Ga direct naar de content

Jrg. 6, editie 277

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: april 20 1921

£0 APRIL 1921

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

Ec

onomisch~Statistische

Bèn*chten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL,’NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

1
6E JAARGANG

WOENSDAG 20 APRIL 1921

No. 277
1

INHOUD
nlz.

BELASTINC VAN DE WAARDIVERMEERDERINC
door
Jhr. J. C.
van

Citters …………………………………
341
Het Engelsche Financieele Systeem 1 door
Mr.
A.
Spanjer.
344
Het Collectieve Merk door
Mr. Dr.
K. H.
Corporaal ….
347
De Staatscommissie voor het Muntwezen door
H. G.
F.
van

huis
………………………………….
348
Londensche

Correspondentie……………………..
349
AANTEEKENINGEN:
Reorganisatie van het Deensche Ministerie van Buiten-
landsche Zaken ……………………………
349
Engeland, de Vereenigde Staten en de Olievelden van
Mesopotamië …………………………….
350
BOEKAANKONDIGING:
A.
E. Cv. Saarloos: Productiekosten-verrekening en we-
tenschappelijke bedrijfsleiding, bespr. door
Prof.
.1.
G
.
Ch. Volmer …………………………..
351
Ovazicsr
VAN TIJDSCHRIFTEN

………………….
352
STATI1TIEKEN EN
OVERZICHTEN
………………
352-359
Geidkoersen.
Effectenbeurzen.
Wisselkoersen.
Goederenhandel. Bankstaten.

Verkeerswezen.

INSTITUUT

VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

Algemeen Secretaris: Mr.
G.
W. J. Bruins.
Assistent-Redacteur voor het weekblad: D. J. Wansink.

Secretariaat: Pieter de Hooghweg 122, Rotterdam.
Aangeteelcende stukken: Bijkantoor Ruige Plaatweg 37
Telef. Nr. 3000. Tele gr.adres: Economisch Instituut
Postcheque en girorekening Rotterdam No. 8408.

Abonivementsprijs voor het weekblad franco p. P. in Nederland f 20,—. Buitenland en Kolonün f £2,50
per jaar. Losse nummers 50 cents.

Leden en donateurs van het Instituut ontvangen
het weekblad gratis.

De verdere publicaties van het Instituut uitgaande
ontvangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos, voor zoover daaromtrent niet anders wordt beslist.
Advertentiën f 0.50 per regel. Plaatsing bij abonne-ment volgens tarief. Administratie van abonnementen
en advertenties: Nijgh & van Ditmar’s Uitgevers-
Maatschappij, Rotterdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage.

18 APRIL 1921.

Ook gedurende deze berichtsweek bleef de geld-

markt vast gestemd. Voor particulier disconto was er

slechts bij uitzondering geld ‘beschikbaar, zoodat de

meeste dagen alleen tot bank’disconto kon worden af-

gedaan. De prolongatierente was daarentegen lager
en noteerde de geheele week 334 pOt., daar de toe-

stand op de effectenmarkt nog slechts weinig verbe-

terde. In tegenstelling hiermede was er heden meer

vraag voor prolongatiegeld, terwijl toch in het alge-

meen de geidmarkt juist een ruimer aanzien had. Het

aanbod vau ,,call
geld?
was althans beduidend grooter

en ‘ook voor particulier disconto bestond meer vraag,

zoodat enkele posteii voor 434 pOt. ‘verhandeld werden.
*

* *

De Minister van Financiën heeft op 20 dezer de

inschrijving opengesteld op schatkistpapier. Aange-

boden worden weder 3 en 6 maands promessen en

5
pOt. schatldistbiljetten met een looptijd van een jaar

tot een totaalbedrag van
75
imihioen gulden.
*

*
*

Over de wisselmarlrt valt wederom slechts weinig

te ‘berichten. De koersen waren weder vrij station naiir

en de omzetten tamelijk gering. Alleen Londen fluc.
tueerde sterk in verband niet de ‘werkstakingen, was

echter ‘aan het einde der week ‘ongeveer weder gelijk

als aan het begin. Een ‘kleine verbetering in den

‘koers voor Bata,via valt te ‘vermelden,, dat ‘voor onge-

veer 9634 werd verhandeld, daarentegen was Buenos
Aires opnieuw flauwer en voor 92 aangeboden.

-‘

LONDEN, 15 APRIL 1921.

Gedurende de afgeloopen week is geld erg schaarsch

geweest, hetwelk gedeeltelijk veroorzaakt werd door

de groo’te ‘terugbet.aiin.gen, die de vorige week zijn

gedaan aan de Bank of England en gedeeltelijk door

de groote vraag naa,r Schatkistbiljetten gedurende

de laatste Jagen.

