Ga direct naar de content

Jrg. 8, editie 401

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: september 5 1923

5 SEPTEMBER 1923

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN

Eco’nomisch~Statistisché

Bérichten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL. NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

8E JAARGANG

.

WOENSDAG 5 SEPTEMBER 1923

No. 401

!
NHÇUD

]31z.

1898-1923 …………………………………..773
De Nederlandsche Bank en de Javasche Bank II door
Mr. G. Vissering …………………………..
774

Is bezuiniging op den dienst der Staatsschuld mogelijk?
door
G. F.
Bastiaans ………………………..
777
Opsporing van Delfstoffen door
]’rof. Mr. D. van Blom.
778

Wegenbelasting door
Mr. M.
S. A.
Ybes …………..
779

AANTEEKENINCEN:
De economische toestand in Indië in
1922
………
780
De Tabakscultuur ter Oostkust van Sumatra ……
782
OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN …………………
784

MAANDCIJFERS:
Emissies in Augustus
1923
………………….
784
Giro-kantoor der Gemeente Amsterdam ………..
784
ilandelsbeweging over de maand Juli
1923
……..
785
STATISTIEKEN
EN
OVERZICHTEN
.
…………….
780-792

Geldkoerscn.

Effectenbeurzen. Wisselkoersen.

Goederenhandel.
Bankstaten.

Verkeerswezen.

INSTiTUUT

VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

Algemeen Secretaris: Mr. G. W. J. Bruins.
/edactenr-2ecretaris oan het weekblad: D. J. Wansink.

Secretariaat: Pieter de Hooghweg 122, Rotterdam.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruige Plaa.tweg 37.

Telefoon Nr. 3000. Postchôque- en girorekening
RotterdanlNo. 8408.

Abonnensentsprijs voor het weekblad franco p. p.
in Nederland f 20,—. Buitenland en Kolon’iën f 25,-

per jaar. Losse nummers 50 cents.

Leden en donateurs van het Instituut ontvangen

het weekblad gratis.

De verdere publicaties van het Instituut uitgaande
ontvangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos, voor zoover daaromtrent niet anders wordt beslist.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonne-
ment volgens tarief. Administratie van 6bonnementen
en advertenties: Nijgh
d
,
vn Ditmar’s Uitgevers-
Maatschappij, Rotterdam, Amsterdam, ‘s- Gravenhage.

4
SEPTEMBER
1923.

De maandvisseling heeft een kleine spanning op

de geidmarkt veroorzaakt. Disconto liep op tot 3 pOt.,

doch was later iets lager. Oall is gedaan voor 3 pOt.

en liep terug op
21/4
pCt. *

In dei weekstaat van De Nederlandsche Bank tee-

kent zich duidelijk cle invloéd van de maandwisseling

af. De Post binnenlandsche wissels geeft een stijging

van ruim
f
24 millioen te zien. Deze stijging komt

nagenoeg geheel voor rekening van de Hoofdbank en

laat zich voor het grootste gedeelte verklaren uit de

credieteischen van den Staat. Het bedrag der recht-

streeks bij de Bank geplaatste schatkistpromessen

blijkt in de afgeloopen week van
f
2 millioen tot
f
22

millioen te zijn gestegen. Het hoofd beleeningen

noteert
f
12,1 millioen hooger dan op dn vorigen

.weekstaat. De vermeerdering van deze post betreft

zoowel de Hoofdbank. als de. Bijbank en de Agent-

sci’iappen en geldt voor verreweg het grootste gedeelte

de effectenbeleeningen. De post papier op het bui-

tenland bleef vrijwel op dezelfde hoogte. De metaal-
voorraad der bank daalde met
f
450.000,—. Het ren-

teloos voorschot aan het. Rijk steeg tot nagenoeg

f
15 millioen. De diverse rekeningen önder het actief

stelden zich ruim
f
6 naillioen hooger.

De biljettencirculatie nam met
f
34,8 millioen toe
en noteert thans weder
f
966,1 millioen. De rekening-

courant saldi blijken met
f
6,8 millioen te zijn geste-

gen. 1-let beschikbaar metaalsaldo bedraagt
.f
389.8

millioen, of rond
.f
9 millioen minder dan verleden

week.
* *
*

De komende vacantiedagen hebben op de wissel-

markt hun invloed doen gelden. De zaken bleven be-
perkt, terwijl de koersen slechts weinig fluctueerden.

Alleen de Marken waren bepaald flauw; de koers

kwam op 0.20.

LONDEN,
1
SEPTEMBER
1923.

Gedurende de geheele week is de positie van de

geidmarkt gemakkelijk gebleven; daggeld werd door-

gaans d 2Y4 püt. vernieuwd en â 2 pOt. gelaten.

Des Donderdags deed een ietwat s.terkere vraag de

noteering tot 29-t pOt. stijgen, doch het aanbod bleek

voldoende, zoodat saldo’s wederom â 2 pOt. gelaten

werden. Ook de laatste dag van de maand ging kalm

voorbij.

Disconlo’s waren met het vooruitzicht van een ruime

geldmarkt in de naaste toekomst bepaald flauw.

2-maands prima bankaccept
271_151
pOt.

3-maands

idem

3
1
1
1

1
1
pOt.

4-maands

idem

31
12 pOt.

6-maands

idem

3
11
/
1
6_
3
1
4
pOL

1898-1923.

In
blij
en dankbaar gedenken viert het Nederland-sche volk in deze dagen het zilveren regeeringsjubi-

leum zijner Koningin.
Veel is in het kwart eeuw, dat ons scheidt van
den dag, dat Zij het bewind aanvaardde, gebeurd,
veel ook veranderd. De zestien jaren, die aan den
wereldoorlog vooraf gingen, zijn voor het Nedei–
landsche volk geweest jaren van rust en voorspoed, waarin de economische ontwikkeling sneller tempo
aannam . dan in eenig vroeger tijdperk. Aan een
krachtigen industriëelen groei paarde zich een voort-
durende vooruitgang van het handeisverkeer, een
bankwezen in den modernen zin kwam de plaats van
een verouderd credietstelsel innemen, een systeem
van vaste lijnen bevestigt en vergroot de positie van
de Nederlandsche vlag in liet wereldverkeer ter zee:

/

774

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

5 September 1923

Een gestadige vooruitgang in levensstandaard voor

alle lagen der bevolking is van dezen gezonden groei

de weerslag; de geleidelijke uitbreiding van de staats-

taak, die in politiek opzicht dit tijdperk kenmerkt,

komt daarnevens in de eerste plaats den minder
bedeelden ten goede. Welk statistisch gegeven men

raadpleegt, overal vindt men de béwijzen van dezen

groei en vooruitgang, slechts enkele malen, zoo in

het crisisjaar 1907, op zijn meest gevoelige punten

door een korten terugslag onderbroken.

Nog sneller is de vooruitgang van Indië. De her-

leving mag hier eerst enkele jaren na 1898 inzetten, eenmaal aan den gang
grijpt
zij snel om zich heen,
tot voordeel van alle deelen der bevolking. De oudere

Europeesche cultures, vooraan de suiker, herstellen

zich, nieuwe, waaronder als laatste de rubber, komen
op, de petroleumwinning neemt voortdurend in

beteekenis toe. Naast Java treden de buitenbezittingen,
waar, dank
zij
de definitieve vestiging van het Ned-

landsche gezag in den geheelen Archipel, orde en
rust voortaan verzekerd
zijn,
meer en meer naar
voren. Ook hier breidt
tegelijkertijd
het Gouvernement
geleidelijk de spheer
zijner
bemoeienis uit, in de
eerste plaats ter voorziening in de meest dringende

behoeften der inlandsche bevolking.

Met ruwe hand komt de oorlog dit beeld verstorn.

Zorgvolle tijden breken aan, gekenmerkt door een

toenemenden druk op het levensonderhoud der geheele

bevolking, door vermogensverschuivingen, verliezen en
oorlogswinsten. De w apenstilstand brengt een oogen-

blik van aarzeling. Spoedig echter volgt een nieuw

tijdperk
van
prijsstijging
en kunstmatigen voorspoed,

waarin de thans niet meer door oorlogsschaarschte en oorlogsvrees gebreidelde expansiedrift zich kan

uitvieren en de
schijn
van het oogenblik ook de
overheid, het juistè spoor doet verliezen.

De omslag van 1920—’21 breekt den waan. Een
niet minder ernstige prijsdaling treedt voor de prijs-
stijging van het eerste na-oorlog tijdperk in de plaats
en een
moeilijk
aanpassingsproces vangt aan, waarin

het maatschappelijk leven langzaam aan het even-
wicht tracht te hervinden. Deze periode is nog verre
van afgeloopen. Het particuliere
bedrijfsleven,
waar
de drang naar zeifbehoud zich in zijn meest directen

vorm gevoelen doet, heeft dit proces van aanpassing
reeds voor een belangrijk deel doorgemaakt, doch ziet

zich bij zijn verder pogen in toenemende matebelemmerd
door de ontwrichting om ons heen. De werkloosheid
blijft groot en moeilijke tijden staan ons wellicht nog
te wachten. Dit neemt echter niet weg, dat met voldoe-
ning geconstateerd kan worden, dat in vergelijking met
andere landen in
gelijksoortige
omstandigheden ver-
keerende, Nederland over het algemeen van een krach-
tig en gezond weerstandsvermogen heeft
blijk
gegeven,
ook in het oogenblik van den heftigsten schok.

Ook ditmaal is het overheidsorganisme wederom
van trager reactie gebleken. Kon reeds op wijziging
in onderdeelen van wetgeving, met name de arbeids-

wet, gewezen worden, voor de overheidsfinanciën zijn
eerst in de laatste weken de uitzichten rooskleuriger
geworden en mag thans in vertrouwen op de krach-
tige
persoonlijkheid
van den nieuwen beheerder der
schatkist en in afwachting van zijn daden de toe-
komst met meer gerustheid worden tegemoet gezien.
Van een gesloten economisch
tijdvak
kan dus, wat
de afgeloopen jaren betreft,
vrijwel
in geen enkel op-
zicht gesproken worden. Vandaar dat, hoe belangwek-
kend uit ander oogpunt een overzicht van den tegen-

woordigen staat van de verschillende takken van het
bedrijfsleven en van het economisch staatsbeleid
wellicht zoude zijn, het aldus te geven beeld slechts
van zeer
tijdelijke
juistheid zou kunnen wezen en de blijvende waarde,’ bereikbaar aan het einde van een
tijdvak van rustige en evenwichtige ontwikkeling,
er noodwendig aan zou ontbreken.

Heef t om deze redenen het Dagelijksch Bestuur
‘gemeend van breedere plannen te moeten afzien, het
zoude onjuist zijn, indien ook niet in deze kolommen
een vôod ‘van èerbiedige hulde en dankbaarheid werd

gericht tot Haar, die gedurende deze vijf en twintig

jaren lief en leed met Haar volk heeft gedeeld en
gedurende dit gansche tijdvak al Haar denken en
doen op het heil’ van dit volk heeft samengetrokken.
Op Rare belangstelling kan iedere uiting van gezonde

volkskracht, iedere daad, die het economisch kunnen
van ons land verhoogt, staat maken.
Weinig landen kunnen bogen op een vorstenhuis,
welks geschiedenis zoozeer is samengeweven met de

geschiedenis van het land zelf. Toch, wat het Neder-
landsche volk in deze dagen eert, is niet in de eerste

plaats de telg uit dit geslacht, doch de Koninklijke

Vrouw, die door Haar v.erheven voorbeeld van een-
voud en getrouwe plichtsbetrachting zich persoonlijk

een blijvende plaats in onze harten heeft veroverd en in Wier onpartijdige handen wij, roept het con-

stitutioneel beginsel Haar tot de beslissing, de be-

langen van ons volk nu en in de toekomst veilig weten.

B.

DE NEDEELANDIS’CHE BANK EN DE

fAVAASCHE BANK.

II.

Terwijl al de hiervoor behandelde argumenten van
Mr. Gerritzen blijken ondeugdelijk te zijn, gaat hij
echter nog een stap verder door te willen bewijzen, dat
die goucltiansacties met De Javasche Bank voor De
Nederlandsche Bank zelfs een zoet winstjo hebben op-

geleverd! Hij overdrijft zijn ijver, om het bestaan te bewijzen van wat nooit bestaan heeft, hier tot in het
absurde; hij komt daarmede echter op zeer glad ijs

en is dan ook leelijk uitgegleden. Helaas kost het

weder een Vrij omvangrijk betoog om dit absurde aan te toonen.

Mr. Gerritzen begaat hierbij de fout waarop ik in
den aanvang van mijne dupliek sub 2o., de aandacht
vestigde, namelijk dat hij de tijdstippen, waarop
de gerelateerde feiten zich hebben voorgedaan, dooji’
elkaar ‘verwart. 1-hij zegt, dat de £ 1.500.000 aan
sovereigns, die De Nederlandsche Bank op 31 De-

cember 1915 en 27 Juni 1916 van De Javasche Bank
heeft overgenomen op den voet van
f
1650 per
KG. fijn, niet ,,onbruikbaa,r” zijn geweest, en dat
zelfs in Mei 1919 na opheffing van het N. 0. T.-
verband diezelfde ,,onbruikbare’ sovereigns aan De

Javasche Bank terug zijn v€.rkocht, maar nu tegen ceil
prijs van
f 1661
per KG. fijn, en dat zij dus aan De
Nederlandsche Bank een ,,zoet winstje” van, ruim

f
120.000 hebben bezorgd. Dat zijn allemaal halve
waarheden, die, als men ze op den keper beschouwt,
zich tot heele onwaarheden ontwikkelen.
Door samenwerking met de Engelsche banken had De Javasche Bank in 1915 voor suiker-rembourswis-
sels betaling in Londen verkregen in gouden ‘sover-
eigns. Dat was inderdaad een
bijzonder
geval, omdat het toen reeds zeer moeilijk was goud in Engeland te
verkrijgen. Deze regeling werd dan ook getroffen,
omdat ‘de Engelsche banken er zelve belang hij had-
den de in Nederlandsch-Indië in N.-I. courant ge-
kochte suiker te betalen in ponden, die niet gedepre-
cieerd waren, wat met het papieren pond sterling
reeds toen het geval was. Het scheen dus heel mooi,
dat De Javasèhe Bank betaling in goud verkreeg,
maar eigenlijk had
zij
er niets aan. Deze regeling
bleek achterna alleen in het belang van de Engelsche
banken geweest te zijn!, Immers De Javasche Bank zat met dat goud, dat in Londen lag en feitelijk niet
uitgevoerd mocht worden. Een uitweg uit de moeilijk-
heid om het ten minste uit Londen weg te krijgen was het onder het z.g. N.O.T.-verban’d te stellen,
d.w.z., dat de ontvanger in Nederland voor zich en
zijne rechtverkrijgenden de bindende verklaring zou
afgeven, dat dit goud nimmer gebruikt zou mogen
worden voor eene betaling, waarbij de vijanden van
de Etente eenig voordeel zouden kunnen hebben.
De Javasche Bank kon het. goud voor hare encaisse

5 September 1923

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

775

métallique niet gebruiken, want zij had meer dan
V
Ol

doende metaal tegenover hare tdenmalige obligo’s. Zij
zat dus met dat goud danig aan den grond. Daarom
was het voor haai’ van overwegend belang tegenover

dat goud op een of andere wijze liquide middelen in
Europa te verkrijgen, die zij als betaalmiddel zou wil-

len gebruiken. Dc eenige, die haar in deze richtmg
kon helpen, was De Nederlandsche Bank. Maar die

had dat goud ook niet noodig; hare obigo’s waren

toenmaals reeds zeer ruim gedekt door hate toen-

malige encaisse métkjlique. Bovendien had De No-
derlandsche Bank toen inderdaad bezwaar tegen een

te grooten goudvoorraad; daar te dien tijde het gevaar

lang niet denkbeeldig was, dat Nederland alsnog op
een of andere wijze in den oorlog zou worden betrok-
ken, en een te groote goudvoorraad maakte dat gevaar
nog dreigender. De Nederlandsche Bank moest toen
reeds tegen haren wensch groote bedragen goud op-
nemen, welke èn van Oostelijke èn van Westelijke zijde
toestroomden tot betaling van prôducten, welke door
de oorlogvoerenden van ons land waren opgeëiseht.
Er was dus reden te over voor De Nederianclsche Bank
om afkeerig te zijn van dat N.O.T.-goud der ,Tavasehe
Bank. Ten slotte wilde De Nederlandsche Bank ech-
ter ook in dit opzicht, geheel o’nverplicht, der Ja-

vasche Bank te hulp komen en verklaarde
zij
zich be-
reid op dat goud een renteloos voorschot te geven aan
De Javasche Bank, opdat deze ten minste weder be-

schikbaie middelen zou krijgen tegen dat doode goud.
Dat goud was dus destijds zoowel voor De Javasche
Bank als voor De Nederlandsehe Bank inderdaad on-
bruikbaar. Die beleening werd renteloos aan De Java-
sclie Bank verstrekt om haar in de gelegenheid te laten

01)
ccii of andere wijze een heenkomen voor dat goud te

zoeken. Ten einde die beleening niet in het onbeperkte
toe te staan, behield De Nederlandsche Bank zich het
recht voor een einde daaraan te maken door aankoop
van het verpa.nde goud voor
f
1.650,— per KG. fijn.

Toen die beleening ettelijke maanden had geloo-
pen, maande Do Nederlandsche Bank haren debi-
teun eens aan om ‘oor dien abnormalen toestand nu

eens eindelijk een oplossing te vinden. De heer Ger-
ritzen voegt er naïevelijk aan toe, dat ,,De 3a-
i’asche Bank er volkomen mede tevreden was, dat
goud bij De Nederlandsehe Bank te kunnen beleenen,
en gevoelde er niet de minste behoefte aan om zich
van dat goud te ontdoen” (zie eerste kolom tweede repliek-artikel van Mr. Gerritzen). Dat is nogal be-
grijpelijk! De Javascho Bank was van de soesah af,
vooral omdat zij die beleening ,,renteloos” verkreeg
van De Nederlandsche Bank. Op dat punt kon zij
inderdaad dus rustig slapen. Maar die halfslachtige
toestand kon toch voor De Nederlandsche Bank niet
bestendigd blijven! De Nederlandsche Bank kon toch
maar niet eindeloos rentelooze voorschotten geven al-
leen pour les beaux yeux van De Javasch Bank!
Daarom werd ten slotte besloten om dien post sover-
oigns dan maar van De Javasehe Bank over te nemen. Dat was opnieuw eene tegemoetkoming, want De Ne-
der]anclsehe Bank had ook toen die sovereigns niet
noodig en wenschte ze bovendien niet. De gebruike-
lijke goudprijs werd daarvoor betaald:
f
1650 per

KG.
fijn,
dien De Nederlandsehe Bank principieel
aan ieder ander voor ,,vnij” goud uitbetaalde, ondanks
dat dit goud feitelijk minder waard was wegens het
N.O.T.-verhand.

in November 1018 loopt de oorlog ten einde. Daar-mede zijn wij in eene geheel nieuwe periode getreden
met sterk
gewijzigde
toestanden. De werkzaarnheid vak
de N.O.T. komt te vervallen, dus ook het z.g. NOT.-
verband op goud. Dit geeft aanleiding aan Mr. Ger-
nitzen om op te merken: Ziet Gij wel, dat •dit goud
ii jet onbruikbaar was! Gij hebt het nog wel in Mei
1019
weder aan ons terugverkocht voor
f
1661 per
EG. fijn, dus nog wel
f
11 per EG. fijn winst ge-
maakt!

De Nederlandsche Bank had de vaste gewoonte om
goud te koopen voor den prijs van
f
1648 tot
f
1650

per EG. fijn, al naar mate van de waarde van het
goud in munt of baar-vorm, en het te verkoopen voor

f
1653,44 voor baron en Voor
f
1657 tot
f
1662 per

EG. fijn voor miintstukken, al naar de zwaarte van

de uit te leveren muntstukken. Gouden munt wordt

toch internationaal naar het gewicht verkocht.
Dat moet Mr. Ge.iritzen toch bekend zijn. In Mei1919
verkochten wij geen goud aan De Javasche Bank.
Van 21 Ju:ni tot 5 September 1919 stortten wij in

haar earmark-dépôt in totaal £ 2.560.000 in gouden

sovereigns van eene zwaarte, die aanleiding gaf den

prijs op
f
1661 per EG. fijn te bepalen. Dat was
niet

hetzelfde goud, dat in 1915-1916 door De Javasche
Bank was geleverd. Dat deed er trouwens niets toe,
want De Javasche Bank kreeg waar naar gewicht. In

dien zelfden tijd was de
prijs
voor goud op dé open

markt in Nederlandsche guldens
f
1.710 tot
f
1.794

per KG. fijn. Voor de behoefte aan industrie-goud ver-kocht De Nederland sche Bank in dien zelfden tijd aan
anderen het goud op den voet van dien marktprijs, dus

dat is belangrijk duurder dan zij aan De Javasche
Bank in rekening bracht. De Javasche Bank moest
zich daartegenover verplichten, alvorens op andere
wijze over dat vreemde goud te beschikken, dat goud

tegen denzeifden prijs van
f
1.661 per EG. fijn aan

De Nederlandsche Bank aan te bieden.
De Javasche Bank verkrijgt dus van De Nederland-

sche Bank:
in 1915—1016 een renteloos voorschot op voor haar

onbruikbaar goud; in 1916 den vollen prijs voor goud, ondanks dat het
minderwaardig was, omdat het lag onder NOT.-
verband;
in 1919 vreemd goud ettelijke procenten onder den
marktprijs per EG. fijn dat, te allen overvloede, nim-
mer N. 0. T.-goud was geweest! Al die buitengewone faveurs, tot geen enkele waar-
van De Nederlandsche Bank
verplicht
was, worden
door Mr. Gerritzen weggedoezeld om eene halve waar-
heid naar voren te schuiven, die in het verband met deaidere feite:n een heele onwaarheid blijkt te zijn, als zoude De Nederlandsche Bank zich nog verrijkt
hebben ten koste van De Javasche Bank, door op het
in 1.916 gekochte N.O.T.-goud in Mei 1919 een ,,zoet
winstje” te hebben gemaakt, terwijl die overneming van de sovereigns in 1916, en de afgifte van andere
sovereigns in 1.01.9 hebben plaats gevonden tot de
volkomen normale prijzen van véér 1914 alsof er geen

oorlog ware geweest.

ik ben reeds te lang geworden over dit feitelijke
deel; maar tegenover dergelijke pertinente ontkennin-gen van feiten is aan eene eenigszins breedere uiteen-

zetting niet te ontkomen.
Toch moet ik nog enkele feiten aanstippen. Mr. Ger-
nitzen zegt in het tweede repliek-artikel:

,,Het denkbeeld van den heer Vissering alsof De Java-
sche ]3ank De Nederlancische Bank broodnoodig had om
zich van het noodige goud te voorzien, is met cle werke-
lijkheici in strijd.”

