DNB-conjunctuurindicator
Statistieken ‘voegen zich’ naar
DNB-indicator
De herziene Nationale Rekeningen sluiten beter aan bij
A.C.J. Stokman
de DNB-indicator van de afgelopen jaren dan de oude
Deze rubriek wordt maandelijks samengesteld door
Maarten van Rooij, Robert-Paul Berben, Ronald Bosman
en Ad Stokman van De Nederlandsche Bank
a.c.j.stokman@dnb.nl
cijfers. Voor de periode tot en met maart 2006 voorzien
onze indicatoren een gematigde groei.
et jaar 2004 leek met een groei van 1,7% de opmaat te worden voor economisch herstel, maar negatieve groeicijfers
over het eerste kwartaal zijn een onverwachte domper. Of het
tweede kwartaal ook een krimp te zien zal geven – zoals de
Rotterdamse economen De Groot en Franses op basis van uitzenddata voorspellen – weten we over enkele weken. Dit zou overigens betekenen dat Nederland voor de tweede achtereenvolgende maal in drie jaar tijd in een recessie belandt, ware het niet dat
door de recente herziening van de Nationale Rekeningen (NR)
de recessie van 2003 uit de statistieken is verdwenen.
H
Herziene NR in lijn met DNB-indicator
Wat laat de DNB-indicator voor de komende maanden zien?
De indicator staat al geruime tijd op gespannen voet met de feitelijke ontwikkeling van de conjunctuur (figuur 1). Eind 2002
bereikte de DNB-indicator haar dieptepunt om vervolgens in de
tweede helft van 2003 en 2004 uit het dal te klimmen. In 2005
topt de indicator weer af. De feitelijke conjunctuur trok zich
hier weinig van aan en zakte met korte tussenpozen verder weg,
met een bbp-groei van -1% in 2003 als dieptepunt. De recentelijk gereviseerde Nationale Rekeningen-cijfers van de bbp-groei
blijken veel beter te sporen met de signalen die de DNB-indicator al geruime tijd afgeeft: +0,1% in 2002, -0,1% in 2003 en
+1,7% in 2004. In de historie van de DNB-indicator heeft zich
één keer eerder een vergelijkbare situatie voorgedaan (De Haan
& Vijselaar, 1988). De gemeten realiteit die zich voegt naar de
voorspelling is de ultieme droom van de voorspeller.
Het vlakke verloop van de indicator tot november 2005 duidt
3
2
0
realisatie
83
85
87
89
91
93
95
97
99
1
3
5
indicator
-1
Indicatorvoorspeller
De DNB-indicator blikt gemiddeld genomen zes maanden
vooruit. Prijzen, en in het bijzonder financiële prijzen, maken
een doorkijkje in de verdere toekomst mogelijk. De vorig jaar in
ESB geïntroduceerde prijzenindicator van de bbp-groei is op dit
principe gebaseerd (Stokman, 2004). Vijf prijzen maken deel uit
van deze voorspeller. Dit zijn voor een gegeven jaar t : de yieldspread, zijnde het verschil tussen de rente op de Europese kapitaalmarkt en geldmarkt, de stijging van de aandelenkoers op de
Nederlandse beurs, de stijging van de huizenprijs in Nederland,
de inflatie en mutaties in de reële lange rente. De basis voor de
indicatorvoorspelling voor jaar t is een over de periode 1978
oftewel (t-1) geschatte lineaire vergelijking. De voorspelkracht
over de jaren 1993-2003 bleek zeer bevredigend. Dit gold ook
voor de in het genoemde artikel afgegeven projectie van de groei
over het jaar lopend van april 2004 tot en met maart 2005
(voorspeld 1,6%, gerealiseerd 1,4%).
Het model is op enkele punten aangescherpt en uitgebreid. Met
het oog op de roerige oliemarkt is het voorspelmodel uitgebreid
met het niveau van de reële ruwe olieprijs in euro’s per vat. Verder
is de inflatie opgenomen met een drempelwaarde. Boven 21/2%
drukt inflatie de groeiverwachting. Daaronder is de invloed van
inflatie verwaarloosbaar.
Groeivooruitzichten gematigd positief
Figuur 1. DNB-conjunctuurindicatora
1
erop dat het in 2004 ingezette groeiherstel voorlopig geen vervolg zal krijgen. De economie zal volgens de indicator echter
ook niet diep wegzakken.
Op basis van de beschikbare bbp-gegevens tot en met maart
2005 en prijzeninformatie tot en met juni 2005 voorziet de prijzenindicator een bbp-groei van 3/4%. Dit is de groei voor het lopende
jaar eindigend in maart 2006 ten opzichte van dezelfde periode het
jaar ervoor. Rekening houdend met de voorspelfout uit het verleden, komt de groei ergens uit tussen 1/4% en 11/4%. Dit is een
gematigd groeiperspectief, dat desalniettemin positief afsteekt bij
de meeste andere in omloop zijnde projecties voor Nederland. â–
Ad Stokman
-2
Literatuur
-3
a.
De realisatiereeks heeft betrekking op oude, niet-gereviseerde
data. De herziene cijfers worden later in het jaar door het CBS
naar buiten gebracht.
De Haan, L. & F.W. Vijselaar (1998) De vernieuwde DNB-indicator. ESB,
4 september, 660-664.
Stokman, A.C.J. (2004) Financiële waarden voorspellen economie beter.
ESB, 23 juli, 338-340.
ESB 29-07-2005
341