Ten geleide
Wouter Bos
Minister van Financiën
E
en goede scheidsrechter valt niet op
tijdens een wedstrijd. Geldt dan ook
dat goed financieel toezicht onzichtbaar is? In Nederland is in ieder
geval een grote slag gemaakt in het vereenvoudigen van de regels. Op 1 januari 2007
is de Wet financieel toezicht (Wft) in werking
getreden. De Wft vervangt acht aparte toezichtwetten en maakt de wetgeving voor de
financiële markten doelgerichter, marktgerichter en inzichtelijker. De Wft heeft daarnaast
het twin peaks-model in Nederland vormgegeven: een scheiding tussen prudentieel
toezicht, belegd bij De Nederlandsche Bank,
en gedragstoezicht, belegd bij de Autoriteit
Financiële Markten. Hoewel over de institutionele structuur van financieel toezicht nog
steeds discussie bestaat en mondiaal verschillende modellen zijn ingevoerd, begint het
twin peaks-model aan terrein te winnen. Zo
kondigde de US Treasury onlangs aan ook een
transitie richting dit model te willen inzetten.
Een scheiding tussen prudentieel toezicht en
gedragstoezicht voorkomt het ontstaan van
mogelijke belangenverstrengelingen, tussen
bijvoorbeeld enerzijds het informeren en
beschermen van consumenten, en anderzijds
het bewaren van financiële stabiliteit. Daarmee
neemt Nederland met de Wft een belangrijke
stap naar eerlijk, efficiënt en effectief toezicht.
Een goede scheidsrechter bepaalt de grenzen
van het spel. De financiële markten kennen
echter ook een eigen dynamiek, waar de toe-
ESB
zichthouder en de bijbehorende regelgeving
adequaat op moeten reageren en anticiperen.
Het financieel toezicht wordt beïnvloed door
veranderingen in Europa. Zo trad op 1 november 2007 de Richtlijn Markten voor Financiële
Instrumenten (MiFID in werking, die het toezicht op beleggingsondernemingen regelt. Ook
zijn het afgelopen jaar binnen de EU afspraken
gemaakt over de nadere vormgeving en versterking van samenwerking tussen de verschillende Europese toezichthouders. De noodzaak
tot samenwerking beperkt zich bovendien niet
tot Europa, maar dient op wereldschaal plaats
te vinden, waarbij de Verenigde Staten een
voor ons belangrijke positie innemen.
Financieel toezicht kent meerdere doelen. Het
beoogt consumenten en beleggers te beschermen, de integriteit van financiële markten te
waarborgen, een level playing field te creëren
voor de financiële sector en een efficiënte en
stabiele financiële markt met voldoende ruimte
voor groei en innovatie te bevorderen. Deze
doelen zijn divers en uitgebreid. Financieel
toezicht kent dan ook vele aspecten, en roept
evenzovele reacties op. Net als bij sport ontstaat de discussie vaak na afloop. Zo heeft
de recente financiële onrust sommigen ervan
overtuigd dat het bestaande financieel toezicht
niet ver genoeg gaat. Zij willen toezicht aanscherpen, om instabiliteit in de toekomst te
voorkomen. Anderen zijn juist in hun mening
gesterkt dat het huidige niveau van toezicht
de innovatie en daarmee de groei in financiële
markten belemmert; zij vinden: het venijn zit
’m in te veel details.
Dit ESB-dossier gaat de discussie aan over
de vele aspecten rondom financieel toezicht. Maakt de Wft waar wat hij beloofde?
Is Europese of globale samenwerking de toekomst van financieel toezicht? En betekenen
de vele ontwikkelingen op het terrein van
financieel toezicht verbeteringen, of leiden
deze tot het inperken van innovatie en groei?
De artikelen zijn bedoeld om te prikkelen en
te inspireren en om een bijdrage te leveren
aan het debat over effectief toezicht op een
eerlijke, transparante, stabiele en innovatieve
financiële markt. Ik wens u veel leesplezier!
93(4543S) 19 september 2008
1