Herstel Japan?
Inde
ban van
de markt
De Amerikaanse economic heeft op
basis van voorlopige cijfers in het
tweede kwartaal een groei laten zien
van 1,6%. Hoewel dit aanzienlijk boven het eerste kwartaal groeicijfer
van 0,7% was, lagen de verwachtingen (2,5%) aanzienlijk hoger. De
groei in het tweede kwartaal kwam
voornamelijk voor rekening van de
consumptie. Dit vertaalde zich niet
in een sterke produktiegroei, doordat eerst de in het eerste kwartaal opgebouwde voorraadposities werden
aangesproken. Opmerkelijk was dat
de huizenmarkt in het tweede kwartaal, ondanks de lage rente, zwak
was. Op het gebied van de inflatie
presteert de VS overigens uitstekend.
Gemeten aan de index voor de consumentenprijzen lag de inflatie in
juni op 3,0%, na 3,2% in rnei.
De Amerikaanse centrale bank (Federal Reserve Bank) heeft recentelijk
haar visie over de Amerikaanse economic aangepast. De Fed is meer bezorgd geworden over het verloop
van de inflatie. Daarmee kan de ruimte voor een verdere rentedaling
steeds lager ingeschat worden. Fedvoorzitter Greenspan verwacht zelfs
een opwaartse druk op de rente wanneer de door president Clinton voorgestelde bezuinigingsmaatregelen
niet worden gerealiseerd. Tegelijkertijd heeft de Fed de groeiverwachting
voor dit jaar neerwaarts bijgesteld tot
rond de 2,5%. De eerste cijfers over
de maand juli, zoals een daling van
het consumentenvertrouwen, geven
aan dat het groeiproces van de Verenigde Staten met horten en stolen
zal voortgaan. De recente overstromingen lijken dit proces alleen maar
te versterken.
Volgens de Japanse centrale bank
(Jcb) heeft de Japanse economic zo
ongeveer het conjuncturele dieptepunt bereikt. Tegen het einde van dit
jaar zijn de voorraadposities voldoende afgebouwd en wordt een door de
particuliere sector geleid herstel voorzien. Wel zorgen de geringe bestedingsruirnte bij de consumenten en
het negatieve effect van de sterke
yen ervoor dat het hersteltempo zich
langzaam zal voltrekken.
De recente cijfers lijken de Jcb gelijk te geven. Alhoewel het consumentenvertrouwen is gestegen, laten
de bestedingen (-4,8%) nog een daling zien, doordat op dit moment de
reele inkomens onder druk staan. De
industriele produktie vertoont in juni
alleen op jaarbasis (-5,1%) nog een
daling, echter per saldo nemen de
voorraden in snel tempo af. Voor een
toename van de werkgelegenheid is
het overigens nog veel te vroeg: de
werkloosheid heeft zich in juni op
2,5% gestabiliseerd en het aantal beschikbare banen is per 100 werkzoekenden gedaald tot 74.
Duitse inflatie hardnekkig
In Duitsland vat de mening post dat
het ergste van de economische recessie inmiddels achter de rug is. Zo verwacht het ministerie van economische zaken dat, na een krimp van
1,5% in het eerste kwartaal ten opzichte van het voorgaande kwartaal,
de economic in tweede kwartaal een
pas op de plaats heeft gemaakt.
Voor de Bundesbank zou een verbetering in het economisch klimaat
zeer gelegen komen. Met name van
buitenlandse zijde bestaat een grote
behoefte aan sterk lagere rentetarieven. Duitse inflatie- en geldgroeicijfers staan dit evenwel in de weg. De
geldgroei bedroeg in juni 7,1%, na
6,9% in de voorgaande maand, wat
nog steeds ruimschoots boven de
maximale doelstelling van 6,5% van
de Bundesbank is. Daarnaast is de inflatie in juli uitgekomen op 4,3%, ten
opzichte van 4,2% in juni. De Bundesbank liet dan ook het disconto,
dat als bodem fungeert voor de beleningen en dus de geldmarkttarieven,
onveranderd op 6,75% en verlaagde
alleen het Lombardtarief van 8,25%
tot 7,75% en de beleningen tot 6,95%.
Mede door de sterke positie van
de Duitse mark is de export in april
met 7% gedaald, zodat het handelsoverschot terugviel tot DM 1,2 mrd
tegenover DM 4,9 mrd in maart.
Herstel VK zet door
De berichten uit het Verenigd Koninkrijk blijven positief. Het bruto
binnenlands produkt (bbp) groeide
volgens voorlopige cijfers in het
tweede kwartaal met 0,5% ten opzichte van het voorgaande kwartaal.
De export naar landen buiten de EG
nam in het tweede kwartaal met 15%
toe, terwijl de produktie van de verwerkende Industrie met 1,8% steeg.
Voor de vijfde maand in successie
daalde de werkloosheid. De inflatie
is met 1,2% op jaarbasis inmiddels
tot een 30-jaars dieptepunt gedaald,
waarbij met name de lage loonkosten en de gunstige loonakkoorden
een drukkende uitwerking op de
inflatie hebben gehad.
Recessie Nederland valt mee
De voorlopige prognose van het CBS
van de groei in het eerste kwartaal is
opwaarts herzien. Terwijl aanvankelijk werd uitgegaan van een negatieve groei van 0,6% op jaarbasis, is dit
cijfer bijgesteld tot -0,2%. De economische groei over 1992 werd iets verlaagd van 1,5% naar 1,4%. Opmerkelijk was dat niet zozeer de export,
maar met name de import een scherpe daling liet zien. Blijkbaar is de invloed op de buitenlandse handel van
een terugval in de binnenlandse
vraag groter dan die van een verslechtering in de concurrentiepositie
door de sterkere gulden.
Langzaam aan lijken de cijfers overigens een iets vriendelijker beeld te
schetsen. Zo is de bezettingsgraad in
juni nog wel gedaald, maar heeft de
industriele produktie in mei op
maandbasis al een stijging laten zien
met 1,3%. Daarnaast is de beoordeling van de orderpositie van het bedrijfsleven licht verbeterd. Voor het
bedrijfsleven is tevens relevant dat
de daling van de afzetprijzen in mei
met 1,9% niet geheel ten koste van
de marge is gegaan, doordat de prijzen van verbruik een sterkere daling
hebben laten zien. Negatieve factor
blijft overigens de ontwikkeling van
de werkloosheid: in het tweede kwartaal is de werkloosheid met 73.000
gestegen tot een totaal van 359.000.
Rente en valuta’s
Op de valutamarkten laaide de spanning binnen het EMS weer in alle hevigheid op. Het vertrouwen in de
Duitse mark nam toe, naar aanleiding van opinies dat de Duitse economic het dieptepunt passeert. De
meeste andere EMS munten kwamen
onder druk te staan, met de Nederlandse gulden als belangrijkste uitzondering. De Deense kroon en de
Franse frank, evenals de Spaanse peseta en Portugese escudo, kregen het
fors te verduren. Van tijd tot tijd
moest zwaar worden ge’intervenieerd, terwijl in deze landen de korte
rente dramatisch werd verhoogd.
Dollar en pond profiteren
laging door de Bundesbank. De valuta’s die al geruime tijd onder druk
hadden gestaan, werden met hernieuwde aanvallen geconfronteerd.
Steunoperaties voor de zwakke valu-
De Angelsaksische valuta’s konden
zich verheugen op een meer dan normale belangstelling door de onzeker-
ta’s boden daarbij slechts tijdelijk eni-
heid omtrent het voortbestaan van
ge soelaas. De eerdere renteverhogen bleken onvoldoende en moesten
in versterkte mate worden herhaald.
het EMS. Zowel de dollar als het Brit-
De Deense centrale bank verhoogde
het eenweeks tarief zelfs tot 45%.
De Franse frank had het samen
met de Deense kroon het zwaarst te
verduren. In de afgelopen maanden
heeft de Banque de France in snel
tempo de rentetarieven tot aan het
Duitse niveau verlaagd. Toen het
marktsentiment draaide en onverwacht slechte cijfers over de Franse
economic naar buiten werden gebracht, verloor de Franse frank evenwel veel van haar glans. Dit werd
nog versterkt door het feit dat de
se pond worden als vluchthaven gezien op het moment dat de spanningen binnen het EMS toenemen.
Daarnaast ontwikkelen de economieen van beide landen zich aanmerkelijk beter dan continentaal Europa.
Het Britse pond brak zelfs door de
/ 2,90. De dollar herstelde zich van
een tijdelijke inzinking snel tot voorbij de/ 1,95.
