Ga direct naar de content

Opleving in de industrie?

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: oktober 7 1992

Figuur 2. Conjunctuur in bbp en produktie verwerkende Industrie

Opleving in
de Industrie?

Volgens de DNB-conjunctuurindicator zal er dit jaar nog geen sprake
zijn van een herstel van de conjunctuur (zie figuur 1). De realisatiereeks
laat echter vanaf april het begin van
een opleving zien. Is het einde van
het conjunctuurdal inderdaad bereikt of zal het herstel in het tweede
halfjaar toch niet doorzetten?
Het CPB gaat er in de Macro Economische Verkenning 1993 van uit dat
de conjunctuur in 1992 nog zwak
blijft en dat dit jaar nog niet hoeft te
worden gerekend op herstel van de
conjunctuur. De groei van het bruto
binnenlands produkt (bbp) zal volgens het CPB, na een door incidentele factoren (schrikkeldag, zachte winter) gunstig eerste kwartaal, in de
laatste drie kwartalen van dit jaar
niet meer dan 1,5 a 2% bedragen.
Daarmee komt de groei voor heel
1992 met 1,75% een fractie lager uit
dan in 1991.
De realisatiereeks van de DNB-indicator is echter niet gebaseerd op het
bbp, maar op de industriele produktie. Hoewel slechts circa 20% van het
bbp in de Industrie wordt gevormd,
is destijds vanwege de snellere beschikbaarheid en de grotere conjunctuurgevoeligheid gekozen voor de
industriele produktie. Bovendien

75

loopt de conjuncturele component
in de industriele produktie in het algemeen sterk synchroon met die in
het bbp (figuur 2).
Figuur 2 laat zien dat het bbp, in tegenstelling tot de industriele produktie in het eerste halfjaar van 1992,
nog geen opleving vertoont. Omslagpunten vielen echter in het verleden
ook niet altijd samen. Het CPB gaat
ervan uit dat het herstel in de open
sector (met name Industrie en vervoer) eerder zichtbaar zal zijn dan in
de afgeschermde sector (met name
handel en tertiaire diensten). De
groei in de open sector zal al in 1992
0,75% hoger liggen dan in 1991 en
in 1993 verder aantrekken. In de afgeschermde sector zal de groei naar
verwachting in 1992 nog lager liggen
dan in 1991. Het is dus goed mogelijk dat de economic als geheel nog
geen opleving laat zien, maar dat de
Industrie haar dal inmiddels is gepasseerd.
Er zijn echter aanwijzingen dat er
nog geen sprake is van een echt stabiel herstel in de industrie. In de af-

figuur 1. DNB-conjunctuurindicator

\\ r\

81

ESB 7-10-1992

82

83

84

85

gelopen maanden vond de opleving
vooral plaats in de halffabrikatenindustrie, met name in de chemie.
De halffabrikatenindustrie zal over
het algemeen voorlopen op een algeheel produktieherstel. De uitvoer
van de chemische produkten is echter in het tweede kwartaal weer dui-

delijk ingezakt. Dit is mogelijk een
aanwijzing voor een terugval van de
produktie in deze industrietak in de
komende maanden. Een andere indicatie daarvoor zijn de uitkomsten
van de CBS-conjunctuurtests voor
het tweede kwartaal: de ondernemers in de halffabrikatensector zijn
wat pessimistischer geworden.

Conclusie
Indicator
Realisatie

SO

80

86

87

88

De conjunctuurindicator laat tot en
met december aanstaande nog geen
opleving zien. Uitgedrukt in groeitermen voorspelt de indicator een
voortzetting van het huidige gematigde groeitempo. De realisatiereeks,
gebaseerd op de produktie in de industrie, vertoont echter vanaf het
begin van het tweede kwartaal wel
enig herstel. Er zijn echter enige twijfels over de duurzaamheid van dit
herstel. De conjuncturele component in het bbp laat nog een neergaande beweging zien.