Ga direct naar de content

De economie van de belastingvermijding

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: augustus 6 1980

Fisconomie

De economie van de
belastingvermijding
D R S . D. A. ALBREGTSE

Inleiding
Belastingvermijding is een politiek
gevoelig onderwerp. De houding ten opzichte van het verschijnsel loopt uiteen
van ,,volstrekt onaanvaardbaar” en
,,asociaalwtot gezien de hoogte van de
belastingdruk en die van de marginale
tarieven ,,logisch”en ,,vanzelfsprekendw.
Op het afwentelingsgedrag na was belastingvermijding lang een zaak van juristen, die erover spraken in termen van
legaal en illegaal. De laatste tijd bemoeien ook sociologen en economen
zich in toenemende mate met het probleem van belastingvermijding. In de
Angelsaksische literatuur verschenen de
laatste tijd enige publikaties met titels
als îñe economics of fax avoidance, en
The economics of international tax
avoidance I). Bij het Fiscaal-Economisch
Instituut van de Erasmus Universiteit
Rotterdam heeft men een studie onder
handen over de fiscaal-economische aspecten van internationale belastingvermijding.
In deze bijdrage willen wij een schets
geven van het onderzoeksterrein van
economen met betrekking tot de verschijnselen van belastingvermijding. Wij
beperken ons tot die vormen van belastingvermijding, waarbij sprake is van
een bewuste onttrekking aan de belastingplicht door bijvoorbeeld een BV op
te richten, naar het buitenland te gaan
of te frauderen. Vormen van negatieve
en positieve belastingcompensatie en de
afwentelingsproblematiek laten we buiten beschouwing 2).
Het onderzoeksgebied van economen
met betrekking tot belastingvermijding
laat zich in drie subgebieden ovsvlitsen.
Op het eerste subgebied houdt-men zich
vooral bezig met het gedrag (belastingvermijding) op zich en met de factoren
die dit gedrag beïnvloeden. Het tweede
subgebied omvat de problematiek die samenhangt met de kwantificering van de
belastingvermijding. Vragen naar de
economische betekenis van het gedrag
staan hierbij centraal. De gevolgen van
belastingvermijdingsgedrag komen op
het derde subgebied aan bod. In het navolgende laten we deze subgebieden achtereenvolgens de revue passeren.
ESB 23-7-1980

Belastingvermijding als economisch
rationeel gedrag
Zoals in de aanhef al is opgemerkt is
het bestuderen van belastingvermijding
lang een zaak geweest van juristen (met
de tweedeling legaal/illegaal). Ook voor
economen zou deze tweedeling wellicht
zin hebben, indien het gezag van de
staat zodanig zou zijn dat volledige gehoorzaamheid van de burgers aan dat
gezag het gevolg zou zijn. In dat geval
mag worden aangenomen dat de economische betekenis van het illegale belastingvermijdingsgedrag nihil is en dat het
economisch onderzoek zich kan beperken tot legale vormen van belastingvermijding.
Hoewel nog steeds uit onderzoeken 3)
blijkt, dat de houding ten opzichte van
legale vormen van belastingvermijding
toleranter is dan ten opzichte van illegale
vormen, moet toch worden aangenomen
dat zowel de legale als de illegale vormen een zodanige omvang aannemen dat
de juridische classificatie voor het economisch onderzoek irrelevant en onbruikbaar is 4).
Het object van economisch onderzoek is het economisch handelen en het
doet weinig ter zake of dat handelen
legaal of illegaal is. De veronderstelling,
dat het motief van belastingvermijding
een economisch motief is, lijkt mij de
meest aannemelijke en vanuit economisch gezichtspunt gezien de meest relevante 5).
Bij de beantwoording van de vraag of,
en wanneer, het handelen gericht op belastingvermijding vanuit economisch gezichtspunt rationeel is, dienen zowel opbrengst als kosten in de beschouwing te
worden betrokken. Wat de opbrengst
betreft dienen vragen te worden beantwoord als: wat is de omvang van de belastingbesparing en waarvan is die afhankelijk? Ter bepaling van de kosten
dient onder meer te worden nagegaan of,
en in hoeverre, a. door de betreffende
handeling ook baten van overheidsuitgaven gederfd worden; b. er kosten in de
immateriële sfeer aan verbonden zijn;
c. het gaat om een handeling waar een
fiscaal- of strafrechtelijke sanctie op