Hij laat daaraan voorafgaan, dat De Javasche Bank
volop gelegenheid zou hebl)en gehad tot half Septem-
ber 1917 en van Juni
1919
af in Japan en Amerika
zich van het voor haar benoodigde goud te voorzien. Hier tracht de heer Gerritzen wederom den werke-
lijken toestand weg te doerelen.
Het gaat juist om dat
tusschen-tijdvak. Op
24 September
1911
bedraagt het earmark-dépôt van De Javasche Bank
f13
millioen;
in Juni
1919 f 54 millioen, terwijl toen de afgifte iran
Sovereigns reeds was begonnen, waarmede het op ear-
mark-dépôt gestorte bedrag in September
1919 op

f
86.200.000 zou komen. V66r September
1911
was er
dus voor De Javasche Bank geen aanleiding geweest
om gebruik te maken van de gelegenheid om in Ame-
rika goud te. koopen. Van Juni
1919
af had De Ja-
vasche Bank weder goud in Amerika kunnen krijgen,
gelijk zij na September
1019
inderdaad goud gekocht
heeft in de Vereenigde Staten. Maar hier vergeet
Mr. Gerritzen daarbij aan te teekenen, dat dit goud

776

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

5 September 1923

in Amerika met hoog agio gekocht moest worden!
In do laatste kolom van zijn tweede repliek-artikel
)

erkent de heer Gerritzen dat nochtans, zij het in een
ander verband! Dat goud in Japan te verkrijgen was,

is ook maar eene halve waarheid, want Mr. Gerritzen
moet zelf erkennen, dat •dit slechts
in beperkte hoe-
veetheid
mogelijk is geweest. Inderdaad hebben dan

ook de Heeren van De Javasche Bank, tegen de stellige

ontkentenis van Mr. Gerritzen in, (zie 2de kolom.
2de repliekartikel) ons herhaaldelijk verklaard, dat zij

het benoodigde goud nergens anders konden verkrij-
gen.
1)
De groote goudbeweging op de earmaik-reke-
ning, waarover het hier gaat, vond dus juist plaats in

het tusschentijdvak, dat Mr. Gerritzen in zijne be-

schouwing tracht uit te schakelen; in dat tusschen

tijdvak had De Javasche Bank het, goud inderdaad
hroodnoodig en is het earmark-dépôt dan ook tot
ruim
f 86
milhoen opgeloopen. Dat zij het v66r of na’
dat tijdvak vrijelijk kon verkrijgen, •doet aan de zaak,

niets af. Alle argumenten van Mr. Gerritzon
danrover

kunnen w’ij dus als volkomen nutteloos en als eene’
poging om de aandacht van de hoofdzaak af te leiden,

0
1
)
zijde leggen.

Op een ander punt verklaart Mr. Gerritzen, dat het’
niets bijzonders is, dat De Javasche Bank tegen haar
tegoed in Nederlandsche guldens goudstukken kou’

verkrijgen; immers in Londen heeft zij voor hare pon-
1

den sovereigns, in Amerika voor hare dollars gouden

eagles, in Japan voor hare yens in rekening gouden

yens ontvangen. Ook deze bewering werpt een onjuist
licht op de quaestie. In Londen kon De Javasche

Bank, behalve dat uit speciale omstandigheden voort-

spruitende N.O.T.-goud, sedert 1916 geen enkele
sovereign bekomen; dat kan zelfs nu nog niet; in

Japan en Amerika kon zij tegei yens en dollars inC
rekening na Juni 1919 wel gouden yens en dollars
1

verkrijgen, maar welk agio moest zij betalen om eerst
die yens en dollars in rekening te verkrijgen? Dat
verzuimt Mr. Gerritzen op die plaats mede te deelen;
maar in de laatste kolom erkent hij dan toch, •dat De –
Javasche Bank ,,in Amerika dat goud en die saldi tot

hooge prijzen en ver boven pariteit gekocht heeft!”

In het slot van zijn artikel wil Mr. Gerritzen zelf s

nog beproeven te ontzenuwen, dat de opkoo door De
Nederlandsche Bank van dollar-saldi in Nede
r
land:

eene steun-actie geweest zou zijn, omdat vele jaren’ later het overgebleven deel dier saldi met winst kon’

worden verkocht.
Hij
gaat inderdaad te ver in zijne

1)
Ik hecht er niet zooveel aan om citaten uit vroegere
geschriften tegen den schrijver als bewijsmateriaal aan te
halen; immers men moet ieder citaat aemen naar de be-
cloeling van den tijd, waarin het gezegd werd en toetsen aan
cle gegevens, die op dht oogenblik den schrijver ten dienste
stonden. Daarom wordt een citaat zoo licht uit zijn verband
gerukt.
Tegenover de vele citaten, die Mr. Gerritzen uit mijne ge-
schriften als bewijsmateriaal tegen mij heeft willen aan-
halen en tegenover zijne pertinente ontkenning, dat De
Javasche Bank De Nederlandsche Bank noQdig had om
zich
van het noodige goud te voorzien, is echter nogal merkwaar-
dig ook de volgende verklaring van den President en Direc-
teuren van De Javasche Bank:

,,About a year later, October
1917,
the British example
,,w’as folloved by the iJnited States of America and Japan,
,,both of which countries embargoed the export of gold,
,,prohibiting at the same time any earmarking of this
,,preeious metal.
,,Holland is now the only country where gold is ob-
,,tainable without any restrictions.”

Deze verklaring kan men vinden op pagina
43 in
de bro-
chure:.

,,The Java Bank, A short description of its organisation
operations and general policy”, welke blijkens onderteeke-
uing van President and Managing Directors of the Java
Bank, E. A. Zeilinga Azn., President, en K. F. van den
Berg Director-Secretary, in Januari
1918
in Batavia door
de Javasche Bank werd uitgegeven dat is dus juist in het
midden van het tijdvak, waarom het hier gaat. Dat boekje
is dus door de Javasche Bank uitgegeven in den
1
tijd, dat
Mr. Gerritzen nog als Directeur in functie was.

pogigen om de gestie van De Nederlandsche Bank in
een ongunstig licht te stellen. Laten de vele houders
dier saldi, die in de moeilijkste oorlogsjaren zijn ge-

holpen en hunne dollars aan De Nederlandsche Bank
konden verkoopen voor
f
2,42, terwijl de dollar tot
zelfs beneden
f
1,93 genoteerd stond, maar eens zelven

verklaren, of zij hierdoor gesteund zijn of niet! Het
merkwaardigste was, dat niet de. verkooper dien hoo-
gen prijs van
f
2,42 vroeg, maar de kooper, in casu
De Nederlandsche Bank, vrijwillig dien hoogen prijs

aanbood, terwijl zij in de open markt ieder bedrag aan
dollars heieden
f
2 kon koopen. Indien dus hare be-

doeling was geweest eene valuta-speculatie te onder-
nemen, dan zou zij toch niet
f
2,42 besteed hebben
voor wat zij tot elk bedrag beneden
f
2 kon verkrijgen
in de open markt? Met zijne pogingen om alles ver-
koord uit to leggen en alles te ontkennen, wat in het

voordeel der gestie van De Nederlandsche Bank te
vermelden zou zijn, maakt Mr. Geri-itzen ten slotte
zijn artikel in hoogp mate ongeloofwaardig.

Op Zijne opmerkingen over de waarde van goud in
den vreemde voor circulatiebanken zal ik niet ingaan.

Dat zou opnieuw tot een groot betoog moeten leiden. De heer Gerritzen moet zelf volkomen op de. hoogte
zijn van het principieel verschil in bankpolitiek tus-

schen de Nederlandsche en de Kôloniale cirdu].atie-
banken. De Nederlandsche Bank heeft tot nu toe prin-
cipieel nimmer elders liggend goud onder have en-

caisse métallique opgenoen; De Javasche Bank is

zelfs bij Octrooi uitdrukkelijk gemachtigd dit in ze-

kere verhouding te doen. Ook dat geheele betoog kan
slechts dienen om cle zaak onnoodig ingewikkéld en
verward te maken.

Aan het slot van zijn artikel verklaart Mr. Gerrit-
zen, dat voor de zoo noodzakelijke samemverking der

beide circulatiebanken noodig is wederzijdsch vertrou-
ven en wederzijdsche waardeering. Volkomen juist,
maar dan moet De J’avasche Bank het daarnaar ook

maken. De Nederlandsche Bank heeft toch inderdaad
te haren opzichte de eene welwillendheid op de andere
gestapeld, heeft nimmer iets in haar eigen voordeel
gevraagd, heeft alleen nu geprotesteerd, nu zij over-

tuigd is, dat De Javasche Bank dit koersavans ten on-
rechte tot bedrjfswinst bestempelt en -bovendien tegen
de uitdrukkelijke afspraak heeft gehandeld en der
Nederiandsche Bank onrecht heeft aangedaan. In
plaats van zoo scherpe memories en artikelen tegen De

Nederlandsche Bank los te laten, moest liever op een
zuiver zakelijk debat ingegaan worden over het ‘er-
schil van meening, dat niet alleen feitelijk is, maar
naar onze vaste overtuiging tevens groote problemen
van bank- en muntpolitiek inhoudt, en waarover dus
ten slotte eene diepgaande bespreking toch niet te ver-
mijden zal zijn. Dan moet de goede wil nu eindelijk
ook eens van de zijde van De Javasche Bank komen.
Want de slot-tirade van Mr. Gerritzen zou men in
andere woorden ook z66 kunnen lezen: ,,Ik, Javasche
Bank, en
Gij,
Nederlandsche Bank, waren julist tot
eene zoo prettige samenwerking gekomen; alle voor-

doelen zijn
voor mij,
voor U niets; nu moogt Gij die
prettige samenwerking niet gaan, verstoren door op-
merkingen te maken. Dat is onvriendelijk van U, en dan kan ik verder geen vertrouwen blijven stellen in
Uw’e onbegrensde toegevendhbid in alles, wat in mijn voordeel zal blijken te zijn!”
Alle scherts aan kant gezet, heeft inderdaad feitelijk die toestand bestaan.

Mr. Gerritzen volgt de gewoonte van sommige ad-
vocaten, dat hij als door de tegenpartij erkend aan-
neemt, al wat deze niet uitdrukkelijk heeft weer-
sproken. Daar ik nog veel meer ruimte zou noodig
hebben om de nog niet behandelde beweringen van
Mr. Gerritzen te weerleggen, moet ik in deze richting
dus een voorbehoud maken, dat ik niet geacht wil
worden zijne niet behandelde beweringen te erkennen.

(Slot
volgt). G.
VISSERING.

5 September 1923

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

777

IS
BEZUINIGING OP DEN DIENST DER

STAATSSGFJULD MOGELIJK?

In de afgeloopen week is door bekendmaking in de

pers van aan onzen nieuwen minister van financiën
toegeschreven plannen tot bezuiniging, op den dienst

der staatsschuld heftige beroering ontstaan in de

markt der verschillende nationale leeningen.

Volgens deze geruchten zou de mogelijkheid voor-

zien worden, om- door wijziging in de aflossingsvoor-

waarden eene bezuiniging van ongeveer
f50.000.000.-

op den dienst der nationale -schuld te bereiken.
In het Algemeen Handelsblad van
29
Augustus is

daarop becijferd, dat in het gunstigste geval hoogstens

eene bezuiniging van
f15.500.000.—
mogelijk is,

zonder de rechten der schuldeischers te schenden.

Het vraagstuk is van te groot belang voor de
financiën van den staat, voor zijn crediet en voor

de rechten der schuldeischers om niet eenigszins

nader op het onderwerp in te gaan.
De waardeering van het staatscrediet en de rechten

der verschillende schuldeischers kunnen het best
geïllustreerd – worden door in cijfers de verhouding

der koersen tot de verplichtingen, die de staat op

zich heeft genomen, uit te drukken.
De beurskoersen als contante waarden der verschil-

lende leeningen aannemend, wijst de grootte der
reëele rente, dat is de werkelijke rente, die de schuld-brieven afwerpen, wanneer de staat zijne toekomstige
verplichtingen tot betaling van kapitaal en rente
stipt nakomt, aan, naar welken maatstaf deze ver-

plichtingen gewaardeerd worden.
Wij kunnen voor deze berekeningen ten grondslag
nemen de koersen van
25
Juli, ongeveer een maand

geleden, toen de koersen geleidelijk op het hoogste

punt gekomen waren, van
24
Augustus, aan den

vooravond van de geruchten en van
29
Augustus,

den dag waarop deze geruchten het sterkst hunnen

noodiottigen invloed lieten gelden.
Wij verkrijgen dan het volgende overzicht:

25
Juli

i
24 Augustus
1
29 Augustus
Leening
– Koers
1
Rente
1
Koers
1
Rente 1 Koers i Rente

O
0
/0
1922A. .

1017/
8

5
18

99

61
1

98s

6
1
/8
6

/0
192213 . . .

1013%

571,

99

Oi/,

98i,

6′,
6
0
/0
1923A…..
1013%

5
1
1
9

99

6i,

5
oj
o
1918 . . .

95i18

5
18

893%

571,

873%

611
6

5
o/
1919

97

591

93
‘1

6s1
8

913%

63%

q

1916 . . .

92318
571,
88

611
16
geen noteer.
4 % 1917 . . .

89i1

5o8

84o
8

5t
1
1

815,

6l1
4
o/o
1916 . . .

86o,’,

531

80%

5’116 79 11/16
1
5118
4
oj
obl.


..763%

4.57 76

4.61

geen noteer.
3
oj obl

6
73
/s
4.45 653%4.56 653%

4.58
3
01
cert. ….
.673%

4.42 65
11
1

4.52 6571
1

4.54
10

2
oj
eert.

5 6y
4

4.36 55h

4.46 553%

4.46

(De opgegeven reëele rente is eene benadering.
Bij de berekening is de omstandigheid, dat de rente
in halfjaarljksche termijnen voldaan wordt, verwaar-

loosd. In
werkelijkheid
zal de reëele rente dus nog

een fractie hooger
zijn
dan aangegeven is.)
Aan de hand van dit overzicht kan geconstateerd
worden, dat op
25 Juli
de verhoudingen der beurs-
koersen vrij zuiver het onderling verband der ver-
schillende leeningsvoorwaarden weergeven. Dat de
reëele rente van de leeningen van laag rentetype naar
verhouding lager is, vloeit voort uit de voorkeur, die
het beleggend publiek daaraan geeft om de kansen
eener conversie
bij
dalenden rentevoet zoo veel

mogelijk uit te schakelen. Het zeer belangrijke ver-
schil tusschen de rente der oudere leeningen vergeleken
met de rente der zoogenaamde crisisleeningen is
voorts ook een gevolg van het beter geclasseerd zijn der oude leeningen. Het iets hooger rentepercentage
der
5
pOt. leening
1919
kan worden toegeschreven
aan den korten looptijd der leening, die vermoedelijk
binnen den gegarandeerden
termijn
op uiterlijk
October
1934
zal vallen. Immers tot nu toe is zoo-

veel van deze leening voor voldoening der verdedigings-

belastingen gebruikt, dat op deze
wijze
meer is

geamortiseerd dan het aflossingsplan garandeerde..

Klaarblijkelijk is in den laatsten
tijd
de vraag naar

stukken voor belastingdoeleinden gering, terwijl de

stimulans, die gelegen zou
zijn
in de vraag voor

remplacement van afgeloste stukken in October

aanstaande ontbreekt, omdat ditmaal opnieuw de

gewone uitlotiug achterwege kon
blij
ven.

In hoeverre de koersdaling sedert
25
Juli, welke

op 24
Augustus te constateeren valt, een gevolg is
van den toevalligen toestand der beleggingsmarkt

en in welke mate bijzondere factoren daaraan mede-

werkten is uit den aard der zaak niet te preciseeren.

Hier zij slechts erop gewezen, dat in deze periode

zeer veel geschreven en gesproken werd over eene

mogelijke daling van de waarde van ons ruilmiddel
ci in heleggerskiingen het advies om vooral geen
Nederlandsche beleggingen, doch bij voorkeur Amen-

kaansche obligatiën te koopen opgeld deed.

De uitwerking van deze toevallige omstandigheden

wordt evenwel geweldig overtroffen door de uit-
werking, die het bekend maken van de aan den
minister van financiën toegeschreven plannen tot

wijziging der aflossingen
klaarblijkelijk
op de markt

der staatsleeningen had. In
5
dagen
tijds
daalden de

noteeningen naar verhouding in een 5
t
6
maal

sneller tempo dan in de maand tevoren.

Maar, en dit is een punt dat aandacht verdient,
de verhoudingen tusschen de reëele rente bleven,
ondanks de zenuwachtige stemming en onberekenbare
schommelingen tengevolge van grooter aanbod in de
eene soort dan in de andere, voldoende bewaard. De

beurs bleek dus niet alleen rekening te houden met de jaarlijks te incasseeren rente, maar wel degelijk
nog steeds met de waarde der gegarandeerde aflossingen.

Wanneer dus de geestelijke vader van het in den
aanvang genoemd bezuinigingsdenkbeeld meende, dat
eene bezuiniging te bereiken ware door uitsluitend
de aflossing te wijzigen van die leeningen, welke uit
dien hoofden de grootste eischen aan de schatkist
stellen of zullen stellen
(5
pOt.
1919, 4
1
/
2
en
4
pOt.

1916),
dan berust die meening op eene vergissing.

Zulk eene wijziging zou een grove önbilljkheid zijn
tegenover de houders dezer stukken in vergelijking
tot de houders der overige soorten.

Indien veronderstellenderwijze de aflossing der
4
’12
pOt. leening
1916
in overeenstemming gebracht werd

met die der
4
1
1
2
pOt. leening
1917,
dan zou de beurs
deze gewijzigde leening
1916
toch waarlijk niet hooger

kunnen waardleeren dan de leening
1917.
De houder

der schuldbnieven
4
1
1
2
pOt.
1916 zou op
grondslag

der tegenwoordige beurskoersen een verlies van 2 â

3 pOt. lijden. Na deze poging om aan te toonen, dat

de
wijziging
in de aflossingsvoorvaarden van enkele
leeningen eene bijzondere onbilljkheid voor de toe-
vallige houders zou zijn, zij eveneens de aandacht
gevraagd voor de bijzonder teerheid en gevoeligheid
van het staatscrediet. Deze plant heeft niet alleen
een zeer zorgvuldige materieele verzorging noodig,
maar reageert, zooals eveneens uit de tabel kan blijken,
onmiddellijk op onvriendelijke woorden en in niet
minder mate op onbekookte denkbeelden.
Toonen de cijfers reeds aan, dat deze gevoeligheid
van het staatscrediet eenen onmiddelljken en zeer
tastbaren invloed uitoefent op den rentevoet waar-
tegen de staat kan leenen, dan zal men eveneens
moeten toegeven, dat het evengenoemd bezuinigings-
denkbeeld onzen Nederlandschen staat heel veel geld
kan kosten. Zoo zal men goed doen zich andere
soortgelijke bezuinigingsdenkbeelden, korting op de
rente door het heffen eener speciale belasting, wijzi-
ging of opschorting der aflossingen voor alle lee-
ningen op geljken grondslag, eens voor
altijd
uit het

hoofd te zetten. Trouwens dit laatste is practisch
onmogelijk, wanneer men nagaat dat aan de aflos-
singsvoorwaarden der 6 pOt. leeningen tengevolge

778

ECONOMISCH..STAhSTISCHE BERICHTEN

5 September 1923

van de gegeven beloften, die gedaan zijn bij de plaat-
sing in het buitenland, niet getornd kan worden.

Dan blijft als eenige mogelijkheid derhalve de vrij-willige conversie. Daarbij valt op te merken, dat voor

een’ ,,vrijwillige” conversie de debiteur den schuld-

eischer een of ander voordeel moet aanbieden. Zon-

der zulk een aanbod van direct of indirect voordel

behoeft men zich geen illusies te maken omtrent een gelukken der operatie.

Nu is de mogelijkheid tot zulk eene vrijwillige con-

versie er intusschen ook niet beter op geworden.

Was er op 25 Juli in het rendement der verschil-

lende crisisleeningen nog een verschil tusschen hoogst

en laagst van ruim 5/8 pOt. en bestond dus toen de
theoretische mogelijkheid van eene bezuiniging in

den rentedienst van de 5 pOt. en 6 pOt. leeningen,

op 29 Augustus was die mogelijkheid finaal ver-
dwenen
1
).’ Terwijl op 25 Juli de beleggers zich voor
een groot deel tevreden toonden met een gemiddelde

werkelijke rente van 5Y2 pOt. zouden zij op 29
Augustus zeker niet met 6 pOt. genoegen genomen
hebben.

,,Qui paie ses dettes s’enrichit” moet ook voor

den beheerder van Neerland’s schatkist de eerste en

laatste wijsheid zijn. Moeten nog meer offers van het
kapitaal gevraagd worden, omdat men den arbeid

ook offers zal vragen, het zij zoo. Het zal niet ge

makkelijk zijn daarvoor eenen vorm te vinden, doch het aantasten van de eenmaal vastgestelde leenings-
voorwaarden zou niet alleen een grove onbillijkheid

zijn voor de toevallige houders der schuldbrieven,
doch in minder dan gèen
tijd
het staatscrediet
ondermijnen, de aldus gebrachte offers ongedaan
maken en ons volk nog veel hoogere lasten opleggen.

G. F. BASTIAANS.

Amsterdam, 1 September 1923.

OPSPORING VAN DELFSTOFFEN..

c

Sedert 1903 waren de bepalingen der nog steerl
hier te lande geldende napoleontische mijnwet van
1810,
die het recht tot opsporen van deifstoffed
(wel te onderscheiden van het recht tot ontginnen!
regelden, tijdelijk buiten werking.

Deze bepalingen bestonden in lo. vrijheid voor
den grondeigenaar om op zijn eigen terrein naar delf:

stoff en te boren en 2o. feitelijk eenzelfde vrijheid voor
den niet-eigenaar, die immers, bij weigering
den eienaar, vergunning van de regeering kon krj
gen (behalve onder ëii om huizen en ommuurde erven)
Bepalingen, die blijk gaven van een zekere tweeslach-
tigheid, welke men meer aantreft in de wet van
1

1810;
welke af en toe nog herinnert aan ook toen reed
verouderde denkbeelden over het recht van den groud-
eigenaar op den ondergrond.

Voor deze bepalingen nu kwam bij de wetten van:
1903 (S. 230) en
1908
(S. 312), weiker onderiing&.
verschilpunten, hier niet ter zake doen, een practisch
nagenoeg volstrekt monopolie van den Rijlcsopspo-

:ringsdienst in ‘de plaats gedurende een termijn, die
12 November van dit jaarafloopt.
De Rijksopsporingsdienst is inderdaad binnen dezeni
tijd met zijn belangrijken arbeid, waardoor de kennis’
van Nederland’s ondergrond aanzienlijk is verrijkt,:

gereedgekomen. Verlenging van den termijn mist der-:
halve goecle:n zin’ en de vraag, die de regeering zich
had voor ‘te leggen en te beantwoorden, was dus
deze, of zij na 12 November de bepalingen der wet!
van
1810
zonder meer automatisch weder in werking 1 zou laten treden.

1)
518
pOt. van ruim f1000 millioen van
5
pOt. en 6 pCt.
leeningen uitstaand is Gy
4
pCt. millioen. Deze bezuiniging’
van
Gj
millioen pel jaar is de theoretische marge.
liet slagen der conversie moet eenig voordeel aan de houders
der stukken gelaten worden, terwijl de operatie nog on.Ç
vermijdelijk eerste onkosten niedebrengt. Deze berekening:
geeft derhalve een belangrijk ongunstiger resultaat dan de’
berekening van het Handelsblad.

Terecht heeft zij deze vraag ontkennend beant-
woord. De Staat zelf toch heeft inmiddels vinders-

rechten verkregen (waarin deze rechten bestaan, komt
aanstonds ter sprake) en het zou tot noodelooze ver-

warring aanleiding geven, indien particuliere boor-

ders in de meening werden gebracht, dat zij, ook op
terrein waar de Rijksopsporingsdienst hun was v66’r
geweest, dergelijke rechten nog zouden kunnen er-
langen.

De regeering stelt thans (bij wetsontwerp van

10 Juli 1.1., hijlagen Tweede Kamer 512) voor, ten
aanzien van die terreinen, waarin de Rijksopsporings-
dl
ienst niet slechts ‘de bloote aanwezigheid van delf-

stoffen, maar dezer aanwezigheid i:n o.ntg.inbare hoe-
veelheid, heeft aangetoond, het uitsluitend vinders-
recht van den Staat te decreteeren.
Daarbuiten herleeft het particuliere opspori:ugs-
recht. En de Minister van Waterstaat geeft in de me-
morie van toelichting blijk van zijn uitdrukkelijk

voornemen, ten aanzien der vinders grootere liberali-

teit toe te passen dan tot nu in Nederland gewoon-
te was.

In deze toezegging mag men zich verheugen. De
vinder in Nederland mist (wat menig uitheemsch
mijnrecht hem toekent) recht, op een mijn

concessie;
zijn werk is n:iettemin hij uitstek nuttig; het is bo-

vendien uiterst riskant; het verdient dus, hij slagen,
ruime helooning. De practijk in Nedetland is wisse-

i’on’d en veelal schriel geweest. Dat hierin verbetering
zal komen, is heuglijk.

Wat minder heuglijk’ zou zijn, ware het overlaten
van deze materie, gelijk tot nu, aan de, gemakkelijk

uiteenloopende, inzichten van opvolgende ministers.

Een wet en waarom dan niet het wetje, thans in

de maak?; een nieuwe algemeene mijn’vet, schoon
reeds dooi’ wijlen minister Talma urgent geacht, laat
nog maar steeds zich wachten – behoorde hierom-

trent enkele algemeene regels te stellen, regels van
meer precisie d’an in de wet van
1810
te vinden
zijn, die in deze alle precisie onitbeert.

Het wetsontwerp zelf trouwens verkeert ten aan-
zien der wet van
1810
in ‘dwaling.
Het geeft, nadat art. 1 de wet van
1908,
de nu
nog geldende wet op het nijksopsporingsmonopolie,
ingetrokken heeft verklaard, in art. 2 een omschrij-

ving van het terrein, waarbinnen voortaan uitslui-
tend de Staat vindersrechten zal kunnen doen gelden.

Deze omschrijving zal technisch-geografisch wel
juist zijn.

Doch onjuist is de aanhef van art. 2.

Deze aanhef luidt: ,,De aantooning van steenkool-
of zoutafzettingen, na het in werking treden van deze
wet, geeft geen recht op eenige schadevergoeding (in-demnité) als bedoeld in de artikelen 16, tweede lid, en
46der wet van 21 April
1810……

Wat de hierin voorkomende’ onjuistheid betreft:

gedoeld wordt met deze tenlastelegging niet op liet
zwijgen over bruinkool; het vetje van 1903 volgde
ten aanzien van deze delfstof een andere en strengere

lijn ‘dan zijn opvolger van 1908, die de mogelijkheid
van ministerieele vergunni:ngen voor bruinkoolexplo-
ratie kende; in de memorie van antwoord ware als-

nog op te helderen – het geval is misschien heel een-
voudig; men denke aan de talrijke tijdelijke bruin-
koolontginningen der laatste jaren in Limburg –
waarom den Staat, binnen de grenzen van het in art. 2

aangegeven terrein, geen uitsluitende vindersrechten
voor bruinkool zijn toegedacht

Gedoeld wordt op het noemen van art. 46 ‘), der
wet van 1810.

Oogenschijulij’k handelt zoowel ‘dlit artikel als
art. 16
2)
over vindersrechten.
‘) Art.
46:
Toutes les questions d’indemnitd
it
payer pan
les propnidtaires de mines, a raison (les recherches
ou
tra-
vaux antérieurs
h
l’acte de concession, seront décides con-formément a l’article
4
de la
bi
du
28
pluviôse an VIII.
2) Art.
16:
Le Gouvernement juge des motif
S
ou consi-

5 September 1923

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

779

Dit is echter niet meer dan schijn; art. 46 heeft

met de vindersvergoeding hoegenaamd niets te ma-
ken. Het misstaat in het wetsontwerp, geeft er een
soort authentieke, maar volslagen onjuiste interpre-

tatie van een artikel uit de wet van 1810 en behoort

dus te worden geschrapt.
En het kan zonder eenig bezwaar worden geschrapt,

omdat, zelfs al blijft een wettelijke regeling der vi n-
dersvergoedingen uit, elke regeer:iog u:it art. 16 elke
geweiischte liberalite.it jegens de vinders zal kunnen

putten.
Al ruim elf jaar geleden (in ,,De Economist” van
1912, bl. 441 v.v.) handelde ik, naar aanleidiog van

een der uitbreidingen van het staatsrnijnve]d, waarbij

de rijksvergoeclingspolitiek jegens vinders een zooveel-
ste wisseling beleefde, over dezelfde materie. Het
daar geleverd betoog moge hier kortelijk worden her-
haald en aangevuld.
Een goed gebouwde wet als die van 1810 spreekt
niet tweemaal over eenzelfde onderwerp met een tus-

schenpoos van 29 artikelen over andere onderwer-

pen, zonder uitdrukkelijk te doen uitkomen, dt zij
dit wil ‘doen; de tekst nu van art. 46 noemt het woord

,,iuventeur” van art. 16 niet en kan dus zeer wei over

iets anders handelen.
Art. 46 sluit onmiddellijk aan
bij
artikelen, die
spreken ovei vergoedingen niet aan vinders, maar aan

eJgenaren van bovengrond.
liet kan niet slaan op het geval, dat aan een vinder
nog vergoeding voor hooi-kosten verschuldigd is; het moet de mogelijkheid voorzien, dat
dooi
een vinder,

d.ie zoo gelukkig is geweest concessionaris (naar
Pran sch—Neclerlandsch recht gelijkluidend met ,,pro-

priôtaire de mme”) te worden, nog vergoeding ver-
schuldigd is aan bovengrond-eigenaren voor door zijn
boren veroorzaakte schade.
De tekst van art. 46 verzet zich tegen deze opvat-
ting in geenen dccle.
De geschiedenis van het artikel ten slotte bevestigt
haar. Locré, cle kronieksehrijver der wet van 1810,
beschouwt de artt. 43 t/m. 46 als een saamhoorend
geheel; de Pransche Oonseil d’Etat (bij wien in Na-
poleon’s tijd het feitelijk zwaartepunt lag der wet-
gevende macht) behandelde de artikelen 45 en 46 ge-

lijktijdig, zonder art. 16
erbij
te halen,
bij
welk artikel
hij de vergoeding voor boringen aan vinders bespro-
ken had; in dien Raad werd verklaard, niet tegenge-
sproken en wel beaamd, dat de toepassing van art. 46 allereerst ter plaatse moest worden beoordeeld en dat
dit soort vergoedingsrechten wortelt in het eigen-
domsrecht, uitdrukkingen, die wartaal zijn hij vergoe-
ding voor boorkosten, maar allen zin hebben bij ver-
goeding van door boringen aan bovengrondsche eigen-
dommen toegebrachte schade.
1)

Zoodat alleen art. 16 overblijft. Dat alles overlaat
aan de •concessie-acte, d.w.z. aan een Koninklijk Be-
sluit in Rade. Dat hierom beter vervangen wordt
door een meer uitgewerkte regeling.
Wat redelijk was in Napoleon’s dagen, toen de Con-
seil d’Etat practisch de wetgever was, is naar heden-
daagseh Nederlandsch Staatsrecht onredelijk; de
eigenlijke wetgever kan een belangrijke stof als die
der vinders-vergoedingen, althans wat regeling in
hoofdtrekken betreft, niet uit handen geven.
Doch zelfs indien onverhoopt art. 16, tweede lid,
weer ongewijzigd van kracht komt te zijn, is de minis-
ter geholpen, kan
hij
onbelemmerd zijn vrjgevigen
gang gaan. Juist doordat dit artikel
alles
aan de acte
van concessie overlaat, kan deze acte jegens den vin-
der, wien een concessie ontgaat, zich gedragen met Je

d6ratïons cl’apres lesquels la pr6férence cloit êti-e accorc1e
aux clivers deniandeurs en concession, qu’i]s soient propri&
taires de la surface, inventeurs ou autres.
En cas que l’inventeur n’obtienne pas la coucession cl’une
mme, ii aui-a droit
a
une indemnité cle la part da conces-
sionnaire; elle sera réglée par l’acte de coucession.
i) Zie Locré, Législation sur les mines, Paris,
1828, bi. 69,
132, 365, 421.

uiterste mildheid. Ook de geschiedenis van art. 16

(die overigens weinig licht geeft) belet dit niet.
Art. 46 is voor dit doel overbodig. Het heeft trou-

wens, als betoogd, met vinders-vergoedingen niets te

maken. En betrekt men, ten onrechte, het toch erbij,
het zal slechts verwarring en omslag kunnen geven;

de men1orie van toelichting zelve
wijst
er immers op,
dat dit artikel door een andere autoriteit dan die

art. 16 uitvoert (do Kroon in Rade), nl. krachtens een

koninklijk besluit van 1818 door Gedeputeerde Staten
(die de prefekten en de departementale raden der

Fransche administratie vervangen) moet worden toe-
gepast; en wel, wat de memorie niet vermeldt, zonder

mogelijkheid van vernietiging door de Kroon (vgl.

immers Prov. Wet art. 168 en het ontbreken eener

regeling in de Mijnwet). Een nieuw argument voor
de stelling, dat art. 46 in het verband der vinders-
vergoedingen totaal misplaatst is. Twee autoriteiten
los van elkaar eenzelfde aangelegenheid te latdn uit-
maken is vlakweg onzinnig. D.
VAN BLOM.

WEGENBELASTING.

Mr. M. S. A. Ybes te Amsterdam schrijft ons:
Met veel belangstelling de beschouwing van Mr.

Wttewaal over het praeadvies door de Heeren Jhr.

Mr. Dr. I. H. N. Bosch Ridder van Rosenthal en

Mr. Dr. R. H. Baron de Vos van Steenwijk in zake
eene nieuwe wegenbelasting gegeven, volgende, i) meen
ik toch in alle bescheidenheid, dat alleen door het
instellen van eene belasting op motorbrandstof, res-

pectievelijk motorbanden, het kwaad dat in deze onze
wegen door het toenemend verkeer, gepaard aan een
tekort aan onderhoudskosten, aankleeft, niet kan
verholpen worden.

Het zwaartepunt in deze quaestie, die door de

bezuiniging van Rijkswege op zeer speciale wijze
zal moeten worden behandeld, ligt m.i. op het oogen-
blik niet zoozeer in het uitgeven van grooter bedragen
voor wegenonderhoud dan tot nu toe gedaan is,
dan wel in eene (zij het helaas veel te laat komende)
ingrijpende rëgeling betreffende het gebruik van
vrachtautomobielen.

Wanneer ons wegennet zich met succes wil aan-
passen aan het hedendaagsche vrachtautoverkeer, dan
zou eene zoo ingrijpende wijziging in onzen wegen-
aanleg moeten aangebracht worden en tevens de
bestaande wegen zoodanig veranderd worden, dat

van de oorspronkelijke straatwegen, zooals die nu in Nederland liggen, niets overblijft.

Dat eene ombouwing van deze straatwegen in
block-pavement, asphalt en dergelijke soorten wegen,
die proefondervindeljk bewezen hebben het zwaarste

hedendaagsche verkeer te kunnen weerstaan, geweldige
kosten met zich brengt, die met de bezuiniging op
alle uitgaven
moeilijk
te rijmen vallen, is duidelijk.
Men dient dus een anderen weg, die volgens mijne
meening reeds eenige jaren geleden had kunnen en
moeten ingeslagen worden, te bewandelen.

Op grond van de uitkomsten der in deze richting
gedane proefnemingen kan. gerust aangenomen wor-
den, dat het tegeuwoordige verkeer met luxe auto’s,

welke bijna zonder uitzondering goed geveerd en
met doeltreffende maten luchtbanden zijn voorzien,
niet meer schade aan onze wegen toebrengt dan de
paardentractie van vroeger.

Wanneer we dus deze categorie buiten beschouwing
laten,
blijft
over het moderne vrachtauto- en auto-
bussen verkeer.

Wat betreft beperkende maatregelen om de schade,
die deze kolossen aan het wegendek toebrengen,
zooveel
mogelijk
te reduceeren, is het buitenland
ons in alle opzichten reeds lang vooruit.

Men behoeft geen wegtechnicus te zijn om te
begrijpen dat een intens vrachtautoverkeer met wagens,
waarvan vele 3 tot 5, ja zelfs 7 ton laadcapaciteit

1)
[Zie het nummer van
15
Augustus ji. – Eed.]

780

. ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

5 September 1923

hebben, voor de wegen in een land, waarvan de

ondergrond voor het grootste gedeelte uit veen of
andere weeke substantie bestaat, moordend moet

werken.

Men moet in deze geen ijzer met handen willen
breken. Er moet ingezien worden dat een dergelijk

verkeer, dat in landen met andere bodemgesteidheid

misschien mogelijk is, in ons land niet â tout prix
gehandhaafd moet blijven, wanneer momenteel de

middelen niet bestaan, om het bestaande wegenstel-

sel in overeenstemming te brengen met de eischen
door dat verkeer gesteld.

Wanneer men ziet, dat in Engeland, waar het
wegdek
bijna
het ideaal van uithoudingsvermogen

heeft bereikt, de zware categorieën vrachtwagens van

4-dubbele achterwielen en dubbele voorwielen moeten

voorzien zijn, terwijl door de zgn. ,,road-police” de
minste
overschrijding
van de maximumsnelheid, die

voor elke ctegorie vrachtwagens verschillend is

voorgeschreven, geconstateerd en bestraft wordt en
men
vergelijkt
dit met den chaos, die er op dit punt alleen al in ons land heerscht, dan is het zelfs den

eersten den besten outsider duidelijk
dat alle onze straat-

wegen
onvermijdelijk
in puin gereden moeten worden.

Ik ben ervan overtuigd dat, wanneer, gezien de

bodemgesteidheid van een groot deel van ons land,

de zware categorieën, vrachtauto’s eenvoudig verboden

werden en de lichtere soorten, behalve streng gecon-

troleerd wat hare maximum snelheid op de buiten-
wegen aangaat, verplichtend van zware maat lucht-

banden voorzien werden, het kwaad in
zijn
ergste

uitingenou bezweren zijn.

Gezien het feit, dat het al of niet versleten zijn

van eene massieve band iets is, dat eenvoudig aan
de prudentie van den vrachtautoeigenaar wordt

overgelaten; met het gevolg dat duizende vracht-
auto’s
rijden
op eene rubberlaag van minimale dikte,

die uit den aard der zaak
vrijwel
evenveel schade

aan het wegdek toebrengt als eene ijzeren velg, heeft

het verplicht
rijden
op luchtbanden bovendien het
voordeel, dat hiermede niet op een dergelijke wijze

de verplichtingen, die elke weggebruiker, al was het
alleen maar uit ,,common sense” moest meenen te

hebben, kunnen ontdoken of genegeerd worden.

Het bezwaar dat vroeger tegen het gebruik van

luchtbanden
01)
zware chassis aangevoerd werd, kan

buiten beschouwing
blijven,
nu reeds in het buitenland
meer en meer de massieve band door luchtbanden
van zwaar kaliber tot algemeene tevredenheid is
vervangen en van nadeelen door deze vervanging
ontstaan, niet is gebleken, integendeel!

Het voordeel van eene regeling, zooals ik uiteen-
zette, zou zijn eene betrekkelijk spoedige verbetering

van den toestand; wanneer de oorzaken, die de wegeii

vernietigen, weggenomen zijn, is het reparatiewerk
aan onze wegen vergeleken bij een totalen ombouw,
die wellicht jaren en jaren zou duren, kort té
noemen, t

Het’ spreekt vanzelf, dat deze oplossing slechts
voorloopig is, een soort status quo, daar toch op
den duur Nederland als beschaafd land niet mag en

kan
achterblijven
en eene algeheele herziening van
ons wegstelsel, bestaande in moderne constructie
verbreeding enz. enz. niet achterwege kan blijven. i

Als voonloopige maatregel in denen tijd van finan

cieele moeilijkheden
lijkt
de oplossing
mij
echter

zeer bruikbaar en last not least niet te kotbaa4
daar toch de kosten, alsdan nog te besteden aan het
onderhoud onzer wegen, vermeerderd met die, welke
eene doeltreffende ,,road-police” met zich brengt
(welke overigens met betrekkelijk weinig kosten uit

de reeds bestaande Rijks- en of Gemeentepolitie zou
kunnen gerecruteerd worden) verre
blijven
beneder

die, welke een totale omboiw van ons wegenstelsel

met zich zou brengen. Mr. M. S.
A. Y13ES.

AANTEEKENINGEN.

De econonnsc’he toestand in indië in

19 2 2. – De President der J’avasche Bank schrijft
hierover in zijn verslag over het boekjaar 1922/23 het
volgende:
De
Importlutndel
is steeds de tak van bedrijf geweest, die
het zwaarst van de abnormale toestanden heeft geleden. Zoo
was het ook dit jaar, ja zelfs nog erger dan vroeger. Van
alle kanten deden zich omstandigheden voor, die de import-
huizen in den knel brachten. De bezuiiiging, krachtig doorgevoerd bij Gouvernement,
cultures en instelliiigen van allerlei aard, deed den aanschaf
van materialen, machinerieën en verdere technische zaken
inkrimpen; salarissen weiden door diezelfde oorzaak ge-
drukt, duurtebijslagen afgeschaft, en dit, gevoegd bij sterk
verminderde inkomsten uit a’andeelenbezit en tantièmes,
deed ook de vriag naar luxe-artikelen• dalen.
Manufacturen hadden weer te lijden van het verminderde
.opnemingsvermogen der bevolking ten gevolge van de lage
productenpnijzen, die het grootste deel van het jaar over-
heerschend waren. De tweede hand nl., die ten gevolge van
het steeds afbrokkelende prijspeil niet meer insloeg dan
waarvoor onmiddellijke afzet verzekerd was, kocht zoo-
doende slechts traag en werd bovendien nog bemoeilijkt,
doordat zij wegens het uitblijven van de aanslagen in de
oorlogswiostbelasting vaak haar eigen kapitaalkracht niet
kende.
De aanvoeren van manufacturen waren grooter dan met
dcii afzet overeenkwam, naar het schijnt doordat de Twent-
sche fabrikanten trachtten hun Engelsche concurrenten, die
sedert de oorlogsjaren vasten voet hadden verkregen, weer
te verdringen. Ook dit was natuurlijk van drukkenden in-
vloed
01)
dle prijzen.
Eindelijk vs ei

een algemeene oorzaak, waai

door de hui-
zen, die zich staande konden houden, werden getroffen. Die
was gelegen in het opruimen der voorraden van de talrijke
vennootschappen en firma’s, die den strijd niet konden vol-
houden en, hetzij door faillissement, maar meestal in den
vorm van vrijwillige liquidatie of ingrijpende reorganisatie

