Ga direct naar de content

Waarom we SNS moesten redden – over double leverage en het DGS als molensteen

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: februari 4 2013

Eén van de vragen die een journaliste mij stelde over de nationalisatie van SNS luidde: waarom moest SNS eigenlijk gered worden? Wat maakt SNS tot een systeembank? Ik wist het niet zo snel, tenzij elke bank met een balansomvang van enkele tientallen miljarden euro tegenwoordig een systeembank is. Het besluit tot onteigening van effecten en vermogensbestanddelen SNS REAAL NV en SNS Bank NV bevat over het antwoord op deze vraag echter een tweetal belangrijke passages.

 

De eerste passage legt uit waarom volgens DNB een faillissement van alleen de holding een schokeffect zou kunnen teweegbrengen. Er staat letterlijk

 

‘Marktpartijen (bijv. rating agencies) zullen de risico’s van instellingen met een vergelijkbare holdingstructuur onder de loep nemen, waarbij reeds afgesloten transacties – bijvoorbeeld met betrekking tot liquiditeitsverschaffing – opnieuw zullen worden beoordeeld. In gevallen waarin vergelijkbare problemen en risico’s worden geconstateerd, zoals bijvoorbeeld het bestaan van double leverage (…) waardoor deze instellingen eveneens in financiële moeilijkheden kunnen komen’

 

Double leverage betekent in dit geval dat een verzekeraar een aandeel neemt in een bank en dat aandeel financiert met schuld. Het lijkt dan alsof de bank meer eigen vermogen heeft. Op holdingniveau is echter helemaal geen sprake van financiering door eigen vermogen, maar van schuldfinanciering. Kennelijk vreest DNB dat andere Nederlandse financiële conglomeraten ook dergelijke constructies kennen. Dit suggereert dat andere Nederlandse financiële instellingen een hoog eigen vermogen lijken te hebben, maar dat dit als sneeuw voor de zon kan verdwijnen op het moment dat problemen zich voordoen. Als zulke instellingen bestaan, dan betekent dit dat de hefboom van de Nederlandse financiële sector als geheel wel eens groter kan zijn dan ze lijkt.

 

De tweede passage geeft nog een reden waarom een faillissement van SNS de gezondheid van andere Nederlandse financiële instelling negatief kan beïnvloeden. De passage schat het te verwachten definitieve verlies na faillissement op ongeveer 5,3 miljard euro. Binnen depositogarantiestelsel (DGS) zal dit verlies door de overige banken moeten worden gedragen. DNB noemt ‘een dergelijk verlies voor de overige deelnemende banken onverantwoord groot’. Daarnaast stelt de toezichthouder dat na faillissement en toepassing van het DGS Nederlandse banken een onzekere claim van 30 miljard op SNS zouden hebben. Een dergelijke grote onzekere vordering ‘vormt op zichzelf een ondermijning van de gezondheid van, en derhalve het vertrouwen in, deze banken’. Dit betekent dat het DGS, een veronderstelde bron van stabiliteit, juist tot molensteen om de nek van andere banken zou worden bij een faillissement van SNS. Dit is niet nieuw. Maar niet eerder stelde de toezichthouder zo onomwonden dat het DGS een potentiële bron van besmetting vormt.

 

Al met al genoeg redenen voor beleidsmakers zich om naar aanleiding van de nationalisatie van SNS eens flink achter de oren te krabben.

Auteur

Categorieën