staat en wat de kans is, dat deze sanctie
ook daadwerkelijk opgelegd wordt.
Daarnaast is belangrijk welke termijn
wij op het oog hebben.
De omvang van een belastingbesparing door belastingvermijding laat zich
nog wel berekenen. De hiervoor benodigde gegevens zijn in principe beschikbaar. Onzekerheden over de interpretatie van de gegevens en de uitvoering van
de wetten waaraan deze gegevens zijn
ontleend, kunnen echter een exacte
vaststelling van de omvang van de belastingbesparing bemoeilijken, c.q. onmogelijk maken. Vooral bij vormen van
internationale belastingvermijding doen
zich wat dit betreft grote problemen
voor.
Nog grotere problemen rijzen er bij de
waardering van de factoren aan de kostenkant. Het onderzoek met betrekking
tot de batenverdeling van overheidsuitgaven heeft de laatste jaren vooral in
conceptueel en methodologisch opzicht
veel vooruitgang geboekt. Over de personele batenverdeling is empirisch nog
weinig bekend 6).
Kennis van de batenverdeling is in de
eerste plaats vereist bij vermijdingsgedrag, waarbij afstand moet worden
gedaan van de baten van overheidsvoorzieningen. Het was met name Tiebout
die de veronderstelling dat verschillen
in voorzieningenniveau tussen lokale

1) Te denken valt aan: Barry BracewellMilnes, The economics of inrernarional fax
avoidance. binnenkort te publiceren bij
Kluwer, Deventer. A. R . Ilesic, Theeconomics
of avoidance evasion, in: Tax avoision,
Reading 22 of the Institute of Economics
Affairs, Londen, 1979, blz. 21-40. J. A. Kay,
The economics of tax avoidance, Brirish Tax
Review. 1979, blz. 354-365.
2) Voor deze begrippen zij verwezen naar
C. Goedhart, Hoofdllijnen van de leer der
openbarejinanciën, Leiden, 1975, blz. 158.
3) Vergelijk uitkomsten onderzoeken, J . van
Houtte, Callens, R. Lafaille en J . Lefevre,
Aanvaarding van de rechrsnorm, Antwerpen,
1973, 143 blz. L. G. M. Stevens, Belasringnaar
draagkrachr. Deventer, 1980, blz. 51 1-520.
F. C. Wijle, Burger versus belastingen, Deventer/ Alphen aan den Rijn, 1976.
4) Bovendien, maar dat gold ook vroeger, zij
erop gewezen dat indeling van vermijdingshandeling en legale en illegale handeling niet
steeds mogelijk is. Daarnaast is zij van plaats
en tijd afhankelijk. Wat naar bijvoorbeeld de
Franse wet legaal is kan naar de Nederlandse
wet illegaal zijn.
5) Naast belastingbesparing worden vaak
politieke motieven aangevoerd om belastingvermijding aannemelijk te maken. Er zij op
gewezen dat gedrag, waarin in eerste instantie
fiscale motieven geen rol spelen toch belastingvermijdingsgedrag met zich brengt. Krapte op de arbeidsmarkt kan het indienst nemen
van ,,zwartew arbeidskrachten stimuleren.
In dat geval is het belastingbesparingsrnotief
afwezig.
6) Voor literatuur over de batenverdeling zij
verwezen naar de publikatie van het Instituut
voor Onderzoek van Overheidsuitgaven,
N. C. M. van Niekerk (red.), Terliaire inkomensverdeling. Den Haag/ Deventer, 1979,
en J. G. A. van Mierlo, Meetlatten voor de
tertiaire verdeling, ESB, 31 mei 1978, blz.
556-559.

overheden (in de VS) het migratiegedrag
in belangrijke mate zou kunnen beïnvloeden, theoretisch heeft onderbouwd
7). Sindsdien hebben tal van onderzoekers de invloed van verschillen in voorzieningenniveau, en de daarmee samenhangende belastingdrukverschillen, op
het migratiegedrag onderzocht. Uit d e
studies (die vooral op de Amerikaanse
situatie betrekking hebben) blijkt onder
meer dat vooral het niveau van de overdrachtsuitgaven en het niveau van de
individuele belastingdruk het migratiegedrag beïnvloeden. Niet-overdrachtsuitgaven zouden, o p wellicht bepaalde
onderwijsuitgaven na, dat gedragnauwelijks beïnvloeden 8).
Overigens kan belastingvermijding
ook de baten die men van de overheidsuitgaven heeft, vergroten. Het feit dat
het krijgen van baten uit overheidsuitgaven in een groot aantal gevallen afhankelijk is van het inkomen, dat men
opgeeft, kan hier debet aan zijn. Te denken valt bijvoorbeeld aan het recht op
sociale uitkeringen, huursubsidies, bepaalde investeringspremies e.d., die niet
verloren gaan bij verhoging van inkomsten door activiteiten in de zwarte
sfeer.
Een tweede belangrijke variabele aan
de kostenkant van het belastingvermijdingsgedrag heeft te maken met de mogelijke strafbaarheid van belastingvermijding. De hoogte van de straf en de
kans dat de straf zal worden opgelegd
zijn hierbij van groot belang. Een belangrijke stimulans tot een analysevande
invloed van strafmaat en strafkans o p
het vermijdingsgedrag (in hun gexal
fraude) vormt de studie van Allingham
en Sandmo 9). Zij maakten enerzijds gebruik van bevindingen uit de analyses
met betrekking tot de economie van de
criminaliteit 10), terwijl anderzijds aansluiting werd gezocht bij de theorieën
over beslissen in onzekerheid, bij de
analyse van de optimale beleggingsportefeuille l l).
Van Bijsterveld maakt in de aangepaste versie van zijn rapport 12) onderscheid
tussen de pakkans zoals de potentiële
overtreder die ziet (de subjectieve pakkans) en het werkelijke risico dat de overtreder loopt om gepakt te worden (de
objectieve pakkans). Het zal duidelijk
zijn dat vooral de subjectieve pakkans
het fraudegedrag zal beïnvloeden. Kennis, of vermeende kennis, van controle
en opsporingstechnieken beïnvloeden
uiteraard de subjectieve pakkans. Problemen doen zich voor bij d e waardering
van de pakkans. Hoge straffen en een
hoog geachte pakkans worden geacht het
aanvankelijk voorgenomen vermijdingsgedrag negatief te beïnvloeden. Dit hoeft
natuurlijk niet te betekenen dat daardoor het vermijdingsgedrag geheel zou
worden teruggedrongen. Keuze voor
andere vermijdingstechnieken, alsmede
het volgen van een andere tactiek bij de
gekozen vorm van belastingvermijding
kunnen het gevolg zijn 13).
Voor de invloed van de straf zelf zij

nog opgemerkt dat behalve de hoogte
ook de vorm van de straf van belang is.
Van Bijsterveld wijst er in zijn rapport
op, dat het feit dat in Nederland m.b.t.
belastingvermijding vrijwel nooit gevangenisstraf wordt opgelegd (in tegenstelling tot b.v. België) het fraudegedrag
beïnvloedt 14).
Als voornaamste oorzaken van belastingvermijding worden veelal genoemd
een hoge belastingdruk, hoge (marginale) tarieven en een als onrechtvaardig ervaren belastingstructuur. Hoewel
de hoogte van de individuele belastingdruk en die van d e (marginale) tarieven
een belangrijke indicatie vormen voor de
omvang van de te realiseren belastingbesparing door vermijdingsgedrag, gaat
het echter te ver om deze factoren als
hoofdoorzaken van belastingvermijding
aan te wijzen. Oorzaak van belastingvermiiding is naar onze mening vooral
de mogelijkheid een belastingbesparing
te realiseren. waardoor de middelen die
de belastingplichtige tot zijn beschikking
staan, toenemen en daarmee zijn individuele behoeftenbevrediging o p een hoger peil komt.

Deze rubriek wordt verzorgd door het
Fiscaal-Economisch Instituut van de
Erasmus Universiteit Rotterdam