01)
aandringen der banken, het bedrijf eindigden of inkrom-
pen Zoo kwamen er allerlei artikelen zelfs verre beneden
remplaceeringsprijzen aan de markt.
Hierbij kwam nog een meer rechtstreeksche invloed, ni.
de achterstallige aanslagen in de oorlogswinstbelasting: de
door importeurs aan de tweede hand verstrekte credieten
liepen gevaar, doordat de zekerheden hiervoor werden ver-rwakt door de preferentie, die het Gouvernement bij de wet
‘oor belastingschulcl zelfs boven hypotheek geniet. In vioe-
gere jaren ging belastinggeld niet over die bedragen, clie er
tegenwoordig en vooral bij achterstand mee gemoeid zijn;
vandaar dat mcii zich oorspronkelijk van de preferentie
eigenlijk nauwelijks bewust was. Thans is dit natuurlijk ge-
heel anders en het is zeer begrijpelijk, dat wanneer inning
dier gelden op korten termijn geforceerd wordt, de lasten
01)
de verbancihouclers, i.c, de importeurs, worden afgewenteld.
Men kan niet zeggen, dat de belastingambtenaren deze
moeilijkheden altijd voor oogen hebben gehad en steeds er-
naar gestreefd hebben met denoodige soepelheid op te tre-
den. Later kwam hierin wel verbetering en deze tegemoet.
koming
was
ook niet meer dan billijk, omdat juist het Gou-
vernement zoovee] tot de moeilijkheden heeft bijgedragen
door niet in de goede jaren op tijd met de aanslagen gereed
te zijn. Gelden, waarover de fiscus toen had kunnen beschik-
ken, bleven nu in het bedrijf en werkten mee,om de voor-
raden te vergrooten, waarop de zware verliezen werden ge-
leden. Speciaal de vreemde Oosterlingen voelden niet de ver-
plichting om heffingen te betalen over’ boekwinsten, die in
feitelijke verliezen waren verkeerd, en uitten dit in vele
gevallen door hun zaken op te geven en met de noorderzon
te vertrekken Na verhaal door de belastingambtenaren
bleef er voor importeurs gewoonlijk niet, veel over. Op een request van de Handelsvereeniging te Paclang aan
de Tw’eede Kamer der Staten-Generaal, tot het aanbrengen
van eenige mildere bepalingen van principiëelen aard in
de vet op de oorlogswinstbelasting, werd afwijzend beschikt,
ondanks de klemmende argnmenten van requestrante en de
krachtige instemming der andere .Handelsvereenigingen. Behalve dat er vele faillissementen plaats hadden, werd er
door Cbineesche tusschenhandelaren nog een veel grooter
aantal accoorden aangeboden, vaak tot slechts een gering
percentage van de oorspronkelijke vordering. In Semarang
alleen werden totaal 163 faillissementen uitgespr9ken of 3Y maal zooveel als in 1921.
Met witte goederen vormden technische artikelen de bran-
ches, die het zwaarst getroffen werden, laatstgenoemde
door overstrooming van de markt van uit Duitschland.
Provisiën en dranken hadden het minst te lijden, zooals zich

5 September 1923

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

781

ook laat hooren, daar een zoo voornaam deel van dezen han-
(lel eerste levensbehoeften betreft. Van cle
z.g.
technische
bureaux gingen vele ten onder, de banken maakten hierbij
veelal korte metten en bij deze snelle liquidaties gingen
soms waardevolle installaties voor zeer geringe prijzen
van de hand.
Invoer van uit Japan (manufacturen, kramerijen) bepaal-
de zich veelal tot de mindere en minste kwaliteiten. In
sommige streken werden de goedkoope Japansche onge-
bleekte katoentjes verkocht met uitsluiting van Europeesch fabrikaat. Kramerijen kwamen ook zeer veel en zeer goed-koop uit Duitschiand.
Bij de beoordeeling van de vooruitzichten voor het vol-
gende jaar kan men er rekening mede houden, dat verschei-
dene van de hierboven genoemde ongunstige factoren heb-
ben uitgewerkt. De liquidaties van oude voorraden kan men
nu vel als grootendeels geëindigd beschouwen; de koop-
kracht van de bevolking moet den invloed ondervinden van
de hoogere opbrengst der door haar verbouwde producten;
de belastingdienst was in vele gevallen bereid gemakkelijker
voorwaarden voor de afbetaling te verleenen; het Gou-
vernement verzachtte de bepalingen van de preferentie der
belastingschuld, door die niet toepasselijk te verklaren op
belastingschuld, na het vestigen van een hypotheek ont.
staan; eindelijk moet een belangrijk meerdere welvaart, zoo-
als clie zich thans voor de cultures laat aanzien, recht-
streeks en middellijk van grooten invloed worden op een
gun stiger gang van zaken bij deû importhanclel.
Hoewel het niet uitgesloten is, dat door een krasser optre-den der banken nog enkele faillissementen zullen los komen
van zaken, die men ten onrechte meende staande te kunnen
houden, zoo krijgt men toch reeds thans den indruk, dat het
grootste deel der moeilijkheden geleden is.
De tweede hand ondervond bovendien de funeste werking
der zoogenaamde premieleeningen, die in onbeperkte mate werden uitgegeven en waartegen clan ook van Regeerings-
wege wettelijke maatregelen worden voorbereid. Niet alleen
wordt aan die premieleeningen, vooral door den kleinen
man, relatief veel geofferd ten koste van eerste levensbe-
hoeften en ten nadeele van de koopkracht in het algemeen,
maar ook wordt het zakenleven vergiftigd, doordat vele bonn
0 ide handelaren zich geheel op den verkoop van loten zijn
gaan toeleggen en hun oorspronkelijken reëelen handel heb-
ben laten varen.
Op het verplicht stellen van het houden van koopmans-
boeken ook voor de Oostersche elementen, met het Maleisch
als voertaal en in Europeesche letters en cijfers, werd
door de verschillende handelsvereenigingen opnieuw bij de
Regeering aangedrongen. Deze kwestie trouwens is niet al.
leen van belang uit het oogpunt van credietverleening,
maar tevens uit dat van belasting-inning.
De Bancloengsche jaarbeurs kon niet wijzen op eenzelfde
succes als verleden jaar. Het bezoek was niet groot en vele toezeggingen voor buitenlandsche inzendingen werden niet
nagekomen, zoodat slechts Japan en Zweden in wat belang-
rijker mate vertegenwoordigd waren. Voor de komende jaar-
beurs schijnt de belangstelling grooter te zullen worden, o.a.
van Australische zijde. Krachtige pogingen van uit Soera-
baia om de jaarbeurs daarheen over te brengen vonden geen
instemming.
Wat omgekeerd de vertegenwoordiging van Nederlandsch-
Indië in den vreemde betreft, vermeld ik met veel voldoening
de tentoonstellingen van Indische producten te Melbourne,
Sydney en Adelaïde, door de Neclerlandsche consulaten al-daar georganiseerd, de Nederlandsch-Indische afdeeling op
de jaarbeurs te Bazel, op aansporen van onzen vice-consul
aldaar door het Koloniaal Instituut ingericht, en een derge-
lijke tentoonstelling te Kopenhagen. Op de laatste jaarbeurs
te Utrecht was een belangrijke plaats voor Nederlandsch-
Indië ingeruimd.
De ontvangsten van In- en Uitvoerrechten en Accijnzen
bedroegen in het jaar 1922 ————–
f
97.955.344,40
tegen in het jaar 1921 —————— 98.221.184,51
Van de Industriëcle Ondernemingen
kwam de papierf a-
briek te Padalarang thans in bedrijf, ondanks verschillende
moeilijkheden, die te overwinnen waren. Er worden uit
Indische grondstoffen, speciaal padistroo, uitsluitend betere
papiersoorten vervaardigd. Voorloopig werkt de fabriek al-
leen tot uitvoering van de contracten met het Gouvernement
gesloten, doch eerlang hoopt men ook tot levering aan par-
ticulieren te kunnen overgaan.
Van de fabriek te Cheribon van de Rhein-Elbe-Union
kwam na de afdeeling ijzerconstructies thans ook de af dee-
ling spoorwegwagons in gebruik.
Medio 1922 werd de zeep- en parfumeriefabriek te Garot
in exploitatie gebracht.
Omstreeks denzelfden tijd werd voor het eerst staal gego-
ten in Nederlandsch-Indië en wel in de machinefabriek

Braat te Soerabaja en volgens het Bessemer proces. Eenige
maanden later geschiedde hetzelfde bij de werkplaatsen der Staatsspoor te Manggarai in den Ivlartin-oven.
Te Djokja neemt men proeven ter beoordeeling, of vesti-
ging van een machinale veverij op groote schaal mogelijk zal zijn. Niettegenstaande het invoerrecht op garens thans
nog een bezwaar is, meent men ten aanzien van concurren-
tie met het buitenland optimistisch te mogen zijn. Bij deze
plannen ondervindt men van cle zijde der Regeering een
voortdurende belangstelling.
De Regeering blijft ook aandacht wijden aan het utilisee-
ren van de ertsen op Borneo en Celebes. In tegenstelling met
de aanvankelijke plannen om de uitvoering geheel van Gou-
vernementsvege te doen geschieden, heeft men zich thans
ook bereid verklaard concessie-aanvragen van particulieren
in behandeling te nemen. Over de concessie.voorwaarden
voor het waterkrachtswerk op Celebes met daaraan verbon-
den metallurgisch bedrijf kon men het nog niet eens worden.
Aangaande de Inlandsche nijverheid kan vermeld worden,
dat het batikbeclrijf een buitengewoon slecht jaar maakte.
De batikkerijen in de Vorstenlanden ontsloegen het meeren-
deel van het verkvolk om alleen de betere krachten aan te
houden, niet zoozeer omdat er voor dezen voldoende werk
was doch om het bedrijf te doen voortbestaan tot beter tij-
den. Thans schijnt er echter een keerpunt gekomen; cle prijs-
daling van het fabrikaat heeft opgehouden en de betere rub-
berprijzen, met als gevolg daarvan vermeerderde koopkracht,
hebben gemaakt, dat er weer vraag is van uit de Buiten-
bezittingen. Het laat zich hooren, dat de vermeerderde be-
langstelling in de eerste plaats de goedkoopere kwaliteiten
betreft.
De koper. en lederindustrie in de Vorstenlanden kon
profiteeren van het toaristenverkeer.
De Tangerangscbe hoedennijverheid had niet te klagen;
voor de grovere soorten pandan hoeden was zelfs de vraag
zoo groot, dat men moeite deed deze industrie ook elders
en wel in de Preanger te vestigen. Het is echter de vraag,
of in deze streek, waar de pandanvezel minder goed van
kwaliteit is en de behandeling minder zorgvuldig geschiedt,
de hoedennijverheid zich zal kunnen handhaven; ook vroeger
zijn reeds pogingen in dezelfde richting mislukt.

De visscherij was minder loonend dan het jaar te voren
en men legde zich dus minder op de vischvangst toe.
Vermelding verdient nog een poging om de rentabiliteit
van een Europeesch visscherij.bedrjf te onderzoeken. Hier-
toe werd een stoomlogger in Holland uitgerust en naar
Indië uitgezonden, doch de poging is reeds thans als mis-
lukt te beschouwen.

Van de
Export-producten
geef ik de volgende vergelijken-
de prijzen voor de laatste drie jaren:
31 Dec.

31 Dec.

31 Dec.
1920

1921

1922
Suiker

r
20,-

f
12,50

f
13,25
Koffie, Robusta

,,
28,50

33,50

46,25
Copra

,, 20,-

14,-

]6,25
Peper

,, 19,50

17,50

21,_
Rubber

,,

0,42

0,60

0,73
Thee

,,

0,26

0,41

0,67k
Tapioca

,,

7,-

7,25

18,50
Tin

,, 170,-

,, 116,25

127,-

De export uit Java en Madoera van de voornaamste pro-cluten bedroeg gedurende de jaren:

1920
1921
1922

50.568 K.G.
14.605
K.G
28.031
K.G.
Ajachides, gepeld
8.678.000

,,
4.860.000

,,
5.482.000
Akarwangi

…………..

ongepeld.

9.715.000

,,
7.250.000

,,
4.847.000
1.648.000 L.
1.372.000 L.
643.000 L.
Arak

……………..
Cacao
…………….
.994.000
K.G.
1.057.000 K.G.
1.091.000
K.G.
Caoutchouc (rubber)
31.146.009

,,
29.400.000

.,
31.659.000
Copra
…………….
49.737.000

,,
93.009.000

,,
53.233.000
1.774.000

,,
1.149.000

,,
1.954.000
49.821

,,
27.335

,,
103.163
3.655

,,
1.466

,,
450
Hoeden, bamboe

– . –
3.244.000

St.
1.403.000

St.
2.827.000

St.
pandan



7.787.000

,,
5.972.000

,,
7.437.000
3.816.000 K.G.
2.077.000 K.G.
2.119.000 K.G.

Gambir
……………..

2.080 000
1.297.000

,,
2.217.000
31.325

,,
69.777

,,
13.154
157.138

,,
6.250

,,
4.470
145.377

,.
69.033

,,
80.204
4.526.000

,,

.

4.601.000

,,
6.617.000

J)amar

…………….
Foelie
……………….

310.351

,,
281.578

,, 124.589
Koffie,

Java
……….
2.241.000

,,
1.179.000

,,
1.615.000

Huiden, buffel

……..

Liheria
154.000
95.000

,,
418000

11

koe

……….
Indigo, droge
………..

38.685.000

,,
26.244.000

,,
37.598.000

natte

………..
Kaneel

……………..

2.655.000

,, 3.256.000

,,
2.650.009

Kinabast

…………..
Kinine

…………….

Olie, citr nella
434.445

,,
201.250

,
434.908
960.029
Liter

..

1.211.705 Liter
145.804 Liter

Robusta
…….
andere

……..

63.890.000

,,
30.311.000

,,
12.000
katjang
………..

1.661.000 K.G.
1.822.000 K.G.
1.549.000 K.G.
klapper
………
Peper. witte

……….
zwarte
……..
7.515.000

,,
15.309.000

,,
10.108.000
Rijst

……………..
.1.747.000

,,
909.000

,,
10.749.000

782

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

5 September .1923

1

1920

1

1921

1

1922

17.335.000 Liter
8.029.000 Liter
9.279.000 Liter
140.346.000 K.G.
1635649000 K.G 11369617000
K.G zak
en
melasse 21.733(00

,,
47.624.000

,,
36.484.000

Spiritus
……………..

goelamangkok
3.609.784

,.
2.014.550

,,
1.316.400

Suiker, FTS
………..

melasse (reatdu)
178.153 000

,,
117.911.000

,,
97.033.000
Tabak,

blad
……….
23.610.000

,,
7.404.000

,,
15.697.000
krossok

…….
.78.392.000

,,
23.772.000

,,
20,406.000
gekorven
.
198.000

,,
269.000

,, 143,000
Tapioca, wortel
118.000

,,
1.105000

,.
9.301.000
64.140.000

,,
62.447.000

,,
63.374.000
flake
……..
,,
6.388 000

,,
7.908.000
paarl
7.354.000

,,
10.479.000

,,
9.902.000

meel
………
.3.891.000

42.182.000

,,
30.749.000

,,
36.688.000
593.000

,,
702.000

,,
298.000
13.648.000

,,
13.539.000

,,
15.456.000

Thee,

blad

………..
11

stof
…………..

Vezels.

kapok
……..
12205.000

,,
17.588.000

,,
15.128.000
katoen. gez..
79.000

,,
498.000

,,
442.000
katoen ruwe.,
572.000
170.000

,,
739.000

Tin
………………..

sisalhennep.
16.141.000

,,

..

12.537.000

,,
11.438.000
Zaden, djarakpitten
1.047.000

,, 2.406.000

,,
1.234.000
kapokpitten
.
12.973.000

,,
12.030.000

,,
17.864.000
sesamzaad.
1.209.000
1.064.000

,,
1.037.000

Zooals men ziet, zijn bij
1921
vergeleken vooruitgang en
achteruitgang verdee]cl. Het meest opvallend is, dat de uit.
1

voer van klapperolie, reeds zoo belangrijk vermirderci,
thans
vrijwel tot nul gereduceerd werd,

natuurlijk
ten gevolge
van het stopzetten va.0 die oliefabrieken, die
voor export
werkten. Ditmaa] ging het gepaard met een achteruitgang tevens van het cijfer voor copra, maar andere omstanclig-‘
heden maken, dat men daaruit geen gevolgtrekkingen kan
afleiden.

De Tabalcscult’uur ter oosticust van Ru-
matra.
– Het onlangs verschenen Verslag van de,

Dcli Planters Vereeniging over het jaar April 1922-
Maart 1923 bevat o. m. een uitvoerige beschouwing.

gewijd aan de tabakscultuur, welke wij hier laten

volgen:

De stemming op de tabaksmarkt in het begin van

het jaar 1922, dus geruimen tijd vôôr het begin der

inschrijvingen, was geen opgewekte. Reeds in het
einde van het jaar 1921 was in zeer korten tijd de
Mark van 4 op 1 cent teruggeloopen, en het behoeft.

geen betoog, dat deze snelle daling, gepaard gaande’
met angst voor verdere inzinking, zeer remmend op

de ondernemingslust werkte, zoowel van de Duitsche
,

fabrikanten als van die handelaren, wier hoofd-af-1
zetgebied in Duitschland lag.

Intusschen was het niet onbekend, dat de voor-

raad tabak in tweede hand, wat pakken-aantal betreft,

niet
gevaarljk
was, – in
vergelijking
met den voor-‘
raad van vredesjaren zelfs bepaald
niet
groot; maar

de waarde van dien voorraad in guldens uitgedrukt
was, door de hooge prijzen, die in 1921 betaald
waren voor prima zandbiad en voetblad-vooroogst

(ook voor Europeesche doeleinden), zeer aanzienlijk.
De achteruitgang van den markenkoers heeft dan
ook tengevolge gehad, dat vele handelaren zich aan-
zienlijke offers hebben moeten getroosten, alvorens
zij deze tabakken
bij
de industrie konden plaatsen;’
hetgeen hun echter ten slotte, in het algemeen ‘ge-
‘sproken, gelukt is.
De berichten uit Amerika waren van dien aard,

dat op een vlotten afzet van het Amerikaansche
gedeelte van Oogst 1921 gerekend mocht worden.
Zooals steeds het geval is, werd reeds tegen het
einde van het jaar 1921 in groote trekken de ver-
deeling van den Oogst bekend, en het bleek, dat de
verdeeling van Oogst 1921 voor Amerika niet gunstig
was. Berichten daarover naar Amerika gezonden,
hadden tot gevolg, dat in de eerste maanden van
1922 groote kwamtums 2e Klasse voor Amerika
geschikte tabakken, die nog in het bezit van den
Hollandschen handel waren, naar Amerika werden
verkocht. Deze verkoop van de goede voor Amerika
geschikte resten van Oogst 1920 heeft gedurende
een groot gedeelte van het jaar 1922 plaats gevonden
1

en aldus een groote verlichting gegeven aan den
handel, die nog in begin 1922 den afzet van den
voorraad met pessimistische.00gen aanzag.
Ook werd spoedig bekend, dat Oogst 1921 zeer
weinig goed zandblad zou opleveren, en menige
Europeesche fabrikant vulde zijn zandbladvoorraad,

nog vôôr het begin der nieuwe campagne, uit de
oude handelsvoorraden aan.

‘Kort samengevat, kan gezegd worden, dat, niettegen-

staande de hoogst ongiinstige prognose, die van de

zijde der handelaren over de verkoopskansen van den nieuwen Oogst gegeven werd, de directies der groote

maatschappijen met vertrouwen de campagne tegemoet
gingen.

En dit vertrouwen is niet beschaamd geworden.
Bij de eerste
inschrijving
(die, zooals verwacht werd,
voor het Amerikaansche gedeelte op iets lager basis
dan het vorige jaar, voor het niet-Amerikaansche

gedeelte op belangrijk lager basis inzette), bleek
reeds, dat de belangstelling – d.w.z. het aantal

biedingen – zeer groot was. Inmiddels was in den

loop der
inschrijvingen
in de Amerikaansche prijzen
een voortdurend
stijgende
lijn waar te nemen, ter-
wijl de belangstelling voor hei niet-Amerikaansche

gedeelte ‘tot de laatste inschrijving toe onveranderd

levendig bleek te zijn. Behalve Amerika traden in

den loop van het jaar deverschil1ende Europeesche
Tabaksregieön als belangrijke koopers in de markt;
weliswaar hoofdzakelijk als koopers voor middel-
tabakken, maar dat was,
bij
dezen oogst geen bezwaar,
daar alles van het heelblad, dat maar eenigszins boven

het middelmatige uitstak, grif door Amerika werd

opgenomen.

De groote Duitsc.he fabrikanten bleven belangrijke koopers aan de markt; vele middelfabrikanten echter,
die vroeger steeds hier aan de markt gekocht hadden,
konden dat door gebrek aan Nederlandsche valuta

niet meer doen, en kochten dus ,,van de hand in

den mond” van den handel.
Het beeld van de markt was, doordat die groote
schare van Duitsche middelfabrikaiten ontbrak, veel

minder levendig dan men in de laatste twee jaren
en vôôr den oorlog gewoon was.,
Dat de schier totale devaluatie van de mark dus

een ongunstigen invloed op de afname van de voor

Duitschland geschikte tabakken uitgeoefend heeft,
is een onloochenbaar feit, en heeft zich ook in 1922
duidelijk gedemonstreerd.
Het feit, dat vele Duitsche fabrikanten juist door

Oogst 1921
werd als volgt verkocht:

Producent:


CC
I
n
0.0
«o

i0

..
bio

re
nc
.

o

.
bio”
n’

n,S
0

Cd

””
,

ets.
.

Gld.
pn.
ca.
01
Deli-Mij …….
52.644 208
17.509.823,20
9195
17
DeliBataviaMij
27.824
232
10.328.268,80
5502
20 Senembah

Mij.
24.076
220
T.
Mij ,,Arends-
8.474.752,-
5717
24
14.131
184
4.160.166,40
1745
12
MedanTab. Mij.
11.936
174
3.322.982,40
1844
15
C.M.,,DeOostk”
10.493
87
1.460.625,60
1007
10
Amst.Serd.T.0
2.703
177
765.489,60
511
1.9
Tabak Cult. Mij
2.292
154
564.748,80
200
9
Serd. Cult. Mij
2.129
193
T.
Mij. ,,Tjinta
657.435,20
483
23
Radja”
2.100
255

,
856.800,-
395
.

19
T.Mij,,Krapoh”
2.021

90
291.024,-
87-
4
Roll.

Deli

Cie.
1.861
199
592.542,40
346
19

burg”

……..

Rimb. Tab. Mij.
1.832

84
246.220,80
170
9
s’. 1370p.

H ol!.
Stom. T.
M.
1.700
inH11.
203.040,-
106
6
120

Bah Lias
T. &
11.

E ……..
1.003
150
384.720,
287
18

Sei. Lipoet C. M.
1.302
196.748,80
11.5
9

W’amp.T.&R.E 1.054
1.18
198.995.20
103
10
Shanghai
Surn.
.Tob. Cy
888
218
309.734,40
183
21
Ned. Langkat
C.

Mij.

…..
.708
l

66
81.100,80
9
1

1

Totaal….
1163.3571
194
50.665.218,40128005

17

zalc
zak
6,05
4,60

0,35

1,05
19,- 15,-

9,50
220,-
105,-
8,50

7,25
0,70

zak
KG.

21,-
3,80
21,60
0,50

10,-
9,50

13,50
0,40

2,25
43, –
4!,-
31,50
24,-
550.-
150,-
12,50
12.50
6,50
1,25

2,-
20,50
18,25
10,25

575-

KG.
pCI…
pÇt… pCr…
bundel
bi
…..
bi
…..
• 50KG.
• 50KG.
• vat
siuk.

37,50
28,
16,50
2,75
2,80
30,-
27,- 23,- 38,-
960,-
370,-
35,-
25,-
21,50
2,25

(;uano
…………
Thomas Slakkenm. Dubbel Superphos.
phaat
………
Kopersulfaat
……
Sch wei nf ii rter
gruen
……….
1 X A Matten….
1 A Matten
……
Tertiamatten
Koelitkajoe
……
Al paktouw
……..
Aanrijgtouw
……
Ijzerdraad
……..
Spijkers
……….
Cement
……….
Zinken rabongs

7
7
,
,75 –
50 17,50

16,50 16,50
0,85 0,85

1,60
19,50
18,25
10,25
14,-
575,

37.50
16,50 12,50
1,75

5 September 1923

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

783

deze lage valuta groote export-orders kregen en

zeer belangrijke kwantums sigaren de wereld inzonden,

waardoor zij dus vreemde valuta in handen kregen,
heeft weliswaar de boven beschreven gevolgen der
devaluatie eenigszins getemperd, maar heeft toch niet
voldoende tegenwicht daarvoor kunnen bieden.

In dezen voor Amerika zoo exceptioneel kleinen

oogst, kochten de Amerikanen alle maar eenigszins
bruikbare eerste en tweede lengten; uit voetbiad-
vooroogst partijen werden vaak BB’s K’s en SK’s

meegenomen, waarop de Aitierikanen in normale
tijden niet reflecteeren. Dat voor deze merken nog

hooge prijzen werden besteed, was een schadeloos-
stelling voor de lage prijzen, die het mindere stuk-
blad en alle bonte tahakken opbrachten.

De
opbrengst-prijzen
der meeste maatschappijen
zijn, niettegenstaande de hoogst onguustige indeeling
van den oogst, zoodanig geweest, dat, wanneer de
productie-prijs niet nog abriormaal hoog geweest
ware, een
behoorlijke
winst behaald zou zijn. Het
gemiddelde van
f 1,94
per pond is dan ook vergeleken
bij de jaren voor
1919,
niet ongunstig.

Hieronder volgt een staatje van de gemiddelde
opbrengsten van oogsten
1910-1921
per pond en
van het aantal pakken van die oogsten en de totaal
opbrengst.

Oogst Prijs per KG. Aantal pakken
1)

Opbrengst
1910
…..
f 1,31

234.133

f 47.800.000,-
1.911 …..,, 1,42

280.704

62.200.000,-
912
……….
36

282.920

60.000.000,_
1913 …..,, 1,27

251.689

« 49.000.000,-
1914 …..

,, 0,93

246.543

35.800.000,-
1915 …..

..1,78

232.911.

64.200.000,-
1916
…..
,, 1
1
80

237.898

66.800.000,-
917 …..,, 1,46

238.299

53.200.000,-
1918
…..

1,41

275.392

61.000.000,-
19192)….

3,21
2
)

144.4692)

68.300.000,_
2
)
1920
…..

2,85

147.388

67.262.121,-
1921
……

1,94

163.357

50.605.218,40

Een pak bevat
80 K@. tabak.
Tot hier zijn de cijfers van Dentz gevolgd.

De opbrengst per pond van oogst
1921 is
dus
hooger dan die van eiken oogst, voorafgaande aan
oogst
1919.

Ook de
totaal
opbrengst van oogst
1921
maakt
tegenover de oogsten van voor
1919
geen slecht figuur.

Met den abnorrnaal hoogen kostprijs van oogst
1921
kan echter van een winstgevend bedrijf niet gesproken
worden. Deze piijs lag vaak dichter bij de
f 2,–
dan de
f 1,90.
Hebben enkele maatschappijen dan
ook eenige winst gehad, de meesten werkten met
verlies.

Een lijstje der geschatte gemiddelde kostprijzen
volgt’ hier.

Oogsten
1910
t/rn.
1914.. . . 80190
cent
1915
.
1916
….
95/105
1917
1918
….

..
05/.I 15
1919
………….
155/165
(zonder rekening
1920
………. …..
90/200
)
te

houden

met
1921
………….
190200
de nieuwe belas.
1922
………….
160,170
!.tingen.

Tengevolge van de inkrimping van oogst
1922
hebben verschillende maatschappijen groote partijen
tabak moeten laten liggen. Ware dit niet het geval

geweest, dan zou de kostprijs waarschijnlijk 10 â 15
cent lager zijn geweest.

Wel is een belangrijk deel van den kostprijs als
de arbeidsloonen, rijstprijzen, kosten van materialen,
bemesting e.a., vrachten enz. weer gedaald, doch die
daling zette pas goed in in den loop van
1921,
zoodat zij voornamelijk oogst
1922
heeft verlicht,
terwijl vooral oogst
1923
van die verlaging de groote
voordeelen zal hebben. En zelfs dan nog zijn de ver-
schillende prijzen lang niet tot vooroorlogsuiveau
gedaald. Uit het hieronder volgend staatje moge de
prijsdaling van verschillende materialen blijken.

Omschri
j
vin
goorlog
Prijs voor den

1917

1918

1920

1921

1922

8,-
7,50

0,40

1,40
30,50
28,50
18,50
2!,-
500,-
150,-
14,-
12,50
10,50
1,10

. ,,.,,

,-

,-

a,ou

5,50

4,50

II p.,,

1,95

2,60

2,70

3.25

3,30

2,55
III p.

1,15

1.40

1,45

1,75

1,91)

1,40
IV P.

0.85

1,-

1,-

1,25

1,50

1,-
K. Djantan
……
.1).

0.75

0,45

0,45

0,65

0,65

0,425
K. Djantan
……
..p.,,

0,225

0,25

0.25

0,35

0,30

0,26
Kilas
………… .
p.

0,14

0,15

0,15

0,175

0,175

0,165
]l acau 1
……….
..p.

1,90

2,85

280

3,50

4,25

3,25

II
……….
p.,,

1,55

1,95

2,-

2,50

2,75

2,-
.p

III
………,,

080

0.95

t,-

1,50

1,60

1,20
Tjangkols koelies,. p.,,

0,95

2.50

2,50

2,90

1.55

1, –
11

vrouwen s.,

0,75

1,-

1,-

1,10

1.10

0,80
Parang Beagkok.. e.

0,60

t,-

1,56

1,30

0,80

0,65
Lalang Messen…. p.

0,60

0,90

1,86

1,30

0,80

0 50
Schoppen
……..
..p.

0,50

1,10

3,50

0,70

0,70

1,10
Harken ..
…….. .
p.

0.80

1,-

1,57

1,35

1,-

0,75
Tjangkoiwiggen .. p..,

0,01

0,03

0,07

0,04

3,03

0,025

Atap
………….. .
p. 10003t. 26,-

33,- 33,- 24,-
Al zijn de
prijzen
dus nog niet gedaald tot het
niveau van voor den oorlog, toch kost oogst
1922
reeds
30
centen per pond minder d.w.z. een verlaging
van den kostprijs met 15 procent.

En hoe ziet de toekomst er nu uit voor den nieuwen
oogst?

Aan den eenen kant weten wij dat oogst
1922
een
veel betere indeeling geeft dan . zijn voorganger..
Bovendien weten wij, dat de Sumatra consumptie in
Amerika sterk is toegenomen, en daar Oogst
1922
aan de Amerikanen voldoende en mooi materiaal
kan leveren, is hierin een reden te, vinden om den
nieuwen oogst met vertrouwen tegemoet te zien. Dat
ook zelfs in deze moeilijke tijden de Regie-landen

blijk hebben gegeven, blijvende afnemers van ons
product te zijn, mag eveneens een heugelijk verschijnsel

genoemd worden. De voorraden van den handel zijn,

in vergelijking met vroegere jaren, niet aanzienlijk,
en bestaan hoofdzakelijk uit stukblad en bont sor-
teeringen, daar Amerika na afloop der inschrijvingen
nog menig twijfelachtig merk opgenomen heeft.
Aan den anderen kantkan nietworden tegengesproken,
dat bij den handel moedeloosheid heerscht; deze vindt

haar oorzaak in het moeilijk binnenkrijgen van de
vorderingen op Duitschland, en in de stagnatie in

den afzet, welke juist weder in den laatsten tijd –
sedert de mark haar val naar het nulpunt in zoo
snel tempo heeft voortgezet – optreedt. Dat de voor
ons bedrijf zoo hoogst gewichtige groothandel zich
in een niet gemakkelijke positie bevindt, is niet te
ontkennen, en is ook voor ons zeer betreurenswaardig.
Ook als directe afnemer is Duitschiand, met zijn
mark die tegenover de wereldvaluta bijna geen waarde
heeft, en ook door de daarmee gepaard gaande ver-
arming van breede kringen zijner bevolking, zéér
verzwakt, hetgeen, voor onze cultuur hoogelijk te
betreuren is. In hoeverre die verzwakte koopkracht

bij de afname van ons artikel in de a.s. campagne
tot uiting zal komen, valt nog niet te beoordeelen.
De prijzen, welke tot nu toe (1 April
’23)
zijn
gemaakt, mogen zeer bevredigend worden genoemd.
Eén ding is zeker: de Sumatra tabak heeft ook

in deze malaise jaren blijk gegeven een artikel te
zijn, waaraan de geheele wereld behoefte heeft, en
al is de
cultuur
door de moeilijke tijden nog lang
niet heen, toch is het vertrouwen gewettigd, dat
dit wereld-artikel zich ondanks alle belemmeringen
zal weten te handhaven op de eereplaats, die het
inneemt.

Inkrimping van den Tabaksaanplant.

In verband met verschillende omstandigheden werd

784

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

5 Septembe 1923

door het Tabaks Bureau besloten om het maximum

aantal te realiseeren pakken tabak voor de oogsten

1922 en 1923 vast te stellen op 195.000. Regelingen

omtrent het aantal pakken, dat ieder zou mogen

realiseeren, werden aan de tabaks-maatschappijen
ter Oostkust voorgesteld bij circulaire No. 1473 en

op 24 Juni werd een vergadering ter bespreking dier

voorstellen gehouden. Op deze vergadering werd in

principe aangenomen dat de verdeeling zou plaat

hebben naar rato van het aantal in 1922 beplant
bouws. Voor de groote maatscha’ppijen. zou de ver-
deeling naar rato van de gemiddelde opbrengst over
de jaren 1915-1918 gèschieden, nadat van het totaal

het aandeel der kleine maatschappijen was gereserveerd

Deze regeling, bevestigd door correspondentie met

het Tabaks Bureau, werd den maatschappijen mede
l

gedeeld
bij
circulaire No. 1529. Hierin kwamen wedei

enkele
wijzigingen (vide circulaires No. 1537 en 1.546),

terwijl de definitieve verdeeling voor oogst 1922 bij

circulaire No. 1564 aan de maatschappijen werd

aangeboden.

Deli
Mij
………..
68.093
iolland Deli
Cie……2.638
Senembah Mij ……
37.281
Ned. Laugkat Cult. Mij.
1.063

Deli Batavia Mij.
.. 36.116
Sei. Lipoet Cult.Mij.
.. 2.515

Cult.Mij.,,DeOostk.”
14.518
Tabak Mij. ,Jrapoh”.
. 1.870

Tab. Mij. ,,Arendsb.”
16.583 11. V.
Amsterdam …..
3.663

Serdang Cultuur Mij.
2.650
Tab. Mij, ,,TjintaRadja”
2.300

Roll. Sum. Tabak Mij.
2.239
Shanghai Sum. T. C. Ltd.
3.471

Enkele kleine maatschappijen wenschten zich echter.
aan het haar toegestane kwantum niet te bindén.

Bij bovenstaande regeling werd de bepaling gemaakt,

dat, als een der maatschappijen niet op het haar
toegestane maxium kwam, het door haar minder

gerealiseerde naar verhouding door de maatschappijen,
die meer hadden geoogst, mocht worden verdeeld.
Bij circulaire 1578 werd een voorloopig overzicht
gegeven van het totaal aantal gerealiseerde pakken

tabak,
terwijl
een definitief overzicht, als volgt

luidende, bij c?rculaire 1592 werd bekend gemaakt.

Dcli Mij………..
70.147
1-lolland Deli Cie……
2.709

Senembab Mij ……
37.976
Ned. Langkat gult. Mij.
947

Deli Batavia Mij…
34.184
Sei. Lipoet Cult. Mij..
. 2.627

Cult.Mij.,,Deüostk.”
14.990
Tabak Mij. ,,Krapoh”.
. 1.89!

Tab. Mij. ,,Arendsb.”
15.981 II. V.
Amsterdam ……
3.827

Serdang Cultuur Mij.
2.050
Tab. Mij. ,,TjintaRadja”
2.310

Roll. Sum. Tali.
Mij. 1.774
Shanghai Sum. T. C. Ltd.
2.987.

ONTVANGEN:

. ‘T

De Strijd om de Indische Vennootschapsbelastin’

(overdruk uit ,,De Indische Oourant” West-Java
Editie). Antwoord van J. L. Vlaming Jr. op de
nadere beschouwingen over de Indische Vennoot-
schapsbelasting door Mr. M. W. F. Treub. Welte

vreden. N.V. Indonesische Drukkerij.

Mat hematische Bevölkerungst heorie,
von Dr. E. Ozube

o.ö. Professor der tech.nischen Hochschule in
• Wien, dargestellt auf Grund von G. H. Knibbs’
,,The Mathematical Theory of Population”. Mit
71 Figuren im Text. Leipzig-Berlin 1923. Verlag

und Druck von B. G. Teubner.

.1


OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN.

Jahrbücher für Nationalökonomie

und Statistik. .- Jena, Juni 1923.

F. K. Mann,
Die Grundformen der Steuerabwehr.

T d ei. – Jena, Juli 1923.
E. Giinther,
Die Anpassung der Sozialversicherung,

an die Geldentwertung und Lohnsteigerung.

The Journal of Political Economy. –

Ohicago, Augustus 1923.
R. H. Tawnep,
Sixteenbh-century religious thought

T; J. Viner, Taxation and cha.nges in price levels;

S. Breciciwridge,
– Home responsibilities of women

workers;
C. E. Grif fin,
The future of our creditor

position;
E. Antonelli,
Recent tendencies in French

economics;
R. R. Kuczynski,
Reconstruction of the

German finances.

Revue d’Economie Politique. —Parijs,

Mei/Juni 1923.

E. Bonnet,
La politique de l’eau en Algérie;
Dr. H.

M. Hirschf eld,
Le Saint-Simonisme dans les Pays-Bas.

Le crédit mobilier néerlandais;
E. V’illey,
Réflexiorts

sur le projet de bi relatif aux assurances sociales;

L. •Baudin,
La situation économique de la Grande-
Bretagne d’après les banquiers anglais;
G. Nestier-

Tricoche,
La journée de huit heures aux Etats-Unis.

Veltwirtschaftliches Archiv. – Jena,
Juli 1923.

F. 1.iJulenburg,
Internationale Kapitalbildung

nach dam Kriege; Dr. E. von Becicerath,
Die Wett-
hewerbslage der deutschen Welthiifen;
A. N. Shin&-

min,
The English Trade Board system; Dr. E.

Schuster,
Typisierung als Wirtschaftsorganisation.

S o ci a
Ie V
00
r zo r g. – Amsterdam, Juni/Juli

1923.
K. Lindr&er,
Het preadvies van Oommissie XI;
Mr.

Dr. A. Span jer,
De Landarbeiderswet, II;
Mr. H. J.

Morren,
Inconsequent:ies van het onderscheid tusscheii

publiek- en privaatrechtelijke dienstbetrekkingen;

Mr. L. Del Baere,
Het Be’zuinigingscongres.

The American Journal of Interna-
t i o n a 1 L a w. – Concord, N. H., Juli 1923.

Bord,
The United States and the Permanent

Court of International Justice;
G. E. Sherman,
The

international organisation of the Danube under the
peace treaties;
R. E. Ireton,
The Rhineland commis-

sion at work;
E. Hollander,
International traffic ]aw:

its forms and requirements;
B. H. Williams,
The

protection of American citizens in China: cases of

iawlessness.

MAANDCIJFERS.

EMISSIES IN AUGUSTUS 1923.

Pron. en Gemeentelijke Leeningen.
f

935.000,-
zijnde:
ileerlen
fl.000.000,—S°/o
oh!. á
93
°i

Totaal ….

f
935.000,–

Totaal der emissies in Januari.
. .
.’f
86.863,725,-

Februari ..,,
5.77.500,-

Maart

. . .
4.765.840,-

April

. . .

,,
6.979.250,-

Mei

……,,
8.503.000,-
Juni ……
93.667.500,-

Juli
8.607.875,-

Augustus
. .

,,
935.000,-

Algemeen Totaal.
.
f
215.879.690,-

Voorts bestond ook hier te

lande gelégenheid
tot

in-
schrijving op de uitgifte van ,,Steaua Romana” S. A. pour
1’Industrie du Pétrole Lei

155.000.000,—
aand.

â
110
0
/0.

GIRO-KANTOOR DER GEMEENTE AMSTERDAM.

Mei 1923

11

Juni
1923

Posten
1

Bedrag

11
Posten
1

Bedrag

Ontvangen en

1
1
1
betaald:

1
in contanten.

1
31933
f
15.099.668
30900
f
13.921.374
door over-

1
schrijving

)

1
126000

1
l,,
144
.
271885

1
118628

l
,,170203
.
585

Particuliere

1
rekeninghoud.

t
18900
2
)1,,
1

28.436.246
1
1

19217211,,
29.926.374

Saldo te goed
to

part.

rek,

‘.

1» 19.548.403

,, 19.698.060
Deposito’s voor
een jaar vast.
2116
,,

8.505.900
1

2166
2
)1,,
8.424.300

1)
inciusieve
verrekeningen tusschen gemeentediensten,
zijnde pl.m.
f
87.032.239,18
en
f
108.100.105,20 per maand.

2)
Aantal.

5 September 1923

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

785

HANDELSBEWEGING OVER DE MAAND JULI 1923

(volgens de groepen der naamlijst van goederen, opgesteld door het Centraal Bui-sii voor dp. S iit.i.l- ‘

Groepen
11

Invoer
Uitvoer
Saldo invoer
Saldo Uitvoer

Gewicht
Waarde
Gewicht

i

Waarde
11

Gewicht
Waarde

11
Gewicht
Waarde

K.G.
Gulden
K.G.
Gulden
K.G.
Gulden
K.G.
Gulden
1 Dieren en dierlijke
producten
10.162.229
6.190.203
32.494.953 19.354.110

1


22.332.724
13.163.907
II Plantaard.

voort-
261.572.008
39.155.887 82.711.926
10.873.297 178.860.082
28.282.590


Illa Mineralen,metalen
en niet in andere
groepen

opgeno-

brengselen ………

men fabrik. daarv.

920.715.857
26.947.587
463653.924
10.393.064′
457.061.933
16.554.523


Ilib Gouden en zilveren
munt en muntmat
2.470
200.698
8.361
511.955
– –
5.891
311.257
IV Meel en meelfabri-
katen ………….19.838.500
3.147.851
22.400.993 2.996.476

151.375
2.562.493

V Cliçmische produc
ten,

geneesmidde
len, verfwaren en
kleurstoffen
21.928.043
3.414.276
8.859.271 3.471.740
13.068.772
-_

57.464
VI Olie,hars,was,pek,
teer en distillatie-
productenvanteer;
fabrikatenvandeze
stoffen, n.a.g
65.340.231
9.094.704
31.010.317
2

8843.713
2

34.329.914
250.991


VII Hout en fabrikaten

200.800.506
14.671.693 3.080.122 593.488
197.720.384
14.078.205


VIII Huiden, vellen, ie-
.
der, lederwerk en
.
schoenwerk
2.234.534 4.062.424
1.726.370
2.447.913
508.164
1.614.511
– –
IX Garens,

touw en
touwwerk,weefsels
.
.
en stoffen, kleede-

ren en modewaren
5.518.519
15.941,388 4.584.719 11.281.425
933.800 4.659.963


X Aardewerk, porse-
lein,

pottenbak-

kerswerk,

gebak-
ken steen en andere
kunststeen
51.885.531 1.557.385
24.192.576
961-585
27.692.955
595.800

3.532.231 1.042.364
2.336.304
640.934
1.195.927
401.430
– –

van hout en derge-
lijke stoffen; meu-

7.960.980
2.734.911
17.490.075.
3.078.964


9.529.095
344.05

belen v.a.s.

…..

XlllVoedings-

en ge-

notmiddelen,

niet
genoemd in de groe-
pen 1, 11,1V en VI
34.896.433
13.038.038
27.467.302
11.580.404 7.429.131
1.457.634
– –
XIV Rijtuigen, voertui-
gen, vaartuigen en

………
XI Glas …………..

luchtvaartuigen
13968.246
4.486465
5.473.887 3.077.148
8.494.359
1.409.317

XII Papier …………

XV Andere

goederen
dan gebrachtonder
de groepen

1 tot
en met XIV
12.806.829 11.978.846 6.957.372
6.099.658 5.849.457 5.879.188

Totaal ……..

Handelsbew. zond. goud.

1.633.163.147 157.664.720 734.448.472 96.205.874

– –

898.714.675
6L4586

en ziiv. munten munt-
mat.(opgen.ingr.IIIb)
1.633.160.677 157.464.022 734.440.111 95.693.919
898.720.566
61.770.103

OVERZICHT
van de waarde van den In- en Uitvoer voor elke maand van het loopende jaar en de drie

daaraan voorafgaande jaren, met uitzondering van guden en zilveren munt en mnntmotirioo1
in cnildpno

Invoer Uitvoer
Maanden
1920
1921 1922

1923
1920
1921
1922
1923
1) 2)
1)

2)
1) 2)
1)

2)
Januari

……
214.136.278
152.495.668
173.045.849
135.932.785 115.835.310
86.106.447 91.487.819
Februari
… …
233.591.043
170.369.270 152.353.594
162.159.535
113.309.645 120.956.498
84.204.248 94.601.855

April
………
187.916.138
203.592.812 213.830.220
195.772.602 180.328.763 165.440.620 68.210.466
107.204.662
112.879.875
106.977.347

..
256.207.615

167.451.702 169.639.064 99.448.337 108.819.697 92.729.841
97.005.415 298.514.162
168.114.951
194.080.257
160.129.701 170.393.137
93.818.710
108.423.679
104A28.702
Juni

………
345.402.373 188.559.719 150.899.735 159.533.444 179.478.445 120.815.908 100.680.880
97.860.255
Juli

……….
314.861.366
170.674.007
163.863.700
157.464.022
177.114.162 105.420.129 104.572.575
95.693.919

Maart ……….

Tot. Jan-Juli.
1.840.085.509

..

1T21.457.047
1.161.473.419
1.147.442.5
943.886.977 772.870.914
189.597545
687.755.312

Mei

…………

267.956.122

..

186.640.179
178.807.927

130.018.883 142.544.083
99.442.892

September
– – . –
317.368.670

..
..

197.271.439 164.616.506

165.965.569 135.749.765
115.612.131

October …….
337.338.332
179.043.171
186.643.442

148.140.438
114.694.641
112.003008

Augustus …….

270.811.334
175.806.364
172.295.111

156.557.011
106.623.879
104350.396

November
——

December …….
302.154.125

..

180.000.903 163.762.355

156.922.833 197.115.318
100.225.239

Totaal
– – . –
3.335.714.092
2T0.219,1O3
2.027.598.760

L701.49iT7Ti
i

9.598600
L221’23]iTTï

1
1

omcr
Jn niet
uegrepen ne ouneerkolen voor INeci scoepen. ) Hieronder is niet begrepen de bunkerolie voor Ned. schepen.

kl

786

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

5 September 1923

/

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B. *** beteekent: Cijfers nog niet oiitvaugen.

GELDKOERSEN.

BANKDISCONTO’S.

Disc. Wissels. 4
18Juli ’22
Zwits. Nat. Bk.
4 16Juli ’23
Bel.Binn.Eff. 4
18Juli ’22
N.Bk.v.Denem. 6
1Mei ’23
Vrsch. inR.C. 5
18Juli ’22
ZweedscheRbk 41
1Juli ’22
Javasche Bank … 31
1Aug.’09
Bank v.Noorw. 6
1Mei ’23 Bankvan Engeland 4
5Juli ’23
Bk. v. Tsjecho-
Duitsche Rijksbk. 30
2Aug.’23
slowakijë…
41283ƒei ’23
Bank v. Frankrijk 5
llMrt. ’22
N. Bk.v.O’rijk 9
2Sept.’22 Belgische Nat. Bnk.
5k22
Jan. ’23
Hong. Bank.. 12
25Apr. ’23
Fed. Res. Bank N.Y.
4421 Feb. ’23
Bank v. Italië.
5411Juli ’22
Bank van Spanje.. 5
23 Mrt. ’23
Z.-Afr.Res.bnk 6

OPEN MARKT.

1

Amsterdam

1(3mnd.)

Londen

Berlijn 1Parijs N.ork
Part.Data

1
Part. 1 Prolon.

diconto

Part.

Part.

Cali.
1
disconto
1
gatie

disconto disc.

moneg

1 Sept. ’23

2% 2)
27A.-1 S.123

2% _3%
20-25A.’23

2%_3
13-18 ,, ’23
2518_718

2%…3

28A.-2 S.’22
234_3
211
2

29A.-3 S.’21

2% -3%

20_24J1i’14
3ij-1

2%_3%
1)
Noteering van
31
Augustus.

WISSELKOERSEN.

WISSELMARKT.

De vrije dagen zijn wel mede de oorzaak, dat zoo weinig
gedaan werd. De koerseii schommelden slechts weinig. Lon.
den 11,57-1156% ; heden echter zeer aangeboden 11,53.
Dollars 2,54%-
2
,54%. Parijs 14,55-14,40. België kon
tot 12,20 verbeteren; slot 11,82%. Marken kwamen van
0,000040 op 0,000020.. De overige koersen varieerden slechts
onbeduidend. Biien6s Aires was iets vester, 82%.

4 September 1923.

KOERSEN IN NEDERLAND.

Londen Berlijn

Weeneh ‘Parijs Brussel New
Data

0)

0)

0)

0*)
York)

27 Aug. 1923 11.574 0.000041 0.00354 14.50 11.70 2.54
s/to
28 ,, 1923 11.56
0.000038k
0.00354 14.524 12.- 2.543/
8

29 ,, 1923 11.56 0.0000344.0.00354 14.424 12.10 2.54
8
/8
30 ,, 1923 11.57
0.0000.231
0.00354 14.324 11.71 2.54/
4

31 ,, 1923 – –

– – –
1 Sept. 1923 – –

– – –
Laagste d.w.
1
11.554 0.000020 0.0035 14.30 11.65 2.54
Hoogste,,,,
1
11.584 0.0000474 0.00374 14.65 12.25 2.54
5
/
24 Aug. 1923 11.574 0.0000574 0.00354 14.25 11.424 2.54
3
/
18

17 ,, 1923 11.594 0.000066 0.00354 14.- 11.274 2.54
Muntpariteit 12.10 59.26

50.41

48.- 48.- 2.48%

)
Noteering te Amsterdam.

) Noteering te Rotterdam.
5)
Particuliere opgave.

D ta
°
Stoel.
I,olm

)
Kopen.
hagen)
C/,ris.

Zwitser.
H
a
,,i
a
a)

/
an
dr)
1

Spanje
1)
Balala
1)
telegrafisch

27 Aug. 1923
67.65
47.45 41.40 45.95
34.05
9631
8

28

,,

1923
67.85
47.25
41.40
45.871

34.10
9681
8

29

,,

1923
67:80
47.40 41.40
45.85 34.05
9631
s

30

,,

1923
67.974
47.40
41.45
45.874
34.20
9681
8

31

,,

1923
– – – –

963
1 Sept. 1923
– –



96%
L’ste d. w.
1)

67.55
47.-
41.20
45.80
34.-
968
EI’ste

,,

,,

1)
68.-
47.55 41.55
46.-
34.20
9651
8

24 Aug. 1923
67.60
47.50
41.50
45.92434.102

9631
8

17

,,

1923
67.75
47.30
42.-
46.074
34.374
961_7
Ivluntpariteit.
66.67 66.67 66.67
48.-
48.-
100

0)
Noteering te Amsterdam.
5)
Particuliere opgave.
2)
Noteering van 25 Aug.
8)
Idem van 18 Aug.

KOERSEN TE NEW YORK.

EI

t
°
Cab/eLond.
(in
$
pert.)
ZichtParijs
(in
cts.p.frs.).(ln

Zicht Berlijn
ct. p. Mrk.) ZlchlAmslerd,
(in.cts. P. gld.J

31 Aug.

1923
4.54.50
5.04
0.000009
39.32
Laagste d. week
4.54.50
5.59
0.000009
39.30
Hoogste

,,
4.54.87
5.74
0.000016
39.34
25 Aug.

1923
4.55.50
5.71
0.000018
39.36
18

,,

1923
4.55.75
5.22
0.000025
39.38
kluntpariteit ..
4.86.67
19.30
23.81%
1

40s1
1

KOERSEN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN

Plaatsen en

Noteerings. 118Aug.
125
Aug 27 Aug.11 Sept.’23 1 Sept.
Landen

1
1
eenheden
1
1923
1
1923
1
Laagste
1
Hoogste
1
1923

Alexandrië. . Piast. p. £ 9715′ 197161

9716!

9715!

9715!
1331

’52

32

182

132
0
Bangkok… Sh.p.tical 1110 1 1110

1110

1110

1110
B. Aires’) . .

d. p. $

38
7
18 1 38
1
13

38% 3871
8

38 ‘s/16
Calcutta . . . . Sh. p. rup. 114
1
j,
1

l’3′
1
1
tas /

iss 114
8
1

114
3
1
33

Constantin. . Piast. p. £ 823
Hongkong . . id. : $ •213
3
1,
Lissabon]) . . d. per Mii. 2e116
Madrid …..
Peset.p.
33.60
Mexico …..
d. per $
25
Montevideo’)
id.

.

38
Montreal
$ per £
4.66%.
p. £

..

15551
8

Praag …….Kr.
R.d.Janeirol)
. . per Mii.
581,
Rome …….
Lires p. £
106%
Shanghai …
Sh. p. tael
31071
8

Singapore…
id. p. $

.

21411
Valparai80
2
).
peso p. £
36.70
Yokohama ..
Sh. p. yen
211251
33

Koersen der voorafgaande
dagen.

NOTEERING VAN ZILVER.
te Londen
N.
York
te Londen N.York
].Sept.

1923..

30121

62%

2Sept.
1922..

35%

70
25Aug.

1923..

3015/

6221
8

3Sept.
1921..

38%

63
18

.,

1923..

31

6271
8

20 Juli 1914..

24
15
1

5411
9

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 3 Sept. 1923.
Activa.
Binnenl.Wis

1 H.-bk.

f

67.420.325,46
sels, Prom.,

B.-bk.

,,

34,343.536,08
enz.in
disc.I Ag.sch.

,,

63.565.647,91
f

165.329.509,45
Papier o. h. Buitenl. in disconto

Idem eigen portef. .
f

52.577.079,-
Af :Verkochtmaar voor
de bk. nog niet afgel.


52.577.079,-
Beleeningen

H.-bk.

f

28.722.605,56
mci. vrsch.

B.-bk.

15.038.651,45
in rek.-crt.

Ag.sch. ,, 102.160.054,87
op onderp.

f
145.921.311,88

Op Effecten …….

f
140.635.654,66
OpGoederenenSpec. ,,

5.285.657,22
145.921.311,88
Voorschotten a. hRijk…………….
14.999.453,99
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud ……
f

56.240.100,-
Muntmat., Goud .. ,, 525.550.528,17

f
581.790.628,17
Munt, Zilver, enz. •

,,

10.505.191,25
Muntmat., Zilver .. ,,

Effecten
592.295.819.42

Bel.v.h.Res.fonds .
f

5.964.480,24
id.van
1
1.v.h. kapit. ,,

3.947.006,62
9.911.486,86
Geb. en Meub. der Bank …………….
,,

5.000.000,-
Diverse

rekeningen ………………,,

64.578.706,50

f
1.050.613.367,10
Passiva.
Kapitaal ……………………….
f

20.000.000,-
Reservefonds …………………….
,

5.999.469,43
Bijzondere

reserve …………. . …..
..

9.000.000,-
Bankbiljetten in omloop …………..
,,

966.692.710,-
Bankassignatiën in omloop ………..
,,

1.623.812,20
Rek.-Cour. j Het Rijk
f


saldo’s:

k Anderen,,

40.798.873,33
40.798.873,33
Diverse rekeningen ………………

6.498.502,14

f
1.050.613.367,10

Beschikbaar metaalsaldo ………….
f

389.783.424,20
Op de basis van
31
metaaldekking….
,,
187.960.345,10
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
ioop dan waartoe de Bank gerechtigd ii’. ,, 1.948.917.120,-

3
1
116_l18


3
1
110_
1
18


3,18-11,6


2.% –
4%.s
%

-,

2% -% 2l1_%
2)
Idem van
30 Aui

2s,

UstuS.

4%5%
4%-6
4%5%

134-2%

850
770
845
805
21381
33

213
2/371
16

213
3
1
16

2
11
1
32

29
1
32

2%
2
18
1
32

33.874
33.65
34.00 33.73
25
24
26
25
38%
37%
381
38%
4.65%
4.65
4.67%
4.65%
155
153%
155%
154
4a,
4
25
132
5I1
5
105%
104% 108%
107%
310l81, 310%
311%
31071
8

2/4i1
214
1
/
82

2141
2145133
37.10 36.30 37.10 36.30
2/l25/ 2/1%
2/17/
8

211271
33

•)
Telegrafisch transfert.
2)
90
dg.

5
September
1923

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

787

NED. BANK 3 September 1923
(vervolg).
Voornaamste posten in duizenden guldens.

k

Andere
Data

Goud

Zilver

opelschlsare
scnuiaen

3Sept.

1923 ……
581.791
10.505
966.693
42.423 581.795
10.956
931.910
34.633
581.794
11.007
930.715
29.071

27 Aug.

1923 …..

..

581.793
10.870
939.468
30.357
6

1923 …….
581.793
10.748
951.022 28.133

20

,,

1923 ……..
13

1923 ……..

605.955
8.762
984.909
26.126
4 Sept.

1922 …. …
605.969
10.283

1.021.0.31
47.375
5

Sept.

1921……..

25

Juli

1914
……

162.114
8.228
310.437
6.198

otaa
Hiervan
Beschik-
Dek-
atv
Dearag
Schatkist-
Belee.
haar
kings-
disconto
promessen
ningen
Metaal-
percen-
rechtstreeks
saldo
tage

3 Sept. 1923 165.330

22.000

145.921

389.783

59
27 Aug. 1923 141.169

2.000

133.242

38.752

61
20

1923 139.094

136.098

400.153

62
13

1923 142.124

141.487

398.005

61
6

1923 142.916

139.317

396.016

61

4 Sept. 1922 178.247

30.000

124.839

411.769

60
5 Sept. 1921 242.592

73.000

157.286

401.830

57
25 Juli

1914

67.947

14.300

61.686

43.521
1
)

54
‘)
Op
de basis van
2
1
s
metaaidekking.

Uitde bekenclmakingvandenMinister

van Finan-
c
i
ë n

blijkt, dat uitstonden op:

1

27
Aug.
1923
3
Sept.
1923

Aan schatkistpromessen.
1
f209.l 80.000,-

f21 5.940.000,-
waarv. direct bij Ned. Bk.

,,

2.000.000,.-

,, 22.000.000,-
Aan schatkistbiljetten
. .

,,220.970.000,-‘,,216.353.000,_1
Aan zilverbons ………,, 28.666.496,-

,, 28.682.196,50

Onder de vlottende schuld is begrepen:
Voorsch. aan deKoloniën

,,147.364.000,-

153.264.000,-
Voorschot aan Gemeenten)

30
juni
1923

31
Juli
1923
voor door Rijkvoor hen

,, 42.427.860,97

40.452.561,61
te heffen Ink. belasting)
27
Aug.
1923

3
Sept.
1923
Tegoedv. d. Postc. &G. dst
1
,,
1
0
6
.443.755,81I

106.443.755,84 1)
Waarvan f37.056.000 vervallen op of na 1 April 1927.

JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens. De sameugetrok.
ken cijfers der laatste weken zijntelegrafisch ontvangen.

Data
Goud
Zilver
B

k-
.
¶’
tlen
Di je
Andere
opeischb.
Beschikt,.
metaal
schulden
saldo

25Aug.1923
220.250
259.000
119.500 146.550
18

,,

1923
222.000 262.500
111.000 147.300
11

,,

1923
215.250
266.000
105.500 140.950

21 Juli1923
147.821

6100
263.534
99.784
136.763
14

,,

1923
145.453

61.042
266.925
92.606
135.157
7

,,

19231
153.631

61.489
272.138
82.729
144790
26 Aug. 19221
148.848

53.167
268.194
102.445
128.534
27 Aug. 19211
206.982

20.123
303.470
157.657 135.309
25 Juli 19141
22.057

31.907
110.172
1

12.634
4.842
2

ata
Dis-
Wissels.
huilen
Belee-
Voor-
schotten
.
t0ese
Dek..
kings.
.
conto s
N..Ind.
.
ningen
aan het
ree-
ningen
percen-
betaalbaar
Gouv.nem.
lage

25Aug.1923

162

100

*5*

59 18

,,

1923

162.300

3.500

5*5

59
11

,,

1923

172.910

7.100

58

21 Juli1923 3506

36.140

73.07

13.795

22.722

57 14

,

1923 36.192

32.384

72.049

19.107

22.142

57
7

,,

1923 36.159

29.922

69.747

12.124

19.554

61
26Aug.1922 33.097

29.815 105.872

23.425

54
27 Aug.1921 35.172

23.078 109.944

35.406

38.347

49
25 juli 1914

7.259

6.395

47.934

6.446

2.228

44
1)
Slultpost activa.

2)
Basis
11

Inetaaldekking.

CURAÇAOSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden
guldens.

Data
Metaal
Circu.
Dis-

schotten
Voor- Diverse
reke.
Diverse
reke-
latie

contos
aan
kolonie
de
ningen
1l

ningen
2)

1 Juli

1923 663
1.411
81

365
820
166
1 Juni

1923
664
1.333

128
332
733
152
1 Mei

1923
664
1.281

127
373
721
208
1 April

1923
664
1.277

127
306
669
157
1 Maart

1923
663
1.215

128
286
667 134
1 Juli

1922
682
1.221
92

341
780 309
1)
Sluitpost der
activa.
2)
Sluitpoat
der passlva.

BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.

BANK VAN ENGELAND.

Voornaamste po.sten, onder bijvoegi.iig der Currency Notes

in duizenden pond sterling.

Data
Metaal
Circulalie
Crirrency Notes.

Bedrag
1

Goudd.
1
Gov.Sec.

29 Aug. 1923
127.643 124.605
285.069 27.000 240.592
22

1923
127.643 124.277
286.708 27.000 242.543
15

1923
127.044 124.829
291.035
27.000
246.919
8

,,

1923
127.646
126.091
294.101
27.000 249.926
30 Aug. 1922
127.411 123.919
293.311
27.000 250.763
22 Juli

1914
40.164
29.317

– –

Data
G.
Sec.
Other
Sec.
1

Public

j

Depos.
Other
Depos.
Reserve
Dek-
kings-
perc.
1)

29Aug.’23
46.281
69.208
16.581
103.550
22.788
1

18,97
22

,,

’23
46.456 70.053
15.325
106.197
23.116
.19,02
15

,,

’23
45.836
69.120
10.417 109.021
22.565
18,89
8

,,

’23
46.784 68.724
10.428 108.318
21.305
17,94
30Aug.’22
44.358
76.121
26.227 98.096
21.942
17,64
22 Juli ’14
11.005
33.633
13.735
42.185
29.297
521
‘) Verhouding
tusschen Reserve
en Deposlts.

DUITSCHE RIJKSBANK.

Voorusamste posten, onder hijvoeging ider Darlehens-
kassenscheine, in milliarden Mark.

aaro.

Dek-
Data

Metaal Da:rvjin h
W
ij Buit!.

“-

Circulatie kings-
_____________

circ.bkn

perc.
2)

15 Aug. ’23 22,6

0,516 0,010

12.641

116.403

11
7 ,,

’23 25,1

0,596 0,090

2.569

62.327

4
31 Juli ’23 24,4

0,596 0,090

3.987

43.595

9
23 ,,

’23 24,5

0,616 0,110

3.445

31.825

11
15 Aug. ’22 1,0

1,005 0,050

17

205

9
23 Juli ‘l 41 1,7
1
1,357

065

1,9

93

Darlehens-
cm
Wissels
assensc

e

Handels-

Schatkist-

Rek. Crt.

Totaal In kas bij de

Totaal

wissels

papier

uitgegeven Rijksbank

m
227.166

49.532

177.634

113.167

12.700

12.600
, 104.987

25.340

79.646

38.044

2.600

2.600
g 72.066

18.314

53.752

27.857

4.000

3.988

53.027

13.930

39.096

20.402

3.457

3.445

230

12

218

44

29

17

0,751

0,751

0,944


m)
Onbelast. Bovendien verpand op 23
Juli
1923 245.5 miii.,
01)
31 Juli
1923 245,5 miii., op 7 Aug. 1923 245.5 miii., op 15 Aug. 1923
325.5
mitlioen.
2)
Dekking der circulatie
door
metaal en Kassenscheine.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten In duizenden 1 rancs.

1
Waarvan

Te goed

Bult.gew.
Data

Goud

In het

Zilver

in het

voorsch.

Buitenland

Buitenland a/d. Staat

30Aug. 23 5.537.9571 1.864.345 294.437 568.773 23.400.000
23 ,, ’23
5
.
5
37.9431 1.864.345 294.303

569.663 23.400.000
16 ,, ’23 5.537.913
,
1.864.345 294.212

565.019 23.400.000
31 Aug.’22 5.531.528 1.948.367 285.824 576.672 23.900.000

23 Juli ’14 4.104.390

639.620

Uitge.

Rek. Cr1.

Rek.

Wissels

stelde

Belee.

Bankl,i!.

Part!-

C,t.

1
Wissels

ningen

jetten

culleren
1
Staat

a 2.634.145

18.764 2.045.908 37.364.044
1
.
90
9.
4
051 19.506

2.311.493

18.803 2.086.544 37.111.156 2.104.272 12.425

2.404.536

18.805 2.110.104 37.265.406 1.952.045 14.787

2.189.283

34.255 2.075.138 36.384.980 2.119.940 50.020

11.541.980

1 769.400 5.911.910 942.570 400.590

BANQUE NATIONALE DE BELGIQUE
Voornaa.snste posten in duizenden 1 r-ancs.
Metaal
Beleen.
Beleen.
Binn.
Rek.
Data
mcl.
bultenl.
van
buitenl.
van
prom.
S.
wissels
en
Circa.
latie
1

Crt.
saldi
vorder.
provinc.
heleen.
Portie.

3OAug.231348.766
84.6531480.000 1256.439
7.193.6281
93.509
23

’23j348.466
84.653)480.000
1175.829
7.077.3451
172.580
16

,,


23350.195

84.6531480.000
1105.090
7.061.4971
147.811
31 Aug.’22330.179
84.6531480.000
620.446
6.527.662)
283.286

788

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

5
September 1923

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.

FEDERAL RESERVE BANKS.

Voornaamste posten in duizenen dollars.

Goudvoorraad

1
FR.
________________________________________ 1
Zilver
1
Notes in
Data

1

Totaal

Dekking t In het
1

dc.

1
circu-
1

bedrag

1
F.
R.Notes
1
buiten!.

1

1

latie

15 Aug. ’23
3.120.881
1
2.1 37.707

74.1862.231.815

8

,,

’23
3.112.636
2.101.713

77.4842.224.358;

1

’23
3.109.666 2.114.787

84.Ô58
2.187.729

16 Aug. ’22
3.066.434 2.285.486

131.424
2.142.303

Totaal

Gestort

Dek-

Ltek-

Data

Wissels

. .

Depos,to
s

Kapitaal

kings

k,ngs.
perc.
1)
perc.

15Aug. ’23 974.628 1.902.430

109.886

75,5

77,3

8

’23 1.000.511

1.904.791

109.673

75,38

77,3

1

’23

989.067 1.944.551

109.497

75,25

77,3

16 Aug. ’22

532.085 1.846.965

105.983

76,9

80,2

t)
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opelachbare
1

schulden:
F. R.
Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen
voorraad muntmaterlaal en wettig betaalmiddel tegenover Idem.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET ‘
FED. RES. STELSEL.

Voornaamste posten in duizenden dollars.

Totaal
Resere

1
Waarvan
.’ianla,

uitgezette

.

.

1
olaat

Data

banken gelden en
F.
R. bank., deposilos

depoC
.1

8Aug.’23

771 11.696.092 1.382.89315.084.459 3.971.879′
1
,,
’23

771 11.739.800 1.395.825 15.198.667 3.972.103-
25 Juli ’23

772 11.715.726 1.355.902 15.188.222 3.964.432

9 Aug. ‘
22
1
794 1.0.793.
2
3
8
1
1.351.778 14.748.191 3.569.4851

Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht
1

gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen hankstaten.

EFFECTENBEURZEN.

Amsterdam, 3 September 1923.

Het conflict tusschen Italië en Griekenland is nog van te
jongen datum, dati dat het reeds grooten invloed op de.
internationale beurzen zou hebben uitgeoefend en toch
heeft het bombardement van Korfoe een schaduw gelegd
over cle hoopvolle tendens, die zich, ondanks vele teleur:1
stellingen, toch nog staande heeft weten te houden. De drei:.,
ging van Balken-verwikkelingen hangt weer in de lucht en
al denkt niemand, dat de Grieksch-Italiaansche kwestie
aanleiding tot eeti nieuwen wereld-oorlog zal worden, de
1

voorvallen op den Balken, negen jaar geleden, liggen nog
te versch in het geheugen, om de ontwikkeling van de te1
genwoordige gebeurtenissen met een onverschillig oog tel
aaiischouwen. Zoo is er dus opnieuw een depressie ontstaan
en is cle horizon van een definitieve regeling der Europee-
sche toestanden weder bewolkt. Weliswaar zag het er nog,
niet naar uit, alsof men binnen afzienbaren tijd een derge-,
lijke regeling had mogen verwachten, doch de hoop bestoitcl
toch, dat aan het tot stand brengen van een w’erkelijkeu
Europeeschen vrede met ernst zou worden gewerkt en dat. men er ten slotte in zou slagen op dit gebied iets tot stand
t brengen. Het gevaar is thans niet denkbeeldig, dat de
goede plannen door onverwachte gebeurtenissen verijdekL
zullen worden.
Ook zonder dit intermezzo zou de arbeid van den OP-t
bouw al moeilijk genoeg zijn geweest. Een enkele blik naar
Duitschlaticl alleen is voldoencte om van deze waarheid te,
worden overtuigd. Ondanks de goede voornemens, die het
kabinet-Stresemaun koestert aangaande een stabilisatie vals,
de Mark door drastische maatregelen ten aanzien van be-
lastingen en andere bronnen van inkomsten toe te passen,.
is de waarde van het Duitsche betaalmiddel opnieuw zoo sterk gedaald, dat heb practisch niet alleen voor het doeii,
‘nn buitenlancische betalingen is uitgeschakeld, doch ook
in het eigen land in vele gevallen, waarin dit tot nu toe
niet geschiedde, door de gouden Mark wordt vervangen.
Zoo hebben verschillende banken in cle afgeloopen week een
rondschnijven tot hun cliënten gericht, waarin zij mede-s
deden, voortaan bepaalde transacties slechts te zullen uit-
1

voeren tegen een vergoeding in ,,vredes-marken”. Waar het algemeen prijslli’eal. zich nog steeds niet geheel heeft aan-
gepast aan de goud-pariteit – gemeten aan den dollar -‘
beteekent deze maatregel tevens een aanzienlijke verhoe-, ging van de tarieven.
rJ’eekenendl
is voorts, dat de particu-,
liese handel op deze wijze weder den toon aangeeft en de
Regeering in den stroom snedesleept. Erkend moet natuur-
lijk worden., dat de toestand voor de Duitsche Regeering

uitermate moeilijk is. i)oor de papieren Mark plotseling
los te laten, zou zij breede kringen der bevolking in ge.
weldige moeilijkheden brengen, terwijl aan den anderen
kant het hinken op twee gedachten haar prestige niet ten
goede kan komen. Het is ook in verband hiermede, dat het
vertrouwen in het nieuwe kabinet in het toch zoo korte
tijdsverloop van
t1611
week niet gestegen mag worden geacht.
En groote lijnen ziet men geen verschil met vorige ministers
en men aarzelt dati ook ter beurze niet de lijn te volgen,
die men reeds zoo lang als richtsnoer heeft gehad, hier-
iiieclo aallgeveude, dat men op de foudsenmarkt nog geen
priucipieele verandering aanwezig acht. Alleen w’ordt tie
consequentie van het verniolmde geld.systeem thans wellicht
nog iets scherper getrokken. Zoo wijst bijv. het bekende in-
dexcijfer van de Frkf. Ztg. een stijging aan van 2.087.154
tot 4.522.175 (100 op 4
jait.
1922).
Doch ook in de andere landen is een terugkeer tot non-
male verhoudingen geen eenvoudige zaak. In Engeland zou het wellicht nog het gemakkelijkst gaan, omdat men daar te
lande slechts wacht op een herstel van het internationale
liandelsverkeer, w’aarin i)uitschland dan opgenonlen zo:i
IlloeteIl zijn. i)e ongeoidencle toestanden in Europa hebben
delL Engclschcu handel groote schade veroorzaakt. De cii-
Iers van den uitvoer gedurende het eerste semester van
1923 spreken in dit opzicht duidelijker taal. Vergeleken met 1922 werd gedurende de maand Juli van dit jaar minder uit-
gevoerd aan katoenen garens 52 pCt., stoffen 28,7 pCt., vla.s-
en hennepgarens 47,9 pCt., jutegarens 8,7 pCt., wollen ga-
rens 15,9 pCt. Een toename toont de export van linneü
met 28,1 pCt., wollen geweven stoffen met 26,7 pCt., steen-
kool met 33,6 pCt., ijzer en staal met 22,2 pCt. aan. Abso-
luut zuiver kunnen deze cijfers niet worden geacht, omdat,
zooals bekend, de handel van den lerschen Vrijstaat thans niet meer in de statistieken van den Britschen buitenland-
schen handel worden opgenomen, doch waar de lersche hats-
dcl in Juli 1922 sterk gedrukt was door de revolutionnaire
beweging, kunnen de hier genoemde getallen toch wel groo-
tendeels als maatstaf worden aangenomen. Er blijkt uit, dat
dc voornaamste industrie van Engeland, de textiel-nijver-
iseid, een kwijnenci bestaan voert. Hiernaast ondervindt
Groot-Brittannië moeilijkheden met den Sterling-koers, clie,
ondanks de jongste disconto-verhooging nog geen al te
vaste tendens vertoont. Dientengevolge zijn gilt-edged
fondsen aan de beurs van Londen clan ook eenigszins ver-
waarloosd. Merkwaardigerwijze echter zijn de overige
markt-afdeeliugen vrij vast van toon geweest; vooral rub-
ber- en mijnwaarden hebben de belangstelling van de
liquide kapitalen getrokken.
Te P a r ij s is de stemming, bij geringe omzetten, even-
eens vast gebleven. Hier was de oorzaak meer te vinden in
het onveranderde van de tegenwoordige situatie, gevoegd bij
den bevredigenden toestand van den’ bïnnenla.ndschen han-
del en de nijverheid. De wisselkoers, vrij stabiel in de achter
ons liggende week, heçft een basis van berekening opgele-
verd en het vooruitzicht op geringer -invoer van levensbe-
hoeften, voornamelijk van graan, heeft optimisme ten aau-
zieti van dcii toekomstigen loop van den Franc in Frankrijk
geboren doen worden. In dit opzicht houdt men nog geener-
lei rekening met de ddroute van de Mark en met de mo-gelijke consequenties hiervan, ondanks het feit, dat men
nog steeds rekent op zeer belangrijke bedragen uit de Duit-
sche schadeloosstelling te ontvangen.
Te N e w Y o r k heeft de fondsenmarkt zich goed op
peil weten te houden. De thans uitgebroken mijnwerkers-
staking heeft geen druk van beteekenis uitgeoefend; eve:L-
mits hebben dit cle berichten omtrent een verminderde acti-
viteit in vele bedrijven gedaan. Ten aanzien van het mijn-
werkers-conflict hoopt men op een spoedige regeling, omdat
de onderhandelingen niet afgebroken zijn. En met betrek-
hing tot de industriç wordt in alle berichten de hoop uitge-
sproken op een hervatting der levendigheid tegen den herfst.
De beurs heeft haar vaste houding niet laten varen, hoewel
de omzetten toch wel eessigermate zijn afgenomen.
T e ii o ii z e n t is de stemming over het algemeen opge-
wekt geweest. Het vooruitzicht op een reeks feestdagen iii
verband met liet jubileum van H. M. de Koningin heeft
weliswaar den-handel iets doen inkrimpen, doch heeft den
ondeigronci van vertrouwen doen v6ortbestaan. Een uitzon-
clering heeft ook deze keer weder de beleggingsmarkt ge.
vormcl. Toch is op de lagere koersen voor
inheemscite staats-
fondsen
iets grooter vraag ontstaan, zoodat een gering her.
stel is ingetreden, vooral nadat de angstaanjagende ge-
ruchten omtrent een conversie van de bestaande leeningen
volkomen ongegrond waren gebleken.

J3inncnlandsche industriecle waarden
waren weifelend en
verdeeld, doch, over het algemeen was de stemming hier niet
zwak. Vooral aancieelen Jurgens konden zich belangrijk ho-
ven het vorig niveau ‘erheffn; de in guldens vastgestelde

5 September 1923

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

789

27Aug. 30 Aug. 3 Sept.
Riizig ot

6

°Io
Nederland 1922 ….

99%

995
1

991
daling.
+ 318
5

010

,,

1918

. . .

89

88

89
8
1
+

/io
4%
0/

1916

. . . .

870/
4

8611
8

87
—%
4

1916

. . . .

80

79
,
18

8051
+ 51,6
3%o

….

76

76


3

0/

. . . .

651
8

65%

65

Ia
2%
0
/0
Cert.
N.
W.
S.

……

55%

55%

55%
7

0o
Oost-Indië 1921

….I00s,

100

101311
+
7/
6

0/

,,

1919

. . . .

96
1
18

9551,

96a1
5

0
10

,,

1915
. . . .

93


5

0
,
1
0
Rusland 1906

……3j4

3%

3

4

0/
Rusi. bij Hope
&
Co.

35
8

3,116

– –
1/
16

4

7/o
Japan 1899 ……..68%

68%

– –
5

0
/0
Brazilië 1895

……47

46y
4

45
—2
8

0
/0
San Paulo

1921.
. . .

977′

97%

9751,
6


1
18
6

0
/0
Amsterdam 1920…. 101%

100



1%
7

ol
ij
Rotterdam

1920.
..
.

100%

10071


4
verkoop-prijzen iii Duitsehland hebben een goecleli
invloed
01)

het fonds uitgeoefend.

Voor

cle overige aandeelen

int
deze rubriek gold

de overweging, dat

‘ele fabrikaten der
Duitsehe nijverheid reeds thans niet meer ouder, en vank
zelfs boven de wereldmarktprijzen geleverd worden. Voor suikei

aaivcleelcn
bestond goede animo. De medeclee-
litig van de V. J. S. P., waarvan cle vorige week
hier ter
plaatse melding werd gemaakt, werkte nog door.
Rubbcraanck’elcn
werden slechts in geringe mate
verhan-
deld en konden hun niveau handhaven, zonder groote’
fluc-
tnaties.

ii,

taboklcen
viel

op sommige dagen een
geringe
reactie
01)
te merken.
Ook voor
pitroleurn-aandeelen
is de belangstelling
niet
meer zoo groot geweest, hoewel

dit niet tot een
reactie
heeft kunnen leiden.

De voortdurende beiichten
omtrent
verlaging van den prijs van ruwe olie hebben het
publiek
ten onzent voorzichtig gemaakt.

27Aug. 30Aug. 3 Sept.
Riiztng of
daling.
Amsterdamsehe
Bank

116

117

117%
+
1
Incasso Bank ………….86%

87

87%
+
1
Koloniale Bank ……….

145
7
/
8

146

144

1
7
18
Ned. Handel-Mij. cert.v.aand.1207/,

122’1

121
+
118
Rotterd. Bankvereeniging

90.’1

90%



Amst. Superfosfaatfabriek

34

36%

35
+
1
Van
Berkel’s
Patent ……43

40

3971,

Gouda Kaarsen

……….69’/
+
Roll. Draad- enKabelfabriek

56%

59%


+
3%
Jurgens’Ver.Fabr.gew.aand

48%

55

54
+
5
,,

,,

,,

pr. aand

57

59

57
Leerdam Glasfabrieken

30x

32%


+
2
Philips’ Gloeilampenfabriek 24171
8

249

248%
±
671,
Vereenigde Blikfabrieken

100


Vereen.Chemische Fabrieken

34

36%


+
2%
CompaniaMercantilArgent

6

611
8

6%
+ %
Cultuur-Mij. d. Vorstenland

151

156%

1.52%
+
1
Llandelsver. Amsterdam

410%

416
1
1

413
+
2′,
Handeisverg. Reiss
&
Co

25

24%

24

1
Int. Crediet-
en
Handeisverg.
Rotterdam

…………174

179


+
5
Linde Teves
&
Stokvis

56%


Tels
&
Co’s Handel-Mij…..4%


Redjang
Lebong Mijnb.-Mij

100

98

2
Gecons. Roll. Petroleum-Mij

125t1,

12451
8

126s1
+
718
Kon. Petroleum-Mij . ……

348%

348

341

7%
Orion Petroleum-Mij…….
Afgest. Aand

23%

26


+
2%
Amsterda.m-Rubber-Mij

154y

158%

155

%
Nederl..Rubber.Mij.

……

77

793/,

77
Oost-Java-Rubber-Mij.

…. 234%

235

230

4%
Deli-Batavia Tabak Mij.

312

313

306

6
Deli-Maatschappij

……..283

284%

281%.

1%
Senembah-Maatschappij

261k

255%

257

4%
&hcepvaartwcrarden

bleven

verwaarloosd;

alleen

voor
Indische lijnen bleef lichte belangstelling bestaan.

27Aug. 30 Aug. 3 Sept.
Riizing of
daling.
Holland-Amerika-Lijn
80
80% 74
—6
,,

,,gem.eig
67%
70%
65%

2%
Hollandsche Stoomboot-Mij
17%
1871
8

16718

’18
Java-China-Japan-Lijn
62
64

+
1
34
Kon. Rollandsche Lloyd
6%
6%
6%
Kon. Ned. Stoomb.-Mij…..
49 53
4818
– 18
Konink.Paketvaart-Mij.
109%
109%
108

1’12
Maatschappij Zeevaart
51%
52
47

4%
Nederl. Scheepvaart-Unie
101
104%
102%
+
1%
Nievelt Goudriaan ……..
80
86
82%
-j-

21,
Rotterdamsche Lloyd ……
115
117% 114
—1
Stoomv.-Mij. ,,Nederland”
12934
132%
131518
+
2118
,,Noordzee”
27X
2371,


– 3518

De
Ancerikaansche markt
was kalm, doch vast op de
ie nwijzingeii uit New York.

27 Aug.
30Aug.
3 Sept.
Rijzingof
daling-
Americ. Smelting
&
Refining
6071
8

61%
60818


Anaconda Copper

……..
84
,
51,
6

84%
83151
1
,

1
Studebaker Corp………
1107/
8

114%
112
+
1
1
1
8

Un. States Steel Corp…..
93%
97718
95%
+
2%
Atchison Topeka ……….
102%
103%
104
+
1
9/
4
Ene

………………..
15e/
s

15


8
18
Southern Pacific ……….
91% 90%
937/,,
+
2i,,
Union Pacific

…………
1347/
s

137%
138
+
3’8
Int. Merc. Marine orig. gew.

6%
8
70116
+
111
,,

,,

,,

,,

pref.

22151,
25%
24151,6
+
2
Dc
çjeldnverkt
bleef ruim; prolongatie ten
slotte
2/
4
pCt.

GOEDERENHANDEL

GRANEN.

September 1923.

In, de afgeloopen week zijn dc tarw’eprijzen te Chicago
iiiet veel gestegen. Op de,., 28sten Augustus trad er een re-actie iii waardoor de September-termijn daalde van 1031%
tot
100%.
De volgende dagen bleef de prijs vnijwOl oni’er-
anderd, doch op den isten September vond een ‘ge:leeltelijk
herstel plaats, waardoor de September-termijn op 101%
sluit. Dit is dus nog een cent lager clan
01)
27 Augustus ei, emeer opmerkelijk aangezien de zeer gespannen politieke tdestand in Zuid-Europa allicbt aanleiding had kunnen ge-
ven tot een flinke prijsverhooging. Blijkbaar is de tarwe-
markt nog niet rijp voor een stijging en de oorzaak daar-
van is niet zoozeer gelegen in de overvloedige voorraden als
wel in de nog steeds zeer matige vraag. ‘Weliswaar bestond
er ook is de afgeloopen week in Engeland voortdurend he-
langstelliitg voor tarw’e, doch deze was ve1 hoofdzakelijk
voor Argentijnsche, die nog steeds goedkoop is in verhou-
ding tot de Noord-Amerikaansche, ofschoon in tegenstelling
met Chicago cle prijzen in Buenos Aires regelmatig hooger
zijn geloopen.
De minder gunstige berichten over de Amerikaajische
zoniertarwe houden aan, doch nieuwe cijfers kunnen wij
deze week niet geven. Een enkele particuliere raming in
Canada bevestigt de meer pessimistische opvattingen, doelt
waar in het algemeen nog zoo’n groot meenitigsverschil be-
staat, stelt de graanhandel meer dan gewone belangstelling
in cle eerstkomende officieele oogstraming.
De :Iiussische litegeerings-Commissaris Bruchanof t heeft
medegedeeld, dat er dit jaar van den Russsichen graanoogst
550 millioen ‘pud, overeenkomenct met ongeveer 9 millioen
ton, graan voor cle isilandsche consumptie zal worden be-
schikbaar gehouden, terwijl er dan waarschijnlijk nog 251)
millioen pud, dit is ruim 4 millioen ton, geëxporteerd zal
kunnen worden. Met graan wordt hier ontegenzeggelijk be-
cloeld de verschillende graansoorten tezamen. Men zal goed
doen deze schatting met groote reserve te aanvaarden;
mocht zij juist blijken, dan zou Rusland een veel grootere
hoeveelheid exporteeren dan men in den laatsten tijd, af-
gaande op de eenigszins vage berichten, had mogen ver-wachten. Naar het schijnt is de oogst in het Zuidelijk ge-
dieelte goed, doch in het Noorden schijnen de oogsten door regen geleden te hebben, hetgeen trouwens ook het geval is
bij de oogsten in Noordwestelijk Europa.
De verschepingen van tarve was-en in de afgeloopen week
klein en in vergelijking met verleden jaar, is vooral het
geringe percentage dat de Vereenigde Staten en Canada
bijdragen opmerkelijk. Dat bedraagt namelijk nog geen
50 pCt. van wat het een jaar geleden was en de vooruit-
zic-hten zijn, dat voorloopig deze verhouding wel ongeveer
gehandhaafd zal blijven.
Argentinië verscheepte iets minder dan de vorige week,
terwijl ook de voorraden in de havens nog zijn afgenomen.
Voor mais heeft cle toestand zich verder ontwikkeld ii,
den geest, zooals door ons de vorige week aangegeven.
De verschepingen van Argentinië namen nog iets af en
voor spoedig leverbare mais bleef de vraag goed, zoodat in
de meeste Europeesche markten de prijzen gestegen zijn.
Enkele ladingen werden tot stijgende prijzen voor het Con-tinent gekocht, doch ook Engeland nam eenige ladingen tot
zich, zoodat liet aanbod daarvan nu uiterst gering is. Ook
Zuid-Afrikaansche mais bleef belangstelling trekken en ook
in dit artikel werden vrij geregeld ladingen gekocht, meest
door de Engelsche markten. In Amerika bleef de toestand
vrijwel onveranderd. ‘l)e grondtoon is vast en zoowel voor
den September- als voor den December-termijn zijn de prij-zen gestegen. Van cxportzakeii van den nieuwen oogst vnu
Noord-Amerika hoort men nog zeer weinig, doch de voor-uitzichten zijn, dat zij betrekkelijk spoedig tot stand zullen
komen; ontegenzeggelijk zal dit gemakkelijker gaan, indien

Locoprjzen te Rotterdam/Amsterdam.______

Soorten
3September
1923
27Augustus
1923
4September
1922

T
arwe
*

.1)
12,25
12,-
12,25
Rogge (No. 2 Western)
1)
9,-
8,75 9,80
Maïs (La Plate) ……..)
193,-
183,-
209,-
Gerst (48 ib. malting)

2)
167,-
165,- 192,-
Haver (38 Ib. White cl.).
.1)
9,75 9,50 9,70
Lijnkoeken (Noord-Amen.
kavanLa Plata.zaad)
1)
11,10 11,45 12,40
Lijnzaad (La Plata)
. . .
.3)
418,-
(1
405-
375,-
2)
p. 100 KG.

2) p. 2000 KG.

3)

per 1960 KG.
*)
Nr. 2 Hard/Bed Winter Whea.

on.s van
1000
KG.

Noteeringen.

Chicago

1

Buenos Ayres

Data

Taruic

Mals

HaverTorwe

Mais
1
Lljnzaod
Sept.
1
Sept.

1
Sept.

Sept.

Sept.

Sept.

37
1
11,55
8,85
22,45
3851
11,50
8,60
21,45 32y,
11,35
7,85
18,-
358,
8

17,951)
9,30
653
19,802)
9,60
123
:
15
2560
36X
9,40
5,38
13,70

AANVOEREN in

1 Spt.
1
23
102k
8471
8

25Aug.’23
1031
83
1Spt.’22
100
60
1 Spt.. ’21
125h
05h1
1Spt.’20
253
138
20Juli’14
82
5681

1)
Per Oct,

2)

Per Febr.

790

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

5 September 1923

Rotterdam

j

Amsterdam

Totaal

Artikelen.

1

1

1

1

26Aug.11 Sept.)

Sedert

t
Overeenk.

26Aug.11 Sept.l

Sedert

1

Overeenk.

