Ga direct naar de content

Niet-westerse allochtonen hebben vaker uitkering

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: januari 18 2002

Niet-westerse allochtonen hebben vaker uitkering
Aute ur(s ):
Melser, C. (auteur)
Weidum, J. (auteur)
CBS
Ve rs che ne n in:
ESB, 87e jaargang, nr. 4343, pagina 59, 18 januari 2002 (datum)
Rubrie k :
Statistiek
Tre fw oord(e n):

Niet-westerse allochtonen tweemaal zo vaak uitkering
Onder de 1,5 miljoen personen die eind 1999 een arbeidsongeschiktheids-, bijstands- of werkloosheidsuitkering ontvingen, waren 1,1
miljoen autochtonen, 156.000 westerse allochtonen en 233.000 niet-westerse allochtonen. Van de autochtonen van 15-64 jaar had dertien
procent een uitkering, van de westerse allochtonen zestien procent. De niet-westerse allochtonen kwamen uit op 25 procent. Het
gemiddelde in de groep van 15-64 jaar bedraagt veertien procent. Tot de allochtonen wordt iedereen gerekend van wie tenminste één
ouder in het buitenland is geboren. Niet-westerse allochtonen zijn vooral Marokkanen, Turken, Surinamers, Antillianen en Arubanen.
Veel niet-westerse allochtonen ontvangen bijstand
Dat niet-westerse allochtonen vaker een uitkering ontvangen, kan vrijwel geheel worden toegeschreven aan de bijstandsuitkering. Deze
allochtonen ontvangen veel vaker zo’n uitkering dan autochtonen, ook als gecorrigeerd wordt voor de verschillen in leeftijdsopbouw.
Eén op de veertig autochtonen ontving eind 1999 een bijstandsuitkering, bij de niet-westerse allochtonen was dat zes keer zo vaak.
Bij de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen hadden niet-westerse allochtonen onder de veertig jaar evenveel uitkeringen als de autochtone bevolking. Bij oudere niet-westerse allochtonen en met name Turkse en Marokkaanse mannen was het percentage ontvangers
hoger. Een aantal niet-westerse allochtone bevolkingsgroepen, waaronder Antillianen en Arubanen, ontving eind 1999 minder vaak een
arbeidsongeschiktheidsuitkering dan de autochtone bevolking.
Ouderen vaker uitkering
In de leeftijdscategorie 40 tot en met 64 jaar hadden eind 1999 zo’n 475.000 mannelijke autochtonen een uitkering: dat is 22 procent van
alle autochtone mannen in die leeftijdsgroep. Onder de nietwesterse allochtone mannen was dat percentage aanzienlijk hoger. Van hen hadden Marokkaanse en Turkse mannen het hoogste
percentage uitkeringen.
Personen tussen de vijftien en veertig jaar ontvingen minder uitkeringen dan oudere mensen. Maar ook in deze leeftijdsgroep zijn
duidelijke verschillen tussen autochtonen en allochtonen. Van de autochtone bevolking tussen de vijftien en de veertig jaar ontving één
op de vijftien personen een uitkering. Bij de niet-westerse allochtonen onder de veertig jaar was dat een op de zes.
Tweede generatie allochtonen minder vaak een uitkering
Bijna 13.000 niet-westerse allochtonen met een uitkering behoren tot de tweede generatie allochtonen. Zij zijn voor het overgrote deel
jonger dan veertig jaar. Van hen had een op de dertien een uitkering. Dat is aanzienlijk minder dan bij de eerste generatie waar een op de
vijf mensen onder de veertig jaar eind 1999 een uitkering had. Opmerkelijk weinig niet-westerse allochtonen van de tweede generatie
krijgen een arbeidsongeschiktheidsuitkering: slechts drie procent. Dit komt door de gemiddeld lage leeftijd van deze groep.
Zie figuur 1, figuur 2, figuur 3 en figuur 4.

Figuur 1. percentage personen met een uitkering naar herkomstgroepering en geslacht (15-64 jaar)

figuur 2. percentage personen met een uitkering naar uitkeringsregeling en herkomstgroepering (15-54 jaar)

figuur 3. Percentage oudere mannen met een uitkering, naar herkomstgroepering (40-64 jaar)

Figuur 4. percentage personen met een uitkering naar herkomstgroepering en generatie (15-64 jaar)

Copyright © 2002 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur