven verwachting
In het voormalige West-Duitsland
nam het bbp in het tweede kwartaal
met 2,3% toe ten opzichte van het
tweede kwartaal van 1993, hetgeen
aanzienlijk meer was dan verwacht.
De groei voor Duitsland als geheel
bedroeg in het eerste halfjaar 2,8%.
De werkloosheid is in augustus verder gedaald tot 8,2% van de beroepsbevolking. Aan het begin van het jaar
was dit nog 8,9%. De export is tot
nog toe de grote trekker van de Duitse economie. Daarentegen ontwikkelen de detailhandelsverkopen
zich
maar matig. In juli lagen de winkelverkopen zelfs 6% lager dan een jaar
eerder, nadat ook juni en april al een
terugval te zien hadden gegeven. Hogere pensioenpremies en benzine-accijnzen, in combinatie met een gematigde loonontwikkeling vragen
duidelijk hun tol.

ESB 5-10-1994

Het inflatiebeeld is nog steeds gunstig. De consumentenprijzen
lagen
medio september op hetzelfde niveau als een maand geleden en ten
opzichte van een jaar geleden 2,9%
hoger. In juli was dit nog 3%. De laatste cijfers uit Duitsland wijzen op een
importprijspeil dat in augustus 0,3%
lager lag dan voorgaande maand.
Ten opzichte van een jaar geleden is
sprake van een lichte stijging met
0,5%.
Voor de Duitse overheid komt het
economisch herstel als een geschenk
uit de hemel. De Bundesbank verwacht dat het begrotingstekort met
DM 100 miljard volgend jaar – vooral
dank zij de economische groei – DM
60 miljard lager uitkomt dan eerder
werd geraamd. Daarmee zou Duitsland aan de 3%-norm uit het verdrag
van Maastricht voldoen.

Krachtige groei VK
In Engeland bereikte de economische groei in het tweede kwartaal het
hoogste niveau in de afgelopen zes jaren. Ten opzichte van een jaar geleden lag het bbp 3,8% hoger. Dankzij
een stabilisatie van de invoer en
groei van de export daalde het tekort
op de lopende rekening tot 700 mln
pond. De particuliere bestedingen stegen met slechts 0,2%. Wanneer wordt
bedacht dat – onder meer tengevolge
van de belastingverhoging per 1 april
jl. – het vrij besteedbaar inkomen
1,8% lager was dan in het eerste
kwartaal, zal het duidelijk zijn dat de
particuliere besparingen onder druk
stonden: de spaarquote daalde van
11% tot 9,3%.
In Engeland werd de base rate op
12 september vrij onverwacht met
een half procentpunt verhoogd tot
5,75%. Afgezien van de perikelen tijdens de EMS-crisis van 1992, was dit
de eerste verhoging in vijf jaar tijd.
Vooral het feit dat de verhoging voor
de verkiezingen heeft plaatsgehad
werd positief beoordeeld. Het Britse
pond profiteerde hiervan en is inmiddels gestegen totf 2,75.

valuta’s en rente
Op de Europese obligatiemarkten
werd aanvankelijk met opluchting gereageerd op het uitblijven van een
renteverhoging in de Verenigde Staten. In korte tijd daalden de rendementen flink. Dit was verrassend omdat iedereen ervan uitgaat dat het

besluit van de Fed slechts een tijdelijk uitstel betekent en dat verdere
renteverhogingen onvermijdelijk zijn.
Beleggers hadden desalniettemin
weer iets meer hoop gekregen op
een verlaging van de rente in Duitsland. Zeker nu, kort na de bekendmaking van een gunstig geldgroeicijfer,
ook de inflatie in Duitsland de dalende lijn weer lijkt te hebben opgepakt:
in september bedroeg de Duitse inflatie 2,9%, tegen 3,0% in augustus.

Nederland
In Nederland daalde het rendement
op de 30-jarige staatslening per 2023
in enkele dagen tijd van 8,1% naar
7,8% en het rendement op de 10-jarige 5,75% staatslening liep terug van
7,63% tot 7,43%. De opmerkelijke buitenlandse belangstelling voor de tiende tranche van de heropende 30-jarige lening droeg bij aan de
verbetering van het algehele sentiment op de Nederlandse obligatiemarkt. Van de f 1,2 miljard werd 95%
door het buitenland opgenomen. Ten
opzichte van de Duitse markt ontwikkelde de Nederlandse kapitaalmarktrente zich tijdelijk gunstig als gevolg
van onzekerheid over het voortbestaan van de huidige regeringscoalitie
in Duitsland na de verkiezingen op
.16 oktob~r, maar het negatieve renteverschil van 10 basispunten kon niet
geheel worden vastgehouden.
Op de Nederlandse geldmarkt stegen de tarieven tijdelijk tot licht boven de 5%. Inmiddels ligt het eenmaands interbancair tarief weer
onder de 5%, zodat per saldo weinig
is veranderd. Gezien de kracht van
de gulden, die ten opzichte van de
Duitse mark en de overige EMS-valuta’s verder is toegenomen, is het risico van een onafhankelijke stijging
van de Nederlandse geldmarktrente
klein. Of de tarieven echter nog zuIlen dalen hangt af van de vraag of in
Duitsland de reporente en eventueel
het disconto nog verder worden verlaagd of niet. Economisch gezien bestaat hier echter geen enkele noodzaak meer voor en voorlopig zal de
Bundesbank daarom naar alle waarschijnlijkheid pas op de plaats maken.

Deze bijdrage is ontleend aan de tweewekelijkse publikatie Beleggen met Van

Lanschot.