■ Ivo Specker (Ministerie van Financiën)
Tijdens de grote recessie is de werkloosheid in de eurozone opgelopen, maar vanaf 2013 is ze in solide tempo weer gedaald. Een verdere analyse kan ons leren of vraag- of aanbodfactoren dominant zijn geweest bij de werkloosheidsontwikkeling in de eurozone.
Het werkloosheidspercentage kan stijgen omdat het deel van de bevolking dat actief op zoek is naar een baan groter wordt (dus een toename van de participatieratio) of omdat het deel van de actieve bevolking dat een baan heeft afneemt (dus een daling van de werkgelegenheidsratio). Wanneer de participatieratio stijgt, omdat meer mensen op zoek gaan naar een baan, kan dit het groeivermogen van een economie structureel versterken. Bij ontwikkelingen aan de werkgelegenheidskant is er vaak sprake van conjuncturele afwijkingen van het niveau van de volledige werkgelegenheid. Zo zullen werkgevers tijdens een laagconjunctuur tijdelijk snijden in het werknemersbestand waardoor de werkgelegenheid onder het niveau van de volledige werkgelegenheid komt te liggen.
In de figuur wordt de cumulatieve mutatie van het werkloosheidspercentage sinds het vierde kwartaal van 2007 opgesplitst in cumulatieve mutaties in de participatie- en de werkgelegenheidsratio. Door de vergrijzing neemt het aantal gepensioneerden toe, wat de algehele participatieratio drukt. Om hiervoor te filteren wordt alleen gekeken naar de groep 15- tot 65-jarigen. Bij aanvang van de crisis steeg het werkloosheidspercentage vooral door een afname van de werkgelegenheidsratio – bedrijven reduceerden het aantal werknemers als gevolg van de economische schok. Sinds 2013 neemt de werkgelegenheid echter weer toe, en de werkgelegenheidsratio ligt op dit moment weer bijna op het niveau van voor de crisis. Het werkloosheidspercentage van 15- tot 65-jarigen ligt alleen nog hoger dan in 2007 omdat meer nieuwe mensen op zoek zijn gegaan naar een baan en de participatieratio daardoor geleidelijk is toegenomen. Hoewel deze verhoogde participatie momenteel nog leidt tot een hogere werkloosheid zal deze op termijn het groeivermogen van de eurozone versterken.
Hiermee verschilt de eurozone van de Verenigde Staten, waar de participatieratio juist is gedaald sinds 2007 en nu op een vergelijkbaar niveau ligt als in de eurozone.