Ga direct naar de content

Lekker toch lekken

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: september 3 2004

Lekker toch lekken
Aute ur(s ):
(auteur)
Ve rs che ne n in:
ESB, 89e jaargang, nr. 4441, pagina 407, 3 september 2004 (datum)
Rubrie k :
van de redactie
Tre fw oord(e n):

In de aanloop naar Prinsjesdag lekken de kabinetsplannen grotendeels van tevoren uit. Zelfs de bewindslieden doen er aan mee, zo valt
steeds vaker waar te nemen (Kalse, 2004). Het verhaal gaat dat het cpb ooit probeerde het lek rondom de vertrouwelijke ramingen te
ontdekken door de versies van stukken te markeren met minieme foutjes in de cijfers, zoals de veelgebruikte stratengidsen foutjes
bevatten om het ongeoorloofd kopiëren te kunnen aantonen. Volgens hetzelfde verhaal bleek de moeite verspild nadat ministers openlijk
uit de school klapten.
Waarom schenden de bewindslieden de vertrouwelijkheid van de miljoenennota en de agenda van de ministerraad? De kans op
persoonlijke profilering en de aandacht die naar de eigen partij wordt afgebogen, zijn een grote verleiding de vrijdagse vergadering niet
af te wachten en zelf nieuws te maken door een voornemen naar de media te lekken. Deze prikkel is asymmetrisch: als een minister nieuwe
maatregelen kan afkondigen waarmee een deel van de eigen achterban tevreden is, zal het nieuws sneller uitlekken dan als ‘het kabinet’
heeft besloten op zijn of haar portefeuille te bezuinigen. Persoonlijke en politieke motieven van de bewindspersonen trekken zo samen
een wissel op de stevigheid van het kabinet als team. Het verdedigen van gezamenlijke beslissingen wordt hierdoor niet gestimuleerd.
Bovendien heeft het lekken als nadeel dat er tijdens de vergadering minder ruimte is voor het amenderen of uitonderhandelen van
voorstellen. Ministers zullen dan ook vooral lekken als ze via de publieke opinie hun collega’s onder druk willen zetten of als ze als op
voldoende steun binnen de raad kunnen rekenen om hun plannen zonder al te grote concessies erdoor te krijgen.
Een andere verklaring voor het lekken is de beoogde gedragsreactie van de burgers. Door het lekken komt informatie vrij over de
beleidsvoornemens en daarop kunnen de getroffenen inspelen. Met enige fantasie valt het kabinet hier te vergelijken met de raad van
bestuur van een beursgenoteerd bedrijf. Hier willen de marktpartijen kunnen handelen naar de nieuwste informatie. Als de beurs goed
werkt, is alle beschikbare informatie in de prijzen verwerkt. De implicatie hiervan is dat die informatie ook werkelijk beschikbaar dient te
zijn, opdat de markt goed kan werken. Daarom zijn er rondom beursgenoteerde bedrijven zoveel regels over het verspreiden van
informatie. Zo kan de handel worden stilgelegd als er een mededeling van de raad van bestuur wordt verwacht, worden belangrijke
mededelingen soms opzettelijk ‘na beurs’ gedaan en mogen geen interviews worden gegeven ten tijde van een beursgang. Ook is er
regelmatig commotie over informatiegerelateerde zaken, zoals handel met voorkennis. Voorkennis is een asymmetrie onder marktpartijen
en die frustreert het marktproces waarbij informatie snel in de voor iedereen beschikbare prijzen doorwerkt.
Politiek Den Haag is geen transparante markt waarbij informatie onmiddellijk voor alle partijen beschikbaar is. De duizenden ambtenaren
weten al veel eerder dan anderen wat er speelt en hun ambtseed kan het lekken slechts beperken. Dan zijn er de vele organisaties die
samenwerken met departementen vanwege onderzoek of belangenbehartiging en daardoor lucht krijgen van de beleidsvoornemens. Ook
is er een grote groep van individuen die als adviseur bij het beleid betrokken zijn. Veel voorstellen worden dan via informele circuits
verspreid voordat de Tweede Kamer officieel is ingelicht en ze daarmee publiek zijn geworden. Het voortijdig lekken van informatie over
aankomend beleid zou vanuit dit perspectief kunnen worden gezien als een verbetering van de transparantie, doordat nu iedereen via de
media kennis kan nemen van de plannen. Een bijkomend effect hiervan is dat burgers kunnen zien wat het kabinet van plan was voordat
de Tweede Kamer zich er mee bemoeit en wat daarna resulteert (vgl. Van der Mandele, 2003). Op die manier kunnen de kiezers hun
belangenbehartigers in het parlement toetsen, waarmee het begrip ‘toezicht op toezicht’ een nieuwe invulling krijgt.
Als het verspreiden van informatie over beleidsvoornemens inderdaad een gedragsverandering van burgers tot doel heeft, blijkt dit uit
welke onderwerpen wel en niet lekken. Het laten uitkomen van voornemens om de winstbelasting te verlagen, kan nu al de investeringsen vestigingsbeslissingen van bedrijven beïnvloeden. De voorgenomen afschaffing van het grijze kenteken stuurt de aankopen van
nieuwe auto’s in de gewenste richting en de voorziene verhoging van het collegegeld van oudere en buitenlandse studenten kan beter
voor dan tijdens het collegejaar blijken. De plannen om de spaarloonfaciliteit voor gezinnen te beperken zullen niet onmiddellijk
doorwerken, maar beïnvloeden wel het debat over de levensloopregeling en andere maatregelen voor het volgende fiscale jaar.
Anticiperende gedragsveranderingen werden expliciet niet beoogd bij de afschaffing van de pc-privéregeling. Hier was een
verrassingseffect gewenst om de geplande bezuinigingen daadwerkelijk te realiseren. In zo’n geval is lekken niet handig.
Aldus bezien lijkt het lekgedrag van bewindslieden rationeel: er wordt alleen gelekt als het eigen- en partijbelang ermee gediend zijn en er
wordt beoogd gedragsreacties op te wekken van degenen op wie de voorgenomen maatregelen betrekking hebben. De departementale
woordvoerders wacht de schone taak hun communicatiebeleid conform te coördineren. De Haagse conventies en het ritme van de
ministerraadvergaderingen zijn niet langer bepalend, want de belangen en intenties geven de doorslag in het calculerende
communicatiebeleid. De interactie tussen ministers en bevolking enerzijds en tussen de kabinetsleden onderling bepaalt de vorm en
timing van de berichtgeving.

Op weg naar Prinsjesdag kunnen de woordvoerders hun speltheorie alvast gaan opfrissen.
Fieke van der Lecq
Literatuur
Kalse, E., Het nieuws van prinsjesdag is al bekend. nrc Handelsblad, 21 augustus 2004.
Van der Mandele, H.C. Apoptose en de stelling van Pronk. esb, 19 april 2003, 308-310.

Copyright © 2004 – 2005 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)