■ Eric Klaaijsen en Peter Wierts (DNB)
Vanwege mogelijke risico’s voor de financiële stabiliteit worden de ontwikkelingen in schaduwbanken gemonitord. Schaduwbankieren is kredietverlening door financiële instellingen buiten het gereguleerde bankwezen, waarbij er sprake is van liquiditeitstransformatie, looptijdtransformatie of een financiële hefboom. Pensioenfondsen en verzekeraars zijn daarbij uitgezonderd, evenals instellingen die bij banken worden meegeconsolideerd. In Nederland bedroeg de omvang van het schaduwbankwezen in 2016 volgens internationale maatstaven van de Financial Stability Board (FSB) 491 miljard euro. Dat is 0,3 procent hoger dan in 2015 (figuur).
Bijna tachtig procent van het Nederlandse schaduwbankwezen betreft beleggingsinstellingen die in obligaties en leningen beleggen en kwetsbaar zijn voor het plotseling terugtrekken van gelden (zogenoemde runs) door hun investeerders. Omdat zij marktschokken teweeg kunnen brengen, vormen deze fondsen een systeemrisico. Daartoe worden met name open-end-obligatie-, hypotheek-, geldmarkt- en hedgefondsen gerekend. Hun balanstotaal nam in 2016 met twee procent toe tot 384 miljard euro. Daarbinnen traden echter grote verschillen op. Zo namen de hypotheekfondsen door de investeringen van pensioenfondsen met ruim vijftig procent toe tot 29 miljard euro, terwijl de obligatiefondsen daalden met twee procent tot 264 miljard euro. Overigens zijn hierin conform de FSB-definities ook beleggingsfondsen meegeteld die door pensioenuitvoerders zijn opgericht en waar diverse pensioenfondsen in deelnemen (264 miljard euro in 2016). Het daadwerkelijke risico op runs bij deze fondsen is gering vanwege hun specifieke aard.
De op een na grootste schaduwbankcategorie vormen de securitisatievehikels, die leningen verhandelbaar maken via uitgifte van obligaties. De dalende trend in de uitstaande omvang daarvan zette in 2016 door met een afname van zeven procent tot 81 miljard euro.
De twee andere categorieën zijn relatief klein in Nederland. De financieringsmaatschappijen, waaronder hypotheek- en consumptiefkredietverstrekkers, krompen met vier procent tot negentien miljard euro. De balansomvang van de effecten- en derivatenhandelaren voor eigen rekening, zoals ‘high frequency traders’, bedroeg zes miljard euro, maar nam in 2016 wel met vijftien procent toe.
1 reactie
Als de heren de omvang van het schaduwbankwezen nu eens afzetten tegen de omvang van gereguleerde kredieten, is het dan niet een peanut, zonder veel risico voor de fin. stabiliteit?