Ga direct naar de content

Verhoging minimumloon kost minder banen dan gedacht

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juni 16 2020

■ Jurriaan Paans (CPB)

In verschillende landen, zoals de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland, is de afgelopen jaren het minimumloon verhoogd of ingevoerd. Als gevolg van de nieuwe minimumloonwetgeving is er veel nieuw onderzoek gedaan naar de effecten hiervan op de werkgelegenheid (uitgedrukt in vervulde werknemersbanen). Daarom heeft het Centraal Planbureau (CPB) in een update van Kansrijk Arbeidsmarktbeleid de kosten en opbrengsten van wijzigingen in de hoogte van het minimumloon opnieuw doorgerekend.

Een verhoging van het minimumloon, met de daaraan gekoppelde uitkeringen, van vijf procent leidt tot een daling van de werkgelegenheid met ongeveer 18.000 banen (figuur). Naarmate het minimumloon verder verhoogd wordt, zal het aantal banen dat verloren gaat meer dan evenredig toenemen. Bij een grote verhoging van het minimumloon van veertig procent gaan meer dan 300.000 banen verloren.

De werkgelegenheid daalt als direct gevolg van de verhoging van het minimumloon, doordat er minder vraag is naar arbeid. Uit de nieuwe analyse blijkt dit directe effect kleiner dan eerder werd aangenomen.

Daarnaast zijn de sociale uitkeringen zoals de bijstand gekoppeld aan het minimumloon. Door een stijging van de uitkeringen wordt werken minder aantrekkelijk. Als het minimumloon wordt verhoogd zonder koppeling aan de sociale uitkeringen, zal dat een aanzienlijk kleiner effect hebben op de werkgelegenheid. Bij een verhoging van vijf procent is er nauwelijks nog sprake van verlies van banen en bij een verhoging van veertig procent daalt de werkgelegenheid met ongeveer 180.000 banen. Ook de kosten voor de overheid zijn in dat geval veel lager. Het merendeel van de uitgavenstijging is namelijk het gevolg van de koppeling aan het minimumloon van de AOW en de bijstand. Verhoging van het minimumloon met vijf procent kost met koppeling van uitkeringen 3,2 miljard euro, zonder koppeling is dat 0,2 miljard euro.

De berekeningen gaan uit van structurele effecten, deze zijn daarom slechts in beperkte mate gevoelig voor schommelingen in de conjunctuur. Op korte termijn kunnen de uitkomsten wel afwijken. Dat geldt vooral voor de budgettaire effecten.

Auteur

Categorieën