De omvang van de te realiseren belastingbesparing 15) is afhankelijk van een
groot aantal factoren. Welke factoren
dat zijn is weer een gevolg van de vorm
van het vermijdingsgedrag. Zo zullen
bij het niet opgeven van inkomsten voor
de inkomstenbelasting vooral de marginale tarieven de belastingbesparing beinvloeden. Bij vlucht in d e BV-vorm zal,
afgezien van eventuele verschillen in de
berekening van d e fiscale winst in inkomsten- en vennootschapsbelastingsfeer, het verschil tussen inkomsten en
vennootschapsbelastingtarief de te realiseren belastingbesparing bepalen en o p
langere termijn ook nog de uitdelingspolitiek van de BV. De belastingbesparing bij vormen van internationale belastingvermijding wordt bepaald door
een veelheid van belastingverschillen
tussen de belastingwetgeving en uitvoering daarvan in de diverse landen 16).
Ook internationale regelingen, bijstandsinformatieuitwisselingsbepalingen
en
spelen hierbij een grote rol.
Naast de hierboven beschreven factoren, de belastingbesparing, de pakkans,
hoogte en vorm van d e sanctie en d e
invloed van de batenverdeling op de
belastingvermijding spelen ook nog tal
van immateriële en materiële factoren
een rol, zoals het verlies, of juist de
winst, van status en sociaal aanzien, het
achterlaten van familie en kennissen bij

fiscale migratie en bijvoorbeeld voordelen bij overdracht van een onderneming ten gevolge van onderbrenging van
een onderneming in een BV.
D e omvang van de belastingvermijding
Het economisch onderzoek naar de
omvang van belastingvermijding is tot
nu toe voornamelijk beperkt gebleven
tot onderzoek naar de omvang van de
fiscale fraude. Het is met name de Belgische hoogleraar Frank geweest, die zich
heeft beijverd een methode te ontwikkelen om de totale fraude te berekenen
en deze toe te delen aan z.g. socio-professionele groepen (beroepsgroepen, die op
zich weer tot een bepaalde sociale
(inkomens)klasse behoren) en aan inkomenscategorieën 17). De door Frank
ontwikkelde methode is een macro-economische methode gebaseerd o p een vergelijking tussen de bij de belastingdienst

7) Ch. M. Tiebout, A pure theory of local
ex pendit ures, Journal o Polirical Eumom,:
f
1956, blz. 416-424.
8) Vergelijk het overzichtsartikel van R. J.
Cebula, A survey of the literature on the
migration-impact of state and local government policies, Public Finance, 1979, blz.
69-84.
9) M . Allingham en A. Sandmo, Income
tas evasion: a theoretica] analysis, Journal
o Public Economics, 1972, blz. 323-338.
f
10) Een recente publikatie op dit gebied is
vande hand van A. G . Holtman en L. Yap,
Does punishment pay?, Public Finance, 1978,
blz. 90-97.
I I) Verwezen werd naar publikaties van
Arrow en van Mossin.
12) Aangepasre versie van hei verslag van een
onderzoek naar de aard en de omvang van de
belasringfroude uirgebrachr in april 1979 aan
de minister en aan de sraarssecreraris van
Financiën door W. J. van Bijsrerveld, Den

Haag, april 1980, blz. 50.
13) Zo wees E. Sharon er in zijn paper
Income fax evasion as raiional behaviour
under risk, 1967, Working paper no. 217,

Center for Research in Management Science
of the University of Californië, op dat ter vermindering van de verdenking door de belastingdienst uit tactische overwegingen een deel
van het inkomen wordt opgegeven. Zie
T. N. Srinivasan, Tax evasion: a model, Journa1 o Public Economic. 1973, blz. 346.
f
14) Zie rapport Van Bijsterveld, blz. 51/52.
15) In onze optiek de doelstelling van belastingvermijding.
16) Naast verschillen in tarieven en heffingsmaatstaven moet ook betekenis worden toegekend aan verschillen in methoden ter voorkoming van dubbele belasting en van inter;ationale belastingvermijding. Ook de betekenis van uitvoeringsverschillen, hoe moeilijk meetbaar dan ook, mag niet onderschat
worden.
17) Voor een methodologische onderbouw,
zie o.m.: Frank, Fraude des revenues soumis
a I’impôt qui en résulte pour Ie trésor. Etude
methodologique, Public Finance, 1976, blz.
r
1-30. Frank, Prohlème mérhodologique~e
.sraii.srique.s rélarifi à I ëvaluarion de la souse.vrimution er de la ,liaude ,fiscale en idem.
L ‘e.uacie percep [ion de I ïmpôr. Dejuisre helasringheffing. Brussel, 1973, blz. 1 1 3-243.
Frank, Lafraude,/ï.scale en Belgique. Brussel,

1977.

