Redactioneel
Albert Jolink
Hoofdredacteur ESB
a.jolink@sdu.nl
Orthogonaal
D
e orthodontist is niet meer. De goudÂ
omrande rekeningen die maandelijks
de tandcorrigerende behandelingen
vergezelden zullen niet meer vanuit de
orthodontistenpraktijk verstuurd worden, maar vanuit
een volledig nieuwe tandartspraktijk, overigens
met dezelfde naam. Met pijn in zijn hart, zo liet
de orthodontist weten, heeft hij zijn naam uit het
specialistenregister laten schrappen om zich zelf te
scharen onder het gewone tandartsenvolk. Het lot
van de Nederlandse orthodontist, achtervolgt door
de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), hangt aan een
dun draadje nu de behandelingstarieven zwaar onder
druk staan. Zolang de tandarts nog even buiten het
vizier van de NZa kan blijven zal menig orthodontist
hetzelfde blijven doen, maar dan als tandarts.
De NZa is een paar jaar geleden met een heuse
kruistocht begonnen tegen de orthodontisten. Tot
2009 moeten de tarieven flink omlaag omdat,
zo wordt beweerd, consumenten al jaren te hoge
tarieven betalen. De NZa beroept zich hierbij op
een onderzoek dat KPMG (2006) in opdracht van
de NZa heeft verricht, waaruit die hoge tarieven
zouden blijken. Die tarieven zijn maar beperkt terug
te vinden in het KPMG-onderzoek en wat te hoog
of te laag is, is lastig om vast te stellen. Zo stelt
het KPMG-onderzoek: “Het maximumtarief voor de
orthodontist dient gebaseerd te worden op een reëel
kosten- en investeringsniveauâ€, maar wat reëel is,
anders dan de werkelijke kosten, kan hier niet uit
worden afgeleid. Evenmin wordt duidelijk wat het investeringsniveau is, terwijl dit in de voortschrijdende
techniek van de orthodontie vrij belangrijk is. Op
basis van dit onderzoek is dus niet vast te stellen dat
de consumenten te hoge tarieven hebben betaald.
Uit het onderzoek wordt wel duidelijk dat de winst
per omzet op 35 procent ligt, en dat bij een gemiddelde omzet van 327 euro per uur er gemiddeld
158 euro per uur overblijft voor winst en loon van de
eigenaar. Of dit te hoog of te laag is valt niet te zeg
gen, maar dat er ruimte is voor enige discussie over
tarieven mag hier wel uit blijken.
De door de NZa ingezette campagne heeft de
beroepsgroep bewust gemaakt van de marktwerking
in de zorg. Door de massale overtocht van orthodontisten naar het tandartsenkamp, om zo de tariefstructuur van de NZa te omzeilen, zullen de tandartstarieven als wapen worden ingezet en zullen de
maandelijkse bedragen voor de beugel- en slotjesbijstelling stijgen van net geen vijftig euro naar ruim
zestig euro. De NZa heeft de tegenaanval ingezet en
heeft de orthodontietarieven van de tandartsen aangepakt. Eerder dit jaar zijn ook de lijsten vastgesteld
van orthodontistische hulp, met bijbehorende tarieven, zodat ook daarin geen misverstand kan bestaan.
Maar ondertussen is van invoering van marktwerking
al lang geen sprake meer. Volgens de NZa grijpt ze
met name in als een zorgaanbieder zoveel macht
heeft dat de consument niets meer heeft in te
brengen. Hierdoor zou de vrije markt beperkt worden
en is de consument de dupe. Bij de orthodontisten
is het nog maar de vraag of zij zoveel marktmacht
hebben dat de consument er geen invloed meer op
heeft. In sommige gevallen kan de consument er
voor kiezen om af te zien van een behandeling. En
als dat wel het geval is, is het nog maar de vraag of
het opleggen van prijzen door de NZa de markt zal
stimuleren, of dat orthodontisten een uitweg zullen
vinden om alsnog de gewenste tarieven binnen te
halen. Gezien het beperkte aantal orthodontisten in
Nederland zou schaarste ook een oorzaak  unnen
k
zijn van hogere tarieven. De oplossing lijkt dan
eerder gezocht te moeten worden in uitbreiding van
het aantal orthodontisten, in een poging de markt
aan te zwengelen, dan in het voorschrijven van de
maximumtarieven door hogere autoriteiten.
De locale ortho beklaagt zich er intussen over dat
de lijsten met behandelingen verouderd zijn, zowel
wat betreft de kosten en vergoedingen als wat
betreft het ontbreken van nieuwe behandeltechnieken. De implementatie van de evolutie in tand- en
Â
kaak orrectie lag tot voor kort in de handen van de
c
individuele orthodontist maar zal, als die behandelingen niet op het lijstje staan, voortaan achterwege
worden gelaten. Dit lijkt orthogonaal te staan op
individuele en collectieve wensen ten aanzien van de
zorg. Wellicht is het tijd om de autoriteit toch maar
te vervangen door een toezichthouder.
Literatuur
KPMG (2006) Vervolgonderzoek omzet en kosten orthodontisten,
5.005/DV/ML/ln. Amstelveen: KPMG.
ESB
93(4540) 25 juli 2008
451