Ga direct naar de content

Pieken

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: mei 19 2006

redactioneel

Pieken
W

at is de overeenkomst tussen een pootaardappel, terrorismebestrijding en scheidingstechnologie? Het zijn
alle drie onderwerpen die in het kader van ICRE-projecten naar
voren zijn geschoven: Nederland innoveert!
In een recente publicatie van het Centraal Planbureau,
Investeren in Kennis en Innovatie, werden 24 ICRE-projecten
tegen het licht gehouden en het resultaat was ontluisterend.
Achttien van de vierentwintig projecten zakten lelijk door de
bodem, op basis van de criteria van het CPB: legitimiteit, effectiviteit en efficiëntie. Met andere woorden, de vraag “draagt het
project bij aan de maatschappelijke welvaart?†beantwoordt het
CPB in achttien van de gevallen negatief, al gauw goed voor
425 miljoen euro aan ingediende begrotingen. Is dit weggegooid
geld of is dit een verkeerde vraag?
Nederland heeft moeite te innoveren. Alle goede bedoelingen
van alle partijen ten spijt, stapelen de kritieken op innovatiefora
zich op, en is het CPB-rapport slechts een toefje op de ingezakte
pudding. Let Nederland te veel op de centen en te weinig op de
kwaliteit, of ligt het probleem nog elders? Zoals de OECD in
december al opmerkte, wat door de ICRE-projecten nog eens
wordt bevestigd, zit het probleem vooral in de ontwikkeling van
de kenniseconomie (OECD, 2005). Veel projecten, waaronder
enkele van de bovenstaande, zien mogelijkheden om ICT als
bemiddelaar in primaire processen in te zetten, maar de daadwerkelijke slag naar innovatie ontgaat ze te enen male. Het is
een open deur om te stellen dat op alle niveaus veel winst is te
halen, zowel bij het ontwikkelen van een notie van absorptie
capaciteit in bedrijven alsook bij een visie op een informatie­
samenleving op macro niveau. De vraag blijft alleen: hoe?
Tijdens het ontbijt bij een internationaal congresbezoek
ontvouwde een Oostenrijkse collega onlangs de plannen voor
de John von Neumann Universiteit. Deze niet-bestaande universiteit in Wenen ligt op papier al klaar; het geld is door bedrijfsleven en overheid bijeen gebracht, het gemeentebestuur staat te
trappelen en de locatie is al bekend. Op de vraag hoeveel studenten er ingeschreven zouden worden op deze nieuwe universiteit werd ontwijkend geantwoord dat deze universiteit tot doel
had om kennis te genereren, waarmee Wenen en Oostenrijk
haar spilfunctie tussen Oost en West zou bevestigen. Een
beperkt aantal afdelingen zou worden opgezet door toonaangevende onderzoekers die op hun expertisegebied zouden kunnen
accelereren. Ter illustratie werd aangegeven dat als het ontbijttafellaken aan één punt werd opgetild, de kruimels vanzelf naar
de andere hoeken rollen. In de Nederlandse hoek van de ontbijttafel werd het tafellaken ook opgetild met de mededeling ‘dat
kunnen wij ook’, waarschijnlijk niet beseffend dat het creëren
van een kennissamenleving verder gaat dan het verplaatsen van
kruimels.
De Von Neumann Universiteit doet wel de vraag rijzen waarom we kenniscentra zoals universiteiten niet meer inzetten voor
kenniscreatie. Op dit moment wordt het overgrote deel van de
Nederlandse universiteiten ingezet voor kennisdistributie, daar
waar legitimiteit, efficiëntie en effectiviteit eigenlijk ter discussie
zouden moeten staan. In zijn oratie vorig jaar aan de TU Delft
stelde Wissema nog voor om alvast na te denken over de Derde

Generatie Universiteit, die zich als een industrieel complex los
zou maken van de universiteit gemodelleerd naar het idee van
Von Humboldt, waarin onderwijs en onderzoek geïntegreerd
zijn. Het beeld dat in deze Derde Generatie Universiteit wordt
opgeroepen is er één waarin niet de kennisdistributie maar de
kennisexploitatie voorop staat (Wissema, 2005). Hoewel je niets
moet uitsluiten, zijn de recente ervaringen en evaluaties van
de ICRE-projecten niet zodanig bemoedigend dat deze Derde
Generatie Universiteit met onmiddellijke ingang moet worden
bespoedigd. De Von Neumann Universiteit gaat een stap verder
(Vierde Generatie Universiteit?) door terug te gaan naar de
core business: kennisexploratie. Als we daadwerkelijk de sprong
willen wagen van ICT als technisch hulpje naar de informatie­
samenleving, dan is de investering in kennisexploratie waarschijnlijk belangrijker dan kennisexploitatie.
De achterliggende gedachte bij de Nederlandse discussie over
innovatie blijft altijd: wie zal dat betalen? De achterliggende
gedachte bij Nederlandse universiteiten is altijd: hoe financier
je die? De vraag die niet gesteld wordt is: wat is kennis waard?
Voor de Von Neumann Universiteit wordt die vraag niet in
monetaire eenheden beantwoord, want een Weense piek in het
Europese universitaire landschap is voor de Oostenrijkse kenniseconomie niet in geld uit te drukken. Als Nederland mee
wil pieken in de 21ste eeuw dan zal ze het vergelijkbaar of beter
moeten doen dan de Von Neumann Universiteit, en dat voor
een universiteit die nog niet eens is opgericht. n
Albert Jolink, hoofdredacteur
a.jolink@sdu.nl

Literatuur
CPB (2006) Investeren in kennis en innovatie: analyse van ICRE-projecten
tweede trance 2005. Den Haag: Centraal Planbureau.
OECD (2005) Governance of innovationsystems. Parijs: OECD
Wissema, J.G. (2005) Technostarters en de Derde Generatie Universiteit. Delft:
Delftse Universitaire Pers.

ESB  19-5-2006

219

Auteur