aangegeven inkomens, winsten, vermogens, omzetten en dergelijke met cijfers
uit de nationale rekeningen, de nationale vermogensstatistiek en de inputoutputtabellen 18).
Eerder hebben reeds onderzoekers als
Rey voor Italië, Oldman en Holland
voor de VS en Herschel 19) voor ontwikkelingslanden gebruik gemaakt van
macro-methoden om de omvang van de
fraude in zijn geheel of voor bepaalde
belastingcategorieën te schatten. Het
CBS heeft voor Nederland al in 1951 een
dergelijke methode beproefd.
Ook Van Bijsterveld heeft de bruikbaarheid van een dergelijke macromethode voor Nederland onderzocht
20). De door hem gebezigde methode is
gebaseerd o p een vergelijking van de
aangegeven belastinggrondslag en gegevens uit de nationale rekeningen welke
aangepast zijn aan de fiscale definities,
ten einde een zinvolle vergelijking mogelijk te maken. De exercities van Van
Bijsterveld hebben echter slechts een
beperkt en verkennend karakter.
Naast het gebruik van macro-methoden waarbij uitgegaan wordt van geaggregeerde in statistiekvorm beschikbare gegevens, kan men zich ook baseren op analyses van individuele gegevens, verkregen uit boekenonderzoeken,
enquêtes, vraaggesprekken, navorderingsaanslagen, analyses en dergelijke.
De voornaamste conclusies die Van
Bijsterveld in zijn rapport trekt, zijn op
dergelijke analyses gebaseerd 21). Hoewel de kennis van de omvang van de fiscale fraude nog bescheiden is en op de bij
de berekening daarvan gebruikte methoden veel kritiek is te oefenen, is het
inzicht o p dit gebied groot in vergelijking tot het inzicht in de omvang van
belastingvermijdingsverschijnselen waaraan het fraudekarakter ontbreekt.
Slechts hier en daar vindt men incidentele gegevens omtrent het vóórkomen
van bepaalde gedragsuitingen, die o p
belastingvermijding kunnen wijzen. Zo
kunnen gegevens met betrekking tot het
aantal emigranten met een groot vermogen alsmede gegevens over het aantal
in z.g. ,,tax havens” opgerichte postbusmaatschappijen een indicatie vormen
voor d e omvang van het internationale
belastingvermijdingsgedrag 22).
Moeiliikheden ontstaan echter omdat
dergelijk; gegevens schaars zijn en
omdat er geen objectieve criteria bestaan
om uit deze gegevens het vóórkomen
van vermijdingsgedrag af te leiden. Het
subjectieve element speelt bij belastingvermijding zonder fraudekarakter een
grote rol 23). De enige manier om erachter te komen of, en in hoeverre, bij
bepaald gedrag van bewuste belastingvermijding sprake is, is er naar te vragen.
Tijdens ons onderzoek met betrekking
tot de fiscaal-economische aspecten van
internationale belastingvermijding hebben we dan ook het gebruik van de
enquêtemethode overwogen. O m een
aantal redenen hebben wij er echter van
afgezien. De voornaamste reden was wel
ESB 23-7-1 980

dat wij de waarde van de gegevens, verkregen uit een mondelinge en schriftelijke enquête, vooralsnog gering achten vanwege d e nog steeds wel ambivalent te achten houding, die ten aanzien
van belastingvermijding wordt aangenomen. Het leek ons beter eerst onze
aandacht te richten o p andere methoden,
die althans ons theoretisch inzicht zouden vergroten. In een later stadium kan
dan wellicht van een aanvullend enquêteonderzoek een hoger rendement worden
verwacht.
Als alternatieve methoden om het inzicht in de omvang van de (internationale) belastingvermijding te vergroten,
denken wij aan de volgende mogelijkheden 24):
een modelmatige aanpak, door ons de
hypothetisch-econometrische method e genoemd. Uitgaande van een aantal
gedragsveronderstellingen kan, rekening houdend met de invloed van en
samenhang tussen een aantal factoren
die dat gedrag beïnvloeden, een modelmatig beeld van de werkelijkheid worden gegeven omalduseen hypothetisch
beeld van de omvang vandat gedrag te
verkrijgen;
de analytisch-deductieve methode.
Door analyse van de factoren welke
van invloed zijn op een bepaald gedrag
kan inzicht worden verkregen in dat
gedrag. Z o kan de betekenis van de
fiscale factor bij d e vestigingsplaatskeuze van de onderneming worden ingeschat door kennis van de betekenis
van andere factoren. Behalve kwantitatieve factoren kunnen bij deze
methode ook niet-kwantitatieve factoren in de beschouwing worden betrokken;
de statistisch-analytische methode.
Deze methode lijkt veel op de hiervóór
genoemde methode. Statistische gegevens zijn echter uitgangspunt bij de
hier bedoelde methode.

