De welvaartsniveaus van de landen in het Koninkrijk zijn de afgelopen vijftien jaar verder gedivergeerd. Tussen 2000 en 2015 groeide het Nederlandse bbp met gemiddeld 1,34 procent per jaar, het Arubaanse bbp met gemiddeld 0,44 procent per jaar en het Curaçaose bbp met gemiddeld 0,38 procent per jaar (figuur). Voor Sint Maarten zijn onvoldoende cijfers beschikbaar voor deze periode. De gemiddelde werkloosheid bedroeg in dezelfde periode in Nederland 5,1 procent, in Aruba 8,4 procent en in Curaçao 11,3 procent.
Sinds 2008 zijn op Curaçao in samenwerking met Nederland omvangrijke programma’s uitgevoerd teneinde het onderwijs, de economie en de bestuurskracht te versterken; en in 2010 heeft Nederland de staatsschuld van Curaçao grotendeels overgenomen. De langdurige stagnatie van de Curaçaose economie doet de vraag rijzen hoe effectief deze samenwerkingsprogramma’s en maatregelen zijn geweest. Er is op Curaçao nog aanzienlijk onbenut potentieel voor flexibilisering en modernisering van de economie, waardoor het land in de toekomst meer kan profiteren wereldwijde economische groei.
Voor Aruba is het beeld anders. De Arubaanse economie is tussen 2008 en 2012 zwaar getroffen door de sluiting van de olieraffinaderij en de wereldwijde economische crisis, maar lijkt zich sindsdien voorzichtig te herstellen. Hoewel er ook op Aruba ruimte is voor flexibilisering en modernisering van de economie, staat het land er institutioneel goed voor. Cijfers van de Wereldbank laten zien dat Aruba op verschillende institutionele indicatoren tot de best presterende landen van de Caribische regio behoort. Daarmee is er op Aruba een goede basis voor toekomstige welvaartsgroei.
Auteur
Categorieën