Ga direct naar de content

Politici Ondervraagd

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: april 29 1981

Politic! ondervraagd
In de verkiezingsprogramma’s waarmee PvdA, CDA, VVD en D’66 de
verkiezingen ingaan speelt de economie een belangrijke rol. De vier grootste
politieke partijen lanceren in hun programma’s uiteenlopende ideeen om in de
komende vier jaar de werkloosheid terug te dringen en de economische
problemen te overwinnen. Het wordt echter niet altijd even duidelijk hoe zij
zich dit nu precies voorstellen. De redactie van ESB heeft aan de betreffende
fractieleiders een lijst met vragen voorgelegd waarop zij zo concreet mogelijk
moesten antwoorden. Deze vragen treft u hieronder aan.
De antwoorden van de politic! staan verderop in deze ESB afgedrukt.

Economische groei
De mate van economische groei is een van de belangrijkste kerngegevens van de nationale economische ontwikkeling. De economische groei bepaalt of er ruimte is
voor inkomensverbetering, voor uitbreiding van collectieve voorzieningen, voor het in stand houden van het
sociale-zekerhei4sstelsel, enz. In de afgelopen jaren zijn
de meeste westerse gei’ndustrialiseerde landen geconfronteerd met tegenvallende groeicijfers. De internationale
stagnatie heeft ook de Nederlandse economie getroffen.
Daarnaast kunnen er wellicht ook binnenlandse factoren
worden aangewezen die een positieve of negatieve invloed
op de groei hebben uitgeoefend. Voor de jaren tot 1985
verwacht het Centraal Planbureau voor Nederland een
gemiddelde groei van 1% per jaar.
• Welk belang hecht u aan economische groei? Is er nog
geen sprake van verzadiging?
• Van welk groeipercentage gaat u voor de komende
kabinetsperiode uit?
• Wordt dit groeipercentage voornamelijk door buitenlandse factoren bepaald of is het ook mogelijk hierop
binnenslands invloed uit te oefenen? Zo ja, op welke
wijze zou u dan het groeicijfer willen bei’nvloeden?
• In welke sectoren zou de door u verwachte groei tot
stand moeten komen; in de industrie, in de dienstensector of in de kwartaire sector? Denkt u aan bepaalde
bedrijfstakken of bepaalde diensten?
• Denkt u iets te doen aan het sturen van de groei in een
door u gewenste richting? Welke criteria spelen daarbij
een rol? Hoe groot zijn de mogelijkheden tot sturing?
Van welke instrumenten denkt u eventueel gebruik te
maken? Zijn dat bestaande of nieuwe instrumenten?
Hoe stelt u zich de vormgeving van een sturend beleid
voor?
• Wat vindt u van de voorstellen die de WRR in het rapport Floats en toekomst van de Nederlandse industrie
op dit punt heeft gedaan? Welke acht u de mogelijkheden en onmogelijkheden ten aanzien van het voeren
van een sector(structuur)beleid?
• Economische groei kan in strijd zijn met beleidsdoelstellingen op het gebied van milieu, ruimtelijke ordening, energieverbruik, enz. Hoe zwaar wegen deze
aspecten voor u? Acht u nog andere aspecten van bijzonder belang? Hoe denkt u de verschillende aspecten
voldoende tot hun recht te laten komen?

416

Verdeling van de groei
De economische groei slaat voor een deel neer in de
particuliere sector, voor een deel in de collectieve sector.
In de particuliere sector komt weer een verdeling tot stand
tussen looninkomens en overige inkomens, in de collectieve sector zijn er collectieve uitgaven en sociale uitkeringen. Hoe uiteindelijk de verdeling van de groei uitvalt is het resultaat van complexe maatschappelijke processen, waarop ,,de politick” slechts partieel invloed kan
uitoefenen.
• Welke verdeling acht u optimaal, welke verschuivingen
in de verdeling zou u in de komende jaren ten opzichte
van de huidige verdeling willen aanbrengen?
• Welke instrumenten wilt u gebruiken om zo’n verschuiving te bewerkstelligen en welke niet? Zijn die
instrumenten krachtig genoeg om de beoogde verdeling
te bereiken?
• Welke groep zou het eerst moeten ,,inleveren” als de
economische groei lager zou uitkomen dan door u verwacht?

Werkgelegenheid
De ontwikkeling van werkgelegenheid en werkloosheid
baart grote zorgen. Het Centraal Planbureau verwacht
tot 1985 nog een aanzienlijke toename van de werkloosheid. Het aanbod van arbeid zal voorlopig nog sterk blijven stijgen, de automatisering zet door. Men krijgt de
indruk dat regeringen niet in staat zijn daar veel aan te
doen.
• Welke mogelijkheden ziet u om de werkloosheid te
beperken of terug te dringen?
• Waar zouden nieuwe arbeidsplaatsen tot stand kunnen
worden gebracht en hoe zouden deze moeten worden
gefinancierd?
• Welke betekenis kunnen verschillende vormen van arbeidstijdverkorting hebben voor de werkloosheidsbestrijding en hoe moeten deze worden gefinancierd?
• Dreigt er niet een situatie te ontstaan, waardoor met
name bepaalde groepen op de arbeidsmarkt de dupe
worden van de toenemende werkloosheid (vrouwen,
jongeren, gehandicapten)? Denkt u daar iets aan te
doen?

• Vindt u dat de arbeidsmarkt goed functioneert? Zo nee,

Collectieve sector

hoe zou u daar verbetering in willen brengen?

