“Als ik vandaag de dag over de wereldeconomie nadenk, zie ik mezelf weer stuntelen tijdens de rijlessen: de wereld economie weet net zomin als ik in welke versnelling ze staat of zou moeten staan”.
Column ESB
303Jaargang 100 (4710) 21 mei 2015
I
k ben vier keer voor mijn rij –
examen gezakt en de vijfde
keer haalde ik het alleen maar
omdat de rijexaminator onredelijk
coulant was. Mijn probleem zat
hem niet in het naleven van de
regels, het kijken in de binnen- en
buitenspiegels, het verkeersinzicht
of het achteruit inparkeren. Mijn
probleem was dat ik maar niet
goed kon schakelen. Mijn rijbewijs
heb ik dus wel gehaald, maar nog
steeds rij ik 35 jaar na dato met
grote regelmaat weg in z’n drie.
Als ik vandaag de dag over de
wereldeconomie nadenk, zie ik
mezelf weer stuntelen tijdens de
rijlessen: de wereldeconomie weet
net zomin als ik in welke versnel –
ling ze staat of zou moeten staan.
De aandelenbeurzen staan louter
in de vijfde versnelling dankzij de kwantitatieve verrui-
ming en de exorbitant lage en soms negatieve rentes. De
olieprijsdaling drukt het gaspedaal van de wereldecono –
mie nog eens extra goed in. Op de autosnelweg is de vijfde
versnelling vet cool, maar bij het optrekken na een rood
stoplicht moet je dat vooral niet doen.
Dit klemt te meer, omdat de wereldeconomie volgens de
mondiale financieel-economische organisaties nog steeds
niet van haar plaats komt. Volgens de jongste World Eco-
nomic Outlook daalt de potentiële groeivoet door de Grote
Recessie, onder andere omdat het maar niet wil lukken om
de investeringen aan het draaien te krijgen. Het Global Fi –
nancial Stability Report meldt dat het productieaandeel van
landen met een deflatieprobleem is opgelopen tot veertig
procent (zestig procent als de grens wordt gelegd bij min –
der dan één procent inflatie). De Global Economic Prospects
bespreken de structurele vertraging van de wereldhandel
en de UNCTAD Global Investment Monitor tekent een
reële krimp van de directe buitenlandse investeringen op.
De World Employment and Social Outlook voegt daar nog –
al sombere vooruitzichten van oplopende werkloosheid
en toenemende ongelijkheid aan toe. Het is ongebruike -lijk dat het IMF, de Wereld Bank,
de Verenigde Naties en de ILO zo
eensgezind zijn over de wereld
–
economie. Het is even opmerkelijk
dat er in de externe communicatie
sprake is van een grondtoon van
realistisch pessimisme, terwijl
we in het recente verleden toch
vooral het positieve nieuws van de
eerste tekenen van herstel voorge –
schoteld hebben gekregen. Men
hoeft al met al geen raspessimist
te zijn om te gaan geloven dat er
een serieus probleem is. (ons eigen
CPB heeft nota bene een toonaan –
gevend instrument, de CPB World
Trade Monitor , met bijna-realtime-
gegevens over de mondiale indus-
triële productie en de wereldhandel
die deze vooruitzichten vooralsnog
bevestigen.)
Weet u wat er gebeurt als u weg probeert te rijden in de
vijf de versnelling ? Als ervaringsdeskundige kan ik u
melden dat de motor dan onverbiddelijk afslaat. Dit is in
een notendop het probleem waarvoor de mondiale orga –
nisaties zich gesteld zien en dat is de reden voor hun met
ons zo transparant gedeelde zorgen. De beurzen bieden in
de huidige context nu eenmaal rendementsvooruitzichten
die elders niet gerealiseerd kunnen worden. De liquiditeit
die is gecreëerd door de kwantitatieve verruiming ver taalt
zich in inflatie van vermogenstitels en biedt daardoor geen
stimulans meer voor de reële economie (Van Bergeijk,
1987; 2000). De beleidsparadox is dat we er nu eerst en
snel voor moeten zorgen dat de zeepbel op de beurzen
wordt doorgeprikt.
Blijf je toch proberen om in zijn vijf weg te rijden, dan
draai je de versnelling en de motor in de soep!
LITERATUUR
Bergeijk, P. van (1987) Na de krach. ESB, 72(3632), 1084–1087.
Bergeijk, P. van (2000) Inflation reconsidered. In: S. Cecchetti et al.
(red.) Asset prices and central bank policy. Genève: Geneva Reports on
the World Economy 2, CEPR.
Optrekken of afslaan
PETER VAN BERGEIJK Hoogleraar aan de
Erasmus Universiteit Rotterdam