Minister Dijsselbloem heeft twee maal in één week voor ophef gezorgd. Eerst ging hij akkoord – als voorzitter van de Eurogroep – met het belasten van spaarders met minder dan 100.000 euro spaargeld in Cyprus. Dat bezorgde menig econoom koude rillingen over de rug; het is dé manier om bankruns aan te wakkeren in landen waar spaarders niet zeker zijn of hun overheid wel sterk genoeg is om de spaardeposito’s te garanderen. Die stupide vergissing werd gelukkig hersteld en Cyprus ging akkoord met een herstructurering van de banken waarin de kleinere spaarders gevrijwaard bleven. Wel moesten de grote spaarders fors bloeden voor de sanering van de Cypriotische banken. Dat leek goed nieuws.
Maar later ontstond er weer beroering. Dijsselbloem suggereerde in interviews met de Financial Times en Reuters dat de werkwijze in Cyprus een blauwdruk zou worden, door de aandeelhouders, obligatiehouders (overigens relatief onbelangrijk in Cyprus) en vermogende spaarders eerst te laten bloeden, voordat belastingbetalers opdraaien voor de kosten van bankreddingen. Over de interpretatie van zijn woorden is aanhoudend gesteggel geweest in de media. Maar zijn bedoelingen zij overduidelijk. Gister sloot Klaas Knot zich bij Dijsselbloem aan, aldus Het Financieele Dagblad.
Is het nu erg wat Dijsselbloem heeft gesuggereerd? Nee en ja.
De door Dijsselbloem voorgestelde ‘bail-ins’ zijn in principe een uitstekend idee. Dijsselbloem moet daarvoor worden geprezen. Sheila Sitalsing voorspelde in De Volkskrant dat er daarom ooit een standbeeld voor Dijsselbloem zal worden opgericht. Het hoort namelijk in een kapitalistisch financieel stelsel zo te zijn dat de risicodragende vermogensverschaffers ook het verlies nemen als het misgaat en niet de belastingbetalers. En het werd hoog tijd dat de vermogensverschaffers eens met financiële risico’s werden geconfronteerd, nadat ze jarenlang teveel uit de wind zijn gehouden.
Maar Dijsselbloem’s doctrine gaat veel te gemakkelijk voorbij aan de consequenties die zijn werkwijze kan hebben voor de stabiliteit van het Europese financiële stelsel. We hebben nog geen goed werkend Europees crisisresolutiemechanisme om probleembanken af te wikkelen. We hebben evenmin de bijbehorende budgettaire armslag noch de politieke wil om bankreddingen en herkapitalisaties te financieren.
Waarom is dit belangrijk? Veel banken hebben aan elkaar geleend, ze hebben elkaar dus vreemd vermogen verschaft. Als de Dijsselbloemdoctrine nu voluit wordt ingezet, en bij bankherstructureringen niet alleen de aandeelhouders worden weggevaagd, maar vrolijk wordt ingehakt op de vreemdvermogenverschaffers, dan komen andere banken mogelijk weer in problemen. Dit was ook de reden waarom iedereen hel en verdoemenis predikte toen de Griekse overheid haar schulden ging saneren. De angst voor balansbesmetting in het Europese bankwezen is nu merkwaardigerwijze verdwenen. Ik begrijp daar niet heel veel van.
Ik weet niet precies hoe sterk het Europese bankwezen nog met elkaar is vervlochten. De Bank of International Settlements heeft wel laten zien dat banken in kernlanden hun blootstelling aan private en publieke schulden in de perifere landen fors hebben verminderd, zie deze prachtige interactieve grafiek van de FT. Maar het lijkt mij vreemd dat de interbancaire sector nu volledig ontvlochten zou zijn – dat de ‘scrambled egg’ nu zou zijn ‘unscrambled’.
Het Europese bankwezen bestaat daarnaast voor een groot deel uit zombiebanken: vol met verborgen verliezen en uiterst marginaal gekapitaliseerd. Als die nu worden geraakt door nieuwe bankherstructureringen bij andere banken, dan raken die banken in nog grotere problemen en gaan mogelijk failliet.
De Dijsselbloemdoctrine zal nu iedereen in de financiële sector nog meer aanzetten zijn blootstelling aan zwakke banken in de periferie te minimaliseren in anticipatie op nog grotere toekomstige verliezen. De interbancaire markten blijven dus op slot. We zouden dit moeten gaan zien als de tekorten op de Target-2 balansen in de periferie oplopen, terwijl de overschotten van de kernlanden verder toenemen. Ook kan het zijn dat de Eurokoersen verder dalen als beleggers hun geld terugtrekken uit de perifere Eurolanden.
Dijsselbloem zal daarom het eerlijke verhaal moeten vertellen, om Diederik Samsom maar eens te parafraseren. Als hij werkelijk meent dat alle vermogensverschaffers moeten gaan bijdragen aan de oplossing van de eurocrisis – nogmaals een goed idee – dan zal hij in zijn rol als Eurogroepvoorzitter alle Ministers van Financiën en de Centrale Bankdirecteuren bij zich moeten roepen om alle oninbare schulden tegenelkaar weg te strepen op de bankbalansen. Immers, de verplichting van de een is het bezit van ander. Tegelijkertijd dient hij onmiddellijk een goed functionerend Europees crisisresolutieregime op poten te gaan zetten, met de bijbehorende budgettaire achtervang om zwakke, maar levensvatbare banken te kunnen herkapitaliseren.
Echter, zolang er geen goed crisisresolutieregime bestaat, en ook de politieke wil in de kernlanden ontbreekt om eventuele herkapitalisaties van zwakke banken in de periferie mee te financieren, zet Dijsselbloem’s oproep alleen maar financiële partijen aan om al hun geld terug te trekken. Zwakke banken zullen daarom nog sterker aan het ECB infuus komen te hangen. Die risico’s liggen natuurlijk uiteindelijk ook op het bordje van de belastingbetaler. En Europa krijgt dan nog veel meer zombiebanken, die niets meer uitlenen en de economische groei in de Eurozone afknijpen.
We zullen zien hoe dit gaat aflopen, maar ik ben er bepaald niet gerust op. Laat die standbeelden dus voorlopig nog maar even in de kast.
Auteur
Categorieën