Hernieuwing van daggeld vond plaats tegen

5Y2 pOt., welk percent ook. gold voor nieuw-geld,

alhoewel tegen het einde van de week hiervoor 6-

634 pOt, betaald werd.

Zevendaags-geld bleef
534
pOt.

De mededeeliug door Sir Robert Home in het

Lagerhuis, dat de Regeering het systeem van aan-

bieding van Treasury BiUs ‘bij inschrijving (tenider)

weder zal iutroduceeren (21 April), heeft nog geen

indruk op de markt gemaakt wegens den heerschen..

den ongunstigen politieken toestand. Er was geen

verandering in de Bank rate, ‘doch men verwacht

stellig, dat deze binnenkort verlaagd zal wo,r.dan.

In de disconto-markt was weinig verandering;

korte wissels werden aangeboden; tweemaands-papier

werd gedaan tegen
5%_7%
pOt., driemaands tegen

6¼ pOt. .viermaan4s-papier tegen
6Iis—¼
en zes-

maands-papier tegen
5/8-6
pOt.

BELASTING VAN DE WAARDE-

VERMEERDERING.

Bij Koninklijke Boodschap van 14 Maart jI. is aan
de Tweede Kamer ingediend een ontwerp van wet tot
heffing zan eens belasting wegens de waardever-

342

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20 April 1921

meerderinig van onroerende goederen ten behoeve van
cle gemeenten. Op grond daarvan zal door het Rijk

belasting wonden geheven ten behoeve van de ge-

ineen-ten, waarlin cle oniroeren e goederen zijn gelegen,

over ‘de veiimeerderin,g der verieoo’pwaancl’e van onroe-
rende goederen ten bedrage van 25 pOt. der waaide-

verimeenderin,g en wel:

le. bij eigenidomsovergang onder de’ lev’enden;

2e. ‘bij eigenidooveigang door overlijden;
3e. onverminderd de vorige belasting na afloop

van elk tienjarig tijdvak van 1 Januaki 1921 af, voor

wat aangaat de onroerende zaken, behooTenide aan

naaiinl’ooie vennootschappen, commanciiitaire veinnoort

schappen op aandeeie.n, reederijen, ‘stiohtinigen, coöpe-
ratieve- en andere rechtspersoonlijkheid bezirttende

vereeniigingen en instellingen, (met uitzondering van

publiek-rechtelijke lichamen en ,goclsdlierustige- en

w,eldadigheiidziinrichliingen ewz.), de
‘in
de wet nader

aangeduide p eriodjieke
aan
d
everm
eer4erings-betlas

tin,g.
In de beide eerste gevallen neemt ‘het ontwerp als
waardevermeerder±nig aan: het verschil t’unsclien de

waarde bij den daar bedoelden overgang met die bij

den vorigen, zoo ciie plaats had na 31 December 1920, –
en anders met de vaar,de op 1 Januari 1921 of bij
het einde van een tienjarig ïtijdvak, izoo’ais in sub 3

wordt bedoeld, terwijl in het geval suib 3 de belasting

geheven wordt over het verschil tusscihen de waarde op

d:en laatsten tdag van zoodaniig ftijdvak met diie, op den

eersten dag van’ dat tijdvak of ‘zoo de zaak eerst in
den loop van ‘het tijdvak verkregen is met cle waarde

bij de verkrijging..
Is de tegen.woondiiJge waarde van de ovei’gegene zaak

sedert den laatstén overgang vernieerderd door’ aan-

bouw, opbouw of verbetering van die zaak,’ dan wor-
den dekoeten darvan: in mindering van ‘de gevonden

waar
devermeeriderinig gebracht.
Blijkt dus uit het bovenstaande duidelijk in welke
gevallen W.V.belas’tia3g zal worden geheven en op welke, data de waarde der onroerende goederen za]

moeten worden vergeleken om tot anne vaststelling
van de waardevermeerdering, te komen, eene, oplossing

‘van de vraag,
hoe
en
door wie
(in liet geval sub 3)

over 10 jaar de waarde dier goederen zal wonden be-

paald, wordt niet gegeven. Evenmin blijkt uit het

wetsontwerp of men
thans
alle onroerende goederen

zal gaan taxeeren en op welke wijrse omtrent die

taxesties
over
eenstemming met de .eigetnag kan wor-,

den verkregen.
Zal liet wetsontwerp, wil
de
wet op de W.V. prac-,

tiscih uitvoerbaar blijken, voor deze twee candiinale
punten aanvulling -behoeven, ook op eenrige andere –

