Pluk
Precies een kwart eeuw geleden publiceerde Gary
Decker zijn visie over misdaad en straf1. Sindsdien
houden economen zich bezig met het uitdelen van
efficiente straffen. Vorig jaar kreeg Becker de Nobelprijs voor gewone economische analyses van ongewone onderwerpen als discriminatie, opleiding,
huwelijk, vruchtbaarheid en andere huishoudelijke
bezigheden. In dit Becker-jaar introduceerde Nederland op 1 maart de ‘pluk ze’-maatregel, een radicale
verandering in het straf- en procesrecht met als doel
misdadigers kaal te plukken van de voordelen van
hun illegale activiteiten. Naast de normale strafzaak
kan een apart strafrechtelijk financieel onderzoek
gaan lopen waarbij speciale ‘kaalplukteams’ opsporen hoeveel er is verdiend, zodat de rechter het kan
confisceren. Als de kaalplukkers eenmaal binnen zitten, wordt onder elke steen gekeken. Als je niet kan
aantonen dat wat ze vinden legaal is, wordt het ingepikt. Veel juristen vinden dat deze maatregel zich niet
zo goed verhoudt tot de fundamentele rechtsbeginselen. Hij wordt vooral op doelmatigheidsgronden verdedigd. Precies wat Becker zou willen.
Zoals elke andere zakenman streeft de misdadiger
naar winstmaximalisatie, althans volgens Becker. Het
optimale niveau van misdaad ligt voor de rationele
boef waar zijn marginale kosten gelijk zijn aan zijn
marginale opbrengsten. Neem drugs en stel dat de
opbrengst van een extra uur dealen duizend gulden
is. Met het extra uur dealen neemt echter ook de verwachte straf toe. Als winstmaximaliserend crimineel
doe je dat uurtje dealen er alleen maar bij als die marginale kosten onder de duizend gulden blijven.
Indien boeven zich zo rationed gedragen dan
kan het Ministerie van Justitie hen effectief afschrikken door hun marginale kosten te verhogen. De
minister kan de strafkans be’invloeden (meer politic,
meer rechters) en de straf zwaarder maken (hogere
geldboetes, langere celstraffen). Dit veroorzaakt maatschappelijke kosten (cellen kosten geld). Daar staan
maatschappelijke baten tegenover: het verminderen
van leed en schade door minder criminaliteit. Misdaad veroorzaakt niet alleen ellende bij het slachtoffer maar heeft, net als milieuvervuiling, exterae effecten. Door de toename van criminaliteit groeit het
gevoel van onveiligheid onder de bevolking en dat
zijn psychische kosten. Opgejaagde burgers gaan ook
extra sloten, klemmen en alarminstallaties installeren.
Het optimale niveau van misdaadbestrijding ligt waar
de marginale sociale kosten gelijk zijn aan de marginale sociale baten. Hieruit blijkt dat het meestal niet
optimaal is om misdaad geheel en al uit te roeien.
Een econoom kan daar mee leven. Een ethicus moet
daar last van hebben.
Verder leren we dat de effectiviteit van criminaliteitsbestrijding samenhangt met hoe sterk de misdadiger reageert. De elasticiteit van de crimineel is cruciaal. De goedkoopste vorm van misdaadbestrijding is
slechts af en toe, als voorbeeld, een boef pakken en
ESB 23-6-1993
die dan flink straffen. Vroeger werd
zo iemand op het marktplein opgehangen, maar die goedkope combinatie van lage strafkans en hoge
boete werkt niet. Boeven blijken
veel gevoeliger voor de kans om gepakt en gestraft te worden dan voor
de omvang van de boete. Zeker als
het om geldboetes gaat en ophangen doen we niet meer. Het opleggen van hoge boetes wordt daarenboven begrensd door het rechtvaardigheidsgevoel (je kan een kruimeldief geen boete van drie ton opleggen) en door de financiele mogelijkheden van de boef (een kale kip
kan je niet plukken).
JJ.M. Tbeeuwes
De nieuwe maatregel gaat over het financieel
kaalplukken van vermogende boeven tegen wie al
een strafzaak loopt. Dat past prima binnen de theorie
van Becker. Het verhoogt de verwachte kosten en zal
misdaad afremmen. Maar geeft de ‘pluk ze’-maatregel
de beste kosten-batenruil van alle maatregelen die
we kunnen bedenkea’ De speciale opsporingseenheden zijn duur en ze krijgen een helsmoeilijke klus. Ze
hoeven geen ‘winst’ te maken. De opsporingskosten
mogen groter zijn dan wat er wordt geconfisceerd.
Als de netto sociale kosten maar opwegen tegen de
sociale baten van verminderde criminaliteit. Hier
dreigt een probleem. Criminelen zullen reageren op
deze nieuwe kaalplukdreiging. Er komen gouden tijden voor witwassers. De ‘pluk ze’-maatregel werkt
als een 100% belastingtarief. Kijkend naar de creativiteit die aan de dag wordt gelegd om veel lagere belastingvoeten te ontduiken belooft dit niet veel goeds.
In het verleden werd bij het vaststellen van de
straf vaak een soort ‘afroomboete’ opgelegd: een extra hoge geldboete met de bedoeling een stuk van de
criminele inkomsten binnen te halen. Afromen is weliswaar natte vingerwerk maar het is stukken goedkoper dan de speciale opsporingseenheden. Stel dat je
met afromen de grootste smak van de criminele inkomsten binnensleept, dan is dat wellicht efficienter.
Met het duurdere precisiewerk van de kaalplukteams
haal je meer binnen, maar zoals gezegd, het is niet altijd optimaal misdaad tot op de bodem te bestrijden.
De belangrijkste toepassing van de ‘pluk ze’-maatregel wordt vermoedelijk de drugshandel. Via deze
maatregel gaan we dan met zijn alien delen in de opbrengsten van de drugshandel. Als we deze stap hebben gezet, kunnen we dan ook niet nog wat verder
gaan en gewoon de drugshandel uit het strafboek
halen, de handel reguleren en fors accijnzen heffen?
Daarvan is de kosten-batenafweging zeker gunstig.
Met accijnzen kan je pas echt gaan kaalplukken.
1. G. Becker, Crime and punishment: an economic
approach, Journal of Political Economy, 1968.