afhankelijk van de reactie die van de
overheid wordt verwacht en van eventuele afwentelingsmechanismen.
Ook de veronderstelling met betrekking tot het motief van het belastingvermijdingsgedrag is van belang. Over het
algemeen wordt aangenomen dat het
motief van belastingvermijding belasting besparen is en dat de belastingvermijder daarvan voordeel heeft. De analyses van Bracewell-Milnes laten o p dit
punt een ander beeld zien. De fiscus zou
financiële voordelen van en belangen bij
belastingvermijding hebben, voor de
belastingvermijder zouden er vaak nadelen zijn en belastingvermijding zou
vaak een kostbare hobby zijn. Deze conclusies lijken in het algemeen niet houdbaar 25), hoewel zijn analyse toch van
grote waarde is, daar zij de betrekkelijkheid van een en ander nog eens duidelijk
laten zien.
Aan meer macro-economische gevolgen is nog weinig aandacht besteed.
Gewezen zou kunnen worden o p de onderzoeken van Frank, voor zover deze
betrekking hebben op het effect van belastingvermijding o p de inkomensverdeling. Daarnaast kan gewezen worden
o p een aantal studies met betrekking tot
de invloed van belastingvermijding op
het aanbod van arbeid 26). Wat betreft
de bestrijding van de belastingvermijding wordt door economen vaak gepleit
voor verlaging van de (marginale) tarieven en van d e belastingdruk. Opvattingen met betrekking tot de samenhang
tussen belastingdmk, hoogte van de
tarieven en belastingvermijding spelen
hierbij een grote rol.

D. A. Albregtse

D e gevolgen van belastingvermijding
Ten slotte enige aandacht voor het
derde door ons onderscheiden subgebied
van d e economie van d e belastingvermijding. In wezen gaat het hierbij o m een
zeer uitgestrekt gebied, waarop nog weinig onderzoek is gedaan. Evenals bij het
onderzoek naar de oorzaken van belastinpermijding is het ook bij het onderzoek van de gevolgen van belastingvermijding noodzakelijk onderscheid te maken naar d e vorm, waarin het vermijdingsgedrag zich heeft geuit. Daarnaast
is van belang welke gevolgen wij willen
onderzoeken en wie die gevolgen ondervindt.
Een deel van het onderzoek richt zich
op de directe gevolgen van belastingvermijding. Welke voor- en nadelen zijn
er aan belastingverrnijding verbonden
voor de belastingvermijder, d e overheid
of de overheden en voor de overige belastingplichtigen. De uitkomst van dit
soort kosten-batenanalyses zijn veelal

18) Zie Frank, t.a.p., 1976, blz. I.
19) F. J. Herschel, Tax evasion and its
measurement in developing countries, Public
Finance, 1978, blz. 232-268.
20) Zie noot 12, blz. 275-318.
21) Zie noot 12 en een eind juli 1980 in het
juli/augustusnummer van Maandblad-Belasringbeschouwingen verschijnend artikel van
de hand van Van Bijsterveld.
22) Zie bijvoorbeeld M.A. Wisselink, Action
centres, in: Inrernotional avoidance. A S t u d ,
of the Rorterdam Insriturefor Fiscal Studies,

vol. A, Deventer, 1979, blz. 1 1 1-1 14.
23) Het motief van een bepaald gedrag is
subjectief van aard. Vergelijk J. C. L. Huiskamp, Internationale belasringvlucht, openbare les, Rotterdam, 1972, blz. 718.
24) Wij hopen de uitkomsten van ons onderzoek in de loop van 1982 te publiceren.
25) Zie zijn binnenkort te publiceren studie
vermeld in noot I. Vergelijk ook zijn bijdrage
in European Taxarion, 1980, blz. 6-10: The
limits of tax avoidance: how avoidance can
benefit society. Vergelijk ook D. R. Myddelton. Tax avoision – its costs and benefits,
in: Tax avoision. blz. 41-57.
26) Vergelijk o.m. M. W. Marchon, Tax
avoidance, progressivity and work eí’fort,
Public Finance. 1979, blz. 452-460.

Auteur