punten is het noodi,g meer licht te do’n vallen. Daar,

toe zal nader moeten wonden onderzocht:
‘1

le. of voor alle ide gevallen, waarin. de minister,

een W.V.-helastiinig wiLl opleggen eens redelijke en

billijke grond daarvoor aanwezig is;
2e. of van de regeling, die de minister vooiratelt,
eene bevredigende belastiingop,br.en,gst kan worden

verwacht;
3e. indien het antwoord op de beide eerste vragen
ontkennend moet luiden: of op eene andere wijze,

een,e billijke bijdrage van de eigenaren van onroe
rende’ goederen kan wondeih verkregen en tevens
eene bevredigende bate ‘voor -de ‘gemeenten wonden

gewiar,borgd. –

De. leidende gedachte voor . de heffing van eene
waaver
è
er
d
er
i
i
nigs-helavtii0g, die ik verder in mijn

betoog korthedclshialwe W.V.-bel’asting zal noemen,

nioet steeds zijn het ‘vragen van eeue bijdra,ge van

hen, ‘die bij
realisatie
voondeelen trekken uit anne

wa
ar
rdevermeer,diering ‘van onroerende goederen,

welke buitengewone bate niet te danken is aan het
werken en den onderneminjgsgeest van den eigenaar,
mar asic cle gutstige’ conjunctuur of aan oorzaken,
bij de ge±neenschurP of piibliekreclitéliiike lichamen

gelegen.’

Het kan niet worden ontkend, dat vooral wat de

steden betreft door ide steeds vooritgaamud.e uitbreiding
van cie Ibevo]ikiing de waarde van onroerend goed de

neiging vertoont regelmatig te stijgen en dat daaruit
voor de gemeenten een recht kan voortvloeien om een

gedeelte der voordeelen, diie uit ‘die waarideverimeer-

dermg zijn ontstaan, voor zich op te eiscihen. Maar

ook alleen dan wanneer er vaiii
het maken van winst

sprake is, en dit is toch zeker niet -het geval
bij
za-

ken, die ander’s dan door
overdracht bij verkoop
in

andere handen ‘overgaan.

Het’ Duiitsahe ,,Zuwachsstonerges”, dat, naar ik

vermoed, door de ontwerpers van cle Hollandsohe wet
wel zal eijn geraadpleegd, sluit met name van tde hef-

fing der – helastinig uit, de gevallen, waarin wel een

overgang van den eigendom plaats vind-t, maar waar
het doel om winst te maken ten eenjenimale ontbreekt.

-Bij over,ga,±ig als vererving, deeling en’s, toch vindt
geene omzetting van de w,aard,evermeerdering in geld

of geidswaarde pliarts en daarmede vervalt dan ook

jurist de hoof’djvoorwaa.rde voor ‘de heffing der W:V.-
belasting. Immers door gebeurteninsen als vererving,’

•deelriing van een gemeenschappelijk’ onroerend bezit

ene., wordt de verwbzen,lijking ‘van’ de’ tot dien

datum inigetreden waardevermeeridering niet voor
alle tijden’ uitgesloten. Zij treedt eerst aan het licht
wanneer liet onroerend goed later door’ verkoop in

andere handen overgaat. Alsdan kan belasting’ wor-

den geheven naar bert verschil van den geimaarkten
prjs en den prijs, welke is betaald gewonden’ ‘ten tijde

van ide laatste belastingplichtige
ver’krijg’inig.

Daarom moet ‘de’ W.V.-helasting ‘niet wordei gehe-

ven bij liet verkrijgen van onroerende goederen door
vererving of scihenleinig onder de -levendeia, in het

laatste geval voor zoover de ‘vorm van schenking niet

is gekonen om de W.V»belastinrg te ontgaan.

Verder bepaalt het Deutsche Zuwaohssteuergesetrz

van 14 Februari 1911, dat met dan overgang van den

eigendom ‘van onroerende goederen wordt gelijk
ge-

steld de o’verdrclit van rechten ap ‘het ‘trermogen
‘van ‘eene naaimlooze vennootschap, commanditaire

vennootschap enz., voor zoover liet vermhgen daar-
van in hoofdzaak uit onroerende goederen bestaat,

het ver’handele en exploiteeren van onroerende goe-
deren -tot het doel van de oderneming ‘behoort, of
wanneer deze opgericht is omt anne heffing van over-

drachtarechten en W.V.-helasting te vermijden.

Door eene overeenkomstige bepaling ‘in de Neder-landsohe wet rSp te nièanen kun de wetgever de
mc-

genaamde hurizenimaatschappijen, diie hij ‘ blijkbaar

door’ de
periodieke W.V.-bela,sting
wilde”treffejn, in

de belasting betrekken.

