“Deze dinosaurus hier houdt het bij de
brievenbus, de drukinkt en het papier – al
was het alleen maar omdat een ongeopende
ESB een beroep doet op de lezersplicht en de
nieuwsgierigheid prikkelt. Want: wat zou er
deze week in staan?”
Column ESB
15Jaargang 101 (4725) 7 januari 2016
I
n mijn kantoor hangt een inge
lijste envelop. Deze bracht het
nieuws dat mijn artikel ‘Econo
mie: een vredige wetenschap?’ was
geaccepteerd door ESB en zou gaan
verschijnen in het kerstnummer van
1985. Ik was er danig mee in mijn
nopjes, want mijn scriptiebegeleider
had me net gewaarschuwd dat hij
de kwaliteit van mijn buitenissige
onderwerp niet kon beoordelen. De
economie van de oorlog viel volgens
hem te ver buiten de normale econo
mische boot. Ik moest dus maar op
zoek gaan naar iemand anders. Dus
dat probleem werd mooi voor me
opgelost, want was het goed genoeg
voor ESB dan was het ook zeker goed
genoeg voor een doctoraalscriptie.
Dertig jaar later is er veel veran derd.
Vijf hoofdredacteuren vierden het
rode potlood bot op mijn opstellen: Leo van der Geest,
Hugo Keuzenkamp, Fieke van der Lecq, Albert Jolink en
Sandra Phlippen. Iedere hoofdredacteur liet zo zijn of haar
sporen na op het huisblad van de Nederlandse econoom.
Het verdwijnen van de voetnoot – een verkeerde en nog
steeds diep betreurde beslissing. Het afschaffen van het hon
orarium – de eerste keer hoopte ik er een nieuwe fiets van te
kunnen kopen (het was toen honderd gulden). En de invoe
ring van de elektronische aanlevering. In het begin van de
jaren negentig kreeg ik in Den Haag regelmatig bezoek van
ESB auteurs, omdat ik al wel kon uploaden en zij nog niet
(ik weet eerlijk gezegd niet of je tegenwoordig je manuscript
nog wel op papier zou kunnen aanleveren). Ook deden de
dossiers, de canons en de tweewekelijkse verschijning hun
intrede. Het redactionele proces veranderde van een binair
‘geaccepteerd’ of ‘afgewezen’ tot een ‘bijgaand enige wij
zigingen en wat vragen’, die het artikel qua strekking en toon
op zijn kop zetten en deze auteur al gauw een volle extra
werkdag zouden gaan kosten. De uitgever veranderde van
het Nederlandsch Economisch Instituut via Sdu tot de FD
Mediagroep. De uitstraling ontwikkelde zich van louter zwart
wit via een steunkleur tot een
full-colour magazine dat men best op
de salontafel kon laten liggen (ook
vanwege het artistieke Economie in
beeld). En Economisch Statistische
Berichten transformeerde tot econ
omie.nl.
Maar er is ook veel hetzelfde ge
bleven. Dat zijn de ‘kroonjuwel
en’ die ervoor hebben gezorgd dat
ESB nog steeds bestaat. Wie wil
weten waar het economische debat
in Neder land over gaat en wie er
daarin toe doen, moet ESB in ieder
geval regelmatig doorbladeren. Maar
wie de details en achtergronden wil
weten, moet het gewoon écht lezen.
Het nieuwjaarsartikel van de Secre
taris Generaal voor Economische
Zaken trapt af; de redactionelen
dagen uit en geven richting aan het
debat. Ik zie met plezier dat de bijdragen niet alleen maar
de pennenvruchten van de bekende mastodonten blijken te
zijn, want ESB blijft een springplank voor jong talent.
Blijft ESB bestaan? Prestaties uit het verleden bieden geen
enkele garantie voor de toekomst. Desondanks mag worden
vastgesteld dat er vele stormen zijn overleefd. Er is met dé
dain gesproken over de Mickey Mouse van economisch
Nederland en de publish or perish mentaliteit heeft ertoe
geleid dat een Engelstalige, maar ongelezen publicatie in een
obscuur buitenlands tijdschrift in hoger academisch aan
zicht leek te staan dan een ESB artikel met relevantie voor
onze economie, het beleid en de maatschappij. Er is – en dat
is slecht – veel minder ruimte gekomen voor beleidsmakers
om deel te nemen aan het economendebat, maar – en dat is
goed – er is concurrentie bij gekomen in de vorm van web
logs en discussieplatforms. De volgende uitdaging die ik zie,
is of de papieren versie kan blijven voortbestaan.
Deze dinosaurus hier houdt het bij de brievenbus, de druk
inkt en het papier – al was het alleen maar omdat een onge
opende ESB een beroep doet op de lezersplicht en de nieuws
gierigheid prikkelt. Want: wat zou er deze week in staan?
Eeuwig jong
PETER VAN BERGEIJK
Hoogleraar aan de
Erasmus Universiteit Rotterdam