Ga direct naar de content

Tegenwind

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: september 18 1991

Tegenwind
De regering kampt met fikse tegenwind. De Macro
Economische Verkenning 1992 (MEV) voorspelt
voor 1992 een scherpe vertraging van de economische groei, tot 1%. De bedrijfsinvesteringen dalen
met 2,5%. Dit leidt ertoe dat de groei van de werkgelegenheid stagneert en de werkloosheid licht oploopt. De lonen en prijzen stijgen daarentegen sneller dan in de afgelopen jaren, maar van een
verbetering van de koopkracht is geen sprake. Onder deze omstandigheden is het voor de regering extra moeilijk om het financieringstekort met het afgesproken half procent van het natonaal inkomen te
laten dalen. De belastingopbrengsten vallen opnieuw tegen, evenals de rentelasten. Ook het aantal
arbeidsongeschikten nam meer toe dan verwacht.
De tekortbeperkende maatregelen die al voor het
verschijnen van de Miljoenennota 1992 werden aangekondigd hebben bovendien de maatschappelijke
tegenwind flink aangewakkerd.
De regering laat zich hierdoor echter (nog) niet uit
het veld slaan. Het sombere beeld van de economic
is juist een extra reden om in 1992 fors in te grijpen
in de overheidsfinancien en de sociale zekerheid.
Zolang de arbeidsdeelname laag blijft en de staatsschuld hoog, komt er van sociaal-economische vernieuwing niets terecht. De lage participatiegraad
beperkt de mogelijkheid en de bereidheid om collectieve voorzieningen in stand te houden. De nog
steeds stijgende rentelasten op de staatsschuld verdringen nuttiger overheidsuitgaven. Bovendien veroorzaakt het samenspel van beide de bekende vicieuze cirkel, waarin de hoge wig de minst produktieven uit het arbeidsproces verdrijft, de arbeidsparticipatie verder daalt, en de sociale premies en daarmee de wig stijgen. In de Miljoenennota 1992 warden daarom maatregelen aangekondigd die deze
cirkel op verschillende punten moeten doorbreken.
Ten eerste neemt de regering voor/ 9,2 mrd. aan tekortbeperkende maatregelen. Veel van deze maatregelen zijn al in de Tussenbalans aangekondigd, maar
worden nu versneld uitgevoerd. Vermindering van
de subsidies moet volgend jaar al/ 1 mrd. opleveren. Efficienter werken bij de rijksoverheid bespaart
in 1992/ 227 mln. oplopend tot/ 1,3 mrd. in 1994.
Ook decentralisatie van overheidstaken moet in 1994
een half miljard gaan opleveren. De grootste uitgavenbeperkingen vinden plaats in de sociale zekerheid. Deze omstreden maatregelen leveren in 1992
/ 810 mln. op, oplopend tot/ 6,4 mrd. na 1994. Daarnaast worden de inkomsten verhoogd door extra accijnzen, hogere milieuheffingen en een jaarlijkse
huurverhoging van 5,5 procent. De collectieve-lastendruk neemt hierdoor volgend jaar iets toe, maar
moet in latere jaren weer verder gaan dalen.
Een tweede beleidslijn is het vergroten van de arbeidsmarktparticipatie. Hiervoor wordt wederom
een klemmend beroep gedaan op de sociale partners om de loonstijging te beperken tot 3%. Daarnaast moeten ook de tekortbeperkende maatregelen
tot lagere bruto loonkosten gaan leiden. Een deel
van de ombuigingen is bovendien ook op directere
wijze gericht op verhoging van de participatiegraad.
Door de Ziektewet/WAO-maatregelen stijgt het ar-

ESB 18-9-1991

beidsaanbod met 58.000 personen, aldus de MEV.
Na 1994 leidt dit tot een zodanige matiging van de
loonontwikkeling en verbetering van de concurrentiepositie dat deze mensen ook werkelijk aan het
werk kunnen. Met voornemens om voor een bedrag
van ongeveer/ 5 miljard milieu- en energieheffingen in te voeren wil de regering twee vliegen in een
klap slaan. De kosten van het milieu worden voelbaar voor gebruikers. Tegelijkertijd wordt met de opbrengst van de heffingen de lastendruk op arbeid
verlaagd.
Ten derde wil de regering de voorwaarden voor economische ontwikkeling verbeteren. Van de investeringen in de toekomst, die in de vorige miljoenennota nog breed werden uitgemeten, is echter niet
veel over. De regering is al trots dat de overheidsinvesteringen komend jaar niet verder zullen dalen
(biz. 13). Verderop in de miljoenennota staat echter
vermeld dat over de periode 1992-1996 een daling
optreedt van 1,8% (biz. 63). Voorts moet de economische dynamiek worden versterkt door een op de
EG-normen afgestemd mededingingsbeleid en vrijere openingsuren van winkels. Aansluiting van
vraag en aanbod op de arbeidsmarkt krijgen (in
woorden) extra aandacht. De nog geen jaar bestaande Arbeidsvoorzieningsorganisatie wordt hiervoor
“gestroomlijnd” (opbrengst:/ 150 mln. per jaar).
De aandacht in deze miljoenennota is dus volledig
geconcentreerd op het terugdringen van financieringstekort en collectieve-lastendruk en op het verhogen van de participatie. Door een “kwalitatieve
benadering” en “gerichte keuzes” moeten deze doelstellingen worden bereikt. Maar of alle tekortbeperkende maatregelen volgens deze beleidslijn zijn genomen is de vraag. De grote-efficiency-operatie kan
even goed als een variant op de kaasschaafmethode
worden gezien. De departementen krijgen alien de
taak efficienter te gaan werken, maar als dat niet
lukt, moeten ze de bezuiniging op een andere manier invullen. Ook bij de Ziektewet/WAO-maatregelen is geen sprake van een kwalitatieve keuze, maar
van een moeizaam compromis dat twijfel oproept
over rechtvaardigheid en doelmatigheid. Dat neemt
niet weg dat een grondige herziening van het sociale stelsel, gezien de nadelige gevolgen van de lage
participatie en de hoge collectieve-lastendruk, onvermijdelijk is. De maatregelen tonen aan dat de regering daar niet voor weg loopt.
De maatschappelijke en economische tegenwind
heeft de regering er niet van weerhouden in de Miljoenennota 1992 ingrijpende bezuinigingen aan te
kondigen. Ze heeft daarbij niet de steun van belastingmeevallers en een flinke groei van het nationaal
inkomen, zoals het vorige kabinet-Lubbers. De klap
komt daardoor extra hard aan. De regering laat er
echter weinig twijfel over bestaan dat het menens is
met het omlaagbrengen van de staatsschuld en het
verhogen van de arbeidsparticipatie. Terecht, want
alleen zo draagt zij ertoe bij dat de wind van richting verandert en er zicht komt op investeringen in
sociaal-economische vernieuwing.
D.E. Ernste

925

Auteur