Zou dus’door een
‘dusdanrige bepaling ide
periodieke

WV-belastiitg ‘kunnen vervallen, dan moet do .Mi-

nister nog een stap verder gaan en -ook bij den over-
gang bij vererving, schenking (met door mij genoemde
beperking) en debli.ng ide W.V.-beiasting – niet oe-

passen. Het ‘kan toch niet de bedoeling’ van den wet-
gever zijn -de eigenaren van onroerende’ ‘goederen be-
lasting “te laten rbeta’len van •denkbeei,dige’ winsten,

‘die zij in vele gevallen nooit zullen maken.

Op de eerste vraag, diie ik bij mijn onderzoek stel-

de, zal ‘dus het anbv.00rd moeten luiden-:
Ei moet alleen eerne belsisting. worden geheven van

de
waan
de
v
‘ermeender.ing bij
overdracht door verkoop

(of ruihing) van, onroerende goederen of’ ‘aandeelen
van niaatscrhdppijen, diiie het exploiteëren van die goe-‘
defren ten doel ‘hebben en waarvan- de overgave’ van hend tot hand, de overdracht ,’van die goederen of eet

gedeelte daarra berteekent.

Alsnu oirergaande tot de. bespreking van ‘de tweede
vraag of van de door den Minister voorgestelde rege-

ling van -de ‘ W.V.-belas-tinig anne bev’redig,en,de op-
brengst kan worden verwacht, moet’ ‘tvordeti nagegaan
we]k ‘resulrtete, ‘de W.V.-belastiing ‘ in Duitsobiand

heeft opgeleverd.

20 April 1921

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

343

anneer wij dan zien dat de
Reichswertzuwachs

stener van 14 Fbuarii 1911 reeds op 3 JuLi 1913 als

zoodanig voor het Rijk buiten verloin,g is gesteld en

de heffing aan de bondsataten en cle gemeenten is
orvengelaten, waarbij het Rijk afstand deed ‘van de 50
pOt., die het uit de waaiidevcr.rneerdeiiingsbelasting

trok, dan rijst de’ vraag of wij iooik hier te lande voor

de gementen grooite baten uit cle W.V»belastinig mo-

gen verwachten.
Al moge het Dnirbsche Rijk met ide invoering van
de belasting op den vermopgens-aanwas, daarboven

eene h&ffing van de
war
d
everrnoer
d
eri
i
n
g
s
bela
s
ting

ten bate van het Rijk niet langer wenschelijk hebben
geacht, zoo iblijkt toch uit de besprekingen in den

Rijksdag, dat de opbrengsten ‘van de helastiing de ver-
wachitingen geheel heihihen beschasnzd. Naast de

groote fluotuartiies in de opbrengst van de bekusting
heeft ‘het feit, dat deze opbrengst niet ‘in ‘een gunsbige

verhouding stond tegenover
de hoc ge administrafze-

kosten,
in hoofdzaak ontstaan door de talloose ge-
schillen, diie zich hij de uiitvooirinig voondeden, de
waapde,m’eerideriingsbetlasrliinig tot een minder ge-

wehsclit belastiiig-eibjeot gemaakt.
i)

Ik sou den Minister en zijne medewerkers, alsook
den lezers van iclit blad, die zich voor de W.V.-helastiing

in’teresseeren, in, ovemvegiiixg willen geven, eens ter
hand te nemen de belangwelcken’de studie ‘van Dr.
Fericlin and Kaereo.ke ,,Der Werbzuwachssteuergedan-
ke in Deutshlaud” (Bodenpolitische Ratfragen,

Carl H’eyinanns, Verlag Berlijn 1915).
Zij zullen daarin als bijlage vinden een itabel ver-

meldenide 239 steden en dorpen, idie evenals hiet Rijk
op grond van ide Wet; van 3 juli 1913 besloten heh-
ben van de heffing van eene wiaaridevermeenderings-

belasting af te zien.
Evenalsvoor het Rijk waren voor deze gemeenten
de bezwaren, dat cle wet technisch te gecompliceerd
was en door die hooge kosten van de uitvoering geen

bevrecl1igende belasting opibrenigist kon waar’bongen, de
oorzaak, dat de gemeenten van de W.V.-bel’asti.ng
moesten af’zien.

Ik vrees na het bovenstaande bij ide lezers ‘dan in-
druk te ‘hebben gewekt een pleidooi te hebben wil]eii

leveren voor het niet-dnivoeren van de W.V.-‘beiasting.
Niets is echter minder iwaar. Wel heb k willen aan-
toonen, dat het in het wetsontwerp aangegeven sys-
teem van ‘heffinig – zelfs na de door mij in den
aanvang aangegeven nadere aanvulling – weinig

waarborg zal geven, dat het doel van het ontwerp –
voor de gemeenten eene bevredigende vermeerdering

van inkomsten te brengen -. aal worden bereikt.
Dit zal m,i. alleen het gevel kunnen zijn wanneer

men de W.V.-belastinig vastkoppelt aan eene grond-
belasting-naar-de-waarde
met eigen aangifte

In een artikel in irlo Economisch-Statistische Be-
richten van 8 October 1919 heb ik bij de bespreking
van ,,Het woningvraagstuk en de verruiming van het

gemeentelijk belas’binggebied”, reeds de aandacht
kunnen vestigen op het speciaiie karakter van de
waar.d’everm eeiideringsb ei astiing.

