Ga direct naar de content

Windenergie in uw achtertuin

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: maart 22 2002

Windenergie in uw achtertuin
Aute ur(s ):
Jonkhoff, W. (auteur)
Ve rs che ne n in:
ESB, 87e jaargang, nr. 4352, pagina 221, 22 maart 2002 (datum)
Rubrie k :
Van de redactie
Tre fw oord(e n):

Hij die zichzelf overwint, is sterker dan wie een stad inneemt. Is de algemene klacht tegen het op haar tandvlees lopende paarse
kabinet dat het al enkele jaren uitgeregeerd is, alsmede gespeend van ieder idealisme, vorige week werd een indrukwekkend besluit
genomen, dat tevens paal en perk stelde aan een eindeloze polderdiscussie. Terwijl Leefbaar Rotterdam de lokale politiek via een
ultimatum in de wurggreep nam, besloot het kabinet af te zien van economische activiteit in het Waddengebied. Geen gaswinning, geen
kokkelvisserij en geen windmolens langs de Afsluitdijk.
Dat laatste was de bron van de discussie. Welk milieubelang moet de voorrang krijgen, dat van de schone energie of dat van de
slachtoffers ervan, de vogels? De provincies Noord-Holland en (vooral) Friesland zijn ernstig teleurgesteld omdat het kabinet in eerste
instantie wel oren had naar het plan. Met name de laatste provincie zet de hakken in het zand door niet verder te willen zoeken naar
locaties voor het opwekken van de afgesproken hoeveelheid van zo’n 200 megawatt elektriciteit via windmolens in 2010 1.
Op 26 oktober vorig jaar zette Henk Folmer de verschillende waarden die men aan natuurgebieden zoals de Waddenzee kan toedichten, in
dit blad uiteen. Hij betoogde dat het voorzorgprincipe van kracht is: niets doen zolang er onvoldoende informatie voorhanden is. Deze
informatie wordt door het belang ervan voor de uiteindelijke beslissing echter zelf bepalend voor de optiewaarde. De reden hiervoor is
dat de investering in windmolens een element van onomkeerbaarheid bevat: zoals een dubbeltje maar één keer kan worden uitgegeven,
kunnen vogelsoorten maar één keer uitsterven. Daarna krijg je ze niet meer terug – bezint eer ge begint, is dan de boodschap 2.
In theorie hebben de vogels dus optiewaarde. Omdat de windmolens niet worden geplaatst, kan iedere vogelaar ook in de toekomst van
de vogels blijven genieten. Er is dus keuze. Zouden de windmolens worden geplaatst, dan zou deze vervallen.
Of toch niet? Immers, het plaatsen van windmolens is grotendeels geen onomkeerbaar proces. Zou men de windmolens in een later
stadium weer weghalen dan zouden de niet uitgestorven vogels naar verwachting op termijn weer terugkomen. Ze hebben immers een
arbeidsmobiliteit waarvan menig Europees ingezetene nog wat van kan opsteken. Het zou zo kunnen zijn dat ze niet terug komen omdat
ze het elders beter toeven achten; maar dat kan ook gebeuren zonder dat windmolens worden geplaatst. Het is dus kwestieus of het
hierbij gaat om optiewaarde. Alleen voor de vogelsoorten die door het plaatsen van de molens met uitsterven zijn bedreigd, geldt de
optiewaarde. Verkleining van de populatie telt niet omdat dit geen onomkeerbaar proces is. Er is er dan geen sprake van optiewaarde. En
volgens de milieueffectrapportage die naar aanleiding van het windmolenplan is opgesteld, zullen er weinig of geen vogelsoorten
uitsterven als gevolg van de windmolens.
De vogelbeschermers waren er echter als de kippen bij om deze conclusies in twijfel te trekken. Dit geruzie over de merites van de
milieueffectrapportage duurt al enige tijd. Het heeft feitelijk overmatig gebruik van het voorzorgprincipe tot gevolg. Immers, discussiëren
levert niet de beoogde 200 megawatt schone energie.
Nu voegt het Wad meer waarde toe dan alleen optiewaarde. En er kleven meer problemen aan windmolens dan alleen vogelsterfte bijvoorbeeld horizonvervuiling. Ook deze feiten leveren echter niet de gewenste hoeveelheid groene stroom. Hoe staat het met de
alternatieven voor windenergie langs de Afsluitdijk? Ook daarover heerst verschil van mening. Een mogelijkheid is de windmolens te
plaatsen op industrieterreinen. Deze hebben het voordeel dat ze over het algemeen worden beschouwd als lelijk. Aangezien dit ook voor
windmolens geldt, kunnen ze elkaar weinig kwaad doen. Industrieterreinen zijn in het economisch ijle Friesland echter relatief dun
gezaaid. Er zal dus ook een beroep moeten worden gedaan op particulieren, boeren bijvoorbeeld.
Dergelijke boeren consumeren hetgeen ze niet kennen bij voorkeur niet. Asymmetrische informatie heerst op alle markten en daardoor
worden consumenten risicomijdend. De algemene perceptie van windmolens is er in dit geval een van afkeer. Maar is deze esthetische
afkeer niet vooral ingegeven door onbekendheid? Is de molen naast de tulp niet ons belangrijkste nationale symbool van trots? In
gedachten zie ik Pim Fortuyn al saluerend voor een windmolen, prevelend: “At your service…” Net als bij de euro lijkt het dus zaak, de
voordelen van de windmolen onder de aandacht te brengen (dat kweekt draagvlak) en voorlopig geen referenda te houden (dat leidt maar
tot vertraging en dus tot overmatig gebruik van het voorzorgprincipe).
In theorie zouden de winnaars de verliezers moeten compenseren. Concreet betekent dit, dat de regering nu het initiatief moet nemen om
voor voldoende locaties voor windmolens te zorgen. Het alternatief is dat deze allocatie verwordt tot een windhandel in smoesjes.

1 Leeuwarder Courant, 16 maart 2002.
2 Zie bijvoorbeeld H.L.F. de Groot en D.P. van Soest, Investeren onder onzekerheid , ESB, 26 maart 1999, blz. 230-232.

Copyright © 2002 – 2003 Economisch Statistische Berichten ( www.economie.nl)

Auteur