1923

1922 1923

1 Jan. 1923

tijdvak 1922

1923

1 Jan. 1923

tijdvak 1922

Tarwe ………………5.751

497.042

739.540
Rogge ………………3.557

300.639

141.754
Boekweit ……………….-

11.645

9.555

Maïs ……………….16.233

393.566

706.304
Gerst ………………..8.058

143.483

103.470

Haver …………………439

51.633

84.315

Lijnzaad ……………..5.555

96.718

120.663
Lijnkoek ………………1.375

145.865

82.756
Tarwemeel …………..1.885

62.123

36.950
Andere meelsoorten . . .

100

1.444
1

6.978

het groote prijsverschil tusschen de termijamarkten en de
loco-markten verminderd is. Ook ge r s t deelde in de vaste
stemming, vooral de Tunis/A.lgiersche gerst bleef cle aan-
dacht trekken. Hierin kwamen flinke zaken tot stand. Het
aanbod van Rusland is betrekkelijk gering, terwijl cle moii-
sters van nieuwe Donau-gerst over het algemeen een onvol-doende kwaliteit aantoonen. Voor de Noord-Amerikaansche
gerst bestond ook meer belangsteling, doch groot was (le
omzet in deze soort niet.
In h a v e r varen de fluctuaties gering en in de meeste
landen was de belangstelling niet groot.
L ij n z a ad. De verschepingen van Argentinië waren al
zeer gering, terwijl ook die van Indië niet veel te beteek-
een hadden. De voorraden in Europa worden daardoor zer
klein, doch de belangstellidg van de olieslagers is in cle
meeste landen nog slechts weinig toegenomen, aangezien de
markt voor lijnolie niet een aan lijazaad evenredige vast-
heid toont. De Argentijrtsche prijzen zijn namelijk sterk ge-
stcgn. De September-termijn – sluit in Buenos Aires op :
September op 22,75, tegen 21,45 op 28 Augustus. In Anie-
rika komt liet nieuwe lijnzaacl nog slechts zeer langzaam
aan cle
markt,
doch de berichten over de opbrengst bleven
bevredigend
.

SUIKER.

NOTEERINGEN.

Amster.

Londen

r’Iew York
Jam per

Whlte Java

Amer. Gra. 96pCt.
Data

Oct./

Tates

Job. per

nulated c.1.f.

Centri.
fugali
Dec.

Sept./Oct.

Sept.,Oct.

Sh.

Sh.

Sh.

$ ets.
30Aug.’23 f2481

5713

2013

321_
1
)

6,15′

23 ,,

’23 ,,23
3
/

5713

1916

31_
1)

5,81
30 Aug.’22„22X

5813

1916

2313

4,92′

30Aug.’21 24%

621_

2113

2816

4,86

4 Juli ’14 1 1
18
/
32
181_

3,26
2)
Nom.

Al fluctueerdea de prijsnoteeringen vooral in Amerika
nogal, zoo heerschte toch op cle verschillende suikermark-
ten een vaste ondertoon. Van de stoomende kwantiteiten
Javasuiker, die eenigen tijd geleden de markt deprimeerden,
werd het grootste gedeelte in den laatsten tijd successieve-
lijk ondergebracht, zoodat thans slechts weinig hiervan aan
de markt is, terwijl de vraag gaandeweg toeneemt. In A m e r i k n opende de markt verleden week ongeveer
1%
d.c. ho6ger, nl. Spot Centrifugals cle. 6.09; termijnmarkt
September levering dc. 4.34, December dc. 4.37 en Maart
rl.c. 3.75, en sloot na eene tijdelijke reactie op de termijn-
markt als volgt: Spot Centrifugals dc. 6.28, Sepember leve-
ring dc. 4.49, December dc. 4.44, Maart dc. 3.81 en Mdi
dc. 3.89. Van de zijde der raffinaderijen nam de vraag tóé
en werden niet onbelangrijke partijen Cuba-suiker tot dc.
4.373′ en dc. 4.50 c.&f. New York verkocht. Do prijs voor

31.086

30.124

528.128

769.664

485

301.124

141.754

11.645

9.555
472

51.849

69.835

445.415

776.139
350

8.192

.3.597

151.675

107.067
– –

533

50

52.166

84.365

48.156

61.466

144.874

182.129

1.547145.865

84.303
585

4.509

5.004

66.632

41.954

2.615

1.444

9.593

Granulated werd verhoogd tot dc. 8.-
mci.
inkomende
rechten.
De laatste C ci b a -statistiek luidt als volgt:

1923

1922

1921
Tons

Tons

Tons
Weekontvangsten 25 Aug. ’23

12.763

37.564

26.032
Tot. sedertiDec. ’22-25Aug.’23 3.329.018 3.672.282 3.122.848
Aantal werkende fabrieken

1

4

• 4
Weekexpont 25 Aug. ’23

25.139

55.528

77.874
Totaleexpontl Jan.-25 Aug.’23 2.883.689 3.206.177 1.865.485
Totale voorraad 25 Aug. ’23

445.335 495.253 1.865.485

In E n ge 1 n rï cl werd de Augustus termijn zonder ver-
dere schokken geliquideerd. Het laatst werd hiervoor betaald
8h. 23/-, terwijl December termijn steeg van Sh. 22/1% tot
Sh. 22/6. Spoedig aankomende Javasuiker werd verhandeld
tot 8h. 22/6 en thans gehouden op 8h. 23/- c.i.f. U. K. of
8h. 24/- tot Sli. 24/6 ci.f. Continent. De zichtbare voorraden bedragen volgens C. Czarnikow:
1923

1922 –

1921.
Tons

Tons

Tons
Duitschland 1 Juli ’23

539.800 215.600 281.600
Tsjechoslowakije 1 Aug. ’23

68.800

41.600 156.100
Frankrijk 1 Aug. ’23

104.000

61.000

36.700
Nederland 1 Aug. ’23

37.600

52.700

26.000
België 1 Aug. ’23

34.800

30.300

60.100
Engeland 1 Aug. ’23

318.000 351.600 348.000

In Europa.. 1.103.000 752.800 – 908.500

Ver. Staten v.N.Am.25 Aug. 23 117.000 191.300

96.600
Cuba (alle havens) 25 Aug. ’23 445.300 593.700 1.274.800

Totaal .. 1.665.300 1.447.800 2.279.900

Het is wel opmerkelijk, dat cle voorraden in D u i t s c
1 a n d ruim 300.000 tons grooter zijn dan in het afgeloopen
jaar.
Volgens F. 0. Licht was de weersgesteldheid gedurende
Augustus- voor den groei der bieten iets minder gunstig dan
in Juli, doch kan over het resultaat van den oogst speciaal
in Duitschland nog weinig voorspeld worden, vooral ook in
verband met dcii zeer moeilijkei:i eeonoischen toestand.
Bene vermindering van het binnenlandsch suikerverbruik
in Duitschland mag echter verwacht worden.
Het meest kwam de vaste stemming weer tot uitdrukking
op cle markt op J a v a, waar de prijs voor witte suiker
binnen enkele dagen opgedreven wei

d van
f
13% tot onge-
veer
f
15,-, daarna ti-ad eenige reactie in en werd weer
het een en ander tot ongeveer
f
14% á
f
14,62% verhan-
deld. Het rendement van 144 fabrieken was op 1 Augustus
ca. 5 pCt. geringer dan verleden jaar op hetzelfde tijdstip,
terwijl liet verschil op 15 Juli nog 7 pCt. bedroeg. De oogst
schijnt dus nog grooter te zullen worden, dan oorspronkelijk
verwacht, tOen een – rendements-verscliil van 10 pCt. in uit-
zicht gesteld werd.
De markt in N e d e r 1 a n d fluctueerde eenigszins, doch
gaf over het algemeen blijk iaii ccce vaste stemming. Voor

5
September
1923

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

791

den Augustus termijn moest ten slotte nog
f
30,— voor
dekkingsinkoopen betaald worden. Prompte Javasuiker kon
het equivalent van
f
30,— c.i.f. bedingen, terwijl stoomende
iets lager te koop was. Einde September, begin October aan-
komst werd tot prijzen varieerend van
f
261% tot f2714
c.i.f. verkocht. De termijnmarkt sloot op
f
23,871% voor
December cii beliep de omzet op termijn 2500 tons.

KATOEN.

Marktberich.t van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons,
Manchester, d.d. 29 Augustus 1923.

Prijzeu vanAmerikaansche katoen, ‘die gedurende de af-
geloopen week, weer beïnvloed zijn door de verschillende
weerstoestancien, toonen voor Middling American een terug-
gang van 54 punten. De afname is zeer gering evenals de
verkoopen. Oogstberichten over Egyptische katoen zijn nog
.steed,s gunstig en prijzen blijven vast.
In Aierikaansche garens hebbed wij weer een rustige
.

week gehad. Spinners van lagere en medio-nummers, beide
van mule- en ringgorens, rapporteeren over het algemeen,
dat slechts kleine pas tijtjes gevraagd worden tegen prijzdu,
die hun toch al kleine winst nog verder doen inkiimpeis.
Het stopzetten wegens vacantie te Oldliam heeft weinig
invloed op de vraag gehad. De omzet blijft betrekkelijk ge-
ring, hoewel er veel lage biedingen van Holland zijn. Bun-
delgarens, zoowel enkel- als tweevoudig, worden slecht ver-
kocht. Spinners van Egyptisch garen doen elke week enkele
geregelde zaken, doch hebben moeite hunne positie te ver-beteren. Fijne medio garens worden niet gevraagd.’ Slechts
kleine partijtjes ‘gewone en gezengde tw’ofolds vinden afname
en twijners klagen over geringere winsten.
De cloekmarkt is rustig, doch prijzen zijn vast. De toe-
stand toont geenerlei verandering, terwijl er evenmin voor-
uitzicht is op een epoedige. ontwikkeling. Er zijn genoeg
aanvragen, doch weinige dsuirvan leiden tot zaken. Er
heerscht
nog
steeds gebrek aan vertronwen, terwijl er zeer
veel gespeculeerd wordt. Dit laatste zoowel. op een oploo-
pende als op een dalende markt, maar niemand schijnt den
mo?d te hebben veel te koopen. Men dekt zich dan ook
uitsluitend voor onmiddellijke behoefte. Fancies worden, in
vele gevallen goed verkocht, doch zelfs hier moeten verder
gewone goederen deze fabrieken geheel bezet honden. Hoe-
wel fabrikanten voor sommige soorten ‘een langeren lever-
tijd vragen, is hun positie niet zeer bevredigend. Weinigen
werken dan ook op volle capaciteit.

22 Aug.29 Aug. Oost. koerren. 22Aug. 29 Aug.
Liverpoolnoteeringen. T.T. op Indië 113 1/3f
F.G.F.Sakell’arides 16,45 16,55 T.T. op Hongkong 213

213
G.F. No.] Oomra 9,00 9,15 T.T.op Shanghai
3
1
1
K
3
1
1
K

KOFFIE.

(Mededeeling van de Makelaars G. Duuring & Zoon, Kolf t
& Witkamp, Leonard Jacobson & Zonen en G. Bijdendijk).
Noteeringen en voorraden.

Rio
,
Santo,
Data
Wisseè’kôer,
.
Voorraad Voorraad

‘1 Sept. 1923
778.000

19.875 1.046.000

22.300
5
5
1,
25′ Aug. 19231
810.000. 20.575

1.259.000

22.500
471

18

,,

1923
816.000

20:100 1.336.000

22.000
55j
1 Sept. 19221
1.816.000

15.250 2.585.000

20.000
7Y,

Ontvangsten.

1

Rio
.
Sanlos Data
.
4
fge!oo pen
Sedert
Afgeloo pen
Sedert
week
1 Juli
week
1 Juli

1

Sept. 1923….
79.000
.
704.000
213.000
1.655.000
1

Sept. 1922….
93.000
613.000
167.000
1.171.000

NEDERLANDSCH.INDISCHE ,THEE.’.
(Opgave Pakhuismeesteren van de Thee.)

(Herleid tot 111 Kisten.)

Voorraad 31 Juli 1923 ……………39.343

Sedert aangevoerd………………..25.714

65.057
Sedert afgeleverd ……. . ………….

16.992

Voorraad heden ………………….48.065

Waarvan in de eerste hand…………10.342

Amsterdam, 31 Augustus 1923.

THEE

(Opgave van den makelaar J. van Eck.)

Bericht van den afloop Theeveiling op, 30 Augustus 1923.

Aanbod in veiling bestond’uit:

Heden:

14167,

1612, 2014 kn. Java thee 7626, 55212,

Sumatra thee

290,

voor Hand, reken.
217612 1035116,, China thee

Totaal.. 22083, 274412, 2014, 1035116 kn. thee.

1 September 1922:

14860, 39612, 2014 kn. Java thee.

5578,

Sumatra thee
Totaal.. 20438, 3961, 2014 kn. thee.

Aanbod 1 Januari jl. tot heden:

1922

1921
,Java thee

167666 kn. 104414 kn. 199079 kn. Sumatra thee

42427

25306 ‘,, ‘ , 9977 Voor hand, rek. 4786

4480 n

1482

Totaal ………..154879 kn. 134200 kn. 210538 kn.
Gem. per veiling.., 14080

12200

19140
China thee …….15196/2

De veiling opende met een zeer goede stemming en vlugge
biedingen, van midden-veiling tot slot was het verloop iets
langzamer en prijzen eenigszins onregelmatig.
Van de bladtheeën waren de Pecco’s en Oranje Pecco’s
het meest gevraagd, de prima en goede midden-soorten wer-
den verkocht tot vorige prijzen en 4 cts. daarboven, de
mindere en geringe kwaliteiten maakten de beste a’vance
en vrij vele bedongen van 5 tot 8 ets, boven taxatie.
Bij groot kwaliteitsverschjl was het verschil in prijs som-tijds zeer gering.

.

.
Gebroken Peeco’s en Gebroken Oranje Pecco’s waren
gemiddeld 2 tot 4 ets. hooger. Dust, Faunings en Gebro-
ken thee hadden de beste markt en bedongen van 3 tot 13
ets. meer. Ook bij deze theeën werden de geringe soorten
veelal het meest betaald.
Van de aangeboden China thee werd slechts een klein ge.
deelte verkocht.
Volgende veiling zal worden gehouden op Donderdag
20 Seftember e.k., het aanbod zal zeer klein zijn, circa 6000 kn. Java en Sumatra thee en eenige partijen N/S.
China thee.

RUBBER.
De stemming is de afgeloopen week vast gebleven en
prijzen hebben nog iets kunnen verbeteren.
De slotnoteeringen zijn:’

einde voorafgaande week:
Prima Crêpe

September 84

ct.

………… 83y
2
ét.
Oct./Dec.. . 86

,…………. 86
Jan./Maart88

…………..88
Smoked Sheets September 8K ,…………. 83
Oct./Dec.. 87

,………….. 86
Jan.1Maart88

,…………. 87
4′ September 1923.

STEENKOLEN.

: De daling, die sinds eenigen tijd op de kolenmarkt Waal
te nemen is geweest, heeft verderen voortgang gemaakt.
/1.11e prijzen zijn flauwer geworden en op een oogenblik heeft
het er uit ‘gezien, alsof elk redelijk bod van serieuze kon-
pers zou worden aangenomen. Verkoopers, van welke het
moest heeten, dat ze wel voorzien waren met orders, bleken
opeens kroot gebrek aan orders, vooral voor prompte uit-
voering, te hebben. De laatste paar dagen zijn de prijzen
weder wat stijver geworden, in verband met de groote waar-
schijnlijkheid’ van het uitbreken van een algemeene staking in de anthraciet-kolenmijnen van de Yereenigde Staten vaiï
Amerika.

De prijzen zijn als volgt:

Worthumberland Ongezeefcle :…….
f
15,75
Durham Ongezeefde …………….

16,25

Cardiff Ongezeefde …………….

..18,-
Schotsche Gezeefde ………………14,75

‘Yorkshire Gevasschen Doubles ……..17,75
Gietcokes

……………………

..37,50

Alles per ton van 1000 KG., franco Rotterdam/Amsterdam.
Markt vast.

4 September 1923.

792

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

5 September 1923

METALEN.

Loeo-Noteeriagen te Londen:

Data

1
Koper
t
.opr

1
Stana’aardl 2ecirp.

Tin

.
Lood
1
Zink

3 Sept. 1923..
27 Aug. 1923..
63.716
64._/_
68.151_j
69.151_
194.151_
190.151_I 25.216
24.101.
33._/_
32.1216
20

,,

1923..
64._/_
70.216
186.216′
24.._1_.

32.51_
13

,,

1923..
64._/_.
69.151_
182.716 24.216
31.101_
4Sept.1922..
63.51_
70.7/6
159.15/_
24.216
31.716,,
20 Juli 1914..
61._/_
1
145.151_
.
19.-/_
1

21.101_

VERKEERS WEZEN.

VRACHTENMARKT.

Veel verandering in cle vrachten is er niet gekomen. Een
verbetering is nog niet merkbaar. Met uitzondering ‘,a,si
Argentinië blijft de vraag naar ruimte zeer gering. Van. de
La Plata rivier zijn weer meerdere hooten opgenomen en de
vracht vandaar naar U. K./Continent is weer iets gestegen.
Er is waa.rschijnijk 21/- of 21/6 te krijgen voor handige
September-booten, welke volle opties willen geven.
Van Noord-Amerika zijn geen bootn met graan bevracht
en ook is er geen ruimte voor steenkolen vandaar naar
Europa opgenomen.
Van Montreal is een boot naar West-Italië bevracht tegen
:174 ct. per 100 lbs. met 15/25 October,ligdagen en tevens is er een boot afgesloten va.ndaar naar Ant’erpeu tegen 11
ct. per 100 lbs. Om een idee te geven hoe slecht cle toestand
op het. oogenblik is voor wilde booten, kan worden opge-
merkt, dat dit de eerste bevrachting naar Antwerpen/Ha.n-
burg range is sinds 5 Juni. Andere jaren werden elke week
tal van booten voor -deze destinaties bevracht.
Van Newfound.land naar Bristol Channel werd 38/6 bé.
taald voor een September boot.
De vracht voor mais van Zuid-Afrika •is weer iets opge-
loopen en 26/- is betai.ld voor en begin November-boot naar
U. K./Continent.
Door het langzame afkomen van graan van den Donau
is de vraag naar ruimte ongeveer nihil. Mak verwacht
echter, dat na’ 15 Sdptember gért en haver beschikbaar zul.
ten zijn. Voor een Septemher-Oetober-boot werd 161- op berth terms in uitzicht gesteld naar U. K/Continent. Van de Russische Zwarte Zee havens naar U. K./Conti
nent/Havre/Hamburg range is 141- voor zwaar graan te
ec1i ugen –
;lEl:et ernstige conflict, dat tusschen Italië en Griekenland
is ontstaan, doet nog niet zijn invloed op de vrachten ge-
voelen. Mocht de toestand zich verscherpen, dan zullen al-
licht de vrachten hierdoor beïnvloed worden.
In het verre Oosten blijft cle vraag’ naar ruimte gering.

‘oot

groote booten wordt 22/6 en voor kleinere 24/. on
deadweight in uitzicht gesteld voor September af lacliig van
,Bombay.,
– De uitgaande vrachten van Wales zijn iets opgeloopen
Naar Buenos Aires is 14/6 en 14/7

betaald en naar
Alpynndria 10/-.
Tnclien de staking in de a.nthraeietmi
.
jneii

staan. .nietr ruimte -voor anthraciet van Wales naar Noord-
Apiei-ika. Het schijnt echter, dat men aldaar voorzorga-
maatregelen heeft getroffeiij daar men de staking reeds lang
had zien aankomen en tenzij de mijnwerkers in de kolen-
mijnen ook gaan staken, is liet zeer de vraag of het vervoer
van kolen naar Amerika eenigen grooten omvang zal aan-
hen_ten.
4 September 1923. GRÂiN.

Data

Petro

Lo
0
J
n/

.R’dam

Odessa
Rotte,-
dam

Au.
Kuit
Ver. Staten
San Lorenzo

Rotte,.
1
Bruto!
Rotter.

Enge.
dam
Kanaal
dam
land

27A.-1 Sept. 1923

1513


2,15
1

2011
20/1
20-25 Aug. 1923

1513
2

2,10
1

1913
1913
28A.-2 Sept.1922
– –
8
219
221_
221_
9A.-3 Sept. 1921
. –

4
/
7
K
4179
301_ 301_
Juli 1914
11 d.
713
1/11K
luiK
121_
121_

KOLEN.

Data

CardiB
Oo.tk. Engeland

Bordeaux
Genua
Çoç
,
Plato
Router-
Gothen.

27A.-1 Sept.’23
61_
816
916
1416
515
616
20-25 Aug. ’23
613
814 916
151-
516
616
28A.-2 Sept.’22
615
1115
i3110
1516
516
710
29A.-3 Sept.’21
716
1413 1316
141_
619
916
Juli 1914
fr. 7,—
71_
713
1416
312
41_

DIVERSEN.

Bomisay
Birma
Vladioo-
.
Chili

D ata
West
West
stock
t,Vest
Europa
Europa,
West
Europa
(d. w.)
(rijst)
Europa
(salpeter)

27 Aug.-1 Sept.

1923..
2216
3216
351_
351-
20-25 Aug.

1923..
2216
361_ 351_
351_
28 Aug.-2 Sept.

1922..
19110
261_

.
30/_
3113
29 Aug.-3 Sept.

1921..
301_

601_

Juli

1914..
1416 1613 .251..
2213

1) $
per ton kolen.
2)
Per ton d.w.
S)
Am. cents per 100 lbs.

RIJN VAART.

Week van 26 Augustus-2 September 1923.

De aanvoeren van zeezijde van kolen en erts bedroegen
aanmerkelijk minder dan de voorafgaande week. Sc-heepsruimte was de geheele week in ruime mate dispo-
nibel. De vrachtprijzen namen geregeld af.
In het begin der week betaalde men voor Hollandsehe
schepen een huur van 2% ets, welke successievelijk terug-liep tot 2 ets. op het ‘laatst der week.
De claghuur voor Duitsche schepen kon zich niet op 2 ets.
houden en liep terug op 1% ets.
De waterstand was ‘langzaam vallend; er werd op en.
1.7011.75 M. afgeladen.

in Noord..&n_terika doorgaat, zal er waarschijnlijk vraag oct-
1

Het sleeploon was genoteerd volgens het 60-cents-tarief.

ADVERTENTIËN.

The An 9rlo-South American Bank.-
LIde

Kapitaal en Reserves meer dan £ 13.000.000,—.,

Argentinië – Chili – Urugay – Peru

Mexico -‘ New York – Parijs –

Barcelona – Bilbao – Madrid – Vigo

Sevilla – Valencia.

Bank- en Wisselzaken,

Handelscredieten.

Incasseeren van documentaire

wissels

Aan- en verkoop van Effecten.

Hoofdkantoor: 62 Old Broad Street, LondonE.C.

Auteur