Er was toen nog sprnke ‘van ‘de ‘invoering van
eene gemeentelijke gronidbel as.ting-naar-cle-waar de,
welke tea slotte dia de ‘wet van 30 Decembr 1920 tot
wijziging van de gemeentewet is geschrapt.
Mijn destijds geleverd betoog blijft echter van

kracht, omdat ook ide gemeenten belang hebben bij
de wjzigiing van de wet op de grondbelastinig, die

1)
De vaststelling der ‘beginwaarden, die als uitgangspunt voor de berekening der waardevermeerdering moesten die-
nen, gaf aanleiding tot talrijke administratieve geschillen,
die menigmaal in het voordeel der belastingplichtigen- ein-
digden.
Zoo hadden in het district Schleiden, in cle ,,Eifel” in
1912 6049
eigendomsovergangen plaats, waarvan ten slotte
36
tot het opleggen van een aanslag hebben geleid, terwijl
de administratiekosten cle opbrengst met 500 Mark over-
troffen.

bereids
bij
de Starten-Generaal is inigidieiid en, waar-

bij deze belasting in plaats van naar ide belastbare
opbrengst naar ide
belastbare waarde
zal woden ge-
heven.’)

Ik meende itoen te mogen voorstellen bij de invoe-
ring van de groindbelastinjg-naar.de-waarde, de waar-

de der onroerende goederen vast te stellen overeen-
komstig de
eigen aangiften
der belastingplichtigen,
die zich
bij
het doen dier aangiften ten volle reken-

schap zullen noeten geven, dat cle door hen opge-

geven waarde voor hunne onroerende goederen niet
alleen den grondslag moet vormen voor de grond- en

vermogen.sbelas’tinjg, maar teven liet uitgangspunt

zou zijn voor een berekening vaii de waardevepmeer.

dering, die later door overdracht tegen geld of geids-
waarde zou worden gerealiseerd.
Ik schreef’toen:

,,Naast de aldus geregelde grondbelasting zal . de
W.V.-belasting, wil zij aan ‘de verwachtingen beant-
woorden, meer
regule erend
voor de grondbelasbing
moeten werken dan aelve een hooge opbrengst voor

de gemeenten te brengen. Het betrekkelijk hooge per-
centage van de W.V.-belasting ) rai de bezitters van

onroerende goederen er van moeten terughouden bij
de
invoering
‘van de grondhelastingnaardewaarde,
deze laatste voor hunne bezittinigen te laag aan te
nemen.

Zoo controleert dus de eene belasting cle andere,
hetgeen van een technisch he]astingstandpun.t van
groot’ belang is, terwijl ….de schatting van de

waarde ider perceelen, ‘die anders tal van geschillen
en hooge perceprtiekovten im’et zich i~ zoo goed
als achterwege kan blijven.”

Met de W.V.-belasting als correctief kan de waar
deering van de,
vericoopwaarde
van de onroerende
goederen voor de ,,grondheiasting”-naardewaare en
dè W.V.-belasting langs ‘den weg van de eigen aan-
gifte aan ide belastingplichtigen zelve worden over-‘

gelaten. Deze worden dan daarbij voor de keus ‘ge-

steld van …. of te weinig grond- en vermogensbe-

lastinig te betalen of later een hoogere W.V.-.biela.st’ing.
Door dus
bij
deze regeling met het bijzondere ka-
rakter van ide W.V.-belastii.nig als
aanvullende be-
lasting
rekening te houden, is een goede en goed-
koope uitvoering van de grondhelasting-naarde-waar
de en de W.V.-belasiting verzkerd.

In ‘mijn reeds genoemd artikel wees ik er op, dat
vroeger ‘tegen verzwaring van de gronidbelastin,g

steeds het bekende ib~ajix werd ipeopperd, dat zij’
uitsluitend den tegeeiwoordigen eigenaar treft en de

waarde ‘van dan grond vermindert met het geikapita
liseerde ibedeag van den opgelegden last, voor zoo-
ver ide7je niet op ‘anderen kan worden afgewenteld.
Bij de
invoering
of
verhoo ging
van eene zakelijke
belasting kan deze dus op één lijii worden gesteld met
een . . .. ,,Waardevermeericlerjngsbe]astingii alleen

met dit verschil, dat de èerste uit de ,,inikomsten” en
de ‘tweede uit het kapitaal moet wôrden voldaan.

