Ga direct naar de content

Uit de column van Peter van Bergeijk

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: januari 6 2016

“Deze dinosaurus hier houdt het bij de
brievenbus, de drukinkt en het papier – al
was het alleen maar omdat een ongeopende
ESB een beroep doet op de lezersplicht en de
nieuwsgierigheid prikkelt. Want: wat zou er
deze week in staan?”

Column ESB
15Jaargang 101 (4725) 7 januari 2016
I
n mijn kantoor hangt een inge ­
lijste envelop. Deze bracht het
nieuws dat mijn artikel ‘Econo ­
mie: een vredige wetenschap?’ was
geaccepteerd door ESB en zou gaan
verschijnen in het kerstnummer van
1985. Ik was er danig mee in mijn
nopjes, want mijn scriptiebegeleider
had me net gewaarschuwd dat hij
de kwaliteit van mijn buitenissige
onderwerp niet kon beoordelen. De
economie van de oorlog viel volgens
hem te ver buiten de normale econo ­
mische boot. Ik moest dus maar op
zoek gaan naar iemand anders. Dus
dat probleem werd mooi voor me
opgelost, want was het goed genoeg
voor ESB dan was het ook zeker goed
genoeg voor een doctoraalscriptie.
Dertig jaar later is er veel veran derd.
Vijf hoofdredacteuren vierden het
rode potlood bot op mijn opstellen: Leo van der Geest,
Hugo Keuzenkamp, Fieke van der Lecq, Albert Jolink en
Sandra Phlippen. Iedere hoofdredacteur liet zo zijn of haar
sporen na op het huisblad van de Nederlandse econoom.
Het verdwijnen van de voetnoot – een verkeerde en nog
steeds diep betreurde beslissing. Het afschaffen van het hon ­
orarium – de eerste keer hoopte ik er een nieuwe fiets van te
kunnen kopen (het was toen honderd gulden). En de invoe­
ring van de elektronische aanlevering. In het begin van de
jaren negentig kreeg ik in Den Haag regelmatig bezoek van
ESB­ auteurs, omdat ik al wel kon uploaden en zij nog niet
(ik weet eerlijk gezegd niet of je tegenwoordig je manuscript
nog wel op papier zou kunnen aanleveren). Ook deden de
dossiers, de canons en de tweewekelijkse verschijning hun
intrede. Het redactionele proces veranderde van een binair
‘geaccepteerd’ of ‘afgewezen’ tot een ‘bijgaand enige wij­
zigingen en wat vragen’, die het artikel qua strekking en toon
op zijn kop zetten en deze auteur al gauw een volle extra
werkdag zouden gaan kosten. De uitgever veranderde van
het Nederlandsch Economisch Instituut via Sdu tot de FD
Mediagroep. De uitstraling ontwikkelde zich van louter zwart
­wit via een steunkleur tot een
full-colour magazine dat men best op
de salontafel kon laten liggen (ook
vanwege het artistieke Economie in
beeld). En Economisch ­Statistische
Berichten transformeerde tot econ ­
omie.nl.
Maar er is ook veel hetzelfde ge­
bleven. Dat zijn de ‘kroonjuwel ­
en’ die ervoor hebben gezorgd dat
ESB nog steeds bestaat. Wie wil
weten waar het economische debat
in Neder land over gaat en wie er
daarin toe doen, moet ESB in ieder
geval regelmatig doorbladeren. Maar
wie de details en achtergronden wil
weten, moet het gewoon écht lezen.
Het nieuwjaarsartikel van de Secre ­
taris­ Generaal voor Economische
Zaken trapt af; de redactionelen
dagen uit en geven richting aan het
debat. Ik zie met plezier dat de bijdragen niet alleen maar
de pennenvruchten van de bekende mastodonten blijken te
zijn, want ESB blijft een springplank voor jong talent.
Blijft ESB bestaan? Prestaties uit het verleden bieden geen
enkele garantie voor de toekomst. Desondanks mag worden
vastgesteld dat er vele stormen zijn overleefd. Er is met dé ­
dain gesproken over de Mickey Mouse van economisch
Nederland en de publish or perish­ mentaliteit heeft ertoe
geleid dat een Engelstalige, maar ongelezen publicatie in een
obscuur buitenlands tijdschrift in hoger academisch aan ­
zicht leek te staan dan een ESB­ artikel met relevantie voor
onze economie, het beleid en de maatschappij. Er is – en dat
is slecht – veel minder ruimte gekomen voor beleidsmakers
om deel te nemen aan het economendebat, maar – en dat is
goed – er is concurrentie bij gekomen in de vorm van web­
logs en discussieplatforms. De volgende uitdaging die ik zie,
is of de papieren versie kan blijven voortbestaan.
Deze dinosaurus hier houdt het bij de brievenbus, de druk ­
inkt en het papier – al was het alleen maar omdat een onge ­
opende ESB een beroep doet op de lezersplicht en de nieuws­
gierigheid prikkelt. Want: wat zou er deze week in staan?
Eeuwig jong
PETER VAN BERGEIJK
Hoogleraar aan de
Erasmus Universiteit Rotterdam

Auteur