Ga direct naar de content

Microsoft, megasof

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: maart 11 1998

Microsoft, megasof
Aute ur(s ):
Keuzenkamp, H.A.
Ve rs che ne n in:
ESB, 83e jaargang, nr. 4143, pagina 201, 13 maart 1998 (datum)
Rubrie k :
Van de redactie
Tre fw oord(e n):
ict, mededinging

Waarom bestrijden twee bedrijven elkaar te vuur en te zwaard om een gratis product te mogen ‘verkopen’, en riskeert het ene
hiervoor zelfs een boete van een miljoen dollar per dag? Voor economen is zo’n strijd op het eerste gezicht bizar. Maar hij wordt echt
gevoerd, tussen Microsoft en Netscape.
Bijna iedere computergebruiker heeft een besturingsprogramma van Microsoft op de computer geïnstalleerd, meestal Windows 95.
Daarnaast biedt het bedrijf ook populaire programma’s aan, zoals de tekstverwerker Word, het rekenprogramma Excel, de kaartenbak
Access en, niet te vergeten, Internet Explorer. Om dat laatste gaat het hier. Explorer is ingebouwd in Windows 95. Uit goedheid jegens de
mensheid geeft Microsoft de Explorer cadeau bij het besturingsprogramma. Mooi, zou je denken. De Amerikaanse justitie denkt daar
echter anders over. Op 20 oktober jl. kreeg een federale rechter opdracht van het ministerie van Justitie om een zaak tegen Microsoft te
beginnen. Microsoft had namelijk in 1994 een schikking met justitie getroffen, waarbij afgesproken werd dat de monopoliepositie bij
besturingsprogramma’s niet misbruikt zou worden om een soortgelijke positie te verwerven voor aanverwante programma’s, die Windows
als input nodig hebben. Deze afspraak wordt volgens Justitie nu geschonden. Door Explorer in te bouwen in Windows wordt de markt
voor concurrerende webbrowsers verpest. Netscape is de belangrijkste concurrent en dreigt door de handelswijze van Microsoft
vermalen te worden.
Netscape biedt zijn product, Navigator, echter gratis aan. Waar maakt men zich bij dat bedrijf dan druk om? Ten eerste is het de
bedoeling dat dit programma de consument op den duur wèl geld moet gaan kosten. Ten tweede heeft Netscape een sterke positie op de
markt voor webservers (de software die ‘aan de andere kant van de lijn’ wordt gehanteerd om informatie op internet te brengen). Deze
software levert nu geld op, maar het is de vraag of Netscape zich op deze markt weet te handhaven als ze Navigator moet opgeven. Tot
slot is er de angst dat Microsoft zich ook steeds meer zal inlaten met het aanbieden van informatie op het web (zakelijk maar zeker ook
amusement), en de Explorer zal gebruiken om websurfers automatisch richting deze informatie te sturen – en van de Netscape-site waar dit
bedrijf andere producten in de etalage zet weg zal houden.
In de rechtszaak die momenteel loopt staan twee zaken centraal. Ten eerste: is de Internet Explorer een apart product? Volgens Microsoft
niet: het zou een integraal, logisch onderdeel van Windows vormen. Als dat zo is, dan breekt Microsoft niet de afspraak uit 1994 met
justitie, dat het de markt voor andere producten concurrerend zal laten. Dit is deels een technisch vraagstuk (hoe ziet de programmatuur
er uit?) en verder een kwestie van smaak (vind je als consument dat een zoekprogramma voor het web iets anders is dan de andere
functies van Windows?).
Voor economen is een tweede vraag interessanter, namelijk of Microsoft met deze integratie de concurrentie bederft of juist de
consument van dienst is. Als Explorer goed en gratis is, dan is het einde van Navigator geen groot verlies. Veel consumenten prefereren
echter Navigator – ook al vertalen die preferenties zich nog niet in geld (en is er dus sprake van ‘goedkope praat’). Als een bankroet van
Netscape leidt tot prijsstijging van Windows met de Explorer dan is de consument duidelijk slechter af. Bovendien zal Microsoft
proberen stap voor stap andere nevenproducten te monopoliseren (nu al wordt geprobeerd een tekenprogramma in Windows zo te
integreren dat ook deze markt spoedig door Microsoft gedomineerd gaat worden). Nick Economides heeft aan deze problematiek enkele
studies gewijd waaruit zeer duidelijk blijkt dat er een welvaartsverlies ontstaat als een monopolist zijn positie op aanverwante markten
gaat uitbuiten 1. Microsoft kan Windows zo inrichten dat het voor concurrenten moeilijk wordt hun programmatuur aan de man te
brengen. Dat kan door prijsdumping op de verwante markt, zoals bij webbrowsers, maar ook door de kosten voor de concurrent te
verhogen door het kweken van incompatibiliteiten: foefjes in Windows waar de concurrent geen weet van heeft en dus met veel
inspanning omheen moet zeilen. Volgens Economides moet Microsoft de relevante code van Windows publiek maken, zodat
concurrenten een gelijk speelveld kunnen betreden. Dat lijkt echter naïef, tenzij Windows volledig met de billen bloot gaat. Het is beter
om Microsoft te verbieden producten aan te bieden die Windows als input nodig hebben. Maar zo’n opsplitsing, analoog aan die van
AT&T in 1984, lijkt voorlopig onhaalbaar. Een compromis is dat Explorer apart aangeboden moet worden, tegen een ‘redelijke’ prijs.
Als Microsoft de vrije hand wordt gelaten is het eindresultaat dat concurrenten op markten die Windows als input nodig hebben, geheel
zullen worden verdreven. Nu Netscape, straks Novell (de aanbieder van bijvoorbeeld Wordperfect). De klant wacht in dat geval een
mega-sof. Als de Amerikaanse rechter niet ingrijpt kunnen we slechts hopen op het doorbreken van het monopolie op het
besturingssysteem zelf. De ervaring van IBM met het mislukte OS-2 zijn wat dat betreft weinig hoopgevend

1 Zie bijvoorbeeld N. Economides, The incentive for non -price discrimination by an input monopolist, te verschijnen in International
Journal of Industrial Economics , 1998.

Copyright © 1998 – 2003 Economisch Statistische Berichten ( www.economie.nl)

Auteur