Dit laatste iis daarom van zoo overwegend belang
voor de gemeenten, omdat. het tijdstip van de invoe-
ring der W.V.-‘belasting wel uiterst ongelukkig is
gekozen. De belasting zal nu beginnen te wetken

op het tijdstip dat de hoogste pirijsstand ivan de onros
rende goederen reeds achter d
en
rug is en eens niet
onbeteekenjend e daling is inigetreden.

Zonder
samenkoippeling ver de W.V.-belasrting aan

de eigen aangifte ‘voor de grondibelasting-naar–de-

Zooais bekend mag worden verondersteld heffen de
gemeenten van af
1
Januari 1921 verdubbelde opcenten op
de nu nog bestaande grondbelasting, n.l. 80 opcenten vvor
de gebouwde en 20 opcenten voor de ongebouwde eigen.
dommen.
Tegenover de W.V.-hel’asting van 25 pOt. staat eene
gron’dbelasting naar de waarde van 2 per mille van de
verkoopwaarde, waarbij komen 20 opceeten voor de crisis-
lasten,
34
opcenten voor de provincie en 80 ‘opcenten voor
de gemeenten.

,

II
344

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20 April 1921 il

waarde (welke laatste ‘dan
gelijlc
met de W.V.-helas.
ting en niet eerst op 1 Jan. 1923 in werking zal moe-
ten treden) zullen ‘de, gemeenten met de W.V.-belas-.

tin’g, die veel te laat kwam, niet zijn gebaat. Tegen-

ver een uiterst geringe bate voor. de gemeenten zul

len abnormale hooge perceptiekosten staan., die zooals

dé bedoeling van het ontwerp is idoor iet.Rij’k. zullen’

worden gedragen.

De door mij voorgestelde regeling zal de ‘ewensch

te vierruiiming van middelen voor de gemeenten bren
gen en tevens voor de grondbelas’t.ing-naar-de-waar’de,

en de W.V.-belasiting eene groote ‘vcieenvoudd,ginig

bij de uitvoering beteekesien.

De taak van de ambtenaren zal dan in h’ooMzaa’k

worden ‘beperkt tot het vaststellen van de waardever-

meerderin’g, die zaken door aanbouw, opbouw en ver-
betering Iaeibben ondergaan en welke ‘buiten aanmer-

king voor de berekening van. de waardevermeerdering

moeten blij’ven. Tevens worden dan vermeden de tal-

boze geschiUn, die bij de rv’aststellln;g van de begin-

waaTde voor de ‘berekening v’ai. de ‘waardevermeerde-
ring zouden rijzen, omdat ide eigenaren zich nu zelf

zullen moeten uitspreken over de waarde, die zij aan

hunne onroerende goederen meenen te moeten ‘toe-
kennen en daar*a van di w.aardeering ten aanzien

van de W.V.-belasting de consequenties dragen.

Daarmede is dan, tevens op eenvoudige en dbe]-
matige wijze voor ‘de gemeenschap gesecureerid het

aandeel in de waardevarmee’rderdng van gronden,

zooals buy, duingronden, die aan de gemeenschap worden onttrokken voor ‘het genoegen van enkele

eigenaren; ‘die daarop het jaehtrecht uitoefenen en
door eene afrastering hunne ‘medemenschen beletten

van het ustuurschoon, ‘dat de. vaderlandsch’e du&n
i}
y
ieden, te genieten, om ten slotte bij verkoo’p of ont-eigening, ondanks hun gebrek aan gemeenschapszin,

groote conjuncituurwinsten in hunize zakken te zien

vloeien. ,

Tot op lieden werden izuilke gronden, als niet zijnde

aanhoorigheden
van een belastin.gplichttig perceel,

niet door de personeele belasting getroffen, terwijl

voor ,,woeste” zan’dgronden hoogstens
f
1.—
a f
3.-

per H.A. aan hoofdsom in de grondbelastiug rwerd,be-

taaid.

• Nu zullen deze eigenaren dd gronden, ‘die binnen

afzieubaren ti$d als b’ouw’gron•d ‘zullen worden ver-
kocht of oiniteigend ‘bij een evontueele eigen aangifte
ook als zoo’dian’ig moeten wa’ar,d’eere’n, willen ‘zij niet

later vervallen in ide betaling van een alleszins recht-
vaardige W.V.-belasrtinig en ‘dus na de invoering van ‘de W.V.-belasting •eeue belangrijk hoogere belasting

betalen ‘dan tot op heden van hen werd gevraagd

Ten slotte wensc?n ik nog eene opmerking te iiaken
en wel ‘deze, dat ‘de motieven in die meimorie aange-
voerd ‘voor ‘het ‘belasten van le ‘waardevermeerde’ring

bij den
verkrijger
van het onroerend goed en niet’ bij’

den verkooper… om daardoor een te lage opgave van

de ‘waardevermeerderin.g tegen – te’ gaan’, blij uiterst
zwak voorkomen. Het eenige afdoende middel tegen
een voorgeiwend’en lagén verkoop zal zijn het ‘recht van

de gemeenten ‘om ‘de verkochte’ zaak, bij gebleken kwade

trouw, tegen den verkoopprijs to’t’zich te mogen’îie-
men, ‘met de ‘opiegging van eene boete bovendierr.

• N a s- c hr i f t. Nadat ik dit artikel gereed had
maakten de tdagbladen omstreeks 8. Aj,r.il melding
van een adres, van liet bestuur van de Vereeniiging

voor’ Kadaster ‘en ‘La.ndimeetkunde, gericht
a.Ti ‘de

Tweede Kamer naar ‘aanileiidiiug van h-eit gewijzigd
ontwerp ‘van Wt ôip ‘dé gronicibelastini,g-naar-de-

verkoopwaardè. .
Daarbij trof het mij, dat oo’k deze bij uiiitstek desLkun-

dige .h-eeren aan
dé eigen aaniifté ‘vdôide
-grondbe-

last’ing de voorkeur geven boven het stebiF van de.
ambtelijke vaststelling van de ‘verkoopwaarde, omdajt
in het laatste geval een ov’ertalrijk co’rps
van-‘
ainb.te-

na’ren uoo,diiig is ter oplö’ssing van de bij de uitvoering
dier
wet
.te’rij’zen geschillen, die legio,zullen zijn.
Ik ver.trouw in derze heeren, wanneer zij het nut

van de wisselwerikinig tu’ssahen de W.V.-belasting en

‘de gronidbelas’ting-naa’r-de-waar’de
met eigen aangifte

zullen’ hebben overwogen, warme medestanders ‘te

mogen begroeten. ‘

De door ‘hen gewenschte
jaarlijksche
eigen aan

g’ifte zal eerst door deze wisselwerking praktisch

ui’boerbaar ‘worden, omdat dan geen
talrijk
corpe

van ambtenaren noodig zal ‘zijn, om de eigen aan-
giften der belastingplichtigen te corTigeieren..

VAN CITTERS.

Amsterdam, April 1921.
11

HET ENGELSCHE FINANC1EELE SYSTEEM.

:1.

Het ‘,,Institu-te
for
Governm?nt Research” werd

den 10 Maart1916 in het leven -geroepen en begon zijne

werkzaamheden -den 1 October 1916, met den hoofd-

zetel te Washington D.O., 81-8 Oonnecticut Avenue.
Het is ,,an institution of citizens for coöperating with

public officials in the •-scientific study of business
methode with a view to pr-omoting efficiency in

government and advancing ‘the science of admini-

stration?’.
Het eerste resultaat dier ,,Studies in Administra-
tion” was een boek getiteld: ,,The System of Finan-
cial Administration of Great Britain”, door Williém

F. Wilboughby, constitutional a

dviser to the Ohinese

Repuiblic; Professor of jurispru’dence and politics,
Princeton University, Westel W. Willoughby, Pro-

fessot of political science, Jolms Hopldn’s Univer
sity en Sauel Mc Oune Lindsay, Professor of socia,l

legislation, Oolumbia University.
1)

Reeds in 1907 was het plan gevormd een serie

wetenschappelijke ‘handboeken uit te geven, die aan

burgers en ambtenaren nauwkeurige -gegevens zouden

verschaffen omtrent de methodes en praktijken -door
Regeeringen en ambtenaren
bij
het ‘behartigen van

het publiek belang toegepast. In het ‘begin van 1913
werd dit plan aan het oordeel van de ,,Rockefeller

Foundation” onderworpen. Op de vraag van het be-.
stuur dier itichting, met welke soôrt studies zou wor-

den begonnen, als de noodige gelden ter beschikking,
werden gesteld, luidde het antwoord: 1; Methodes van
budget-opzet en financieele kontrole. 2. Principes jen
praktijken ter verbetering van den Sta’atsdtienst. 3..

Vo,orz:ieninigen ‘in ‘zake’ p’eniioeuien en wachtgelden.

4.
h[etho des van Staatsboekho-u’ding.

De noodige gelden werden beschikbaar gesteld en

1)
Sedert verschenen behalve het in den tekst genoemd
boek, de volgende door het Instituut uitgegeven werken:
Stndies in ,.4dministration.
The Budget, by René Stourin;
T.
Plazinski, translator;
W. F.
McCaleb, Editor.