De Japanse yen liet eveneens een
stijging zien. Deels geholpen door
een sterkere dollar en deels doordat
de markt positief reageerde op de
vorming van een nieuwe regering,
wist de yen (per 100) ten opzichte
Bundesbank weigerde in te gaan op
FvanLanschot
Bankiersnv
SINDS1737
In de markten werd hevig gespeculeerd op een aanzienlijke disconto-
verlaging door de Bundesbank, om
op deze manier net voor het zomerreces de rust in het EMS te herstellen.
Het bleef evenwel bij een verlaging
van het Lombardtarief met 50 basispunten tot een niveau van 7,75%.
Echter in perioden van rentedaling is
dit tarief, dat als bovengrens fungeert
voor de geldmarkttarieven, nauwelijks relevant. Het Duitse disconto
bleef onveranderd op 6,75%, waar
de markt gerekend had op een verlaging van minstens 50 basispunten.
De Bundesbank refereerde naar binnenlandse factoren, zoals een verder
oplopende inflatie en geldgroei, om
haar minimale renteverlaging te verdedigen. De Nederlandsche Bank,
met de gulden als sterkste munt op
dit moment in het EMS, verlaagde de
officiele tarieven met 25 basispunten
tot 6,25% voor de voorschotrente. De
beleningsrente werd onveranderd op
6,60% gehouden.
Voortbestaan EMS onzeker
De financiele markten reageerden
verschrikt op de fharginale rentever-
ESB 4-8-1993
van de gulden boven de/ 185 uit te
een Franse uitnodiging om min of
meer gezamelijk de rentetarieven te
verlagen. De Franse frank kwam onder druk en ondanks Steunoperaties
en een verhoging van de korte rente
viel de Franse frank terug tot onder
de bodem van het EMS.
De Franse frank ziet zich nu geconfronteerd met een dilemma tussen
enerzijds een voortzetting van het
komen.
Idem obligatiemarkt
De Nederlandse obligatiemarkt wist
per saldo winst te boeken. Zowel op
economisch fundamenteel gebied
Gage inflatie en relatief goede economische cijfers) als op monetair politick gebied (als enige land binnen
franc fort’-beleid, dat op korte ter-
het EMS met officiele tarieven onder
mijn een verhoging van de rente impliceert, en anderzijds een beleid
van groeistimulering, hetgeen conform het Britse model een devaluatie
of zelfs een uittreding uit het EMS
zou betekenen. Dit zou de deur openen naar lagere rentetarieven, als antwoord op de sterke stijging van de
werkloosheid tot 11,6% in juli.
de Duitse) kan Nederland zich verheugen op grote interesse van buitenlandse beleggers. Het rendement op
EMS-marges naar 15%
De ministers van financien van de
EMS-landen hebben uiteindelijk besloten in een uiterste noodgreep de
bandbreedte waarbinnen de valuta’s
mogen fluctueren te vergroten tot
15%, uitgezonderd die voor de gulden en de Duitse mark. Hoewel hiermee officieel het EMS nog blijft voortbestaan, is natuurlijk een van de
belangrijkste bestaansredenen, een
stabiel wisselkoerssysteem, een farce
geworden. De speculatie tegen de
zwakke valuta’s ging dan ook onverminderd voort, aangezien hiermee
de weg wordt geopend om de recente renteverhogingen zelfs meer dan
ongedaan te maken.
de laatste 10-jarige staatsobligatie
daalde zelfs tijdelijk tot onder de
6,35%, terwijl het verschil met het
vergelijkbare Duitse tarief rond de 15
basispunten bleef fluctueren. Wel bleven sterke koersstijgingen na de bekendmaking van de bredere EMSmarges achterwege. Voor Nederland
is er overigens weinig veranderd aangezien de nauwe band met Duitse
mark ongewijzigd blijft.
De Amerikaanse obligatiemarkt is
de afgelopen maand nagenoeg onveranderd gesloten. Hoewel aanvankelijk nog even 5,64% voor de 10-jarige treasury werd bereikt op zwak
economisch nieuws, moest vervolgens de obligatiemarkt enig terrein
prijsgeven door een oplevende inflatie-angst.
Deze bijdrage is ontleend aan de tweewekelijkse publikatie Beleggen met Van Lanschot.