Ga direct naar de content

Krapte op de arbeidsmarkt voorbij, maar niet overal

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juli 17 2020

■ Jeroen van den Berg (UWV)

Het einde van de hoogconjunctuur kondigde zich in de loop van 2019 al aan door lagere economische groei en een lichte afname in het aantal vacatures. Door de uitbraak van het coronavirus vond de omslag echter veel sneller en heftiger plaats dan verwacht.

Een goede maatstaf om te meten hoe krap de arbeidsmarkt is, is de spanningsindicator van UWV. Deze indicator wordt berekend door het geschatte aantal openstaande vacatures te delen door het aantal personen dat op hetzelfde moment korter dan zes maanden WW ontvangt. De figuur geeft weer hoe de arbeidsmarkt zich de afgelopen zeventien jaar heeft ontwikkeld. In 2018 en 2019 was de markt krap: er was toen weinig personeel beschikbaar, terwijl er veel vacatures openstonden.

Aan het einde van het eerste kwartaal in 2020 laat de spanningsindicator een forse omslag zien. De impact van corona in de tweede helft van maart is hierdoor direct zichtbaar. Het aantal openstaande vacatures daalde met 21 procent terwijl het aantal kortdurend-WW-gerechtigden met 27 procent toenam. Hierdoor zakte de spanningsindicator in een kwartaal tijd van 2,3 naar 1,4 waardoor de markt in één klap niet meer krap is, maar gemiddeld.

De spanningsindicator kan ook per beroepsgroep uitgerekend worden. Daaruit blijkt dat, ondanks dat de arbeidsmarkt als geheel van krap naar gemiddeld verschuift, er nog steeds beroepen zijn waar weinig mensen voor te vinden zijn. Aan het eind van het eerste kwartaal van 2020 is nog steeds 53 procent van alle werknemers in Nederland werkzaam in een beroep waarin werknemers (zeer) moeilijk te vinden zijn. Dit tegenover vijf procent die werkzaam is in beroepen met een (zeer) ruime markt.

Voorbeelden van (zeer) krappe beroepen zijn verpleegkundigen, softwareontwikkelaars en logistiek medewerkers. Reisbegeleiders, maatschappelijk werkers en (taxi)chauffeurs zijn juist beroepen met een (zeer) ruime markt, met veel beschikbaar personeel. Gezien de situatie in de verschillende sectoren sinds de corona­crisis, zijn dit geen verrassende uitkomsten.

Naar verwachting zal de spanningsindicator in het tweede kwartaal verder dalen en zullen meer beroepen in een ruime markt terechtkomen en minder in een krappe markt. Of het uiteindelijk ook tot een ruime arbeidsmarkt in zijn geheel zal leiden, hangt af van de snelheid waarmee de Nederlandse economie zich herstelt uit deze crisis.

Auteur

Categorieën