binnenland
Saaie winkelstraten
Het lijkt alsof je overal dezelfde winkels ziet. Een eenvoudige
analyse van de locatie van 2.156 winkels van negen ketens
in 76 regio’s laat zien dat dit inderdaad zo is. De typische
Nederlandse winkelstraat is overal ongeveer hetzelfde.
E
en veel gehoorde ervaring is dat je overal in
Nederland dezelfde winkels aantreft. Waar
je ook komt, van Middelburg tot Meppel,
van Vlaardingen tot Den Helder, maak een
foto van de winkelstraat, en je ziet overal dezelfde
uithangborden. Tot zover het gevoel van veel mensen, de vraag is of het ook echt zo is. Een toepassing
van correspondentieanalyse op veel gegevens over
locaties van winkels zoals nu beschikbaar laat overtuigend zien dat de ervaring inderdaad terecht is.
Uniformiteit
Er zijn wel een aantal redenen waarom het voor betrokken partijen aantrekkelijk is om dezelfde soorten
winkels in de nabijheid te hebben. Gemeenten willen
graag winkelend publiek binnen hun grenzen vasthouden en een ruim aanbod is dan gunstig. Consumenten
willen graag een zo groot mogelijke keuzemogelijkheid
hebben. Dus, hebben ze het bij de Blokker niet, nu,
dan misschien wel bij de naastgelegen Marskramer?
En, de winkels profiteren van die aanwezigheid bijvoorbeeld vanwege de infrastructuur. Een uitgelezen
voorbeeld van deze drie aspecten vindt men terug in
het Rotterdamse Alexandrium III waar vele tientallen
meubelwinkels hun onderdak hebben.
Een analyse van de data
Er zijn 76 regio’s in Nederland volgens de woningmarktindeling van de NVM. Er zijn negen winkelformules met samen 2156 vestigingen geselecteerd (zie
tabel 1), waarbij de beschikbaarheid van de gegevens
leidend is. Er is gekozen voor winkels in verschillende branches, en wel: twee speelgoedwinkels, twee
tabel 1
Vestigingen per winkelformule
Hema
Bas Karsemeijer,
Philip Hans Franses
en Michel van de
Velden
Master student, hoogleraar
en universitair docent aan
de Erasmus Universiteit
Rotterdam
746
ESB
314
Blokker
618
Intertoys
267
Bart Smit
195
Music Store
Free Record Shop
128
186
Super de Boer
353
H&M
82
De Bijenkorf
13
14 december 2007
muziekwinkels en twee winkels voor huishoudelijke
producten. Daarnaast zijn er gegevens van een supermarkt, een kledingwinkel en een groot warenhuis. Er
kunnen nog meer gegevens verzameld worden, maar
de conclusie zal daardoor niet veel veranderen.
Op deze gegevens wordt correspondentieanalyse
toegepast. Deze techniek, die beschikbaar is in
SPSS, visualiseert de relatie tussen het winkelaanbod en de regio’s. De relatieve verdelingen van de
winkels in de regio’s worden vergeleken. In dit geval
geeft dat een negendimensionale vector en die wordt
weergegeven in een tweedimensionaal plaatje. Vaak
is zo’n tweedimensionale grafiek wel voldoende. Als
er verschillen in die relatieve verdelingen zijn, dan
zullen er in de grafiek verschillende clusters te zien
zijn. Zoniet, dan is er maar één cluster te ontdekken. De ervaring leert dat dit niet zo vaak voorkomt,
zeker niet bij zulke grote steekproeven als hier
bestudeerd. Wanneer deze techniek wordt toegepast,
dan geeft SPSS een chikwadraatscore van 478, en
die is verre van significant, en dat betekent dat er
maar één cluster is. Deze suggestie wordt nog eens
onderstreept door de grafiek in figuur 1. Kortom,
de relatieve verdeling van de winkels in de regio’s is
overal hetzelfde.
Conclusie
Al met al kan er geconcludeerd worden dat de
NederÂandse winkelstraten uniform zijn, ofwel een
l
beetje saai. Nu zijn de resultaten hier gebaseerd
op een momentopname, en zou het aardig zijn een
ontwikkeling in de tijd te bestuderen. Dit vergt een
intensieve speurtocht naar beschikbare data, iets
voor een vervolgonderzoek.
figuur 1
Relatieve verdeling van de winkels in de regio’s