Ga direct naar de content

Tien jaar marktordening

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juni 24 2005

Tien jaar marktordening
Aute ur(s ):
Marcel Canoy (auteur)
De auteur is economisch adviseur bij het Bureau of European Policy Advisers van de Europese Commissie. Daarvoor w as Canoy verbonden aan het
CPB. Deze bijdrage reflecteert niet de mening van de Europese Commissie. marcel.canoy@cec.eu.int
Ve rs che ne n in:
ESB, 90e jaargang, nr. 4464, pagina D32, 30 juni 2005 (datum)
Rubrie k :
epiloog
Tre fw oord(e n):

Terwijl economen en beleidsmakers inhoudelijk steeds beter worden in marktordening, is de aandacht voor het proces verslapt. Dit lijkt
een bredere trend te zijn. In Brussel worden mooie stukken gemaakt, maar hoe leg je het de burger uit? Den Haag produceert een kansrijk
zorgstelsel, maar in welke volgorde gooi je de zaken open? Hoe betrek je de sector erbij zonder dat er meteen wordt gestaakt? Meer
aandacht voor het proces kan een hoop opleveren; het verontachtzamen ervan kan kansrijke beleidsvoornemens in hoofdpijndossiers
doen veranderen. Hierbij een reflectie op het marktordeningsbeleid van de afgelopen tien jaar.
Rol van economen
De Nederlandse economiebeoefening is in tien jaar tijd inhoudelijk stevig vooruitgegaan. Er was hier absoluut geen traditie op het gebied
van industriële organisatie. De bedrijfseconomen deden wel wat, maar dat ontsteeg zelden het niveau van casuïstiek, terwijl de algemene
economen zich niet geroepen voelden deze aanlokkelijke niche te vullen. Dat is nu wel anders. Bij de bedrijfseconomen opereren
zwaargewichten als Arnoud Boot en de algemene economen roeren zich eveneens.
Economen hebben een nuttige rol gespeeld bij het verbeteren van het klimaat. Er is de laatste tien jaar een uitstekende samenwerking
geweest tussen de academische wereld, het CPB, andere onderzoeksinstituten en beleidsmakers. Dit heeft onder meer geleid tot de
oprichting van ENCORE, contact met mededingingsjuristen en een toenemend contact met buitenlandse onderzoekers.
Het kan niettemin nog beter. Ten eerste hebben commentaren van academische economen op beleid nog vaak een hoog
leunstoelgehalte. Het is niet zo moeilijk achteraf te zeggen waarom beleid niet deugt, maar vertel dat ook eens van tevoren en vertel er
liefst bij hoe het dan wel moet. Dit betekent handen vuil maken!
Ten tweede is er sprake van een tamelijk zorgwekkende commercialisering van het onderzoek. Vrijwel alle contribuanten van dit Dossier
hebben commerciële belangen, de een wat minder de ander wat meer. Op zich is daar niks mis mee, al gaat het wel ten koste van
fundamenteel onderzoek. Maar het vereist terughoudendheid en vooral transparantie. Ik wil weten welke pet men draagt als ik iets lees.
Het is in hoge mate naïef te denken dat de lezer alles wel op zijn inhoudelijke merites kan beoordelen.
Het politieke discours
Ook op politiek gebied heeft een ware revolutie plaatsgevonden. Tien jaar geleden was de discussie zwart-wit en het niveau redelijk
droevig. Nu wordt er genuanceerd en op een hoger niveau gedebatteerd. Ondertussen zijn de beleidsmakers ook zo wijs geweest de
NMa en andere waakhonden op te richten en tanden te geven. Ook het journaille – een vaak onderschatte factor in Den Haag – is
meegegroeid.
De polder
Ondanks de forse verbeteringen, is er onvermijdelijk ook een hoop misgegaan. De usual suspects zijn de NS en de UMTS-veiling. Maar
ook op semi-publiek gebied is bij de aansturing van UWV, de woningcorporaties en de universiteiten weinig vrolijks te melden. Behalve
door het bovengenoemde gebrek aan inhoudelijke kennis, komt dit ook doordat marktwerking en polderen niet lekker samengaan. Ook
hier blijkt het proces van groot belang. Zittende spelers zitten wel aan de poldertafel, maar toetreders en (toekomstige!) consumenten
niet. En als er dan iemand zo prettig polderloos is als Brinkhorst met de energiesplitsing, krijgt die een lawine van lobbymodder over zich
heen.
De toekomst
Voor de toekomst noem ik drie aandachtspunten. Inhoudelijk zie ik dat semi-publieke diensten wel de aandacht van beleidsmakers
hebben, maar dat er nog een hoop is te winnen. Zo is het ministerie van OC&W nog lang niet op orde met dossiers als het open bestel,
aansturing van universiteiten en cultuur. Ook is het moeilijk te begrijpen dat het beleid nog altijd maar doorsukkelt bij een sector met
enorme vermogens in omloop, zoals de woningcorporaties. En dan heb ik het nog niet over de WAO, waar enthousiaste poldertijgers
hebben verzonnen om publieke en private verzekeraars met elkaar te laten concurreren. En dan dreigen ze ook nog de PEMBA, het enige

beleidsinstrument waarvan onomstotelijk vaststaat dat het werkt, af te schaffen.
Ten tweede kunnen nog belangrijke vorderingen worden gemaakt in het vertalen van sectorale en micro-verhalen naar macroeconomische grootheden. Hoeveel banen levert het op langere termijn op? Met hoeveel stijgt de productiviteit? Moeilijke vragen waar
thans helaas geen zinnig antwoord op is te geven, maar die het belang van marktordening wel kunnen duiden.
Tot slot moeten we een beter antwoord vinden op de vraag hoe we het de burgers uitleggen. Dit vereist allereerst een reflectie op de
beleidsagenda. Niet beginnen met nieuwe dingen, voordat de oude op orde zijn. Politiek moeilijk, want nieuwe speeltjes zijn vaak leuker,
maar wel noodzakelijk. Ten tweede is een expliciete ‘hoe-leg-ik-het-de-burger-uit’-strategie nodig. Proces zonder inhoud is gebakken
lucht, maar inhoud zonder proces levert ivoren toren wijsheden op waar niemand op zit te wachten.
Dossier: Tien jaar mededinging- en reguleringsbeleid
L.J. Brinkhorst: Sterke markt, sterke overheid
P.A.G> van Bergeijk en S. Bremer: Modern markttoezicht in Nederland
E.E.C. van Damme: Kosten-batenanalyse liberalisering elektriciteitsmarkt gewenst
V. Shestalova en J.M. Pomp: Overstapkosten en welvaart
M.C.W. Janssen: Telecommunicatie: te winner takes it all?
H.A. van Gent en P. Rietveld: Deregulering railvervoer duldt geen zigzagbeleid
M.P. Schinkel: Operatie MCW: een tussenstand
H.A.Keuzenkamp: Marktwerking in de zorg
A.W.A. Boot: Financiele sector en concurrentie
S. van Wijnberge: Staat op privaat: wat misgegaan is en waarom
J. Hinloopen en J.J.M. Theeuwes: Opwinding over marktwerking
Marcel Canoy: 10 jaar marktordening

Copyright © 2005 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur