Ga direct naar de content

Jrg. 9, editie 467

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: december 10 1924

10 DECEMBEJ? 1924

JtUTEURSRECHT VOO aBEHOUDEN.

Economisch
`
Statistische


ri*chten
.

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

gE JAARGANG

WOENSDAG 10 DECEMBER 1924

No. 467

INHOUD
.

CURAA0 1

door
A. B: J.
Prak/cen ……. ………..
1080
De Landbouwbegrooting
1925
door
Dr. F. J. Rutgers
.
1081
De Gewijzigde Tarielwet II door
W.
J.
Vermeer
…..
.
1084
Kapitaalvorming en Bevolkingsvermeerdering door
Mr.
Dr.

J.
II.
‘van Zantcn ……………………….
1086
BU1TENLANDS0H

MEDEWERKiNG:
Britsche Handelspolitiek II (Slot) door
J.
I.
Craig.
1086
Het Engelsch-i)uitsche Handeisverdrag door
F. W.
Forge………………………………….
1088
AANTEEIIENING:
Suikerproductie

dei’ wereld …………………
1090
MAANDOIJFERS:
Rijkspostspaarbank

……………………….
1090
Giro-omzet bij De Nederlandsche Bank ………..
1090
STATISTIEKEN EN OVERZTOHTEN
……………
1091-1097

!NSTITUUT

VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

Wd. Alçjenseen Secretaris: Mr. Q. J. Terpstra.

WEEKBLAD

ECONOMISCH-STATISTiSCHE BERICHTEN
COMMISSIE VAN ADVIES.
J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. H. van Lennep; Prof. Dr.
E. Moresco; M?. Dr. L. F. H. Regout; Dr. E.’ van Welcieren Baron Ren gers; Mr. Q. J. Terpstra;
Prof. Mr. F. de Vries.

Gedelegeerde leden:
Prof.
Mr. D.’ vai Blom;
Prof. Mr. H. R. Ribbius.

Redacteur-Secretaris: .D. J. Wansinic.

9DECEMBER
1924.

De overeenkomst tusschen de Nederlandsche Bank

en de Javasche Bank heeft een algeheelen ommekeer op

dè Nederlandsche geldmarkt veroorzaakt. Door de

ermede gepaard gaande aflossing van ‘ schuld van

Indië aan het moederland was de schatkist in de

gelegenheid om het deze maand vervallend schatkist-

papier af te lossen. Het hieruit vrijkomende geld

kwam dus ter beschikking van de éeldmarkt en daar

ook de Javasche Bank voor ‘de verder te harer be-

schikking gekomen gelden belegging zocht liepen de
geidkoersen snel terug.

Particulier disconte daalde
bijna
dagelijks
V
â

3- pOt., zoodat Zaterdag voor
4Y4
pOt. werd afge

daan; Prolongatie, geopend op
4
püt. was aan het

einde der week voor
35
pOt. gemakkelijk vérkrijg-

baar. Maar ook zelfs op de termijnmarkt voor wis:

sels was de invloed merkbaar.. Termijn Londen,

dat in den laatsten tijd
bijna
niet verkrijgbaar was

en waarvoor, mede door de hooge Nederladsche

geidkoersen tot
9%
cent per
3
maanden betaald was;

liep terug en was ten slotte voor
5%
cent aange-

boden. –

Hoewel het bedrag der rechtstreeks bij De Neder-

landche Bank geplaatste schatkistpromessen in dê

afgeloopen week van
f ‘6
millioen tot-
fiO
millioen

opliep, geeft de l)oSt binnenlandsche wissels op de

balans der ‘centrale credietinstelling toch nog een

kleiie daling te zien. In totaal liep
hij
van
f 143,1.

millioen tot
f 141,6
millioen terug. De beleeningen

vertoonen een veel belangrijker vermindering; zij

noteeren thans
f 159,8
millioen tegen
f 194,2
millioen

op den vorigen weekstaat. De teruggang komt nage-

noeg uitsluitend yoor rekening van de effectenbelee-

ningen en heeft de aanzienlijke
stijging,
die deze

post verleden week vertoonde, weder geheel onge-

daan gemaakt.

Het tegoed van het Rijk, dat de vorige weekbalans

had aan te
wijzen,
blijkt weder te hebben plaats ge-

maakt voor een debetsaldo ton bedrage van
f 13,2

‘millioen. De metaalvoorraad der Bank bleef vrijwel

op dezelfde hoogte. De’ post ‘papier op het buiten-

land en de diverse rekeningen op de actiefzijde der

“balans stegen res’p. met
f7,9
mllioen en
f 5,8
millioen.

De biljettencirculatie verminderde met
f 18,2
mii-

lioen. De rekeningcourant-saldi blijken met
f 19,7

milIioen te
zijn
gestegen. Het beschikbaar :metaak

saldo stelde zich
-f 1,9
millioen hooger. ,Het dekkings-

percentage bedraagt.
51.
* *
*

.

De wisselmarkt: was- de afgéloopeij week vast en

vrij levendig; Londen had de flauwe ‘stemliling der

vorige week overwonnen en steeg’. snel, obk lii ver-

band met de zeer vase stemniing in Nw Yôrk. Daar

de dollarkoers vrijwel op het goudpuntstaat zal iedere

verdere stijging van het Pond Sterling in New’ York

automatisch een vrijwel gelijke stijging hier te lande

veroorzaken. Franken, aanvankelijk vast, liepen later

door ovoldoenden steun weder terug. Indië hooger:

98Y8 & Y4
bieden.

LONDEN,
6
DECEMBER
1924.

Zooals algemeen verwacht werd is de geldmarkt

gedurende deze berichtsweek ruim geweest ten. gevolge

van ‘de betaling van den halfjaarljkschen interest

op de War Loans.

Het aaii de Bank of England verschuldigde bedrag
werd dan ook zonder eenige’ moeite terugbetaald.

Voor daggeld werd
24 —2%
pCt. betaald en hernieu-

wing van zevendaagsche leeningen kostte
2%
pOt.’

De discontomarkt was bestendig en werd
3
11
1
16
pOt.

betaald voor prirna driemaands. wissels.
,2:mnds prima bankaccept
30116-38
pOt.

3-

,, ‘

,,

.

,,

3″ pOt.

,,

,,

,,

311
116__313
116
pOt.

6- «

‘ ‘

,,

33/4
pOt.

1080

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

10 December 1924

CURAÇAO.

1.

Curaçao is een Nederlandsch gebiedsdeel, dat in

de laatste jaren meer en meer de aandacht vraagt

van den Nederlander. Was voor kort, de ,,West” voor
den Nederlandschen belastingbetaler niets dan een

lastpost, een land, waar steeds geld bij moest, meer
niets, thalis wordt, dank zij de voortdurende propa-

ganda voor Suriname o.a. door den gouverneur Van

Heemstra, den oud-gouverneur Staal, den ster-corres-

pondent der ,,N. R. 0.”, e.a., langzamerhand de over-
tuigini gevestigd, dat van Suriname nog heel wat

goeds te maken is, mits men dit land behoorlijk in

exploitatie brengt en voldoende bevolkt. Curaçao, het

andere gebiedsdeel in de West, verkeert thans reeds
in een stadium, dat het zich zonder buitengewone

tegenvallers, in de komende jaren bedruipen kan.

Wanneer men daarbij in het oog houdt, dat het ge-

biedsdeel Curaçao niet alleen het eiland van dien
naam, maar ook de eilanden Bonaire, Aruba, Saba,

Sint Eustatius en het Ned. gedeelte van het eiland
Sint Martin omvat en de toestand van deze laatste

eilanden verre van rooskleurig is, dan begrijpt men,

dat zeer bijzondere omstandigheden op het eiland

Curaçao hebben samengewerkt om den financieelen
en economischen toestand vdn het geheel zoo gunstig
te doen zijn.
De gunstige toestand van ‘s lands financiën blijkt
o.a. uit de opbrengst der middelen, welke in 1923 be-

droeg
f
2.118.576 tegen f1.813.488 in 1922 en

f
907.265 in 1918.
In enkele jaren zijn de ontvangsten dus meer dan
verdubbeld. Weliswaar zijn verschillende .heffingen

verhoogd, maar van een verdubbeling der heffingen is in het algemeen geen sprake. Ook het eerste half-t
jaar 1924 is buitengewoon gunstig, waar de opbrengst

der middelen
f
1.117.183 of
f
173.000 meer dan de

opbrengst in liet eerste halfjaar 1913 bedroeg’ en

f
133.000 meer dan de.halve raming van 1924. Men
mag dan ook gerust verwachten, dat het subsidiecijfer,’

dat voor 1923 op
f
734.784 geraamd was, waarschijn-‘

lijk ongeveer de helft van dit bedrag zal zij,n, terwijl

voor 1924 liet subsidiecijfer slechts een paar ton zal

bedragen.
De economische toestand is gunstig . te noemen.

Blijkt dit reeds uit de hier nader te bespreken be-
talingsbalans der kolonie, ook de wrelvaart, die in
Willemstad heerscht, toont dit duidelijk aan. Deze gunstige toestand is voornamelijk te danken

aan drie factoren:

le. De ontwikkeling der Curaçaosche Petroleum
Maatschappij (een dochter-maatschappij der Bataaf-

sche).
2e.
De toeneming van het havenverkeer van Wil-

1 emstad.

3e.
De phosphaatexploitatie van Santa Barbara.
• De exploitatie der olievelden in Venezuela en dei
‘voortdurend stijgende productie dier velden, nood
zaakten de Ouraçaosche Petroleunimaatschappij haai’
opslagruimte en raffinaderij krachtig uit te breiden.
A.an een Nederlandsche onderneming, de N.V. Plet-
terij voorheen Enthoven & Co. ‘te Delft,, werd onge-
veer een jaar geleden opgedragen 41. tanks te bouwen,
waarvan eenige met een diameter van 33 M. en een

hoogte van 16 M.
Dit werk is thans reeds voltooid en aan dezelfde
onderneming is wederom de bouw van meerdere tanks
opgedragen. De bouw geschiedt door Nederlandsche

arbeiders en behalve dat een Nederlandsche industrie
hier aan vele Nederlandsche arbeiders werk verschaft,
doet het den Hollander, ver van het moederland, aan-
genaam aan, werken tot stand te zien komen, die voor
het moederlami getuigen kunnen, te meer waar men
op Curaçao zoov?el grdots van Amerika verwacht
en zoo weinig’ van het moederland. De raffinaderij
werd enorm u.itgebreid. Volgens de statistiek bedroeg
in het eerste halfjaar van 1924 de waarde van den

uitvoer der producten der C. P. M. 10 millioen gulden
tegen in het geheele jaar 1923 13 millioen. In 1923
bestond die uitvoer uit gasoline, gasolie, petroleum

en residu, terwijl dit jaar ook dieselolie, smeerolie en
asphalt geëxporteerd werden.

De 0. P. M. kocht in de afgeloopen maanden ver-

schillende terreinen voor uitbreiding en de water-

voorziening. De watervoorziening is voor een derge-
lijk grootbedrijf
bijzonder
moeilijk, waar de regenval
meerdere malen zeer te wenschen overlaat. In een

periode van langdurige droogte mag de raffinaderij

natuurlijk niet met gebrek aan water te kampen heb-
ben. De maatschappij kocht de werf De Wilde met

de daarbij: behoorende terreinen aan den oostelijken
oever via de Sint Anna-baai gelegen en verder ter-
reinenakn de Westzijde, waardoor de Motetwerf met

de tanks. derStandard Oi]. Company worden inge-
sloten.

-. Aan het Schottegat werd o.a. de plantage Konings-
plein gekocht,
terwijl
enkele andere plantages, als

Malpais, Brievengat en Zapaté, voor de watervoorzie-
ning van het bedrijf werden aangekocht, mede naar
aanleiding van een’ onderzoek, ingesteld door Prof.

Grutterink, in. den zomer van dit jaar. ‘t Spreekt van-
zelf, dat voor deze terreinen en plantages
prijzen
be-

taald zijn, die de eigenaren enkele jaren geleden niet

hadden durven droomen.

De groote ontwikkeling dêr C P. M. ‘is niet alleen
db haven ten goede gekomen door de enorme ver-

meerdering der scheepvaart, maar ook kan thans de

Curaçaosche arbeider tegen eeii behoorlijk loon steeds
werk vinden, wat een niet te onderschatten voordeel

is. De weersgesteldheid is op Curaçao van dien aard,
dat op het land niet
altijd
tegen
behoorlijke
betaling
arbeid ‘te vinden is, zoodat ,men voor enkele jaren in
groo’ten getale naar Cuba trok, ten einde daar op de
suikerplantages te werken. Dit trekken naar Cuba,
met achterlaten van vrouw en kinderen oefent geen goeden invloed op de bevolking uit. Thans komt do

0. P. M. steeds handen te kort, zoodat ook arbeiders
van de omliggende eilanden en vooral van Aruba,
maar ook van de’ Bovenwindsche eilanden op Curaçao
komen werken. Suriname voorziet zelfs in de behôefte aan arbeidskrachten.
Bij den tankbouw zijn uit Holland gezonden arbei-
ders werkzaam, die in een ruime betaling en goede
verpleging een vergoeding vinden voor liet werken
in ‘de tropen.
Willemstad profiteei’t van de welvaart, die de pe
tro]eummaatschappij, verspreidt. De winkels maken in
het algemeen geen slechte zaken, terwijl de stad zich

voortdurend uitbreidt. Tal van nieuwe huizen zijn in
den laatsten tijd verrezen.
De toename van het scheepvaartverkeer is ook voor
het ‘groots’te deel te danken aan het vervoer van
ruwe olie.
In 1923 bedroeg het aantal ingeklaarde stoomsche-
pen, uitsluitend bestemd voor het vervoer van ruwe
olie en olieproducten, 779, met een bruto-inhoud van
2.600.471 Ma., tegen 608, met een bruto-inhoud van
1.429.449 M
3
.
in 1922, of een toename van 171 olie-
schepen en 1.171.022 M
3
. Maar ook de gewone scheep-
vaart is steeds toenemend. In 1923 werden 1480
stoomschepen ingeklaar.d, metende bruto 7.467.413 Me.,
tegen in 1922 1182 schepen met 5.308.487 M. bruto
inhoud.
In 1924 bleef d,e vooruitgang ook aanhouden, waar
in ‘de eerste 9 maanden van het jaar 1293 schepen met

een ‘bruto inhoud van 8.325.929 M
3
.
ingéklaard wer-
‘den. In de eerste 9 maanden van 1924 bedroeg dus de
ingeklaarde tonnenmaat reeds meer dan over heel 1923.

De speciale schepen voor vervoer van ruwe olie
buiten beschouwing latende, geven onderstaande cij-
fers een ‘duidelijk beeld van de ontwikkeling der,
schèepvaart:
1913

415 stoomschepen

2.829.000 M.
1920

558

, ,,

3.500.000 M
3
.
1923

701

..

4.867.000 M.

IO. December 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

iisi;ii

– Verschillende stooinvaatmaatschappijen name

Curaçao in de laatste jaren in hun vaarpian op, waar-

onder enkele groote traris-atlanti sehe. De Compagn.i e

Générale Trans-atlantiqae vaart via Curaçaô van

Europa naar Zuid-Amerika. De Hamburg—Amerika-
lijn doet geregeld dc haven aan. De Oolumbean Steam-
ship Co. Inc., de Alumiminum Line, de Kosmos Line

ets de Roland Line brachten in 1923 alle nieuwe ver-

biudngen met Curaçao tot stand.
Voor de Kou. West-Indische Mail bleef Curaçao

een der hoofdstatious. De groote schepen dier maat-

schappij, behoorcude tot dc z.g. Colon Line, onderliot-
den een bijna 14-daagschen dienst met Amsterdam of
Hamburg naar Costa Rica (.Puorto Limon) en doen

daarbij zoowel op de uit- als op de thuisreis Curaçao
aan. De verbinding met New York wexcl eveneens uit-
gebreid, al vindt de K. W. 1. M. daarbij in de Red
D. Line een zwaren concurrent. Schepen met geringen

diepgang dier bei.do maatschappijen zorgen voor een
geregelde verbindi.n met Maracaibo, ten einde de
lading voor de groote lijnen af en. aan te voeren.
1-let belang, dat cle K. W. 1. M. voor Curaçao heeft,

blijkt wel ui.t het feit, .dat in 1923 daar
,f
450.000 mee.r

werd uitbetaald clan ontvangen. De uitbetaling betreft;
voor een groot deel ioouen, verder jokoopen voor
approviandeering, uitgaven personeel, enz.

Ook de andere stoomvaartmaatsehappijen doen op
Curaçao groote uitgaven, waar Curaçao vaak als ko-
lenstation dienst doet. 11: schatte als voorzitter der
directie der Cu raçaosehe Bank, de meordcro betal in-

gen dier maatschappijen over 1923 op
.f
500.000. Dc

heer Gorsira, lid der directie dier bank en t;evens
ogen t van versci illende s toomvaartmaatschappijen,
meende dit bedrag te mogen stellen op 1 rnillioen, een bedrag dat, gezien in. het financieele kader van Cura-çao, zeer belangrijk genoemd mag worden.
Daarbij brengt hèt drukke scheepvaartverkeer de
poodige vreemdelingen, die in Curaçao natuurlijk
verteri:i.gen maken. Dit bedrag werd voor 1023 door
der. hee, (lorsira geschat op
.f
500.000.1:Ioewel i]c
ineen dit bedrag niet zoo hoog te moeten opvoeren,
kan, waar in 1 024 verscheidene groote toeristcnhoo-
ten de haven bezochten,
0])
een belangrijk aecres ge-

:rekend worden.
Waar landbouw en zou.twionitg voor Curaçao in
cle laatste jaren niet in alle opzichten gunstig waren,
begrijpt men het groote voordeel van het drukke
liavenvericeer.
lIet is dan ook te
betreuren,
dat, na de laatste uit-
dieping der Sint Aunabaai en havenmond, zoo weinig
van gouvernementswege gedaan wordt om de scheep-
vaart te bevorderen. De eenigste gouvernementskade
verkeert in een zeer slechten toestand en vereiseht
onmiddellijke voorziening. Een behoorlijk ingeriQht
entrepot i§ zeer gewenseht en kan door het gouver-

nement tot stand gebracht worden, waar het op één
enkel pand ‘na, over een behoorlijk terrein aan de gou-
vcrnexoentslcacle beschikt. Uitbreiding van het haven-
front is tevens noodzakelijk, al zal hier de oplossing
minder gemakkelijk te yinden zijn. WTegbaggeren vait
de vele ondiepten in het Sehottegat en, indien cl:it
alles gereed is, verbreeding en nadere uitdieping dci

havenmond, zijn werken die naar mijne meening voor
cle bevordering der scheepvaart in de naaste toekomst
noodzakelijk zijn. Daarbij mag de watervoorziening
van de haven ook als een zeer dringende eiseh ge-
oemd worden. Hoewel men dit vraagstuk reeds
enkele jaren ernstig onder de oogen ziet, schiet de
uitvoering der plannei niet voldoende op. Mogen
(leze plannen spoedig verwezenlijkt worden.

(Slot volgt).

A.
B. J. PRAKKEN.

DE LANDBOUWBEOROOTING 1925.

Sinds langen tijd reds is vart vele zijden, ook jli

de Staten-Generaal bij de behandeling van de begroo-
ting voor het loopende dienstjaar, gewezen op de in
1uc1 ôogVlle steeds verclei döo’ugévberde decen-

tralisatio bij’ de Diietie van deb Landbouw. En de
finaneieele gevolgen van het systeem (een uitgebreid,
kostbaar, dirigeerend personeel, groote administratieve

kosten, e,nz. enz.) gaven de laatste twaalf maanden
meermalen aanleiding tot knititsche opmerkingen in

tal van artikelen en brochures, die zich niet dezen
tak van Staatszorg bezighielden. i)e belangstelling

van velen., die zich voor de regeeningstaak in land-
bouwzaken interesseeren, richt zich begnijpelijkerwijs

voor een groot gedeelte
op
dit punt. Algemeen toch

wordt gewenscht, dat hij de doorvoering der in deze
tijden noodzakelijke bezuiniging, vitale belangen vaii
landbouw, tuinhoruv cii veeteelt zoo min mogelijk

worden aangetast, en is men van oordeel, diat reeds
veel te bereiken zou
zijn
door wijziging der in opzet

veel te kostbare organisatie.
Ik meen dart ook ccii beschouwing over de land-

bouwbegrooting 1925 het best te kunnen geven, door
de begroo’ti rug in haar verband met dc organisatie der

Directie van de:n Landbouw te doen zien.
Een. mee.r overzichtelijke en meei natuurlijke groe-
peening van cijfers dan int liet wetsontwerp tot uiting
komt, zal hiertoe noodig zijn. Ook aan deze begroo-

ting toch kleeft weder de fout, dat eerst na tijdroo.
vende optellingen een inzicht kan worden verkregen

in de fiïiancieele lasten, welke de verschillende tak-
ken van. Staatszorg op dit terrein meebrengen. Boven

dien zijn verder
omschrijving
en toelichting van tal
van artikelen zoodanig, dat men zich zelfs na de ho-
cijferinigen, clie tot het overzicht op pagina 1.08 heb-
ben, geleid, over de noodzakelijkheid van vele uitga-
ven. geen oordeel kan vormen. Weliswaar is liet eind-

bedrag van
f
1.111.493 verdeeld over 105 artikelen,

van welke de meeste in den uitgewerkten staat nog
ziji onderverdeeld, zoodat do geheele begrooting fei-
telijk niet minder dan. 348 posten telt. Doch bij nadere
beschouwing blijkt, dat deze veelheid het kenmerk van
onevenwichtigh eid en verwardheid draagt, en geens-
zins een uitvoerige, gedetailleerde voorlichting heeft

beoogd. Zoo ziet men
in 13 niet verder gespcci’Fieeorde poster.

van
f
105.000 en hooger …………
f
3.226.003

in 335 posten o.ude.r
f
91.000 ……….,, 3.890.890

f
7.111.493

of duidelijker nog deze onevenwichtigheid:
in 33 niet verder gespecificeerde poste:n
van
f
50.000 en hooger …………..,, 4.704.950

in 311 posten onder
f
50.000 ……….,, 2.412.543

f
1.111.493

Men vraagt zich af, welke leiding i.n particulier bedrijf genoegen zou willen nemen of zou kunn.t
beslissen met een zoo slecht gegroepeerd eijfermate-
ni.aal; waarin bv.
f 100
voor kindertoeslag aa.n een
ambtenaar bij herhaling onder een zelfstandig hoofd
(artikel) w’ordt gebraeht daarentegen een beding van
j 1.89.810 als onderdeel van een uitgebreider hoöf cl
wordt opgevoerd, nog wei met de alles omvattende
en dus vrijwel nuttcioozc omschrijving: ,,aanbouw, on-
derho’ïid en verbetering van gebouwen en ter re:inen,
aankoop en overdracht van grond of gebouuwe:nu, huur
en lasten der gebouwen en terreinen, buitengewoon
toezicht en onderhoud en aankoop van meubilair, ad-
ministratieve, huishoudelijke en andere uitgaven.”
lIet behoeft geen betoog, dat een soortgelijke redae-
ti,e, zooals die bij meerdere posten voorkomt, feitelijk
de beschikking over ecn belangrijk gedeelte der gel-
den aan de beoordeeling der volksvertegenwoordiging
onttrekt en naar liet Departement overbengt. ‘Dat in
sommige gevallen deze bedoeling inderdaad .heeft
voorgezeten blijkt onomwonden uit de toelichting op
artikel 125′: mocht namelijk door aannoming ‘der arti-
kelen 118-121 gevolg gegeven worden aan den meer-
maleji geuiteui wenseh tot bezuiniging op de admini-
stratieve kosten, veroorzaakt door het rijksbureau voor
de ontwatering, dan hiergeef t de kleine toevoeging
,,benevens uitgaven ten behoeve van ontwatening” aan
artikel 125, het Departement de vrijheid deze zelfde

957.075
1.061.508
634.678
701.7.19
24.300 23.500

1.616.053
.
1.786.727

25.379
28.625

pm.

P.
1.641.432

1.815.352
60.850 66.029
132.950
143.279
23.570
25.269 299.020
.

338.321 60.870
63.170


180.000
197.000

1082

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

10 December 1924

kostn desgewenscht met nog
f
50.000 op te voeren.
In’ de hieronder volgende tabel is getracht het cijfer-

materiaal op meer doelmatige wijze samen te bren-
gen. Deze opstelling, waarbij naast het voor 1925 uit-

getrokkéne de voor 1924 toegestane bedragen zijn
geplaatst, doet reeds hij eersten oogopslag zien, dat
vaii een reorganisatie bij de Directie van den Land-

bouw geen sprake is geweest. Het tot nu toe gevolgde systeem van decentralisatie heeft geleid tot de instel-
ling van een steeds grooter’ aantal leerstoelen, proef-

stations, diensten en dienstjes, alle met eigen directie
en administratie. En een besliste terugkeer van dezen
weg zou in de cijfers tot uiting zijn gekomen, door

een percentsgewijze belangrijk grootere besparing op

de meest gedecentraliseerde groepen als ,,Hooger On-.
derwijs”. en ,,Diensten tegen vergoeding”. De begroo-
ting evenwel wijst
bijna
tot in details op een zeer
uniforme bezuiniging van omstreeks 9 procent. En

de goep ,,Diensten tegen vergoeding” maakt hierop
zelfs een zeer opmerkelijke uitzondering in tegenover-

gestelde richting dan mocht worden gewenscht, daar
haar eindcijfer van 1.142.686 met slechts 36 procent tot 1.681.978 teruggebracht werd. De besparing van
circa
7Y2
procent op het eindtotaal der Landbouw-

begrooting is dan ook niet het resultaat eener doel-
treffende reorganisatie, doch uitsluitend verkregen
door, zonder aantasting van het systeem, op alle pos-
ten zoo gelijkmatig mogelijk te bekrimpen. De rela-
tieve
stijging,
die juist de groepen ,,Proefstations”
en ,,Dieri sten tegen vergoeding” toont, duidt, er iiite-

gendeel op, dat aan den heerschenden geest nog zeer
onvoldoende weerstand wordt geboden.

Te verivonderen behoeft men zich over deze pas-

sieve houding niet. Onder de Directie van den Land-

bouw toch is samengebracht een aantal zeer uiteen-

loopende werkzaamheden, die goeddeels naar hun aard

l;ot een der andere departementen behooren. De Direc-

tie van den Landbouw zou ongetwijfeld haai- recht op
zelfstandigheid hebben verloren, indien daarvan wer-

den afgescheiden de onderwijsbelangen, de diensten
ten behoeve van den handel, en de technische voor-

lichtingdienst. Reeds uit zelfbehoud, en om haar be-
staansrecht te bewijzen, zal dus deze samenvoeging

meer nog dan eenige andere staatsdienst op expansie
bedacht moeten zijn. En het aanvaarde systeem van een

sterk uitgebreid zelfstandig hooger personeel heeft ook

hier geleid tot een steeds verder gaande en meer om-
rattende staatsbemoeiing. Niet om in de door bedrijf

Begrooting
1925

Toegestaan
1924

1.
Uitgaven van algemeen administratieven aard

0
/0
Art.

74-76.
Kosten van het Departement ………………..
142.355

157.554
181-183 ged. Verslagen, comm., verdere uitgaven

26.240

32.600
168595

190.154

11,35
2.
Domeinen en bebossching.

148-155.
Domeinen …………………………………
176.444

202.028

.157.
Verlies op het Staatsboschbedrijï …………….
966.462

1.040.530

156.
Subsidieering voor bebossching ………………
142.278

147.020

158-159.
Kosten Boschraad en Boschwet ………………
2.500

3.500
1.287.684
1F-

1
1.393.078
1
7,56
3.
Onderwijs en Wetenschap.

Hoc ger Onderwijs.

77-83. H. 0.
te Wageningen (Landbouw, enz.) ……..
101-107, 109. H. 0.
te Utrecht (Veeartsenijkuiide) ……..
108, 110.
Beurzen ………………………………..

160-166.
Rijksboschbouwproefstatiou …………………
130-134
ged. Rijkslandbouwproefstation te Groningen en
te 1-bom

Middelbaar Onderwijs.

84-87
– fMiddelbare School te Groningen …………±
Koloniale School te Deventer …………..±
88-91.
Zuivelschool te Bolsward ………………….
92-95.
Rijksiand- en tuinbouwwinterscholen ……….
99-100.
Opleiding onderw. en ambten., examenkosten….
96.
Subsidie bizonder onderwijs………………..

757.260

833.068
Lager Onderwijs.
97-98.
Cursussen en subsidiën ……………………..
551.000

551.000

599.000

599.000

Totaal groep
3
……….

4.
Kcurioogs- en ondersoekdiensten tegen vergoeding.

126-130.
Rijkslandbouwproefstations ………………..
137, 140, 145-146.
Veeartsenijkundige dienst…………..
141-144.
Rijksseruminrichting ……………………..
131-134.
Plantenziektenkundige Dienst ………………

5.
TToorlichtingsdiensten en verdere uitgaven
rechtstreeks ten behoeve van landbouw, ev.s.

111-116
ged. Consulenten en verdere voorl. van landbouw,
tuinbouw en veeteelt …………………
118-121.
Ontwatering …………………………….
Bestrijding van schadelijke diersoorten ……….
Afschaffing heerlijke jachtrechten ……………
125.
Ontginning woeste gronden …………………
122-123.
Paarden- en veefokkerij …………………..
147.
Bestrijding van veeziekten ………………..
177-180, 116
ged. Consul. en verdere voor!, voor zuivelzaken
167-176.
Zuivelinspectie en Contrble ………………..
182-183
ged. Tentoonstellingen, congressen …………..

Totaal…………………..

2.949.692
II

1
3.247.420
1
9,17

630096

1′

677.093
532.198

582.060
258.355

264.941
261.329

218.592

1.681.978
1

1.742.686

3,54

460.974
500.082
32.140
34.200
7.440
5.000
5.000 5.000
50.000 50.000
73.000
81.600
120.000
120.000
125.585
.
137.238 138.805
156.452

16.600 19.100
1.029.544 1.108.672
7,14

7.117.493 7.682.010
7,36

10 December 1924

ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN

1.083

of haudél uitgesproken behoeften te voorzien, doch
uitiluitend als gevolg van het natuurlijke zoeken naar
arbeidsterrein door de tallooze ,,dirigeerende” amb-

tenaren. Zoo kan men b.v., ook zelfs nu nog in de

laatste weken, directies van onder Laiidbouw ressor-

teerende instituten in dag- en weekbladen door and-
cml van ingezonden stukken regelmatig propaganda

zien maken voor hun instelling en voor nog verdere

uitbreiding hunner werkzaamheden.. En in dit verband
dient zeer zeker ook de aandacht gevestigd op liet

onlangs gepubliceerde adres der Vereeniging van

derlandsehe Zaadhaudelaren, dd. 15 October 1924 aan
Z.E. den Minister van Landbouw gezonden, waaruit

blijkt, dat ter Directie van den Landbouw zelfs wetten

werden voorbereid en – doorgedreven zonder eenig
rechtstreeksch overleg met den, zéér goed georgani-
see.rclen, darbij betrokken handel. Mei; dit gevolg, dat
bv. de ,,Wet tot
bestrijding
van bedrog in dan handel

iii meststoffen, zaaizaden en veevoeder” dermate on-

mogelijke en in zich zelf strijdende bepalingen bevat,

(lat zij door den handel
openlijk
wordi; terzijde gesteld
en ontdoken. De v;rij belangrijke kosten, die de uitvoe-

ring en toepassing dezer Wet jaarlijks voor ‘s Rijks
schatkist medebrengt, zijn dan ook naar veler mee-
.ning als goeddeels weggeworpen te beschouwen.

Bij tal van gelegenheden valt trouwens telkens weer

op, welke financieele lasten de kostbare en niet steeds
doelmatige organisatie der afdeeling Landbouw met
zich brengt.
1)

Bij de groep:
Uitgaven van Algemeen adiministra-
tieven aard
vraagt men zich b.v. af of ooit berekend
werd, hoeveel tijd, papier, schrjfloon, drukwerk en
expeclitiekosten er ten Departemente verloren gaan
door het onttrekken van het Landbouwonderwijs aan
het daarvoor aangewezen Departement van Onderwijs.
Men denke hierbij slechts aan het thans noodzakelijke
interdepartementaal overleg bij vraagstukken als b.v.

het opnemen van het veeartsenijkundig onderwijs in
het verband der Utrechtsche Universiteit. Of lette
op het feit, dat in de ,,Verslagen en Médedeelingen
van de Directie van den Landbouw” onderwijsgege-
vens worden opgenomen, welke uit den aard ook in
het volledige jaarlijksche rapport, van het Depaite-
ment van Onderwijs zijn te vinden.
Naar aanleiding van de kosten der ,,Vers1gen en
Mededeelingen van de Directie van den Laûdbouw”
moge te dezei plaatse ook worden gewezen op merk-
waardige publicaties als No. 1 van 1924. Een boek-
werk van 158 pagina’s, bevattende een nornihatieve
opgave van alle personen, die hetzij bij het Rijk, hetzij

bij een Vereeiiiging, een functie, hoe gering dan ook,
in verband met land- of tuinbouw vervullen. Geen
klerk of geen tuinman in ‘s
Rijks
dienst ontbreekt
hierin. En een klein boertje in het kleinste gehucht
kan er zijn naam in vermeld vinden, als secretaris
der
plaatselijke
afdeeling van den een of anderen
prodncialèn bond. Hoe kunnen de kosten van het
verzamelen, verwerken en drukken dezer gegevens
en de gedeeltelijk gratis verspreiding – ooit door
het nut der uitgave worden gêrechtvaardigd?
De ondervinding der laatste jaren heeft voldoendé
geleerd, welk gevaar voor overdaad in ruimte en af-
werking er bestaat, indien de stichting of uitbreiding
van Rijksonderwijsgebouwen aan geïnteresseerden
wordt overgelaten. Ook hij de Directie van den Land-
bouw is men daaraan niet ontkomen. Zelfs in de
onlangs verschenen, zich als ,,enquête” aandienende
brochure: ,,De. Landbouw-Wetenschappen in Neder-

1)
In de
N.
Rott. Crt. van
16 Nov. 1924
wordt
b.v.
met
groote zekerheid gezegd, dat vier tuinbouwconsulenten in
verschillende deelen des lands, ieder /1000,— per jaar plus
reis- en verblijfkosten zouden genieten, voor het geven van
cursussen aan candidaat.tuinbouwingenieurs der Landbouiv.
Hoogeschool; waartoe deze consulenten zich wekelijks naar
Wageningen zouden hebben te begeven, ook wanneer er,
zoonla dit jaar, geen studenten voor het volgen hunner
le8sen zijn.

land”, welke echter klaarblijkelijk als propaganda

tegen de bezuiniging is bedoeld, wordt erkend, ,,dat
er nogal ruwr met geld werd omgesprongen.” ,,Bij den

bouw van- twee nieuwe laboratoria, die op den Wa-

geningschen Berg verrezen, werd volstrekt niet de

toen toch reeds zoo noodzakelijke zuinigheid betracht.”
,,Later is te Wageningen nog een tweetal laboratoria
gebouwd.” ,,Maar toch ook aan de laatstgenoemde twee

is nog te veel luxe.” Met deze, zeker niet bevooroor-
deelde bekentenis voor oogen, verwondert men zich,

dat ook voor 1925 de gelden voor de onder Landbouwr
ressorteerende gebouwen weer in volkomen oncon.tro-

leerbaie en spaarzaam toegelichte posten worden aan-
gevraagd. En men vraagt zich af of een bonte schil-

daiing als bv. in de artikelen 83a en 101
1)
wellicht

dient om een zwaar stuk gebouwen te camoufleeren.
Deze posten toch stellen resp.
f
160.900 en
f
189.810
ter vrije l)eschikking voor de beide hoogescholen.
Taa
r
mede
dus niet minder dan
f
350.100 of
ruim

22
procent
van liet voor dit hooger
onderwijs
uitge-

trokken totaalbedrag aan de beoordeeling der Volks-
vertegenwoordiging vordt onttrokken.

Tenslotte moge, uitsluitend tei- demonstratie van

hetgeen gezegd w’erd over de kosten van het gevolgde
systeem van decentralisatie en over het voortdurend

streven naar expansie; dat tal van diensten eigen is,

gewezen worden bp liet Rijksboschbouwproefstation.
Omtrent dezeii dienst, waarvan , de Directeur volgens
de begrooting 1924 een vast personeel van slechts
één
boschbouwkundige en één bediende had te dirigeelen,
vindt men in de toelichting der begrooting 1925 vei-
meld dat ,,de tijdelijke klerk in vasten dienst is over-
gegaan”.
Het practisch-wetenschappelijk personeel dezer in-
stelling, slechts 2 man sterk, ontvangt aan salaris
en toeslag omstreeks
f
9650, ‘terwijl de bijkomende
posten niet minder dan
f
15.729 .beloopen. Ook hier
bracht zelfstandigheid weer mede: recht op een eigen
gebouw, op eigen administratie en eigen publicaties,
hetgeen zich in ‘het onkosten-percentage weerspiegelt.:

1
Directeur ……….
±
6.325
1
boschbouwkundige… ±
3.325
kosten proefvelden – . – –

5.000
14650
A.Lministratieve en andere onkosten:
1
klerk …………….. . ……..

±

1.709
kantoorbeli., bibi., enz. ………… 1.100
1
bediende……………………
±
1.845
gebouw: onderhoud…………….
425
verw., verl. en schoonni… 1000
1.425
reiskosten personeel …………..
2.400
drukwerk ……………………
1.500
diversen……………………..
400 10.379
reiskosten cornrn. van advies ………….
350

25379

Reeds
bij
de behandeling der begrooting 1924 werd
in de Tweede Kamer der Staten-Generaal van ver-
schillende zijden een meer doelmatige wijze van be-
zuiniging aan den Minister in overweging gegeven.
Met name werd daarbij zelfs genoemd de centralisatio
van alle wetenschappelijk werk, en werd de overtui-
ging uitgesproken, dat wanneer men op dit terrein
niet ,,voortdurend trachtte te specialiseeren en uit
te breiden, wat voor iederen tak weer zooveel hoogst
bekwame ambtenaren noodig maakt, ook in deze rich-
ting belangrijk bezuinigd zou kunnen worden.”
Het feit dat ook nu nog, juist bij de kleinste en
liet eerst voor opheffing in aanmerking komende
proefstations, tot uitbreiding van personeel wordt
(volgens de toelichting der begrooting:
is)
overge-

– 1)
Voor heide artikelen gelijkluidend: ,,aanbouw, onder.
houd en verbetering van gebouwen en terreinen, aankoop
en overdracht van grond of gebouwen, buur en lasten der gebouwen en terreinen, buitengewoon toezicht en onder-
houd en aankoop van meubilair, administratieve, huishou-
delijke en andere uitgaven”.

1084

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

10 December 1924

gaan, kan niet anders dan een aanduiding zijn, dat
hij den Minister geen plannen bestaan, beperking van

uitgaven te zoeken in een doeltreffende reorganisatie
van de op pagina 1082 sub 3 en 4 vermelde groepen.

Temeer valt dit te betreuren, daar terugkeer tot

een bescheidener en meer met ‘s Lands financieelen
toestand in overeenstemming zijuden opzet, te allen

tijde en zonder schokken voor het economische leven
kan plaatsvinden.

Immers vrijwel de geheele uitbouw, zooals wij dien

tliaiis kenn en, van Landbouw-Hoogeschooi, proefsta-

tions ena., is niet langs natuurlijken weg (door spe-

cialisatie tengevolge van toenemende werkzaamheden)

tot stand gekomen, doch van bovenaf opgelegd. Na-

genoeg alle opgerichte instituten moesten zich zelf

eerst een arbeidsveld zien te scheppen, en verschil-

lende directies trachten nu nog, door een onafgebro-

ken propaganda, land- en tuinbouw de behoefte aan
hun zelfstandige instelling te suggerceren.

Zelfs een zeer plotselinge en zeer krachtige inkrim-
ping zou door land- cii tuinbouw niet als hinderlijk
worden gevoeld en in vele gevallen slechts nauwelijks

worden bemerkt.

En de financieele nood heeft ook elders wel eens

iets doen afbreken, dat mét zorg en vol goede ver-

wachting moeizaam was opgebouwd.
F.
L.
RUTUEIIS.

Laren N.-H.

DE GEWiJZIGDE TA]i1E7’WET.

II-

Van’ cle veranderingen in de tabel aangebracht zijn

die, velke door dc Regeeriug bij verschillende nota’s

van wijzigingen
zijn
voorgesteld, verreweg het belang-

rijkste. Dit behoeft geen verwondering te wekken waii-
neer men in aanmerking neemt (lat de Minister ge
durende de mondelinge behandeling van het tarief
in de Tweede Kamer een afwijzende houding heeft

aangenomen tegenove.r bijna alle amendementen, die

de opbrengst van zijn wetsontwerp in. gevaar zouden

brengen. terwijl liet hier bovendien een wetsvoorstel
betrof, (lat feitelijk niet voor amendeering vatbaar
was. In liet Toor]oopig Verslag (i 1) werd er reeds
op gewezen, en de heer Van Vuuren heeft hieraan
hij de debatteu zeer terecht nogmaals herinnerd, dat

slechts de Regeering, die staat hoven de verschillende
belangen, de gevolgen van eventueele wijzigingen Ican

overzien. ik zal straks
bij
de bespreking van het amen-
dement Vliegen op post No. 21 nog gelegenheid heb-
ben op deze quaest.ie terug te komen.

Post No. 2 (alcoholcn).
Bij het oorspronkelijk in-

gediende ontwerp werd voorgesteld het thans be-

staande invoerrecht op gedistilleerd van
f
3,50 terug

te brengen tot
,f
1 ter tegemoetkoming aan het reeds meermalen door distillateurs geuite verlangen om tot
verlaging van dit invoerrecht over te gaan.

Bovendien w’erd gebroken met de z.g. fictieve ge-
haltebepalinge.e. Volgens de Gedistilleerdwet van
1863

wordt nl. bij invoer van •zoete likeuren en van alle ge-
distilleerde dranken op flesscheu of kruiken kleiner
dan 2 Liter de belasting berekend naar een fictief ge

halte van 15 pOt., terwijl reukwaters, vernisseri en an-
dere met alcohol bereide vloeistof fen (geen dranken

zijnde) geacht worden ee:n sterkte te hebben van 90
pOt. (Een uitzondering hierop kan in dit artikel bui-
ten bespreking blijven). In Plaats vaji een berêkening

der belasting naar cle hi ergenoemde fictieve gehalte-
percentages werd dus voorgesteld deze berekening iii
het vervolg te doeii plaatsvinden naar de werkelijke

sterkte van de alcoholhoudende producten, eventueel (b.v. voor likeuren) verhoogd met een suikersurtaxe.
Als voornaamste motief voor deze wijziging kon gel-
den, dat de tegeiiwoordige regeling praetiseh neerkomt

op ecu verbod van in voer.

1J’it verschillende ad Lessen van belanghebbenden bij
het Departement van. Financiën ingekomen, alsmede
iii t liet Voorloopig Verslag, bleek echter, dat er bij de

gedistilleerd-industrie, die onder de feg’enwoordigé

omstandigheden ten gevolge van den buitensporig hoo-

gen gedistilleerdaccijns en van exporthelernmeringen
in
een mccii ijke positie verkeert, ernstige bezwaren tegen

beide voorstellen bestonden. in verband met de tijds-

omstandigheden heeft men dan ook gemeend hierop

te moeten terugkomen. Op één uitzondering cia, wordt
derhalve de thans bestaande toestand bestendigd,
alleen voor zoete likenren en gedistillee.i.de
dranken
ingevoerd
op
flesschen of kruiken kleiner dan 2 Liter
is n.l. de fictieve sterkte nader bepaald op 65 pOt.,

met dien verstande, dat van gebottelde dranken boven-
dien een wdardorecht van 8 pOt. zal verschuldigd zijn.

Posten No. 5 (automatische vericooptoestellen en
betaalautomaten);
No. 17
(bladtin);
No. 3J,
onder-

deel 1 (closeis en urinoirs van metaal);
No. 33, en-
derde al II (water- en gasverbruilcsmeters);
No.
41,

onderdeel 1 V (electrische kabel); No. 45, onderdeel T

en 11 (gewoon glas in bladen of platen van een be-
paalde
afnceling
en glazen ballons vodr gloeilampen);
lTo.
75, onderdeel IT (koolstave?i);
No. 97,
onderdeel

II (i’otatiepapier); en No, 101 (prikkeidraad en me-
taalgaas).

Reeds in de Momorie van Toelichting werd er op
gewezen dat
in
liet tarief een aantal artikelen voor-
kwamen, die niet als ,,toonhankartike]” konden woi’-

den aangemerkt en derhalve onbelast hadden moeten

blijven. Met het oog op de belangen van de schatkist

kon de opbrengst, welke van liet belasten dier arti-
kelen verwacht werd, echter niet worden gemist.
Ten gevolge van de opneming van art. 43 werd

echter een nieuwe bron van inkomsten verkregen,
waarop bij de indiening van het wetsontwerp niet

was gerekend. Daarom is het invoerrechi; van ccci aaii-tal artikel en., waarvan de voornaamste 1 (erboven ach-
ter de verschillende postuumn ei’s zijn genoemd en die
meei’ei
1
deels hulpmiddel zijn. voor i nd ii strie, hau dcl

en landbouw, van 8 pOt. der waaide, teruggebracht

op 5 ]?Ot.

Post No. 12 (beestenvoeder).
Iii dezeu post is een

wijziging aangebracht, waardoor alleen hot beesten-
voeder in koeken, stukken of brokken (b.v. honden-
vleesc:hbi.00d) en dat iii ,,vcrpakten” staat (dus 1200
gram of minder) bij invoer belast is met een invoer-

recht van 8 10t. der waarde. Het pluimveevoeder be-
staando uit meel vermengd met vleesch of vleesch-
afval, in groote verpakking, zal derhalve niet aan iii-
voerrecht worden onderworpen.

i’osten No. 13 (bergings- en ve’rpa’Icicingsmiddelen)
en
No.
40 (zeven en filters).
Beide posten zijn aan-
gevuld met een vrijstelling, waarop van de zijde vaii
enkele landbouworganisaties is aangedrongen. Onder
eerstgenoemden post werden melkrneetemmei’s voor-
zien van meetschaal, onder laatstgenoemden post, me-
talen zeven wegende 1 KO. of meer, nader van invoer-
recht vrijgesteld.

Post
No. 20
(bont en vogelhuiden).
Bij onderdeel
IV van dezen post waren oorspronkelijk ook alle
veeren en vogelhuiden (behalve bedveeren en dons)
aan invoerrecht onderworpen. Van belanghebbende
zijde, gesteund door de Kamer van Koophandel in

Amsterdam werd er echter op gewezen, dat te Am-
sterdam een belangrijke markt van vogelhuiden en
veerei:c bestaat, waarvan het bestaan, dloor het aan

i.nvoerrecht onderwerpen van deze artikelen, ernstig
in gevaar zou wo:rden gebracht. In verband hiermëdo
is onderdeel TV van den post zoodanig gewijrrigd, dat
veeren en met veeren of dons bedekte dierhuiden
alleen zullen worden belast wanneer zij zonder nadere
bewerking geschikt zijn om als modewaar te worden
gebruikt. De oubewerkte veeren en vogelhuiden blij-
ven dus van invoerreeht vrijgesteld.

– Post No. 21 (borstels). Op
‘dezen post is een weer-

malen gewijzigd amendement Vliegen door de Regèe-
ring overgenomen, waardoor borstels, sehuiers, boen-
clers, bezems en kwasten in gewoon ongeverfd hout
vervat, zonder eenige versiering, straks vzij van in-

10 December 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1085

i-oerrechi; hier te lande zuilen worden toegelaten. Vaui
objectief standpunt beschouwd moet men. de opne-ming van deze vrijstelling betreuren. Zij is geheel in strijd met liet gedurende de geheele behandeling der

wet ingenomen standpunt, dat het vervallen van be-
staande rechten onder de tegenwoordige omstandig-
heden voor oii’ze nijverheid niet wenschelijk is en

gaat dus lijnrecht in tegen het principe neergelegd
in artikel 43 der wet. Alle industriee]en, geen enkele

uitgezonderd, die op behoud van het bestaande recht

voor hun artikelen prijsstelien, zuilen worden, gehol-

Pefl
01)
grond van art. 43, de Regeering heeft zelfs

een aantal oorspronkelijk in het Tarief voorkomende
vrijstellingen geschrapt om daardoor gelegenheid te

krijgen voor de artikelen, waarop die vrijsteilingea
betrekking hadden, het thans daarvan geheven wor-

dende invoerrecht te kunnen handhaven. Alleen de
Noderlandsehe borstelindust.rie zal, tea gevolge van de

aangebrachte wijziging, het bestaande invoerrecht ver-

liezen. Hoe men ook over artikel 43 en het daarbij
gehuldigd wordend beginsel moge denken, niemand
zal kunnen betwisten, dat nu. het artikel er eenmaal

is, tegenover de borstelindustrie een groote onbillijk-

heid is begaan.
Ik heb gemeend op deze wijziging eenigszins uit-

voerig te moeten ingaan, omdat hierdoor zoo treffend

wordt geïllustreerd, waarop ik hierboven reeds doelde,
dat het nooclig is buitengewoon. voorzichtig te zijn.

bj
het ajnerideeren van een wet als de Tariefwet, waar
de verschillende belangen, di.e bij een bepaalde zaak
zijn betrokken., nau.w’keu ig en rustig moeten kunnen

worden. bekeken.

Post No. 25 (bron- en mniseraalwaier).
1-Jet oor-

spronkelijk op dezen post voorgestelde recht van
f 4
per 1.00 flessehen of kruiken, werd naar aanleiding
van dc daartegen van de zijde der importeurs van dit
artikel ingebrachte bezwaren, verlaagd tot
f 1.
Het

waarderecht van. R pOt., dat boven liet specifieke recht
voor het artikel op syphon-spuit- of heveiflesschen

zal wo:rden geheven, wordt echter bestendigd.

Post No. 28 (artikelen van rubber en caoutchouc). Onder clezen post zijn thans, door overneming van een amendement-Van Gun, gerangschikt de veelbesproken
anti-coneeptioneele middelen, waarvan liet oorspron-
kelijk voorgestelde recht van 50 pOt. der waarde tevens

werd l;eruggebracht op 8 pOt.

Post. No. 33 (contrôle- en telapparaten en n. a. g.
instrumenten).
Aan dezen post zijn enkele nieuwe

onderdeelen toegevoegd. Tot de voornaamste artikelen,
welke daarbij aan een inuvoerrecht van 8 pOt. der

waarde worden onderworpen hehooren de z.g. radio-toestellen en. onderdeelen daarvan, voit- en ampère-

meters, met een gewicht van 1. KG. of minder en
transformatoren, welke een gewicht hebben van 3 KG.
of minder.

Post No. 41 (garens).
Hierboven wees ik er reeds
op (lat het invoerrecht op electrische kabel nader van
8 op 5 pOt, der ivaarde is teruggebracht.
Thans zal in het algemeen alleen het electrisch
draad, dat gebruikt wordt voor huisleidingen aan een
invoerrecht van 8 pOt. zijn onderworpen. De wijzi-
ging van onderdeel T van den post, waartoe in het
algemeen het z.g. passement en gordijnkoord behoort,
houdt verband met het streven, dat bi het belasten
van garens heeft voorgezeten n1 om uitsluitend de
garens cnz., die door den particulier worden ge-
bruikt, te belastôn en de z.g. industniegarens vrij te

stellen, liet bleek echter, dat een bepaald soort vis-
scherijgai’ens, die gebezigd worden voor het vervaar-
digen van vischnetten, volgens de oorspronkelijke
redactie van onderdeel 1 van den post zouden worden

belast. Om het belasten van deze en andere industrie-
ga.rcns, die mogelijk onder onderdeel T. zouden kim-
non vallen, te voorkomen, is hierin een, wat men zou
kunnen noemen veil ighei dsld ep, opgenomen door, voorzoover het koord enz., samengesteld uit 12 dra-
den of meer, met een gewicht van minder (lan 25

gram per meter bet:ref t, een uitroncleriug te maken

voor de artikelen, waarvan bij de visitatie wordt aan-

getoond dlat zij bestemd zijn voor de industrie.

In onderdeel
VI
letter b, wraai.toe oa. het kantoor-

garen en de kiuwens wollen en katoenen garens, voor-
zoover deze niet op Idlosjes van hout of dergelijke zelf-

standigheid worden ingevoerd, behooren, is de grens
der belastbaarheid per opmaking van 100 tot 120 gram
verhoogd, ten einde geschillen
bij
geringe gewichts-

a:fwijkingen te voorkomen. Het bleek nl. dat zeei

vele voor directen verkoop aan particulieren bestemde

opmakingen juist om en
bij
100 gram wogen.

Ten slotte werden de op,deri post voorkomende vrij-

stellingen nader uitgebreid. Platinadraad werd im-

pli.cite van invoerrecht vrijgesteld. De vrijstelling
voor weefgarerus, die oorspronidelijk slechts ééndraads-

garens betrof, werd ook gegeven voor tweedraadsga-
ren, ten behoeve van de .Nederlandsche vo1weverijen.
De gewichtsgrens, welke was aangenomen als voor-
wuarde voor de
vrijstelling
van met ongekleurd ka-

toenen garen of band omwonden koperdraad kwam te
vervallen, terwijl met ongeverfde
zijde
omsponnen

koper- en wee’rstandsdraad ten behoeve van de fabrie-

ken van electrische motoren en apparaten aan de be-
staande vrijstehlingen werd toegevoegd.

De drie laatstgenoemde vrijstellingen zullen echter
alleen worden toegepast, wanneer
bij
de visitatie uit bestelorders of andere bescheiden afdoende
wordt aangetoond, dat de artikelen bestemd zijn
om te dienen als grondstof of hulpmiddel
VOO]
de
industrie. Deze beperking was vooral noodig ten ge-
volge van de nader voorgestelde vrijstelling der twee-di-aadsgarens, waaronder er ook zijn, dlie cl oor parfi-

culieren worden gebruikt.

Post No. 45 (glas en glaswerk).
Rierboien wees
i.ld
er reeds op, dat gewoon glas in bladen of platen
van, een bepaalde afmeting met 5 pOt. in plaats van
met 8 pOt. der waarde zal worden belast. Dit kan als
een. tegemoetkoming worden beschouwd aan het ver-
lkngen om het gewone vensterglas voor woningbouw
en het z.g. broeikasgias ten behoeve van den tuinbouw,
niet hooger te belasten dan thans het geval is. Het
i.nvoerrecht op glazen ballons voor gloeilampen werd
nader op S pOt. der waarde teruggebracht, daar dit
artikel uitsluitend dient als grondstof voor de gloei-
1 ampenfabricage.

Ik vermeldde reeds, dat de Regeening een aantal
oorspronkelijk in het Tarief voorkomende. vrjstellin-gen heeft geschrapt. Dit was noodig om niet in strijd
t:c komen met den aan artikel 43 ten grondslag lig-
gende.n regel, diat geen industrie schade zou mogen

lijden, tën gevolge van liet vervallen van bestaande
rechten. Het ging toch niet aan industrieën, wier
artikelen toevallig uitdrukkelijk met name waren vrij-
gesteld
niet,
en industrieën, wier artikelen, omdat zij
niet in het – tarief waren genoemd, en daarom vrij
waren,
wèl
van de gunstige bepaling van art. 43 te
doen genieten. Voorzoover de betrokken industrieën
prijssteiden op behoud van het op hun artikel geheven
wordende i nvoerrecht, werden de oorspronkelijk voor-
gestelde, uitdrukkelijke vrijstellingen derhalve inge-

trokken. Op dien grond zijn de bekende mandflesschen
alsmede pei.lglastoestellen, peilglasbeschermers en biru-
nenstukken voor peilglazen, vallende onder post No. 45, nader aan een invoerrecht van 5 pOt. der waarde
onderworpen.

Post No. 50 (huishoud- en iceukenartikelen).
Hier-
op werd door mevrouiv Bakker—Nort een amende-
ment ingediend om het heffingspercentage voor den
gehieelen post van 8 op 5 pOt. der waarde te verlagen.
Nadat de Minister verklaard had dit amendement
te willen, overnemen wanneer het zich alleen zou be-
palen tot onderdeel 1 van den post, werd het aldus
gewijzigde amendement door de Regeering overgeno-
men. Hierdoor zullen thans o.a. matten- en kleerklop-
pers, waschklernmen, autoin atische gasaanstekers, bus-
en blikopeners met een invoerrecht van slechts 5 pOt.

1086

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

10 December 1924

worden getroffen. Wanneer nieri deze artikelen ver-

gelijkt met de onder de andere onderdeelen van den
post genoemde artikelen (b.v. vliegenkasten, brood

planken, hooikiste.n) dan is het vermodcn gewettigd
dat Minister Colijn uitsluitend uit vrees voor de finan-

cieele gevolgen niet verder heef t willen gaan dan hij

gedaan heeft. Er is mi. toch geen bijzondere reden

om b.v. éen bus- en biikdpener lager te belasten dan

een gewone broodpiank.

Post No. 61 (kaas).
Het oorspronkelijk voorgestelde

invoerrecht op kaas van 20 pOt. der waarde werd

nader verlaagd tot S pOt., als gevolg van, door de ver-

schillende landbouworganisa,ties, de zuivelindustrie en

de betrokken Kamers van Koophandel geopperde be-
zwaren. Volgens deze bezwaren was de vrees niet

denkbeeldig dat verschillende landen, waarheen Neder-
land thans zijn kaas exporteert en die hier te lande
speciaal luxe kaas invoeren, door het voorgestelde

recht represaillemaatregelen zouden nemen, waardoor
de kaasexport ernstig zou kunnen worden benadeeld.

Post No. 68 (kleur- en verf stof fen). In
dezen post

is op dezelfde gronden als door mij werden aangegeven
bij het slot van post No. 45 dc oorspronkelijk voor-

komende vrijstelling voor als verfwaar gebezigd blad-
metaal in boekjes (men denke aan bladgeud en blad-

zilver) geschrapt. Hiervoor zal het bestaande invoer-

recht kunnen worden gehandhaafd in den algemeenen

maatregel van bestuur bedoeld bij art. 43.

Post No. 83 (man gels en waschmachines), No. 91
(naaimachines), No. 118 (strijkijzers).
Voor deze 3

posten is het oorspronkelijk voorgestelde invoerrecht
van 8 pOt., bij de mondelinge behancichng in de Ka

mer, teruggebracht op 5 pOt. der waarde Ik behandel

ze
bij
elkaar, omdat de onder deze posten vallende

artikelen
bij
het bestaande tarief grootendeels yrij van invoerrecht ten invoer worden toegelaten. De omstan-
digheid, dat deze thans vrije artikelen, die voor de

meeste huisvrouwen onmisbaar zijn, krachtens het
nieuwe tarief aan een invoerrecht van 8 pOt. der

waarde zouden worden onderworpen, een verhooging
die wat al te ruw zou kunnen ingrjpe, is vermoe-
deljk voor den Minister aanleiding geweest, de amen-
dementen, strekkende om het borspronkelijk voorge-

stelde invoerrecht tol; 5 pOt. terug te brengen, over

te nemen.
Te betreuren is het, dat voor de naaigarens, die in;

(Jezelf de omstandigheden verkeeren, niet een gelijke
verlaging is overgenomen. De oorzaak hiervan moet
m.i. worden toegeschreven aan de omstandigheid, dal;’
liet debat in de Kamer, bij de tweemaal hervatte be-

raadslaging over den Post garens, dermate was ver-
troebeld, dat er ten slotte voor een zuivere .beoordee-
ling van de ingediende amendementen geen
vo
ld
oen
d
e
r

gelegenheid was.
W. J.
VdilrIEER.

(Slot volgt).

KAPITAALVORMING EN BEVOLKINGS-

VERMEERDERING.

Het onderschrift van den
heerTreub
onder mijn

opmerkingen in het vorige no. noopt
mij
tot een
kort wederwoord, waarbij ik op de verschillende:
kwalificaties, die in dat onderschrift voorkomen, niet

inga, maar
mij
beperk tot de drie behandelde punten

zelf.

1
°
.
het bedrag van het nationaal kapitaal.
Ik maakte
een opmerking over het praeadvies van den heer.

Treub
en kon mij dus slechts baseeren op de cijfers,

die
hij
zelf daarin noemde. Op blz. 8 sprak hij over
12 milliard en op blz. 4 van een
stijging
van 13
pOt. per jaar. Thans herhaalt hij het door hem in
1917 genoemde bedrag van 20 milliard; waarom hij
dit bedrag dan in zijn praeadvies geheel buiten be-
schouwing liet, is niet duidelijk. Het was slechts,
mijn doel erop te wijzen,’dat, als het
jaarlijks
om

1y2
pOt. van 12 milliard te doen was, dit bedrag
zelfs ,,automatisch” wel ongeveer wordt bereikt. Op
de vraag, of het nu 12 of 20 milliard moest zijn,

kan ik hier niet verder ingaan; alleen dit, dat ik
nog lang niet
alle
,,gedwongen” kapitaalvorming op-
som de.
2
0
. het rekening houden’ met de passief zijde der
balans.
De bedoeling van wat de heer
Treub
hierover
zegt, ontgaat mij. Het
ging
over de vraag, of er op
het oogenblik, op de basis van den vermogens- of,

liever kapitaalsstand van het oogenblik, voldoende

kapitaal wordt gevormd of in ieder geval kan worden
gevormd voor de behoefte, als gevolg van de be-

volkingsvermeerderjng. De levensverzekeringmaat-

schappijen hebben 35 millioen per jaar beschikbaar

om te beleggen: ‘zij kunnen hiermee de productie

steunen, onverschillig of met dat geld vroegere ver-

liezen moeten worden gedekt of’ niet; die verliezen
staan dus, naar mijn meening, buiten de kwestie.
3O
het vergeten van ,,Bartjes”.
Ook de bedoeling
van deze opmerking is
mij
niet
duidelijk.
Indien de
sociale wetten niet bestonden, zegt de heer
Treub,
bleven de hedagen, die thans door de rijksverze-
keringsbank worden belegd, in handen van particu-
lieren en zouden dan
door hen
in plaats van door
die bank moeten worden besteed om in improductieve
staatsleeningen te worden belegd. Maar, heb ik op

de opmerking van den heer
Treub op
blz. 7 van
zijn praeadvies, dat de voor die wetten verzamelde
kapitalen door de
wijze,
waarop
zij
worden belegd,
weinig tot de productie meewerken, willen zeggen;
waar de staatsinstellingen een groot deel der impro-

ductieve belegging op zich nemen,
zijn
de particu-
heren des te eerder in de gelegenheid zich geheel op de productieve belegging toe te leggen. En uit

maatschappelijk oogpunt, derhalve voor de vraag, die

ik wilde beantwoorden, het beschikbaar komen van
beleggingsgeld voor de bevolkingsvermeerdering, is
er dus niets veranderd. Mijn doel was alleen aan te

toonen, dat ons land op dezen weg haast van zelf
reeds een heel eind komt.
Alleen wijst
de heer
Treub
erop, dat het voor het
particuliere
bedrijf
voordeeliger ware zelf over de
obligaties te kunnen beschikken, maar ook dit staat
naar
mijn
meenig buiten de zaak, waarom het hier
gaat.
40
de formuleering van het vraa.gpunt door het
bestuur der vereeniging.
De heer
Treub
erkent, dat
het stellig in de eerste plaats op het sparen aan-
komt. Inderdaad kan het belastingstelsel alleen in-
vloed op de kapitaalvorming uitoefenen door middel
van het sparen. Dit heb ik tot uiting willen brengen.
Ik had
ongetwijfeld
hierbij kunnen voegen, dat alleen
reeds de zeer interessante praeadviezen en debatten
hebben bewezen, hoe goed het is geweest dat het be-
stuur ook de aanwending van het gespaarde in de
hoofdvraag heeft betrokken, en ik verklaar dit dan
ook thans nog gaarne.

Mij wordt de opmerking gemaakt, dat de
f
53 mil-
lioen toeneming van htt Invaliditeitsfonds niet ten
volle wordt belegd, omdat een deel daarvan geleend
rordt aan het Ouderdomsfonds voor uitkeering aan
verzekerden. Dit is inderdaad een
tijdelijke
toestand;
mijn opstelling geeft een beeld van wat er in nor-
male omstandigheden aan beleggingsgeld ter beschik-
king komen kan. .
VAN ZANTEN.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

BRITSCHE HANDELSPOLITIEK.
II (Slot).

De heer J. T. Oraig, M. A., F.R.S.E., F. R. Econ.
Soc., etc., te Londen, schrijft
ons:

In de jaren ’50 en ’60 sloot het Vereenigd Konink-
rijk een reeks handelsverdagon met de voornaamste
mogendheden.
i)
Deze zijn zoo verschillend in vorm
en inhoud, dat het moeilijk valt eenig leidend begin-

1)
Zie Hertsiet, Commercial Treaties, bevattende den
vol.
ledigen tekst van alle Britsche handelsverdrageii en buiten-
landsche verdragen, waarbij Groot.Brittannië belang heeft.

10 December 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1087

sel op te sporen, behalve do karakteristiek Britsche

methode van ,,ieder geval naar
zijn
eigen verdiensten

te beoorcleelen”. ‘Vermeld dient echter te worden, dat

ondanks de afwezigheid van cle mogelijkheid een tarief
als wapen bij onderhandelingen te gebruiken, waar-

aan door sommigen zooveel beteekenis wordt gehecht,
alio verdragen de meestbegunstigingselausule bevat-
ten, hoewel niet in alle gevallen in denzeifden vorm.

Sommige waren w-edcrkecrig, doch beperkt tot met
name genoemde artikelen, zooais bv. het Cobden Ver-
drag van 1860 met Frankrijk; andere waren niet we-

clerkeerig, zooals het Verdrag van 1854 met Japan,

terwijl weer andere onbeperkt waren,
gelijk
dat van

1855 met Siam: Een tweetal, n.]. clie in 1862 int

België en in 1865 met den Duitschen Zoliverein ge-

sloten, bevatten de ongewone bepaling (waarover meer
hieronder), dat Belgische en Duitsche goederen
in

de Britsche Ko].oniën onder dezelfde voorwaarden
zouden worden toegelaten als goederen uit het Ver-

eenigcl Koninkrijk, een behandeling, welke zich auto-

matisch tot alle landen uitstrekte, die krachtens hun

verdrag met Engeland meestbegunstiging genoten.

In zooverre het Groot-Brittannië aangaat schijn t
er geen neiging te hebben bestaan, de grondslagen
dezer verdragen te wijzigen. Men heeft echter duide-

lijk een tendentie kunnen w-aarnemcri, hen zoo moge-
lijk
01)
te zeggen en te vervangen door nieuwe, min-
der formeele en meer soepele overeenkomsten schik-
kingen, conventies, nota’s enz., in alle vormen en
soorten, die de diplomatie kent.

:De Koloniën verkeeren echter in een andêr geval.
Zij hebben voortdurend aan protectie, gepaard gaande
met rijksvoorkeur, vastgehouden. Oorspronkelijk wa-en zij alle gebonden door de verdragen, die het moe-
clerjand sloot, zooais dit thans nog met de Kroon-
koloniën het geval is. Doch toen het gevoel van eigen
nationaliteit dat van koloniale afhankelijkheid ging
vervangen, leidde de politieke vrijheid direct tot een
roep ook om economische vrijheid. De overgang van
afhankelijkheid naar vrijheid heeft niet zonder veel
moeilijkheden plaats gevonden, zoowel met het moeder-
land als met het buitenland. Terwijl echter de bespre-
kingen met het eerste gekenmerkt werden door de
grootst mogelijke welwillendheid aan weerkanten,
ging hot hij die met landen buiten het Rijk vaak zoo
warm toe, dat men openlijk in een economisehen oor-
log geraakte.

Reeds in, 1856 was preferentie dooi’ Newfound]aud
aanvaard, doch het duurde tot 1870, v66r zij als poli-
tiek geloofsartikel in de Australische ko]oniën naar voren kwam met het resultaat, dat het Britsche Par-
lement haar in 1873 ]egaliseerde.

Preferentie kwam van de eerste af op de agenda,
van iedere Colonial Conference voor, met practische resultaten sinds 1894. Tot dat jaar werd aan de kolo-
niën het recht, wederkeerig tariefovereenkomsten aan
te gaan, slechts verleend onder de uitdrukkelijke voor-
waarde, dat geen recht ,,mocht worden geheven en
geen ontheffing verleend in strijd met of in afwijking

van eenig verdrag of verdragen, op dat oogenblik van

kracht zijnde tusschen Rare Majesteit en een vreem-
cle mogendheid, welke ook.” Zulke handeisverdragen
hadden de uitwerking, preferentie ten gunste van
het Vereenigd Koninkrijk te voorkomen, hoewel geen
inter-koloniale voorkeur verhinderende. Engelands
recht, speciale voorrechten van de koloniën te genie-
ten, werd op dat tijdstip nog niet door andere landen
erkend, hoewel men er op het oogenblik algemeen in
berust, in hoofdzaak als het resultaat van de volgende
gebeurtenissen.

In 1895 gingen Canada, Zuid-Austraiië en Nieuw-
Zeeland wederkeerige, preferentieele overeenkomsten
aan, die Canada tot het Vereenigd Koninkrijk wensch-
te uit te strekken. Een struikelblok leverden echter
de bestaande handelsverdragen van 1862 en 1865, resp.
met, België en Duitschiand op, dank zij evengenoem-
dc, ongewone clausule.

Op krachtig aandringen der Roloniën zeide Enge
land, ten einde dozen hinderpaal weg te nemen, in

Juli, 1897 deze twee verdragen
0])
en twaalf, maanden
daarna werd de deur geopend voor de aanvaarding
van voor]ceurrechten ten gunste van het moederland.
Canada verhoogde derhalve de preferentie voor Brit-
sche goederen in 1.898 tot 25 pCt. Duitschiand ver-

gold dit door Canada uit te sluiten van behandeling
op voet van meestbegunstiging en door het algemeene

tarief te heffen van Canadeesche goederen. Canada

nam den handschoen op door 11et heffen van een spe-
ciale surtaxe van Duitsche. goederen. De hieruit voort-

vloeiende tariefoorlog duurde tot 1910, toen een over-

eenlcomst tussehen Canada en Duitschiand werd ge-
sloten, waarbij aan Canada meestbegunstiging werd

verleend en dii; op zijn beurt de surtaxe introk. Sinds-
dien is het recht van, het Vereenigd Koninkrijk op
preferenti ccie hehan de] ,i,n g niet ernstig meer aan ge-

vallen.

:rn, :1910 was de toestand derhalve als volgt:

De tariefwetgeving der Koloniën mocht wor

den en. werd vastgesteld, onafhankelijk van die van
Groot-Brittannië, terwijl zij binnen het Rijk prefe-

rentieele behandeling mochten verleenen.

De Koloniën hadden de bevoegdheid (en oefen-

den die uit), met vreemde mogendheden te oruderhan-
delen over handelsverdragen, mits: a. met meestbe-
gunstiging, waar deze bestond, rekening werd gehou-
den, b. alle deden van het Rijk deelden in eenigerlei concessie, die mocht worden verleend en c.
zij
zich

onthielden van iedere poging, van een vreemd land
speciale voordeelen te verkrijgen tot schade van de
andere doelen van het Rijk

Groet-Brittannië wegerde standvastig het
preferentiebeginsel, zelfs binnen het Rijk, te aanvaar-
den, omdat dit het verlaten van den vrijhandeisweg
zou hebben heteekend. Zoo bleven de zaken tot den
oorlog.

Deze bracht een kleine wijziging in de Britschc
positie t.o.v. den vrijhandel. L]oyd George, wellicht
gedachtig aan. het lange en bittere conflict, waartoe

zijn begrooting voor 1909 aanleiding had gegeven en
bevreesd, dat radicale veranderingen den ,,esprit de corps” van het land zouden kunnen verstoren, deed

geen pogingen om nieuwe lasten in te voeren, noch in
November 1914, noch in April 1915. McKenna ech-
ter, die hem in September opvolgde, deed een ,,te late,
doch moedige poging”, de door de omstandigheden
vcreisclite lasten op te leggen. Hiertoe verhoogde hij
niet slechts reeds bestaande belastingen, ‘doch legde hij ook een nieuw recht van 33
3
Y
3
pCt. op ingevoerde
automobielen en fietsen, klokken, horloges, muziek-
instrumenten en onderdeelen daarvan en op films.
De redenen, die hem tot dezen maatregel brachten,
varen echter in hoofdzaak fiscaal, hoewel erkend
werd, dat de
prijsstijging
de goede uitwerking zou
hebben, den invoer van goederen te verminderen, die
ter voortzetting van den oorlog konden worden out-
:beerd, doch waardevolle tonnage in beslag namen en
de koopkracht buitensiands verminderden. Het vol-
gend jaar zette hij deze politiek voort door een recht
to leggen op 1 ucifers, gedroogd fruit en mineraal-
water, doch aangezien in het binnenland geprodu-
ceerde goederen even hoog werden belast was de maat-
regel niet protectionistisch. De Britsche industrie

had op dat oogeublik geen protectie noodig, noch
zocht zij deze.

Geen andere invoerrechten werden gedurende den
oorlog ingevoerd. Zelfs deze geweldige ramp was dus
niet in staat, Groot-Brittannië te doen afwijken van
‘zijn vrjhandelspolitiek.

Na den’ oorlog echter achtte men de zaken te zijn
veranderd. Onder invloed van de Intergeallieerde
‘Economische Conferentie te Parijs, in Juni 1916, na-
uien de regeeringen van de verschillende deden van
het Rijk de aldaar aangenomen resoluties over, inzake
het samengaan en combineeren van hulpmiddelen bij

1088

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

10 December 1924

de toekomstige reconstructie der geallieerde landen,
met uitsluiting van do Centrale mogendheden. Zij

keiirden ook de middelen goed, welke voor dit doel
zouden moeten worden aangewend: subsidies,
Oiii
cle

productie .te helpen, richting geven aan en contrôle
uitoefenen op de productie en waar noodig invoer-

rechten en -verboden.

Hier te lande beval een commssie, onder voorzit-
terschap van Lord Balfoiu of Bu.rleigh, met opdracht

de stappen. te overwegen, noodig om uitvoering te
geven aan (ie Parijsehe resoluties, de. aanvaarding

aan van:

Bescherming tegen dumping of zgn. ,,sweatecl’

goods”;
Handhaving van sleutel- of vitale industrieën;

Bescherming van andere, zorgvuldig uit te kie-

zen industrieën;

Preferentieele behandeling van de deelen van
het Britsche Rijk, zoowel wat bestaande als toekohi-.

stige rechten aangaat;
Aanwending van het tarief als wapen bij onder-

handelingen.;
Instelling van een Economischen Raad, die voor

stellen, zou kunnen overwegen op wetenschappelijke,

niet-politieke wijze.
In. April 1917 verklaarde Bonar Law, dat liet Im-
perial War Cabinet het beginsel van rijksvoorkeur had

aanvaard en in Juli deelde hij mede, dat de Britsche
Ilegeering zich had vereenigd met dit principe, zoo-,
als het was neergelegd in de v:ie:rde aanbeveling van

het Burleigh-Oommittee.

,
ee
jaar later gaf Austen Chaiuberlaiii practische

itil;voering aan deze politiek door de volgende rabat
leo. op alle bestaande rechten ten gunste van koloniale

goederen in te voeren:

Op alle rechten, geheven volgens het McKenna-
tarief: ccii verlaging van

Op thee, koffie, cacao, suiker, gedroogd fruit

en tabak een verlaging van
1% ;

Op koloniale wijnen: een verlaging van. heli’
recht naar gelang van het percentage alcohol, en daarmede corresp en deerende preferen ties op

spiritual iën van kol onialen oorsprong.


Ter Imperial Conference van 1923 werden belang-,

rijke resoluties aangenomen inzake de onderhandelin-

gen over handelsverdragen, en in het bijzonder ten
gunste van preferentie.
1)
De resoluties, in 1917 door
de Parijsche Conferentie en het
War
Cabinet aange-

nomen, werden opnieuw onderstreept en de Britsche

Regeering gaf de bedoeling te kennen, aan het Par-
lement preferentieele rechten voor te steile.0 op ge-
clroogde vruchten, suiker, versche appelen, wijn, ta-i
bak, bepaalde soorten visch in blik, honig en vruch-

tensappen. Aangezien dit voorstel geacht werd in
strijd te zijn met een belofte van Bonar. Law, .dat geen.
rechten zouden worden geheven van levensmiddelen,;
zonder een beroep te hebben gedaan op de kiezers,i
schreef Baldwi.n in November 1923 met de handels-
politiek als inzet verkiezingen uit. Gelijk bekend werd.
hij ‘ verslagen, waarbij de vrees voor belasting op,
levensmiddelen, een erkende noodzakelijkheid onder.

ieder stelsel van rijksvoorkeur, een belangrijken in-

vloed uitoefende.
De voornaamste handelspolitieke daad van de Ar-‘
beidersregeering, die Baldwin opvolgde, was liet in-
trekken der McKenria-rechten ‘in September j.l., een
terugkeer naar dan vrjhandel, welke een warme dis-‘
cussie over de oude punten deed ontstaan.
Behalve bovengenoemde fiscale kwamen na den oor-
log ook wetgeveide maatregelen van beschermenden
aard tot sta]id, waarbij gepoogd werd, uitvoering te
geven aan de voorstellen van het Burieigh-Comm.it-
tee. Na twee ontijdige pogingen, ontwerpen erdoor

te
krijgen
ter bescherming van de industrie tegen
,,dumping” en unfaire concurrentie door goedkoope

1
1 [Zie pgns.
919
en
1001,
resp. in de Nos.
van 24 Oct.
en’21
Nov. 1923
en pgn. 586 in hetNô. van
2 Juli 124.

Rad.].

productie in landen
niet ecn in waaide dalende munt,
diende de Coaiil;ie-regccr:ng in, Mei 1921 een nieuw

ontwerp ter beveiliging van bedreigde industrieën in.

Dit wetsontwerp stelde heffing gedurende’
vijf
jaren
van een recht van 33 pCt. voor op verschillende,

nader omschreven artikelen der sleutel-industrieën en
ook van anti-dumping-maatregelen, doch goederen,
geproduceerd of vervaardigd binnen het Britsche Rijk

werden hiervan vrijgesteld. Een Commissie van Ad-
vies, uit vijf deskundigen l)eStaande, zou, worden in-

gesteld. Het wetsontwerp ondervond veel, tegenstand,
aangezien het in
strijd
was met de vrijhandelsbegin-
selen, doch werd ten slotte in Augustus 1921 aan-

genomen. De toestand is op het einde van 1924 dci,-

halve als volgt:

:1. Groot-Brittannië houdt vast aan de vrijhandels-
politiek.

Hiertegenover staat echter:

De Dominions zijn voor protectie en passen
deze toe.

Imperial preference is door cle Britsche regee-ring aanvaard, vOor zoover van toepassing op thans

bestaande of naderhand te heffen rechten, doch nlet
als principieele wijziging der handelspolitiek.

De Rijksregeering mag geen zelfbesturend deel van het Rijk bij tractaat verbinden,
i)
tenzij zoodanig
deel gedurende de onderhandelingen wordt geraacl-
pleegd en bij de onderteekening van het Verdrag een
behoorlijk geaccrediteercl vertegenwoordiger aanwe-
zig is.

De zeifbesturende deelen van het Rijk hebben

het recht, afzonderlijk haudelsverdragen te sluiten met
Groot-Brittannië, elkander en vreemde landen, echter
met inachtneming van dc rechtn van de andere dec-

len van het Rijk.

J.
I.
CRAIG.

P.S. Bij het afsluiten van dit artikel worden twee
belangrijice gebeurtenissen i,n verband met de handels:

politiek openbaar gemaakt. In de onderhandelingen

met Duitschland over een nieuw handeisverdrag

tracht dit land andere concessies dan tariefsverlagin-
gen te verkrijgen als prijs voor het verleene,n van
meestbegunstiging aan Groot-Brittannië. En in Ca-
nacla bestaat een krachtige beweging om tariefcon-cessies aan Engeland afhankelijk te maken van we-
derkeerige concessies aan Canada, iets, dat onmogelijk
kan plaatsvinden, tenzij Tariff Reform hier te lande
wordt aanvaard.

[-lET ENGELSCH_DUITSCHE ITANDELSVERDRAG.

De Heer F. W. Forge te Londen,
schrijft
ons:

De thans gepubliceerde tekst van het Engeisch-
Duitsche handeisverdrag bevestigt tea volle de ver-
wachtingen, die men omtrent het algemeene karakter daarvan koesterde. Het neemt, om het met één woord
te zeggen, alle belemmeringen weg, waaraan de handel

van onze
ex-vijanden
onderhevig was, plaatst deze

op één
lijn
met alle andere vreemde naties en ver-
leent hun meest-begunstiging in alle handels- en
scheepvaartaangelegenheden. Dit is een groote stap
vooruit, welke er op
wijst,
dat in zooverre het Enge-
land aangaat, de herinnering aan den oorlog defini-

tief ondergeschikt wordt gemaakt aan den wensch
naar vreedzamen vooruitgang. De
belangrijke
positie,
die de beide contracteerende partijen in den wereld-
handel innemen, is a. h. w. een waarborg, dat het door
hen gestelde voorbeeld elders zal worden gevolgd.
Hierin is wellicht de grootste beteekenis van de zoo
juist gesloten overeenkomst gelegen. Onder deze om-
standigheden is het gewenscht, dat het verdrag zoo
spoedig mogelijk
in werking treedt, maar het is on-
waarschijnlijk, dat de parlementaire bekrachtiging
vôôr Februari a.s. zal worden verleend. Middelerwiji

zal men volop gelegenheid hebben, zijn meening te
uiten over de algemeene strekking en hoewel ik ge-
loof, dat het algemeen gevoelen hier te lande er

1)
[Verg. het hieronder volgende art. – Red.].

10′ December 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

S..z

sterk vir is, Duitschiand in zijn positie van voor
den oorlog te herstellen, zou het ijdele waan zijn te

denken, dat van geeû afwijkend inzicht sprake is.

De ,,Mot’ning Post” maakt reeds bezwaren tegen de
mogelijkheid, dat Engeland zal worden overstroomd

met Duitsche goederen en tegen die van moeilijk-
heden met de Dominions. Zekere takken van nijver-

heid zullen naar alle waarschijnlijkheid beweren, dat

het verdrag bepalingen bevat, die voor hen in het
bijzonder schadelijk zijn, hoewel het volmaakt duide-

lijk is, dat de overeenkomst de Britsche regeering
aan geen bepaalde tarief-politiek bindt en Duitsch-

land geen voordeel verleent, dat ook niet door andere landen kan worden verkregen.

Karakteristiek voor het verdrag is, dat het het
meest.begunstigingsbeginsel tot zijn uiterste conse-
quentie doorvoert. Niet alleen vallen alle goederen,
op enkele uitzonderingen na, er onder, doch ook vol-
ledige consulaire voorrechten en het recht, onder-

nemingen en filialen op te richten, worden aan

Duitschland en Duitsche onderdanen in den zeifden
omvang als aan niet-belligerente en geallieerde landen
en hun nationalen verleend,
terwijl
wederkeerig wordt
overeengekomen, dat de bepalingen van het verdrag
zoo ruim
mogelijk
moeten worden uitgelegd. Indien
deze verklaring zoowel naar den geest als naar de
letter wordt uitgevoerd, zou een nieuwe geest vaar-

dig zijn geworden over internationale onderhande-
lingen over handeisverdragen, doch het is van belang,
2ich te realiseeren, dat het verdrag zelf niets doet
om de heffing van zeer hooge rechten door een der
partijen te voorkomen. Gelijk ik U reeds vroeger
schreef
1
) staat Engeland ongeveer op het vrijhandels-

standpunt, doch hieraan zou men wel dezen draai
hebben kunnen geven, dat het vrijhandel met de
wereld in het algemeen, doch speciale heffingen van
goederen van ex- vijanden heteekende. Het is zeer twijfel-

achtig, of zoodanige politiek ooit door verantwoor-
delijke staatslieden zou
zijn
bepleit, doch in ieder
geval neemt het verdrag dit gevaar weg. Dit betee-
kent echter niet, dat geen invoerverboden zullen vor-
den uitgevaardigd jdrachtens de ,,Safeguarding of Industries Acts”, doch deze zullen evenzeer tegen
andere landen als tegen Duitschiand zijn gericht. Thans zullen wij meer in
bijzonderheden
de
wijzi-
gingen nagaan, die uit het Verdrag voortvloeien.
Alvorens dit te doen is het echter gewenséht erop
te wijzen, dat het in geenerlei opzicht Britsch-Indië, de
Dominions, Koloniën of mandaat-gebieden van Groot-
Brittannië verbindt, ofschoon deze het recht hebben
zich op ieder oogenblik, tot 1 September 1926, bij
het Verdrag zonder verdere onderhandelingen aan te
sluiten.

De voornaamste hincierpalen, die Duitschland ge-durende de na-oorlogscbe periode in den weg lagen,
zijn drie in getal. Duitschers mochten zich in Groot-
Brittannië en Noord-Ierland niet begeven in het
metaalbedrijf buiten de ijzerindustrie, mochten voorts
geen banken oprichten of hankfilialen openen en
niet dienst doen op Britsche schepen.
Daarnaast staat een aantal ander3 belemmeringen,
opgelegd door particuliere lichamen, zooals het ver-
bond van lidmaatschap der Londensche effectenbeurs,
die natuurlijk niet direct worden beïnvloed door het
verdrag, hoeel de
wijziging
in de officieele houding wellicht eenigen invloed zal hebben. Een wetsontwerp zal noodzakelijk zijn, om de des-
l)etreffende artikelen van de wet, die deze belemme-
ringen in het leven riep, in te trekken. Doch
verwacht mag worden, dat het zonder tegenstand
zal worden aangenomen, aangezien het onderhavige
verdrag ten deele het werk is van de vorige Regee-
ring, en derhalve zal mogen rekenen op den steun
van beide groote partijen.
De op te heffen verbodsbepalingen in bovenge-
noemde volgorde besprekend schijnt er in de eerste

1)
[Zie ook het voorgaande artikel. – Red.]

plaats geen reden te veronderstellen, dat een wezen-

lijke verandering in de metaalbedrijven buiten de
ijzerindustrie zal optreden. Gedurende en sinds den

oorlog zijn deze industrieën stevig op hun beenen
komen te staan en niemand, die geen overgehaalde

protectionist is, zal beweren, dat de firma’s, die
deze bedrijven thans uitoefenen, niet goed in staat zijn voor zichzelf te zorgen; in ieder geval hebben

zij zelf geen bezwaar tegen het opheffen der
be-
scherming. Wat de tewerkstelling van Duitschers op

Britsche schepen aangaat, wordt geen wijziging ge-

bracht in de algemeene wet, die de aanstelling van
vreemdelingen als hoofd-officieren verbiedt en men

zal de Duitschers dan ook waarschijnlijk wel voorna-
melijk als stewards nemen. Hiertegen bestaat bij

de Seamen and Firemen’s Union geen bezwaar.

De derde hinderpaal, ni. dat de Duitsche banken
geen filialen meer konden openen, gaat in het bij-
zonder de City aan. Misschien, dat het wegnemen

hiervan aanleiding geeft tot eenige oppositie wegens

gevreesde concurrentie, doch er bestaat geenerlei
reden om aan te nemen, dat deze gedurende de

eerstvolgende jaren van beteekenis zou zijn en zelfs
al was zij dit, dan zou daarin nog geen voldoende
reden zijn gelegen het verbod te verlengen, aangezien

vij hier te Londen filialen hebben van banken uit

alle belangrijke vreemde landen, Rusland niet uitge-
sloten. Vih3r den oorlog deden de filialen van de
Deutsche Bank, de Dresdener Bank en de Disconto-
gesellschaft hier belangrijke zaken in accepten en

buitenlandsche wissels, doch zelfs toen werden de
door deze banken geaccepteerde wissels niet zoo hoog
aangeslagen als die der Britsche, gedeeltelijk omdat
hun fondsen zich in hoofdzaak overzee bevonden en
anderdeels omdat de Bank of England hun accept
niet wilde herdisconteeren. Thans zal de positie der
filialen wat dit betreft niet beter zijn, terwijl daar-

bij komt, dat zij slechts zeer weinig deposito’s zullen
hebben en hun acceptbedrijf dienovereenkomstig be-
perkt zal zijn, terwijl zij op het gebied der buiten-

laridsche wissels zullen hebben te concurreeren met
een grooter en beter toegerust Britsch apparaat dan
vôôr den oorlog bestond. Alles bijeengenomen schijnt
er geenerlei reden, waarom Engeland niet wel zou

varen bij een wegnemen van deze belemmering en

wel des te meer, omdat Duitschiand van zijn lant
heeft toegestemd in een gunstige behandeling van
onze financieele instellingen aldaar.
Tegenover de critici van de overeenkomst in het

algemeen moet erop *orden gewezen, dat de opheffing
der invoerverboden binnen zes maanden, neergelegd in
art. 12, voor Engeland een groot voordeel zal opleveren
en wel vooral voor de textiel- en de metaalnijverheid,
die lijden onder Duitschen invoerverboden. Daarnaast
kan de bepaling, dat ieder recht, dat onredelijk hoog
wordt geacht, het voorwerp zal
zijn
van speciale onder-
handelingen, zeer waardevol blijken, terwijl de aan-
vaarding van de Volkenbondsconventies in zake de
douaneformaliteiten en de arbitrage-clausule en van
de verkeersconventies van Barcelona en Genève een
stap in de goede richting is. Ten slotte zij nog vermeld,
dat de meestbegunstigingsclausule geacht wordt de

mogelijkheid uit te schakelen van een• speciale ovèr-
eenkomst tusschen Frankrijk en Duitschland in zake
Elzas-Lotharingen, een kwestie, van vitaal belang voor
onze ijzer-, staal-, katoen- en wolindustrieën. Ik be-

twijfel, of deze opvatting elders wel zal worden aanvaard
en zeker is het laatste woord over deze kwestie nog niet gezegd. Misschien ligt de eenige oplossing van
het vraagstuk in het Europeesche kartel, welk plan
zekere Roerindustrieelen reeds aan de hand hebben
gedaan, doch dat op het oogenblik nog zeer ver van
zijn verwezenlijking verwijderd schijnt.
F
. W. F0RGE.

R e c t i f i c a t ie. – In het artikel van Dr. 0.
Krâmer over
de Duitsche Staatsfinanciën
in het
vorig nummer moet de tweede alinea v.o. op p. 1070,

Opbrengst Opbrengst
1923124 1913114

Tons Tons
144.664
261.337,
2.500
7.000
397.740
325.021
620.000 550.925
2.332 5.800
4.066.642 2.596.732

52.045
55.488
44.109
33.387 33.431
15.533,
7.860 15.345
10.196
8.655
4.488
7.799.

17.000
40.138
27.548 26.160 229.373
105.778
5.800
nihil
166.932 127.944
4

20.850
11.161
56.000
10.839

95.494
106.211
10.682
14.000
17.488 3.933
13.662
4.450
:326.352
228.054 257.349
280.319
425.000
158.038

7.055.537

5.001.097.

3.266.000

2.291.500

1.771.772

1.272.417

448.736

157,050

372.000

232.761

1090

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

10 December 1924

2e alinea, o.m. luiden… Gerloif heeft voor 1913 be-

rekend, dat de belastingdruk door Rijk en Bonds-
staten (de huidige ,,Landen”) tezamen uitgeoefend *

43.65 M., die door de gezamenlijke publiekrechtelijke
lichamen (Rijk, Bondsstaten
en Gemeenten)
echter **

71.12 M. per hoofd der bevolking bedroeg.” Het ge-

deelte tusschen * en ** is weggevallen.

AANTEEKENING.

Suikerproductie der wereld. –
Willet &

Gray’s eerste raming van den wereldoogst voor

1924125 wordt thans met de volgende volledige cijfers

gépubliceerd.
Raming
Rietsuiker.

1924/25

Vereenigcle Stateii:

Tons
Louisiana………….100.000
Texas ……………
700
Porto-Rico …………
464.000
Hawaiian Eilanden ….
590.000
West-Indische Eilanden.
2.500
Cuba ……………..
4.300.000
Britsch West-indië
Trinidad …………..
50.000
Barbados ………….
53.000
Jamaïca …………..
42.600
Antigua …………..
13.000
St. Kitts…………..
13.000
Overig W..Ind. (Britsch) 9.000
Fransch West-Indië: –
Martinique …………
23.000
Guadeloupe…………
34.000
San Domingo……….
240.000
Haïti ……………..
7.000
Mexico ……………
165.000
Centraal-Amerika:


Guatemala …………
24.000
Overig Centraal Amerika
65.000 Zuid-Amerika:
Demerara ………….100.000
Suriname ………….
10.200
Venezuela …………19.000
Ecuador …………..
18.700
Peru ……………..
300.000
Argentinië …………
240.000
Brazilië……………
500.000

Totaal in Amerika..
7.383.700

Britsch-Indië …………
2.900.000
Java ……………….
1.972.000
Fôrmosa en Japan …….
460.000
Philippijnen …………
462.000

Totaal in Azië……
5.794.000
5.858.508
3.953.728

Australië

……………350.000
281.859
266.267
Fidji-eilanden
………..70.000
58.000 92.112e

Totaal in Australië
en Polynesië ….

420.000
339.859
358.379

Egypte

……………..
110.000 88.382 69.368
Mauritius

…………..237.000
201.550
249.705
B6union
……………..43.500
44.132 35.782
Natal

………………160.000
181.571
92.153
1

Mozambique………….
70.000 60.000
33.948

Totaal in Afrika….

620.500
575.635 480.956

Europa

Spanje……..
8.000
7.871
7.376

Totaal
Rietsuikeroogaten14.226.200
13.837.410
9.801.536

Bie t suiker.

Ver. Staten

:
N.-Amerika

875.000

787.217
655.298
Canada
……………..20.000
16.500 11.675

15.121.200 14.641.127 10.468.509
Totaal
Bietsuikeroogsten 6.961.000
5.057.761
7.967.969

We r ei d pro ducti e.
. .
.22.082.200
19.698.888
18.436.478

Volgens Licht’s laatste raming zal de Europeesche
bietoogst echter 182.000 tons meer
bedragen dan het

cijfer door

Willett
&
Gray opgenomen,
zoodat

de
wereldoogat dan 22.264.200 tons
zou opbrengen.

ONTVANGEN:

.De ontwikkeling der verbruikscoöperatie in Nederland
door G. J. Otten. Dissertatie Rotterdam, 1924.

Mededeelingen van het Statistisch Kantoor No. 17.
Bepiante uitgestrekthedn en producties in het.

Groot-Landbouwbedrijf in Nederlandsch-Indië in

1923. (Departement van Landbouw, Nijverheid
en Handel). Weltevreden 1924. Landsdrukkerij.
Het Fatum van Bvolkingsvermeerdering
door Mr.
J. Bierens de Haan Jr. Haarlem. De Erven F.
Bohn.

Overzicht van de Tarief wetgeving van Nederlandsch-
Indië.
Tarieven van in- en uitvoerrechten.
Régeeringsuitgaaf, (1 November 1924). ‘s Graven-

hage, 1924. Algemeene Landsdrukkerij.

Rapport omtrent de uit konst en, tot dusver verkregen

bij het verleenen van Rijkssteun voor de stichting

van Boerderijen op woest en grond,
‘s-Gravenhage,
1924. Gebrs. J. & H. van Langenhuysen.

Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1925

(Staatsblad 1924, No. 476) voor de practijk be-

werkt door W. Muusse, Oommies bij het Centraal
Bureau van Voorbereiding voor Ambten arenzaken.
Eerste Stuk. Aiphen aan den
Rijn,
1924. N. Sam-
som.

De strijd om de Indische TTennootschapsbelasting.
Overzicht en beschouwing door J. L. Vleming Jr.
Geschreven
nd
de behandeling in den Volksraad
in Nederlandsch-Indië en
v66r
die in de beide
Kamers der Staten-Generaal in Nederland. Met

een inleiding van F. M. Wibaut. Haarlem. H.

D. Tjeenk Willink & Zoon.

Arbeidsgeschillenwet 193
door Mr. M. B. Vos, Ad-vocaat en Procureur te Leiden. Alphen aan den
Rijn, 1924. N. Samsom.

Le Relivement financier de l’Autriche,
Vingt et unième
Rapport du Commissaire-Général de la Société
des Nations pour i’Autriche. (Période du 15 aocit

au 15 septembre 1924. – Troisième mois de in quatrième étape); Vingt-deuxième Rapport du
Oonamissaire Générl de la Société des Nations
pour l’Autriche (Période du 15 septembre au 15

octobre 1924. – Quatrième mois de in IVe
étape). Genève. Société des Nations.

MAANDCIJFERS.

RIJKSPOSTSPAARBANK.

OCTOBER
1

1922
1

1923
1

1924

f

9.181.265
f

10.190.090
1
f
9.761.939
Terugbetalingen

,,

9.888.628,,
10.535.529,,
11.445.596
Tegoed der inleggers
,,
288.725.789 ,, 297.632.299 ,, 300.856.443
Nom. bedr. der uitst.

Inlagen …………

staatsschuldboekjes

,,

44.535.800,,
44.567.150,,
43.823.800
Spaar bankboekj es:

op ultimo ………

op ultimo ………

Aantal nieuw uit-
gegeven
9.121

10.676 9.937
Aantal geheel

af-
betaald
7.440
7.781
9.098
Aantal in omloop
op ultimo
1.934.0901
1.950.833
1.966.643

GIRO-OMZET BIJ DE NEDERLANDSOHE BANK.

October
1924

October
1923

Posten
1
Bedrag

Posten i

Bedrag
Voor reke-
ninghouders
61.414
f2.501.018.000
72.773
f 1.814.173.000

waarvan door
de H.-bank
plaatselijk

43.807 ,,2.147.547.000 42.394

1.552.447.000

Ter voldoe-
ning van
Rijkabelast.
4.259 ,,

12.500.000116.297 ,,

8.225.000

11

10 December 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

0•

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N33.
***
heteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANKDISCONTO’S.

Ned 1VrReh.inR.C.6124
Jan.’24
ZweedscheRbk5i

Disc. Wissels. 5
24Jan.’24
Zwits. Nat. Bk. 4
16Juli ’23
Bk Bei.Binn.Eff.
5+24Jan.’24
N.Bk.v.Denem. 7
17Jan. ’24
8Nov.’23
Javasche Bank . …
4+20 Oct. ’24
Bank v.Noorw. 6
26Nov.’23
Bankvan Engeland 4
5Juli’23
Bk. v. Tsjecho-
Duitsche Rijksbk. 10
29Dec.’23
slowakijë… 6
27Mei ’24
Bank v. Frankrijk 6
17Jan.’24
N.Bk.v.O’rijk.13
6i’ov.’24
Belgische Nat.Bnk.6
14Feb. ’24
N.Bk.v.Hong. 1218$ept.’24
Fed.Res.Bank N.Y. 3
8Aug.’24
Bank v. Italië.
5+11
Juli ’22
Bank van Spanje… 5
333ƒrt.’23
Z.-Afr.Res.bnk 6

OPEN MARKT.

Data
.

Amsterdam
1 Londen

1 d
Part.

isconto

Berlijn
Part.
Parijs
Part.
N. Vork
Call
Part.

1
Prolon-
disconto
gatie
(3 mnd.)
disconto
disc.
money

6 Dec.

’24
4j
3i

3/s-H
– –
3-11
4

)
1-6 D.

1
24
4( -18
3

-4
/s

+*
– –
3-3%
24-29
N.
1
24
434
4
11-34

3
+*-%


2_434
17-22 ,, ’24
4%-/8

4%434
3
+-%


2

_2%

3-8 D.’23
371_4
4_%
33.g _81

4

-5j
4-9 D.

’22
3%
3% -4
– –
4%
-6

20_24Jli’14
3I1_a1
234_33(
2%_9(
2
1
1_3
2%
14_2%
1) Noteering van 5 December.

WISSELKOERSEN.

WISSELMARKT.

Londen steeg van 11,45 tot 11,563.(, ongeveer gelijk-
loopend niet de stijging van het Pond in New Yotk. Parijs
zeer vast door steunaankoopen,
liep
hij het minder worden
van den steun direct niet onaanzienlijk terug. Dollars nog
weder iets ilauwer ca. 2,4634 , Skandinavië vrij vast. Ook Spanje beduidend beter. Marken en Zwitserland ongeveer
evenwijdig aan de Dollars. Batavia natuurlijk vaster, ook
Buenos Aires flink gezocht en iets hooger.

6 December 1924.

KOERSEN IN NEDERLAND.

D a a
Londen
Berlijn
Weenen
)
Parijs
‘)
Brussel
••)
New
York’)

1 Dec.

1924
11.48+

59._
0.0035
13.43 12.19
2.4734
2

,,

1924
11.50*

59.-
0.0035
13.60 12.48
2.4771
9

3

,,

1924
11.51*

58.90 0.0035
13.59
12.41
2.475/
16

4

,,

1924
1
1.5
4
*
58.82+
0.0
0
34
1
13.59
12.34
2’6T
5

,,

1924
11.54*

58.95

0.
0034*
1
3.47+
12
.
22+
6

»

1924
11.56+

58.90

0.0034*

13.34


Laagsted.w.’
11.53
58.70
0.0034+

13.29 12.13
2.4611
8

Hoogste,,,,
1

11.57
59.05
0.0035+

1367
12.55
2.48
29Nov. 1924
11.46*

59.00 0.0035
13.34
12.08

2

22

,,

1924 11.52+
59.17+
0.0
0
35
*
13.22+ 12.09

312.48
+*3
Muntpariteit
12.10
59.26
50.41
48.-
148.-.
12.48

S)
Noteering te Amsterdam.
8*)
Noteering te Rotterdam
1)
Particuliere opgave.
Ii
Noteering van
28
November.
3) Noteering van
21
November.

1
Stock- 1 Kopen- 1 Chris- 1

‘” 1
Data

Spanje 1 Batavia’)
holm

1)
telegrafisdi

1 Dec. 1924 66.70 43.40 36.70
47.87+
33.90 971/,5/
a

2 ,,

1924 66.75 43.40 36.70 47.90 34.- 971,7/
3 ,,

1924 66.70 43.45 36.75 47.85 34.02 975,, .7/
s

4 ,,

1924 66.60 43.55
36.8547.82+
34.10 97% -98
5 ,,

1924 66.65 43.60 36.90. 47.85 34.20 9
77
18

98*
6 ,,

1924 66.60 43.75 37.05
47
.8
7
+ 34.
2
2+ 98-9811
4

L’ste d. w.
1)
66.50 43.25 36.55 47.75 33.85 97!.
H’ste ,, ,,
1)
66.80 43.80 37.10 47.95 34.25 98%
29 Nov. 1924 66.65 43.65 36.70
47.87+
33.90 9731
9
_81
9

22 ,,

1924 66.80 43.90 36.90 48.-. 33.95 97z_s,,
Muntpariteit 66.67 66.67 66.67 48.- 48.- 100

8)
Noteering te Amsterdam.
1)
Particuliere opgave.

KOERSEN TE NEW YORK.

Data
1
CaMeLond. (in
$
per.f_)
Cal,le Parijs
(in cL,.p.fr.)

Cable Berlijn
(in cli per
Mark)
Amilerdom
I(In

Cabie

ch
p. gid.)

6 Dec.

1924
4,6875
4,45 23,81 40,48
Laagste d. week
4,6400
4,45
23,81
40,36
Hoogste

,,
4,6875 5,52
23,81
40,53
29 Nov.

1924
4,6262
5,40 23,81
40,39
22

,,

1924
4,6387
5,31
23,81
40,24
Muntpariteit..
4,8667
19,30
23,8%
1

40/,

KOERSEN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN

Plaatsen en
Landen
Noteerings-
een/zeden

1
22Nov.
t

1924

1

29Nov.
1924

]LaagstelHoogstel

116 Dec.’24

1
6Dec.
1924

A.lexandrië ..
Piast. p.
£
97151
97
15
1
82

973/,
9781,
9716132
Bangkok…
Sh.p.tical
111034
1119+
1119

11951
11951
B. Aires’) ..
d. p.
$
44%
45
44718
Calcutta
Sh. p. rup.
1161/
16

116
1
1
32

115’s1,
11611
9

116
Constantin.
.
Piast.p.g
835
845
840 850 845
Hongkong
.
5h.
p. $
214
19
1
33

21434 214
3
18
214 2 49
118
Lissabon’)
d. per Mii.
2
5
1,
231,
2
y
4

2
18
/
32

2
71
10

Madrid


Peset.p. 33.91*

33.81 33.70
33.87
33.75
Mexico
…… d. per
$
26
26
25 27 26
Milaan
…..
Lires
p. £
106.72′
106.475
106.3.5
108.65 107.85
Montevideo’)
d. per
$
50′,
51
4971
8

51%
50’I
Montreal

$
per
£
463H
4.62%
4.6231
8

4.69
4.68’1
Praag
Kr.p.0
154h
153h
153% 155
3
,
155%
R.d.Janeirol)
d. per Mii.
6 5
31
1
2

571
9

6
1
1
32

5
‘/16
Shanghai
_…
Sh.
p.
tael
313
81
313%
313 314
3/3%
Singapore…
id.
p. $
214
11
8

21411
8

21411
16

214
7
1
33

214
5
1
33

Valparai8o
2
).
pesop.
39.90 40.30
40.40
40.8v
40.80
Yokohama

Sh
p.
yen
117l
61
5

1/8
1
1
18

11751
11811
18

117
11
1,
“Itoersen oer voorargaanoe aagen.
‘j
t elegrazzacn transtert. ‘) 9U og.

NOTEERING VAN ZILVER.
te Londen

N. York
te Londen N. York
6Dec.

1924-

3311
1

69’1

8Dec.

1923…
33al
ls

64%
29

,,

1924…

337i

69

9Dec.

1922…
3118

8434
22

,,

1924- 33%

6851
8

20 Juli

1914-
24z51

5411,

NEDERLANDSCHE
BANK.
Verkorte Balans
op
8 December
1924.
Activa.
Binuenl.Wis.fH..bk.

f

68.040.394,11
8e1s,Prom.,

B.-bk.

,,

27.861.332.89
enz.indiscAg.ach.

45.707 930,64

,
141.609.657,64
Papier
o.
h. Buiteni. in disconto
… … … …

Idem eigen portef.
.
f

63.270.827,-
Af :Verkochtmaar voor
de bk. nog niet afgel.

-.


63.270.827,-
Beleeningen1 H.-bk.

67.892.359,66
‘mcl.
vrsch.

B.-bk.

15.874.548,34
in rek.-crt.1
Ag.sch.
,,

76.065.688 60
op
onderp.
f
159.832.596,60

Op
Effecten.
… …

f
157.094.473,92
OpGoederenenSpec.

2.738.122,68
159.832.596,60
Voorschotten a.h.Rijk

_………. ,,
13.222.396,26
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud

……
f

56.273.845,-
Muntniat., Goud
.. ,,
448.976.260,93

f
505.250.105,93
Munt, Zilver, enz..

12.055.577,56
Muntmat., Zilver

Effecten
517.305.683,49

Bei.v.h.Res.foncls
.
f

5.654.261,91
id.van
11,
v.h. kapit.
,,

3.990.901,18
9.645.163,09
Geb.enMeub.derBank

•,
5.212.500,-
Diverse rekeningen

,,
150.349.001,74

f
1.060.447.825,82
Pasaiva.
Kapitaal

f
20.000.000,-
‘Reservefonds
.. .-.

-.. .-.

… …._ … ….
5.655.237,53
Bijzondere reserve
… .. ._

.. .

.’……..

,,
8.235.000,- Bankbiljetten in omloop……
… … …….

,,
945.782.165,-
Bankassignatiën in
ozn1oop.. … ……..,,
1.450.908,-
Rek.-Cour.
5
Het Rijk
f


saldo’s:

Anderen,, 65.634.603,83
65.634.603,83
,
Diverse rekeningen


13.689.911,46

t

f

1.060.447.82

Beschikbaar metaalsaldo
.
f
314.237827,04
Op de ba8is van
z

metaaldekking….

,,
111.664.291,67
Minder bedrag aan bankbiljetten in
om-
loop
dan waartoe de Bank gerechtigd
is. ,,
1.571.189.135,20

1092

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

10 December 1924

NED. BANK 8 Dec. 1924. Voornaamste posten in 000.

AndereBeschikb.I
Data

Goud Zilver Circulatie opeischb.I Metaal- Idags
1

schulden
1
saldo

perÇ.

S Dec. ‘241505.250 12.056

945.782 67.086 314.238

51
1 ,,

’24 505.222 12.042

964.007 58.109 312.339

50
24 Nov. ’24 480.233 12.240

932.717 21.087 301.218 52
17

’24 481.445 11.868

951.859 21.011 298.237

51
10

’24 481.5011 11.621

972.360 22.566 293.639

49

3

’24 481.506 10.540

997.499 25.094 287.024 48
27 Oct. ’24 489.345 10.855

956.666 24.319 303.485 51

10 Dec. ’23 581.

6
786 7.475 1.027.360 2.941 377.748

5
ii Dec. ’22 581.789 8.851

974.803 30.476 388.889 59

25 Juli ’14 162.] 14 8.228

310.437

6.198 43.521
1
) 54

1
Hiervan

Paper
Totaal Schatkist- Belee-
1
ophef

Diverse
Data

bedrag pressen flingen

buiten- ningen
8)
land

8 Dec. 1924 141.610

10.000

159.833 63.271 150.349

1

,,

1924 143.089

6.000

194.178

55.377 144.500

24 Nov. 1924 143.112

6.000 167.817 48.158 129.187

17 ,,

1924 146.880

6.000

171.132

50.269 134.040

10

1924 154.730

18.000

180.058 51.612 140.676

3

1924 158.390

23.000 197.229 52.799 146.101
27 Oct. 1924 138.083

3.000 164.588 53.743 144.992

10 Dec. 1923 190.026

21.000

174.333 35.108 82.956
11 Dec. 1922 204.439

40.000 116.443 75.279 30.126

25 Juli 1914 67.947

14.300

61.686 20.188

509′.
1)
Op de basis van
215
metaaldekking.
2)
Sluitpost activa.

STAND VAN ‘s RIJKS KAS.

Vorderin gen

1
1 December 1924113

Saldo bij Nederi. Bank..
f
12.313.586,17
f
Saldo bij betaalnieesters.
.1

5.478.775,09
Voorschot op uit. Oct. 1924
aan de gemeenten op
voor haar door Rijk te
heffen gem. ink.bel. en

-‘
opcentenopRijksink.bel. ,, 82.439.273,14 ,, 82.439.273,14′.
Voorsch. aan de koloniën ,, 10.195.587,01 ,, 9.393.690,67
Voorsch. a. h. buitenland ,,213.016.365,78,,21 1.203.638,19
Daggeldieeningen tegen
onderp. v. scbatk.papier ,, 3.800.000,-

Voorsch. door de Ned.Bank
f

.
f
14.811.302,28

Schatkistbilj. in omloop
1
) ,,
195.546.000,- ,,192.075.000,-
Schatkistprom. in omloop ,,122.190.000,- ,, 98.280.00(
1
,-
Waarv. direct bij Ned. Bk. 6.000.000,- ,, 10.000.000,-
Zilverbons(riiet inbegripv.
de bedragen bij de betaal.
meesters in kas) ……..,, 23.859.907,50 ,, 23.583.182,-
Door den Postch.- en Giro-
dienst in ‘s Rijks Schat-
kist gestort deel v. h.
tegoed van den dienst . ,, 26.649.149,07 ,, 31.497.603,44
1) Waarvan
f
37.056.000 verval en op of na
1
Apri
1927.

NEDERLAN DSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
De Minister van Koloniën maakt beke d:
29 November 1924 1 6 December 1924

Voorschot uit ‘s Rijks
kas aan N.-I………..
f
34.825.000,-
f

129.000,-
md. Schatk.prom. in omi.

96.625.000,-

96.625.000,-
Voorsch.Jav.Bk.aanN.-I.

,,


Muntbiljetten in omloop. ,, 40.600.000,- ,, 40.400.000,-
Ten voordeele v. N.-I. ge- boekt beleggingsgeld v.
h. N-I. muntfonds….
,,
6.056.000,- ,, 6.140.000,-

Totaal ……….
.fl78.lO6.000,_.

fl43.294.000,
Tegoed van N.-I. bij De
Javasche Bank …….

36.100.000,-

19.400.000,-

SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Metaal
Circu-
latie

Andere
opeischb.
schulden
Discont.

25

Oct.

1924..
1.130 1.523
835
1.032
347
18

1924..
1.120 1.537
863
1.040 415
11

1924..
1.120
1.557
934
1.034 369
4

»

1924..
1.121
1.675
842
1.039
263
27 Sept.

1924.’.
1.147
1.522
764 1.034 275

27

Oct.

1923..
1.162
1.451
928
1.174
616

5

Juli

1914..
645
1.100
560
1
396

JAVASCHE BANK
Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

Andere fieschikb.
Data

Goud

Zilver

Circulatie opeischb. metaal-
schulden saldo

6 Dec. 19241
29Nov.1924
22 ,, 1924

1 Nov.1924

18.750
189.250
214.500

281.000
276.500
277.500
276.332

115.000 113.500 110.000
117.318
109.550
111.250
137.000

130.433
1
151.248
57.29
25Oct. 1924
148.784
57.346
276.063
114.341
128.684
18

1924
157.635
57.733
276.071 123.324 136.114
11

,,

1924 156.841
58.760
275.967
119.005
137.248

8Dec. 1923
159.945
61.590 259.593
128.895
9Dec. 1922
155.240 56.442
267.796
112.120
P4.610
6.467

25 Juli1914
22.057
31.907
110.172
12.634 4.842
2

,
ata
_________

Dis-
conto’s
b

N.-ind.
betaaib.

Belee-
ningen
sh’o”t’ten
ajh.
Gou-
vernem.

Diverse
free_1)

1
ng
percen-tage

6Dec. 1924

15.7.840


48
29Nov.1924

162.570

36.100e

•**
49
22

,,

1924

161.160

31.500


55

1Nov.1924 34298

17.362 106.124

16.491
3

36.482
53
25 Oct. 1924 34.326

17.685 105.5091 10.625e

35.841
53
18

1924 34.835

17.541

107.285

1.7.626

33.156
54
11

1924 34.741

18.130

102.701

13.481

32.523
55

8Dec. 1923 37.571

26.738

86.116

3.233
8

39.453
57
9Dec. 1922 37.501

26.312 105.339 109.836

24661
55

95 Juli
19141

7.259

6.3951

47.934

6.446

2.228
44
1)
Sluitpost activa.

)
Basis
2
16
metaaldekking.

3)
Creditsaldo.

BUITENLANDSCHE BANKSTATEN. BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency
Notes,
in duizenden ponden sterling.

Data
Metaal
2irculatle l
l

Currency Notes
Bedra g

Goudd.
1
00v.
Sec.

3 Dec.

1924 128.495 123.796
288.098
27.000
243.776
26
Nov.
1924 128.491
123.066
285.378
27.000
240.922
19

1924
128.497
122.235
285.880
27.000 241.551
12

1924
128.494
122.870
287.368
27.000 243.042
5

1924
128.495
123.847
287.412
27.000 243.080
29 Oct.

1924
128.485
123.592
285.025
27.000
240.582

5 Dec.

1923
127.873
126.112
284.393 27.000 239.946

22 Juli

1914
40.164
29.317


Data
1

Goe.
1 1

Other Public Other

1
Reserve!
1

Dek-
kings
Sec. Sec.
Depos.
Depos.
perc.
1)

3 Dec. ’24
64.152
72.852
10.400
133.270 24.449
17,07
26 Nov.’24
41.198
82.391
18.743
112.275
25.175
19,21
19

’24
41.768 75.995
18.978
107.063
26.012 20,64
12

’24 40.898
72.821
15.863
105.494
25.374
20,90
5

,,

’24
40.458
78.592
16.406
109.352
24.397
19,39
29 Oct. ’24
41.788
76.204
13.989
110.982
24.642
19,72

5 Dec. ’23
69.724
74.362
1.230
136.601
21.511
14,55

22 Juli ’14
11.005
33.633 1
13.735
42.185
29.297
52s
5) Verhouding
tusschen Reserve en Deposits.
BANK VAN
FRANKRIJK.
Voornaamste
posten in millioenen
francs.

Waarvan
.

Tegoed
Buit.gew.

Schat-
Data
Goud
in het
Zilver
in het
voorsch.

kistoil-
buitenl.
buitenl.
a/d. Staat feiten’)

4Dec. ’24
5.544,8
1.864,3 304,7 569,3
23.000,0
4.857,0
27Nov.’24
5.544,7
1.864,3
304,4 572,5
22.600,0
4.842,0
20

,,

24
5.544,6
1.864,3
304,3
572,4
22.900,0
4.838,0
13

,,

’24
5.544,6
1.864,3
304,0
571,9
23.000,0 4.838,0
6

,,

’24
5.544,5
1.864,3 303,5 571,8
23.100,0
4.820,0

6 1ec. ’23
5.539,9 1.864,3
296,2
573,9
23.200,0
4.572,0

23 Juli’141
4.104,4

639,6


Waarvan
Uitge-
Belee
Rekg. Courant
Wissels
op het

1

buiteni.
stelde
Wissels

.
ningen
Circulatie
Parti-
culieren

Staat

5.595,1
31,3
8,8
2.782,7 40.700,8
2.017,9
14,9
4.809,3 27,0
8,9
2.715,1
40.447,0
1.976,5
17,7
4.726,5
25,1
8,9
2.780,0
40.530,3
1.936,6
16,3
g
4.630,7
30,6
8,9
2.838,4 40.635,9
1.85(,5
:16,7

CD
5.831,5 25,4
9,0
2.726,0
40.705,3
1.921,8
15,1

3.273,6
27,7
17,1
2.413,7
37.939,3 2.097,7
15,4

1
.5
41
,
1

8,4

718,0
5.911,9 943,0
400.6

7.599.811,89
k

‘ niunpost
oer acuva.

1) In disc, genomen wegens vOOrSCh. v. 13. Staata.buiteiil. regeeringen.

11

1,9, December 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1
093

DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Reichsmark.

Daarvan
1
L)eviezen

1
Andere
1

Data
Goud
bijbui-
1
als goud-
1
wissels
Belee-
tent. circ.
1

dekking
en

1
nin gen
banken’)
1
geldende

1
cheques

29 Nov. 1924
695,5
240,0 231,8
2.290,2
18,6
22

,,

1924
694,8 240,0
231,6
2.171,2
18,5
15

,,

1924
694,6
240,0
231,5
2.154,8
17,1
7

,,

1924
694,3
240,0
231,4
2.327,4
15,5
31 Oct.

1924
694,2
240,0
231,4
2.339,7
33,4
23

,,

1924
630,5
177,7
210,2 2.173,7
16,8

23 Juli

1914
1.356,9



750,9
50,2

Schuld
Data
Effec-
Diverse
Circul

Rekg.-
Diverse
aan
ten
Activa
3
)
.
Crt.
Passiva
R-
_____________

bank

29 Nov. 1924
77,8
1.655,4 1.863,2
703,9
1.682,9 684,7
22

,,

1924
77,5
1.781,3
1.550,1
904,4
1.702,8 787,8
15

,,

1924
77,3
1.748,0 1.633,2
749,5
1.705,7
800
7

,,

1924
77,4
1.053,5
1.721,8
828,6
1.013,7
800
31 Oct.

1924
77,7
951,8
1.780,9
708,7 1.003,7 800
23

,,

1924 77,5
947,4
1.313,1
986,4
927,2
800

23 Juli

1914
330,8′ 1
200,4
1.890,9
944,_
40,0

1)
(Jnbelast.
‘)
Wo. schatk.papler. 3
9
Wo. l’tentenbankscheine:
29,22
en 15 Nov. res. 302,8; 532,6 en 495,3 millioen.

BANQUE NATIONALE DE BELGIQUE.
Voornaamste posten in millioenen francs.

Data

.
O.
….
. ‘
iz
11

4Dec.’24
356,9
84,7
480,0
1.283,0
465,1
5.250,0 7.619,4
238,2
27Nov.’24
357,5
84,7 480,0
1.311,8
395,4
5.250,0
7.603,4 292,5
20

,,

’24
357,6
84,7
480,0
1.261,6
437,015.250,0

7.598,9
256,2
12

,,

’24
356,7
84,7
480,0
1.295,1
470,0
5.250,0
7.673,2
255,9
5

,,

’24
356,4
84,7
480,0
1.303,6
492,9
5.250,0
7.658,4 226,9
29 Oct. 24
356,1
84,7
480,0
.346,2
385,1
5.250,0
7.629,6
291,8
6Dec.’23
354,8
84,7
480,011.027,41345,7.5.300,017.275,6
187,5

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDE]IAL RESERVE BANKS: Voornaamste posten in mi Ilioenen dollars.

Goudvoorraad
Wettig
Wissels

Data
middel,
Totaal

Dekking
betaal-

her-
disc.

d.
In de
open
bediag
F. R.
Notes
Zilver
etc.
rnember
markt
banks
gikocht

19 Nov.’24
3.050,8
1.972,6
92,4′
.233,8
275,2
12

,,

’24
3.047,9
1.997,1
90,1
224,2
248,2
5

,,

’24
3.038,5
2.027,3
85,1
229,3
234,8
29Oct.’24
3.043,8
2.040,5
87,8
222,6
215,4
22

,,

’24
3.044,2 2.036,1
87,4
223,2
169,7
15

,,

’24
3.037,4 2.014,7
83,3
263,1
197,3

21 Nov.’23
3.135,5
2.158,5
77,4
746,2
284,6

Data
Belegd
in U.
Gestort
(Joud- Dek-
Algem.
Dek-
Gov.Sec.
in circa-
Kapitaal
kings- kings-
lutie
perc.’)
perc.’)

19Nov.’24
587,1
1.823,5
2.270,4
112,2
74,5
76,8
12

,,

’24
588,4
1.829,2
2.235,4
112,2
74,9
77,2
5

,,

’24
584,9 1.816,8
2.179,0
112,0
76,0
78,2
29Oct.’24
584,2
1.766,6
2.218,0
112,0
76,6
78,6
22

,,

’24
582,8
1.751,7
2.202,0
111,9
77,0
79,2
15

,,

’24
598,5 1.767,3
2.279,2
112,0
75,0
77,1

21 Nov.’23
73,4
2.223,1
1
1.941,5
110,1
75,3
77,1
]) Verhoüding totalen goudvoorraad tegenover opeischbare schulden:
F.
R.
Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen voorraad munt-
materiaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ’ HET
FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in millioenen dollars.

Data Aantal
Dis-
conto’s
.
1

Beleg-
R
bij
de
1
Totaal
1

depo-
Waarvan
time
bankenl
en
beleen.
1
gingen
F.R.
banka

1

sito’s
deposits

12Nov.’24
743
112.872,4
5.559,8
1.645,0
18.177,2
4.821,0
5

,,

’24
743
12.769,))
5.5753
1.598,1
17.952,3
4.805,1
29Oct. ’24
743
112.763,7
5.551,2
1.646,4
17.903,1
4.782,3 22

,,

’24
741
112.842,9

5.476,6
1.639,6
17.956,3
4.743,0
15

,,

’24
744
12.785,9
5.446,3
1.659,5117.986,2
4.731,9

14Nov.’23
767
11.929,81
4.489,6
1.404,8115.377,7

4.028,5
Aan
net
elnu van ieder kwartaal wordt een overzidlit
ceven van enkele niet wekelijks oogenonien bankstaten.

EFFECTENBEURZEN.

Amsterdam, S December 1924.

De itIteLnationald fondscnmarlcte.n hebben gedurende de
achter ons liggende week onder invloeden van uiteenloopenden
aard gestaan, hoewel in groote trekken toch wel eenige over-
censtemming op te merken is geweest. In Duitschiand heeft
het vooruitzicht op de algemeene verkiezingen voor den
Rjksdag zijn invloed doen gelden, doch de beurs van
B e r 1
ij
n heeft in dit opzicht vrij groot optimisme aan
den dag gelegd, een gevoe], dat blijkens de voorloopige
verkiezmgs-uitslagen niet ongernotivcerd is gebleken. In on-
middellijk verband hiermede stond een verschijnsel, dat ook
er toe heeft bijgedragen het algemeen koerspeil omhoog te
brengen, nl. de aankoopen op termijn, meerendeels per einde
Januari en einde Februari. Deze aankoopen betroffen fondsen
van allerlei aard, doch voornamelijk aancleelcn in chemische
industrieën. Merkwaardig was het ook, dat de obligaties der
oorlogsieeningen op termijn werden verhandeld. Desondanks
kon hierin per saldo, niettegenstaande vrij groote koers-
schommelingen, geen verbetering intreden. Op den laatsten
beursdag van de herichtsperiode viel zelfs een verlies te con.
stateeren, in verband met de oriënteering naar links van den
nieuwen Rijksdag, waardoor de voorstanders van een voor de
houders voordeeige’ valorisatie veel van hun steun hebben
verloren.
Voor het overige is de geheele markt vast gebleven. Meer dan
cle hcl,ft van het aantal goudbalansen is thans verschenen, zoo-
dat men langzamerhand een inzicht kan verkrijgen in den
toestand van de Duitsche industrie, de scheepvaart, het bank-
wezen, enz. Blijkens een overzicht, samengesteld door do Corn.
merz- und Privatbank is het goud.kapitaal van alle onder-
nemingen tezamen, welke hun goudbalans hebben gepubli-
ceerd, iets grooter dan véôr den oorlog het geval is geweest.
Dit wil natuurljjk niet zegge
n, dat er geen aanmerkelijke
innerlijke verschuivingen plaat’s hebben gevonden. Zoo is het
kapitaal der banken sterk gedaald (van 1237,98 tot 434,95
mullioen Mark), benevens dat van scheepvaartondernemingen
(van 392,84 tot 157,6′ millioen Mark). Daarentegen is het
kapitaal van de gezamenlijke spoor. en tramwegondernemingen
gestegen van 117,61 tot 152,82 niilliocn en dat van brouwerij.
aandeclen van 53,17 tot 78,1 millioen Mark. Bovendien,is in
alle goudbalansen rekening gehouden met zeer vele ongunstige
factoren, waardoor het optimisme ten aanzien van de toekomst
der desbetreffende aandeelen wel te verklaren is. Ook de onder-
handelingen met Frankrijk betreffende een nieuwe handels-
overeenkomst werden ter beurze van Berlijn gunstig ge-
interpreteercl.

Te P a
i
s is men minder optimistisch geweest, hoewel
ook hier een goede stemming de overhand heeft verkregen.
‘De vaste houding van den wisselkoers heeft een daling voor
arbitrage-vaarden te. voorschijn geroepen, doch hiertegenover
stond een algemeene verbetering van andere fondsen en van
beleggingswaarden. De boodschap van president Coolidge heeft
gunstige perspectieven geopend ton aanzien van een bevre-
digende regeling der intergeallieerde schulden en ook hebben de
onderhandelingen met de Duitsche afgevaardigden omtrent
een handelsverdrag een goede stemming in de hand gewerkt.

Te L o n d e n is eveneens de tendens opgewekt geweest. De berichten omtrent onderhandelingen tusschen Frankrijk
en de Unie ten aanzien van een regeling der Fransche schulden
hebben te Londen groote belangstelling gewekt. Voornamelijk
eval geweest, omdat er nu ook kans bestaat, dat
is dit het ~

dc kwestie van de Fransche schulden aan Engeland (ten be-
drage van circa £ 600 millioen) binnenkort behandeld zal
kunnen worden. Voorts heeft dc succesvolle ,,undervriting”
van de Grieksche leening de stemming op dc heleggingsmarkt
gestimuleerd. Flet afs]uiten van een handelsverdrag tusschen
Duitschland en Groot-Brittannië heeft het vooruitzicht op een
uitbreiding van den Britschen buitesilandschen handel geopend
en heeft tegelijkertijd het vraagstuk van de vestiging van
:Duitsche bankfilialen te Londen in het geding gebracht. Voor
het oogenblik schijnt dit nog een theoretische kwestie, doch
men houdt in de City rekening met de mogelijkheid, dat
sommige Duitsche banken hun werkzaamheden te Londen
weder zullen hervatten. Ofschoon de opinies ten aanzien van
de wenschelijkheid hiervan verdeeld ‘zijn, helt men in de City
toch algemeen over tot de meening, dat de komst van Duitsche
banken eer een voor- dan een nadeel zou beteekenen. Ver-
volgens heeft de loop van zaken op de wisselmarkt er toe bij-
gedragen een gevoel van optimisme in het leven te houden.
Dc vaste houding van den ‘sterlingkoers tegenover den dollar
heeft de mogelijkheid van een vrije goudmarkt doen geboren
worden. Men is in de City van meening, dat er nog slechts een
geringe verheffing van den sterlingkoers noodig is, om de Bank
van Engeland er toe te bewegen de laatste phase vôôr het he-

1094

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

10 December 1924

reikek van het goudpunt door enkele goudexporten te over-
winnen. Natuurlijk zal het hiervoor noodzakelijk zijn, dat het
prijsniveau en de verhoudingen op de geidmarkt in Amerika en
in Engeland gunstig blijven ten aanzien van het handhaven
van den parikoers van het pond sterling.

Te N e w Y o r k heeft de opgewekte stemming, welke thans
reeds gedurende vier weken te constateeren is, verderen voort-
gang gehad.
Op
verschillend gebied worden recordcijfers aan-
getroffen. Niet alleen op dat van aanhoudende groote beurs-
omzetten en van koersen – b.v. van spoorwegaandeelen –
doch ook ten aanzien van wagonladingen en van index-
cijfers. liet cijfer van Bradstieet per 1 December (S
13.5269)
is het hoogst bereikte van dit jaar. Voor het oogenblik maakt
men zich echter te New York hieromtrent niet ongerust. Wel
heeft reeds een bijeenkomst vani bankiers plaats gevonden,
doch naar het schijnt, zijn de omstandigheden op de geldmarkt
nog steeds zoodanig, dat er voorloopig geen enkel gevaar van
inflatie dreigt. Naar verluidt zouden sommige financieele
leiders de meening zijn toegedaan, dat zelfs bij de thans heer-
schende activiteit nog een periode van ten minste twee jaren
zou kunnen verloopen, alvorens van ernstige moeilijkheden
sprake zou kunnen zijn.

T e n o n z en t is het verloop van de markt over het alge-
meen opgewekt geweest. De afdeeling voor
beleggingswaarden
heeft kunnen profiteeren van de ruimere houding op de geld-
markt, hoewel de hoogst bereikte punten niet behouden konden
blijven.
6%
obligaties N.W.S. varieerden van
101 1/16-101-
-101 7/16, 7%
Indië
102 19/32-103–. 102 7/8.
De oorzaak
van de, hoewel uitermate geringe, reactie moet vermoedelijk
worden gevonden in de opleving, welke op de aandeelenmarkt
te constateeren is geweest en ten behoeve waarvan vermoe-
delijk enkele beleggingsfondsen zijn gerealiseerd.
Van de aandeelensoorten hebben
banic-aandeelen
een kalm
verloop gehad. Aandeelen Amsterdamsche Bank bewogen zich
van
128
via
1 26
naar
125
%. Voor aandeelen Nederlandsche
Handel Maatschappij is een klein herstel ingetreden
11 5—
116 7/8-116 1/8,
nadat de geruchten omtrent zeer ernstige
verliezen ongegrond zijn gebleken. Aandeelen Rotterdamsche
Bankvereeniging hielden zich ongeveer op onveranderd
peil
68-68e.
De markt voor
indusirieele aandeelen
1ieeft een onregel-
matig aanzien getoond. Sommigefl soorten, als Hollandsche
Kunstzijde-industrie waren opgewekt van toon,
1 45—
1 461— 148 5/8,
andere daarentegen, zooals Jurgens,
73— 70L
72 15/16,
bleken vatbaar voor eenigszins omvangrijke verkoop-
orders. Het krachtigst hebben aandeelen Philips Gloeilampen-
fabrieken gereageerd,
337i–325–290
ex claim, in. verband
met de aankondiging van een emissie van nieuwe aandeelen.
De claims werden op den eersten dag, waarin hierin handel
was, omgezet van!
325
tot t
349-.

De
mijn-afdeeling
heeft ook iets meer leven te aanschouwen
gegeven. Aandeelen Redjang Lebong werden
322— 329k-327-
verhandeld, Oost Borneo
146
1
— 150– 153.
Veel aandacht hebben
petroleum-aandeelen
getrokken door
hun vaste houding. Reeds lang zijn hier ter beurze Amen-
kaansche kooporders in aandeelen Koninklijke te constateeren
geweest, waarvan het effect echter steeds werd genivelleerd
door .den verkoopdrang van meestal Fransche zijde. In den
laatsten tijd nu schijnen de kooporders zoodanig de overhand
te hebben verkregen, dat de vraag hoogere koersen te voor-
schijn heeft gebracht. Ook Consols konden hiervan ten slotte
profiteeren. Koninklijke varieerden als volgt:
343-340-355-
361,
Consols
165-169-1771.
De
Rubbcr-afrieeling is
gedurende het grootste deel van de
berichtsweek kalm gebleven, om ten slotte flink te monteeren
in verband met de betere rubberprijzen te Londen. Amsterdam
Rubber
15fl-158–164 5/8,
Kendeng-Lemboe
182k-
184— 188e.
Suilcer-aandeelen
varieerden zeer weinig en hadden per saldo
geen koersveranderingen van beteekenis aan te wijzen. De
tendens was hier omlaag gericht. Alleen aandeelen H.V.A.
konden zich goed handhaven in verband met de aankondiging
van het onveranderd interim-dividend,
428-, 427 1/8-428j.

De
Tabalc.s?narlct
was zeer opgewekt van toon, als gevolg van
de nog steeds gunstige oogstvooruitzichteu en de berichten
omtrent véôrverkoopen van zandbladpartijen tot goede
prijzen. Arendsburg
407-418-424,
Deli-Batavia
377 1/8-
383— 390,
Deli-Maatschappij
377 1/8-.-383–390.
De
Sclieepvaartmarlct
heeft geen aanleiding tot bijzondere
opmerkingen gegeven.

De
Amerikaansche afdeeling
was zeer vast, in aansluiting
aan Walistreet.
De
geldmarlc.t is
ruimer geworden; prolongatie was Ii 3 %
goed verkrijgbaar.

GOEDERENHANDEL

GRANEN.

9 December 1924.

Evenals ten tijde van, ons vorige overzicht ondervond ook deze week de graanmarkt weder in sterke mate den druk der
groote hoeveelheden, die naar Europa onderweg zijn. Voor
tarwe was daardoor de Engelsche markt nog steeds flauw met
weinig zaken. Eenige verbetering trad in voor Noord-Anieii-
kaansche soorten, toen verdere pnijsverlgingen te Chicago en
Winnipeg uitbieven, doch Argentinië was zeer flauw, nu de
vooruitzichten voor de nieuwe tarwe den laatsten tijd door den
gevallen regen zijn verbeterd en de tijd der verschepingen
nadert zonder levendige vraag van Europa. Verdere prijsver-
lagingen aan de terrnijnmarkten te Buenos Aires en Rosario
bedroegen van 1 tot
4
December
55 k 60
centavos per 100 KG.,
waardoor het prijsniveau 1,25 á 1,50
pesos lager werd dan ten
tijde der hoogste prijzen van omstreeks half November. Ook
Britsch-Indiche en, Australische tarwe werd nu en dan ruim aangeboden. Allengs begon de markt echter een wat minder flauw aanzien te verkrijgen. Uit Australië wordt bericht, dat
reeds de helft van het uitvoeroverschot der nieuwe tarwe ver-
kocht zou zijn, vooral naar niet-Europeesche destinaties; uit
de Vereenigde Staten hoort men, dat nog slechts
177.
millioen
busheli voor den verkoop geschikte tarwe op de boerderijen
aanwezig zouden zijn tegen
225
milhioen om dezen tijd van
1923.
Dat zou dus het gevolg zijn van de zeer groote tarwever-
schepingen uit Noord-Amerika gedurende de eerste
5
maanden
van dit seizoen. Het spreekt vanzelf, dat die enorme hoeveel-heden tarve de Europeesche markt hebben; gedrukt en dat het eenigen tijd duurt, vôôr haar invloed heeft uitgewerkt. Eenige
verschijnselen schenen er echter deze week op te wijzeii, dat
op dit punt verbetering op komst is. Zij wordt bevorderd door
de kleinere wereidverschepingen van de vorige en deze week.
Door geringere Noord-Amenikaansche hoeveelheden was in
beide weken de totale hoeveelheid, die naar Europa werd afge-
laden, niet meer abnormaal groot. Reeds bestond bij de Engel-
sche molenaars de neiging op flauwe dagen weder tarwe op te
nemen, terwijl in de voorafgaande week hun kooplust bij voort-
during zeer slecht was. Ook in Duitsehland ontbrak de be-
langstelling niet meer zoo geheel als kort tevoren, terwijl italië
weder Australische en Noord-Amenikaansche tarwe kocht en
ook Frankrijk allengs wat meer iniroopen deed. In België en
Nederland waren de zaken nog klein en beperkt tot de dadelijke
behoefte, doch ook daar scheen het vertrouwen wat terug te
keeren. Hardwinter-tarwe werd deze week werkelijk minder
sterk aangeboden en de Amenikaansche bewering, dat binnen-
kort zal blijken, dat verreweg het grootste gedeelte van het
uitvoersurplus reeds verkocht is, zou wel eens juist kunnen zijn.
Tot de tarwesoorten, die deze week verder in prijs terugliepen,
behoorde dan ook de hardwinter niet en aan de Engelsche
markt hield eenige dekkingsvraag de prijzen op peil. Door dit
alles trad in den loop der week de meening, dat de tegenwoor-
dige overvloed van tarwe in sommige Europeesche landen
slechts tijdelijk en locaal is, weder meen op den voorgrond en
vooral in Noord-Amerika werkte de ovërtuiging, dat in den
verderen loop van het seizoen het tarweaanbod lang niet over-vloedig zal zijn, spoedig weder pnijsverbetering in de hand. De
voorafgaande verlaging was vooral het gevolg geweest van de
apathische markt in Europa, en nu daarin wat verbetering
scheen te komen, liet de vaste grondtoon der wereidpositie zich
weder gelden, zoodat in enkele dagen zoowel te Chicago als te
Winnipeg de tarweprijzen flink stegen. Op
8
December stond tarwe te Chicago iets hooger dan ooit tevoren in dit seizoen en
te Winnipeg is de prijs slechts weinig van het hoogste tot nog
toe bereikte niveau verwijderd.
Ook rogge kon sedert het laagste punt, dat op
2
December
werd bereikt, ongeveer
5
dollarcent per
56
lbs. verbeteren. Do
verschepingen van rogge uit N. -Amerika waren deze week grooter
dan in de vorige, toen zij slechts 30.000
quarters beliepen, terwijl
onlangs weken van ver .boven de
200.000
quarters zijn voorge-
komen. In vergelijking daarmede zijn ook de
95.000
quarters
van dezeweek geen groote hoeveelheid en men mag verwachten,
dat nu ook voor rogge de overvloed, onder welks druk de
Europeesche markt zoo lang heeft geleden, nu spoedig zal ver-
minderen en nieuwe zaken mogelijk zullen worden. Tot nog toe
echter blijven nieuwe zaken uit Amerika nog uit en de voor-
raden, die zich nog in de Nederlandsche en Duitsche havens
bevinden en voor een groot gedeelte aan Amerikaansche export.
firma’s behooren, ondergaan slechts weinig vermindering.
Oost-Europa doet tegenwoordig nauwelijks mede aan de voor-
ziening der invoerlanden met broodgraan. Uit Roemenië
wordt bijna geen tarwe afgeladen, Bulgarije treedt als invoer-
land op en van Rusland is dit jaar hoogstwaarschijnlijk geen
uitvoer te verwachten. In Hongarije is het aanbod gering en
voor den nieuwen oogst wordt daar over droogte geklaagd,
ter

wijl ook in Zuid-Slavin het aanbod van tarwe tegenvalt.

10.
December
1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1095

Noteeringen.
Locoprijzen te RotterdamfAmsterdaxn.

Chicago
Buenos Aires
Soorten 8Dec.
1Dec.
10Dec.
Data
1924
1924 1923
Tarwe
Mars
Haver
1
Tarwe
i

Maïs
LiJnzaad

Tarwe’ ……………..
1

15,85
Rogge (No. 2 Western)

14,50 16,.._ 14,40
12,25
9,40

Dec.
Dec. Dec. Dec.
Dec.
Dec.

6Dec.’24 157

11981
8

5751
8

14,50

10,39

22,10
Mais (La Plata) ……….
2

227,- 225,-
205,-
29Nov.’24 154

11371

52
15,30

110,95

22,85
Gerst(48 ib. malting)

2

230,-
240,-
198,-
61)ec.’23

1048%

74i,

4571)
12,40

10,25

23,-
Haver (38 ib. white clipp.)’

12,55
4
)
12,60
4
)
10,50
6Dec.
1
22 11881

69J
5

42%
11,50

7,60

18,70
Lijnkoeken (Noord-Amen.
6Dec.’21 10981
4

46%

32
12,40

7,90

17,80
kavan La Plata-zaad)
1

14.20 14,35 13,65
20 Juli’14

82

5681
8

36%
9,40

5,38

13,70
Lijnzaad (La Plata)

. . . .

464,-..
476,
465,-
1)
Per Mei.
1)
per 100 KG.

2)
per 9000 KG.

8)
per
1960 KG.
*N
o
2 Hard/Red Winter Wheat.
4)
Canada
No. 3.

AANVOEREN in tons van 1000 KG.

Rotterdam
Amsterdam
Totaal
Artikelen
30 Nov.16
Dec)

Sedert

Overeenk.
30 Nov.16
Dec)

Sedert

Overeenk.
1924

1 Jan.
1924

tijdvak
1923 1924

1Jan.
1924

tijdvak
1923
i924

1923

Tarwe
25.149
1.271.153
773.547

46.407
31.086
1.317.560
804.633
Rogge
324
552.426
469.868

3.775
485
556.201
470.353
Boekweit
.
..

………..
.
1.864
23.403 25.315

528

23.931
25.315
Mais …………….
6.573
731.566 607.867
3.510
107.829
73.715
839.395
681.532
6.668 311.741
272.174
293
33.104
14.018
344.845
286.192
Haver
.-. …

…….
.

4.365
231.876
68.038
.

1.445 533
233.321
68.571
Lijnzaad

_
5.831
235.852
135.142
2.825
64.967
53.544
300.819 188.686

Gerst.

………..

Lijnkoek
.

..

…..
5.428 192.270 175.533

700

192.970
175.533 9.770
250.905
126.527
1.472
30.418
4.754
281.323
131.281
Tarwemeel …………….
Andere meelsoorten
265
8.374
1.592



8.374
1.592

Mais was de eerste helft der week zeer flauw met sterk aan-
bod van spoedige Platamais in Engeland met zeer onbevredi-
gende vraag, evenals op het vasteland, terwijl aan de Argen-
tijnsche termijnmarkten de prijs aanzienlijke verlagingen
onderging. De aanvoeren waren zoowel in België en Neder-
land als in Engeland te groot voor de beperkte vraag en slechts
tot telkens lagere prijzen was daarvoor plaatsing te vinden,
terwijl in Duitschland eveneens over slechte vraag voor mais
werd geklaagd. Ook Platamais op aflading daalde sterk in
prijs, ondanks de omstandigheid, dat Argentijnsche export.
firma’s bij voortduring zeer veel hoogere prijzen noteerden,
dan waartoe in Europa Platamais werd verhandeld. Op enkele
dagen bedroeg het verschil bijna 10 %. Ook Roemeensche en Bulgaarsche mais deelden in de uiterst flauwe stemming. Het
aanbod uit die landen is niet zeer groot, doch de belangstelling
voor deze soorten is bijna overal onvoldoende en ontbreekt
in Engeland bijna geheel, terwijl in December flinke versche-
pingen, vooral van Bulgarije werden erwacht. Daarbij kwam,
dat financieele redenen vooral in Nederland en België vele
houders van Oost-Europeesche mais ertoe brachten, met aan-
vankelijk verlies hun partijen te verkoopen. Ook voor mais
echter trad aan het einde der week eenige verbetering in. Het
schijnt, dat koud en droog weder de vooruitzichten voor de
nieuwe Platamais in gevaar brengt. Reeds op 5 December
traden Argentijnsche verschepers tot de zeer lage Europeesche
prijzen hier als koopers op voor Platamais op aflading. Verdere
prijsdaling werd daardoor tegengehouden, terwijl deze om-
standigheid tevens tot dekkingsvraag leidde bij handelaars in
Engeland en op het vasteland. Toen ook de Argentijnsche
termijnmarkten zich begonnen te herstellen, kreeg de markt al
spoedig een geheel ander aanzien. Op den 6den werden overal
vrij wat hoogere prijzen betaald en nadat op dien dag Buenos
Aires en Rosario zeer vast waren met prjsverhoogingen van
20 tot zelfs 55 centavos per 100 KG., waardoor de prijsdaling
van het eerste gedeelte der week weder geheel werd ingehaald,
konden ook in Europa de prijzen spoedig belangrijk verbeteren. Bij de plotselinge verandering der stemming was tot de hoogere
prijzen de vraag nog niet groot, doch het aanbod uit de tweede
hand is voor alle soorten sterk afgenomen. De laatste dagen is
Rusland weder met mais aan de markt gekomen en eenige zaken
zijn gedaan naar Nederland en Duitschiand. Ook van Zuid-
Afrika wordt meer mais aangeboden, doch zoolang uit andere
landen de verschepingen niet sterk toenemen blijven zij ver ten
achteren bij de hoeveelheden uit Argentinië, dat nog steeds
voortgaat, de markt te beheerschen. Wel neemt de mais-
voorraad in de Argentijnsche havens nu langzaam af, doch hij
bedroeg op 4December nog altijd 260.000 ton tegen 80.000
ton een jaar geleden. Aan ma.isuitvoer uit Noord-Amerika valt
nog steeds niet te denken, vooral niet, sedert de markt te
Chicago do laatste dagen weder sterk gestegen is en maïs daar
op 8 December hooger noteerde dan ooit tevoren in dit seizoen.
Voor gerst was bijna de geheele week de vraag nog zeer
slecht en aanvankelijk daalde te Winnipeg de prijs verder we-
gens groote aanvoeren en onvoldoende exportvraag. In Duitsch-
land en Nederland werd Noord-Amerikaansche gerst dagelijks

lager verkocht en ook tot die lage prijzen was de vraag slecht.
Ook in Engeland werd slechts zeer weinig gerst gekocht en
daar werd vooral Britsch-Indische gerst sterk aangeboden.
Aan het einde der week veranderde echter ook voor gerst de
stemming. Het eerst geschiedde dat in Duitschiand, waar reeds
op 6 December meer zakeii werden gedaan naar Hamburg
en Bremen en hoogere prijzen werden betaald, nadat de gerst.
prijs te Winnipeg weder eenige dagen achtereen was gestegen. Ook Zuid-Duitschiand kocht nu en dan Noord-Amerikaansche
gerst over Rotterdam en Antwerpen, wat echter aan de Neder-
landsche markt geen verbetering met zich bracht. Zeer vast was
gerst te Winnipeg op 6 en 8 December en de markt sloot ten
slotte weder bijna even hoog als op 13 November, nadat in-
tusschen een prijsverlaging van 9 dollarcent per 48 lbs. had
plaatsgevonden, waarvan 3 cent van 29 November tot 2 De-
cember. Uit Canada werd reeds eenige dagen geleden bericht,
dat en buitengewoon groot gedeelte van het uitvoerover-
schot reeds is verkocht en dat hoogere prijzen voor gerst met.
zekerheid kunnen worden verwacht. In Duitschland is hierop
op 8December een verdere sterke vermeerdering der vraag naar
gerst gevolgd en op dien datum werden naar de Duitsche Noord-
zeehavens groote zaken gedaan in Noord-Amerikaansche gerst
tot prijzen van bijna 8 % hooger dan enkele dagen geleden. In de andere invoerlanden was van een verbetering van dien om-
vang echter nog geen sprake.
Haver blijft stil en was ook deze week overal moeilijk te ver

koopen. De verschepingen naar Europa waren echter klein en in
Noord-Amerika valt het aanbod tegen. De haverprijs is dan
ook te Chicago en Winnipeg sedert 2 December geleidelijk ge-
stegen en ook voor deze graansoort bevinden de prijzen zich
daar nu weder vrijwel op het hoogste in dit seizoen bereikte
niveau.

SUIKER.

NOTEERINGEN

Londen


INew York
Amster-

1 White Java’s 1

Cubas
1
96pCt.
Data

dam per Tates

f.o.b. per

96 pCt. c.i.f. Centri-
Maart Cubesl

1
No. 11

Mei 1Juni

1 Febr.JMaart fugals

Sh.
.

Sh.
bh.
$
ets. 5 Dec. ’24
f2091ii

3916 1 9/_ 1513
6,15
28 Nov.’24
,,20%
3916
1916
1513
6,03
5 Dec. ’23
,,31%
6319 2519
241-
7,28
5 Dec. ’22
,,237/
a

561-
201_
1716
5,75
4 Juli ’14
11’3/82

181_
– –
3,26

Ook deze week bleven de
verschillende suikermarkten wegens
aanhoudende vraag naar
prompte en spoedig leverbare suikers
prjshoudend gestemd.
In A m e r
i
k a waren
de noteeringen als volgt:

SpotC. Dec.

Jan. Mrt.

Mei
Slot voorafgaande week
……6.09

4.24

3.52 3.13

3.18
Opening verslagweek
6.09

4.26

3.47
3.06

3.13
Slot

11
6.15

4.27

3.38 3.02

3.08

1096

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

10 Decémber 1924

De ontvangsten -ih – deAti. havns der. V:S. bedragen deze
week 39.000 tons, de versmeltingen 35.000 tons (tegen 44.000
tons in 1923) en de voorraden 24.000 tons.
De laatste raming van den bietoogst der V.S. geeft een cijfer
van 927.000 tons (Willett & Cray’s rarning 875.000 tons),
terwijJ de opbrengst van het vorig jaar 787.000 tons bedroeg.
Prompé Cubasuiker werd verhandeld tot prijzen varieerendo
tusschen 41 en 4,3/8 d.c. & fr. New York.
De laatste Cu b astatistiek luidt:

1924

1923

1922

Tons

Tons

Tons
Weekontvangsten 29Nov.’24

4.869

9.203
Tot, sedert 1 Dec.’23_ 29Nov.’24 4.060.642 3.602910 3.996.387
Werkende fabrieken

1

2

4
Weekuitvoer 29 Nov. ’24 ….

30.231

14.665

39.708
Tot. uit’,’, T Jau.’24_29 Nov.’24 3.881.227 3.445.345 3.851.342
Totale voorraad op 29 Nov.’24

41.460

31.46

49.495

Verbruik………………..439

1.123

In E n g e 1 a n d verlhagde.n Raffiadeurs den prijs van
hun product met 6d. voor aJle posities en sooten.

De Zichtbare Voorraden zijn volgens Czarnikow:

1924

1923

1922,

Tons

Tons

Toü5
Duitschiand 1 Oct. ’24

2.000 102.000

37.000
Tsjechoslowakije 1 Nov. ’24 ..

337.000 280.000 182.000
Frankrijk 1 Nov. ’24……..151.000

94.000

92.000

Nederland 1 Nov. ’24 ……..115.000

53.000

91.000
België 1 Oct. ’24

……….11.000

15.000

12.000

Engeland 1 Nov. ’24 ……..118.000

188.000

272.000

Totaal (Europa). . 734.000 732.000 686.000
V.S. Atlant. havens 3 Dec. ’24

24.000

36.000

40.000
Cuba alle havens 29Nov.’24..

41.000

31.000

49.000
binnen!. 15 Nov. ’24….

41.000

11.000

12.000

Totaal .. 840.000 810.000 787.000

Op J a v a bleef de markt vrijwel onveranderd met afdoe-
ningen tot ongeveer / 1 4,- voor disponibele witte suiker en
/ 12,- voor No. 16 & hooger. Superieure suiker uit oogst 1925
noteert nominaal / 11
4
. .
H i e r t e 1 a n d e opende de markt prjshoudend, doch
zakten prijzen ongeveer / in op het bekend worden van F.O.
Licht’s nieuwe raming van den Europeeschen bietsuikeroogst.
Daarna verbeterde de stemming weer wat in sympathi.o met
New York en sloot de markt op dc volgende noteeringeh:
December t 20,87-
overige maanden ,, 20,624 h
f 20,75.
De oizet was deze week zeer gering en bedroeg 3800 torla.

KATOEN.

Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons
Manchester, d.d. 3 December 1924.

Ten gevolge van particuliere grootere oogsischattiagen, zi3n
prijzen van Amerikaansche katoen deze week wat flauwr
geweest. Maandag bedroeg de daling meer dan zestig punte,
doch gisteren herstelde de markt zich weer eenigszins. Van9.f
1 December wordt er ook in Chicago een markt voor cotton-
futures geopend,. die zich uitsluitend met Teaaskatoen zal
bezighouden. Het valt ons op, dat de fluctuaties van Mid Americn Spot prijzen in Liverpool zich slechts bewogen
hebben tusscliën 13.20 en 13.95, vanaf 13 October tot het
einde van November. De noteering van 13.04 is gisteren de
laagste voor dezen oogst geweest, terwijl gisteren alle futurës
voor dit seizoen onder 13 d. daalden. De ontvangsten in de
havens bedragen circa een millioen balen meer dan verleden
jaar, terwijl Egyptische katoen weinig veranderd is en prijzen
hiervan vast blijven.

Amerikaansclje garenprijzen zijn ongeveer Y
2
d. per lb.
goédkooper. Enkele Spinners rapporteeren sommige flinke
zaken in cops en men is wel geneigd tot eenige concessi;
indien werkelijke kooporders worden gegeven. Over het alg.
Ineen zijn zoowel Ring als Mule twist en ook inslagareffs
slecht gevraagd en zijn er weinig zaken tot stand gekomeï
Voor buudelgarens, zoowel enkel als getwijud, bestaat m6éi

interesse, doch prijzen zijn in de meeste gevallen nog te laag.
Egy5tische garens zijn weinig veranderd en prijzen blijven
vast, speciaal voor 6uer twist, daar de meeste Spinners voor
de eerste drie maanden goed bezet zijn. Ook worden er enkele
zaken in Ji’ine cooibed siogles gerapporteerd. In getwijnde
garens schijnt het koopen opgehouden te hebben, hoewel hier
en daar enkele doubleurs flinke zaken melden.
Ongetwijfeld ten gevolge yan de flauwere stemming voor
kaloen, houden zich overzeesche koopers van manufacturen
eenigszins terug en is de markt bepaald rustiger. Er bestaat
van bijna alle markten, echter een gezonde vraag, terwijl
speciaal voor China flinke zaken in white shirtings tot stand

zijn gekomen. India stelt teleur, doch de berichten van de
Staits zijn meer hoopvol. Er is niets ontmoedigends in de
situatie, doch de stemming is wat kalmer dan verleden
week. Dit is ook heel natuurlijk en indien doekprjzen wat
dalen, wat nog te bezien valt, zal het vertrouwen bij koopers
wel weer terugkeeren. Op het oogcnblik is de markt nog vast
en biedingen zijn over het algemeen te laag om fabrikanten
te bewegen hun prijzen te verlagen.

26Nov. 3Dec. Oost. koersen. 25Nov. 2Dec.
Liverpoolnoteeringen.

T.T. op Indië

116
1
,,
116k
F.G.F. ake1laridis 26,00 26,00 T.T. op Hongkong2,4

2/4
G.F. No. 1 Oomra 11,00 10,60 T.T.opShangbai 3/33.
3
1
31
12
Noteering voor Loco-Katoen. (Middling Uplands.)

5
Dec.
1924
28Nov.
1

1924

21
Nov.
1

1924

5
Dec.
1

1923
5
Dec.
1922

New York voor
Middling …
23,30 c
23,85e 24,15e
35,65e
24,55 c
New Orleans
voor Middling
23,15 c
23,70e
23,90 c
35,- c
24,50 c
Liverpool voor
Mïddling ….
12,9
8 d
13,59 d 13,63 d
20,30 d*
14,54d*)
*) Voor fully middling ouden Standaard.

Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansehe havens.
(In duizendtallen balen).

1 Aug.
’24
Overeenkomst ige periode
tot
28
Nov.
’24
1923-24

1922-
1
23


Ontvangsten Gulf-Havens.
4651

3842

3457
,,

.Atlant.Havens
Uitvoer naar Gr. Brittannië

1017

811

754
‘tVasteland etc.

1729

1341

1341
Japan

321

250

21

Voorraden.
(In duizendtalten balen).

Overeenkomstig tijdstip
28Nov.’24

-‘
1923

1

1922

1477
1045
1097
Amerik. havens ……….
Binnenland ……………
1544 1242
1447
New York

……………..
207
74

51
361
236
276
New Orleans …………..
Liverpool

………………….
322 218
376

KOFFIE,

(Mededeeliug van de Makelaars G. Duuring & Zoon, Kohl e Vitkamp, Leonard Jacobson & Zonen en G. Bijdendijk.)

Noteeringen en voorraden.

Rio

Santos
Data


Wisselkoers
Voorraad
1
PrijsVoorraad

6 Dec. 1924

397:000

1)

1.875.000

1)

6
29 Nov. 1924

377.000 35.950 1.707.000 42.000 6
1
1
32

22 ,,

1924

382.000 3.075 1.619.000 42.000

6
6 Dec. 1923

377.000 22.275 654.000 27.500 5y
4

Ontvangsten.

Rio

Santos
Data
AfgeloopenSedert Afgeloopen

Sedert

week

L
1Juli
1

week

1Juli

6 Dec. 1924

77.000 12.249.0001 205.000
1
5.021.000
6 Dec. 1923

84.000 1.896.000 212.000 4.383.000
‘) Niet genoteerd.

Statistiek der firma G. Duuring & Zoon.
Zichtbare voorraad op 1 December 1924 in duizenden balen.
1924 1923 1922 1921 1920
Voorraad in Europa.. 1.334 1.485 2.253 1.699 2.120
Stoomeud JBrazilië.. 755 711 646 433 741
n. Europa Oost-Indië..

69

49

22

63

2.158

2.245

2.921

2.195

2.861

803

884 .

951

1.298

1.719

555

698

652

939

628

3.516 3.827
4.524
4.432
5208
377
375 1.537 1.763 522
1.707
639
2.170
2.862
2.692
31
31
26
55’11
27

5.631
4.872 8.257 9.112
8.449
5.759 5.385
8.392
8.950
8.053

Op 1 Juli

5.071 5.3408.639 8.700 6.70

Voorraad Ver. Staten
Stoomend
naar,Brazi1ië
Ver.Staten)

Voorraad in Rio
Santos..
Bahia

Totaal …..
Op 1 November …..

4

10
December
1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1097

THEE.

De theemarkt in Londen toonde in de afgeloopen week weder
eens neiging tot reactie, een gezonde en natuurlijke beweging
na de voortdurende rjzing der vorige weken. Deze reactie
kwam vovral tot uiting bij de ordinaire en middensoort kwali-
teiten, die juist in den laatsten tijd zeer gevraagd en hooger
waren. De prijzen van deze kwaliteiten liepen terug met d.
tot 1 d. per Eng. pond. De betere kwaliteiten waren goed
gevraagd en de prijzen bleven aan den vasten kant.
Hier was de theemarkt stil en vonden er alleen enkele trans-
acties plaats, vooral in thee ,,liggende in consumptie”.
Java seint ruime oogsten over November als gevolg van het
doorkomen der regens in October. De kwaliteit is onder die
omstandigheid echter teruggaande.
Van Batavia worden eveneens stille markten gemeld.
Amsterdam, 8 December 1924.

RUBBER.

De marktstemming heeft zich langzamerhand kunnen ver-
beteren gedurende de afgeloopen week. De prijzen zijn ge-
stegen, speciaal die van loco rubber en voor nabij zij nde levering.
De verdere posities trokken over het algemeen minder belang-
stelling.
De slotnoteeringen zijn:
einde voorafgaande week
Prima Crépe December 100% et. ………… .. 96 ct.
Jan./Maart98ij2 ,………….. 96

April/Juni 97

,………….. 95%

Smoked Sheets December 96

,……….. …96

Jan./Maart96

,…………… 96

April/Juni 94

,………….. 96
9 December 1924.

COPRA.

De markt was deze week bijzonder vast gestemd. Duitsch-
land toonde wat meer belangstelling, terwijl Indië slechts
sporadisch verkocht.
De markt sluit met de volgende noteeringea:

Nederl.-Ind. f.m.s. stoomend ……..fi. 33
Dec./.Jan. aflading ,, 33 Jan./Maart

,, 33718
8 December 1924.

STEENKOLEN.

De meerdere vraag, welke wij in ons laatste verslag rappor-
teerden, heeft aangehouden en dit is ten goede gekomen aan
de prijzen. In de meeste markten, vooral in Cardiff en Yorkshire,
zijn de prijzen van 6d. tot 9d. en soms nog meer in de hoogte
gegaan. De grootere vraag is maar voor een zeer klein gedeelte
toe te schrijven aan behoeften voor export, zoodat voornamelijk
de home demand als de oorzaak van de stijging moet worden
aangezien. Voor levering over het volgende jaar vragen do
mijnen nog steeds van 1/- tot 1/6 meer dan voor prompte
levering.

De prijzen zijn als volgt:
Northumberland Ongezeefde ……..t 11,75
Durham

…….. .. 12,50
Cardiff

… …… ..15,50
Schotsche Gezeefde ……………. .. 11,25
Yorkshire Gewasschen Doubles …… .. 14,50
Westfaalsche Vetförder ………… .. 15,25
Vetstukken ………… ..17,50
Smeenootjes ………. .. 17,25
Gasvlamförder …….. –15,25
Gietcokes ………… .. 20,75

alles per ton van 1000 KG., franco station Rotterdam/Amster-
dam.
Westfaalsche bunkerkolen f.o.b. Rotterdam/Amsterdam
/ 11,50. Markt vast.
9December 1924.

METALEN.
Loco-Noteeringen te Londen:

Data
Koper
Stan-
daard

Koper
Electro-
lytisch Tin
Lood
Zink

8 Dec. 1924..
63.1716
68.716
255.151_
39.51_
35.51..
1

,,

1924,…
64.716
69.51_
261.218
39.1716
36._/_
24
Nov.
1924..
63.101_
67.15
1
,
_
257.10
38.151_
34.1716
17

,,

1924…
64.51_
67.151..
260.10
39.1216 35.1216
10 Dec. 1923…
62.1716 68.101_
230.1216
31.216
32.51…
20 Juli 1914..
61._/_
145.151_
19.._f_
21.101_

VERKEERS WEZEN.

GRAAN.

Data Petro
grad
Londen
/R’dam

Odessa
Rotter.
dam

Atl. Kust
Ver. Staten
San Lorenzo

Rotter-
.’-
Bristol
Rotter-

Enge- dam
kanaal
dam
land

1-6 Dec.

192

1219
15

8
31_
2413 2413
24-29 Nov. 1924

1314

2
151
8
31
23/3
2313
3-8 Dec.

1923

1316

2

14

2218 2218
4-9 Dec.

1922


3141
2718 2718
Juli

1914
11 d.
713
1/11%
1111%
121_ 121_

KOLEN.

Cardiff

l Oostk. Engeland
Data
La
Bordeaux Oenua

Plata Rotter-Gothen.
Sald
Rivier dam burg

1-6 Dec.

’24
4110
819
919
1116


24-29 Nov. ’24
417
8/5
919
12(3
319

3-8 Dec.

’23
613
919
1013
1318
5110
81_
4-9 Dec.

’22
71_
1012
1116
1118
518
81_
Juli 1914
fr. 7,-
71_
713
1418
312
41_

Graan Petroprad per quarter van 496 ibs. zwaar, Odessa per
u,vit, T/er. Staten per quarter van 480 ibs.
zwaar.
Overiie noteeringen ver ton van 1015 EG.

INKLARINGEN.
DORDRECHT/ZWIJ NDRE OUT.

Landen van
September 1924

September_1923

Aantal
herkomst.
N.R.T.
Aantal

N.R.T.
schepen
schepen

Binnen!, havens
2
1.088
2
1.404
Groot-Brittannië
4
2.115
.

4
682
Duitschiand
1
1.498
2
1.707
Danzig
– –
1
1.127
Noorwegen
1
74
– –
Zweden ……..-
1
400


Rusl.-Oostzeeh.
1

4
5.061


België
1
1.064


Frankrijk
– –
3
1.400
Portugal
1
370


Casablanca
1
798

Totaal….
16
12.468
12
6.320

Nationaliteit

lJederlandsche
6
6.897
4
2.161
Britsche
3
1.175
5
891
.
Duitsche
3

2.524
2
2.625
oorsche
.

2
674
.–.

Belgische


1
643
‘ransche
1
798


weedsche
1
400

Totaal….
16
12.468
12
6.320

VLISSINGEN.

Landen van
herkomst

October 1924

Aantal

M.
schepen
October 1923

Aantal
schepen

Binnen!, havens
2
16.480
1
8.160
Groot-Brittannië

32
271.573
32
255.272
Rusl.-Oostz.hav
1
2.805

Frankrijk


1
356
Italië’)
2
1.671
4
1.392
Levant’)
11
4.838


Rusland-Zw. Zee
– –
15
7.645

Totaal….
48
297.367
53
272.825

Nation aliteit.

Nederlandsche
43
275.715
37

.
265.093
Britsche
1
16.833
3
1.039
Duitsche
1
2.805
4
2.551
Belgische
2
755.
9
4.142
Poolsche
1
1.259
– –

Totaal
48
297.367
53
272.825
1)
Bijleggers.
2)
Sleepbooten.
(Barend Stofkoper & Co.)

10 December 1924

DE TWENT-SCHE BANK

AMSTERDAM ROTTERDAM ‘s-GRAVENHAG’E• DORDRECHT UTRECHT ZAANDAM

Maandstaat. öp 30 November 1924

DEBET

Aandeelhouders

nog

te storten

90

pOt.

op

aandeelen B,

waarvoor waarborg gedeponeerd ………………….
.
f

1.570.500,-

Deelneming in de firma’s:
B. W. BLLTDENSTEIN & Co., te Londen;

B. W. BLIJDENSTEIN Jr. te Enschede;
LEDEBOER & Co., te Almelo,
f
7.985.000,=—, waarvoor in

geld

gestort

……… ………………………………………
6..435.000,-

waarvoor effecten gedeponeerd

……………………..
f

1.550.000,-

Deelneming in bevriende Bankinstellingen
….f
10.234.899,34

waarvoor

in

geld

gestort

…………………………
,,

7.527.699,34

waarvoor

effecten

gedeponeerd ……………………
,,

2.707.200,-

Effecten van Aandeelhouders

gedeponeerd bij bevriende instellingen

…………….
,,

3.000.000,-

ten

eigen

gebruike

…………………………….
,, 28.34,385.-
36.091.585,—

Kassa,

Wissels

en

Coupons

…………………………..
,,

31.790.086,50

Nederlandsche Schatkistbiljetten en Schatkistpromessen . . .
,,

10.706.135,90

Saldo

s

bij

Bankiers

………………………………
,,

25.453.919,57

Daggeldleeningen… …………… ….

.
,,

400.000,—

.
Prolongatiën

gegeven ……………………………..
,,

9.810.205,-

Eigen

Effecten

en

Syndicaten

……………………….
,,

8.032.111,43

Credietvereeniging

………………………………..
f
60.034.480,85

Af:

loopende

Promessen

…………………………..
,, 16.750.000,-
.43.284.480,85

Voorschotten tegen Onderpand of Borgtocht e Saldi Rek. Crt.
Af: loopende Promessen

Voorschotten op Consignatiën ……………………….
Gebouwen………………………………………….

CREDIT

r

Kapitaal…………………………………………

R
es
e
rv
efonds……………………………………..

Buitengewone Reserve
Waarborgfonds Credietvereeniging ………………………
Reserve Credietvereeniging ……………………………..’…

Aandeelhouders voor gedeponeerd als waarborg voor 90 pOt.
storting op aandeelen B:
Effecten …………………………
Contanten ………………………..

in Leen-Depot Effecten …………………………

11

Contanten ……………………….

Totaal Effecten …………………………. Totaal Contanten ……………………….
Zieken- en Pensioenfonds ……………………………
Deposito’s …………………………………………
Prolongatie-Deposito’s ………………………………

Saldo te ontvangen en te leveren Fondsen ……………
Saldi Rekeningen Courant …………………………

,,

,,

voor gelden in hetBuitenland
Credietvereeniging.’………….

B.
W.
Blijdenstein & Co., Londen, B. W. Blijdenstein Jr.,

Enschede en Ledeboer & Co., .Almelo

De Nederlandsche Bank

……………………………

Beleeningen genomen
Te betalen wissels

…………………………………

Diverse Rekeningen ……..

….

………… ………….

f
55.436.620,58 2.174.582,36 53.262.038,22 2.366.443,54
4.707.586,20

Totaal ……
f
241.437.791,55

f
35.500.000,-

8.584.219,51 1.800.000,— 5.376.957,50 2.353.896,16

f

53.615.073,17

f
1.562.420,-
8.080,
7

34.529.165,-
58.585,—

36.091.585,-
66.665,-
2.105.362,07′
37.622.102,70
4.398.600,-
526.435,73

f
62.059.398,83 11.961.140,27 2.965.015,95

21
76.985.555,05
9.028.187,46
721.024,80
460.000,-
15.983.244,59 .3.833.955.98

Totaal …….
f
241.437.791,55

Auteur