Ook de collectieve sector is in de problemen geraakt.
Het financieringstekort heeft een omvang aangenomen

Inkomenspolitiek

Het ziet ernaar uit dat de komende jaren magere jaren
zullen worden wat betreft de ruimte voor inkomensverbetering. De meeste economen bepleiten loonmatiging
om economisch herstel te bevorderen, maar het ,,inleveren” stuit op grote weerstanden. Telkens wanneer een

groep meent dat zijn inkomenspositie in gevaar komt,
stijgen krachtige protesten op.
• Welk ,,inkomensplaatje”staat u voorde komende jaren
voor ogen tegen de achtergrond van het door u voor-

gestane beleid ten aanzien van herstel van de economische groei en werkgelegenheid?
• Welke mogelijkheden ziet u om de lonen en de overige

inkomens binnen de door u aangegeven ruimte te houden, tegen de nodige weerstanden in?

• Kan de automatische prijscompensatie de komende
jaren in stand worden gehouden?
• Kan de koppeling tussen de inkomens in de particuliere

sector en die in de collectieve sector de komende jaren
in stand worden gehouden?
• Kan de koppeling tussen lonen en sociale uitkeringen
de komende jaren in stand worden gehouden?

• Is er ruimte voor verbetering van de rendementen?
• Acht u een grotere differentiatie in de loonvorming

(b.v. naar regio, sector of beroepsgroep) mogelijk en
gewenst?
• Welke mogelijkheden ziet u om iets te doen aan het

,,officieuze circuit”?

Arbeidsverhoudingen

Als de werkloosheid toeneemt en er weinig of geen
ruimte is voor materiele verbeteringen, kan dat leiden tot
steeds hoger oplopende spanningen in de arbeidsverhou-

die door velen met zorg wordt gadegeslagen. De rentelasten lopen hoog op. Het aantal sociale-uitkeringstrek-

kers vertoont een onophoudelijke groei. Daardoor wordt
reeds een aanzienlijk beslag gelegd op de beschikbare
ruimte voor de collectieve sector. Maar op tal van terrei-

nen worden nog vele nieuwe wensen naar voren gebracht
en worden nieuwe initiatieven gevraagd. Denk bijvoor-

beeld aan de volkshuisvesting en de stadsvernieuwing.
Is dat allemaal te fmancieren? De mogelijkheden tot belastingverhoging zijn niet onbeperkt, en ook aan monetaire financiering en vergroting van het financieringstekort kleven bezwaren. Daarnaast is er verzet tegen een

te vergaande staatsbemoeienis en is men bevreesd voor
bureaucratisering.
• Ziet u in de komende jaren nog een uitbreiding van de
collectieve sector in het verschiet of zijnjuist ombuigin-

gen noodzakelijk en zo ja, van welke omvang?
• Acht u een andere verdeling van de financie’le middelen
ongewenst? Waar meer; waar minder?

• Hoe kan de snelle groei van de sociale uitkeringen (m.n.
op basis van de WAO) worden afgeremd of tot staan gebracht. Zijn er kortingen op bepaalde uitkeringen
noodzakelijk? Zo ja, op welke?
• Welke belastingen kunnen nog omhoog en welke
moeten omlaag?
• Welke omvang van het financieringstekort acht u maxi-

maal toelaatbaar? Hoe kunnen overschrijdingen worden voorkomen?

• Hoe staat u tegenover beleggingsvoorschriften ter verlichting van de financieringsproblematiek van de overheid? Aan welke vormen denkt u eventueel? Zijn de wettelijke mogelijkheden daartoe aanwezig?
• Acht u de kritiek op de bureaucratische en inefficiente

werkwijze van de overheid juist en heeft u ideee’n om het
functioneren van het overheidsapparaat te verbeteren?
• Welk beleid moet worden gevoerd ten aanzien van de
aardgasopbrengsten en de aanwending daarvan?

dingen. Vakcentrales krijgen te maken met bonden die

heel verschillende koersen varen, bonden worden geconfronteerd met uiteenlopende opvattingen onder hun

leden. Over niet-materiele aangelegenheden, zoals medezeggenschap van werknemers in investeringsbeslissingen

Monetaire politick

De monetaire politiek bei’nvloedt niet alleen monetaire

en werkgelegenheidsovereenkomsten verlopen de onderhandelingen tussen werkgevers en werknemers uiterst
stroef. Daarnaast blijft een belangrijke kwestie welke rol
de overheid dient te spelen in de arbeidsverhoudingen.

grootheden, maar heeft ook zekere repercussies in de reele
sfeer. Een politiek die crop gericht is de inflatie zo beperkt
mogelijk te houden kan op korte termijn nadelig zijn voor
de werkgelegenheid. Hetzelfde geldt voor een politiek die

Met name moet de vraag worden gesteld in hoeverre de

crop gericht is de koers van de gulden sterk te houden.

overheid de loonontwikkeling nog aan vrije onderhandelingen tussen werkgevers en werknemers kan overlaten.
• Welke rol ziet u in de komende jaren weggelegd voor
werkgevers- en werknemersorganisaties om te komen
tot een economisch herstel?
• Is er nog ruimte voor uitbreiding van de medezeggenschap van werknemers in investeringsbeslissingen of

kan men daar nu beter niet mee aankomen?
• In hoeverre kan volgens u de overheid nog afzijdig blijven bij de loononderhandelingen tussen werkgevers en
werknemers?

ESB 6-5-1981

• Vindt u het belangrijk dat de inflatie zoveel mogelijk
wordt beperkt, zelfs als dat ten koste gaat van de werkgelegenheid op korte termijn?
• Moet de koers van de gulden worden gesteund of zou
een zekere devaluatie gewenst zijn?
• Zouden er mogelijkheden zijn de rente te verlagen en op
die manier de lasten van de overheid en het bedrijfs-

leven te verlichten?
• Spoort het monetaire beleid naar uw mening met het
beleid in de ree’le sfeer? Hoe zou eventueel een betere

afstemming kunnen worden bereikt?

417