Een groter financieel vermogen maakt het voor huishoudens mogelijk om te investeren in minder energieverbruik, maar kan ook leiden tot consumptie van energie-intensieve luxeproducten. Naarmate het vermogen groter wordt, wint het laatste het van het eerste: de meest vermogende huishoudens verbruiken relatief veel energie.
De figuur toont de U-vormige relatie tussen de energiequote (het deel van het huishoudensinkomen dat wordt besteed aan energie ten opzichte van huishoudens met nul euro vermogen) en het vermogen. In de data zijn huishoudens meegenomen in de periode van 2019–2022. Aanvankelijk hangt een hoger vermogen samen met een lagere de energiequote. Naarmate het vermogen toeneemt, ontstaat meer ruimte voor investeringen in verduurzaming van de woning, bijvoorbeeld door middel van zonnepanelen of verbeterde isolatie. Dit vermindert de benodigde hoeveelheid energie om een gezond leefklimaat te handhaven, wat resulteert in een lagere energiequote.
In de figuur is gecorrigeerd voor het energielabel van het huis waarin huishoudens wonen. Er zijn twee redenen waardoor we toch een effect vinden. Ten eerste hebben niet alle investeringen direct invloed op het label, maar mogelijk wel direct op benodigde energie, omdat het energielabel categorisch is en daadwerkelijke zuinigheid continu varieert. Ten tweede wordt het energielabel vaak pas bij de verkoop van een huis geactualiseerd, waardoor verbeteringen niet altijd direct in de data worden meegenomen.
Bij huishoudens met een nog hoger vermogen, zien we een hogere energiequote. Dit duidt erop dat energie in deze fase steeds meer als luxe goed wordt geconsumeerd. Huishoudens met een hoger vermogen hebben de mogelijkheid om meer energie-intensieve luxeproducten aan te schaffen, zoals een verwarmd zwembad. Daarnaast zijn zij mogelijk minder geneigd om op hun energieverbruik te letten, bijvoorbeeld door langer te douchen of vaker een bad te nemen. Dit resultaat blijft overeind na correctie voor woningtype en woningoppervlakte.
Auteurs
Categorieën