The Canadian Budgetary System; by H. G. Villard and
W. W. Willoughby.


The problem of a National Budget, by W. P. Willoughby.,
The movement for Budgetary Reform jn the States, by
W. F.
Willoughby.


Teacher’s Pension Systems in the United States, by Paul
S’tudensky.
The System ‘of Financial Administration of the United
States (In preparation).
Organized efforts for the improvesnent of methods of
administration
1
in the united States,
y
G. A. ‘Weber.
Principles of ,,.4dministration. –
Principles Governing the Retirement of Public Em-
•ployees, by Lewis Meriam.


Principles of Government Purehasin-g, by A.’ G. Thomas.
Principlës of Public Employment, by A. W. Procter (In
preparation)..

Service monographs of the United States Government.
The Reclaniat’ién Service.
The United States Geological Survey.
The Bureau of’ Mines (In preparation).
Uitgevers van deze werken zijn
D.
Appieton and Company
“te New York en Londen.

‘ –

20 April 1921

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

345

een speciaal komité ter uitvoering der plannen werd
benoemd.

Door toedoen van dit komité kregen de drie voor-
noemde professoren, van wie twee zeer veel admini-
stratieve ervaring hadden, de opdracht een voorloopig

bezoek aan Engeland, Frankrijk en Duitschiand te
brengen om materiaal te verzamelen door aanraking

met ambtenaren en studenten, op de hoogte van ‘be-
grootingswerkzaamheden.

De Commissie begon haar werk in Engeland begin Juli 1914.

Tengevolge van ‘den oorlog kon de Commissie hare

oorspronkelijke plannen niet geheel volvoeren; zij
keerde, na in Engeland de gegevens omtrent het Brit-

sche financ.ieele systeem te hebben geordend, gekom-
pleteerd en uitgewerkt, naar Amerika terug.

De waarde van baar werk, dat aan het ,,Institute for
Gorvernment Research” ter publicatie werd aange-

boden, ligt vooral hierin, dat het op beknopte en hel-
dere
wijze
de indrukken weergeeft van drie mannen

van buitengewone ervaring en kennis en voorts in het
bijzonder, dat het een beter inzicht kan geven in de
wijze, waarop -de ‘doorvoering van juiste en algemeene
aanvaarde financieele beginselen in de
praktijk
moge-
lijk is.

Na de algemeene beginselen te hebben uiteengezet,
welke aan een goede regeling der Staatsfinanciën
steeds ten grondslag moeten liggen, gaan de schrijvers
den gang der financieele administratie in Engeland na, -de voorbereiding der ramingen door de onder-

scheidene Departementen, de voorlegging der defini-
tieve raming door de Treasury aan het parlement, de

behandeling in the House of Commons, het uibge’ven
van de door den wetgever toegestane sommen, de boek-
houding, de verantwoording der uitgegeven gelden.
en de kontrole daarop, het geven van verslag omtrent
de resultaten ‘der financieele transacties, terwijl ze de
beteekenis van elk stadium en het verband met het

voorafgaande en -het volgende helder doen uitkomen.
Hierna zal getracht worden van het Engelsche fi-
nancieele systeem, aan – de hand van het ‘boek der
Comissie een denkbeeld te geven en in het bijzonder
de voornaamste verschilpunten tusschen het Britsche
en het Nederlandsche systeem te -doen uitkomen.
Eenige beschouwingen zullen daaraan worden vast-
geknoopt.

De financieele administratie van een land, het ver-krijgen en uitgeven van uit belastingen of leenin-gen

gewonnen gelden ‘door een Regeering, is te splitsen in
een aantal opeenvolgende, nauw samenhangende
stadia.

Wat de ver7crjjging der gelden betreft:

1. De aanwijzing door de wetgevende macht van
de bronnen waaruit en de regelen volgens dewelke in-
komsten zullen worden verkregen.

2. Inning der inkomsten en verkoop ‘der schuld-be-
kentenissen door -de uitvoerende macht volgens regels,
welke meestal voor een deel door haar zelve en voor een deel door de wetgevende macht zijn vastgesteld.

3. .Het nauwkeurig boeken van de inkomsten, van
de opbrengst der verkochte -schuidbekentenissen, van

de -geïnde bedragen en uitstaande vorderingen.
4. Het onderzoek ‘dier ‘boeken ‘door. een ambtenaar
(college), die (dat) onafhankelijk is van de uitvoe-
rende macht, om na te gaan:

-of alle inkomsten en vorderingen inderdaad zijn
geïnd en zoo neen, of voor het niet-innen gegronde
motieven aanwezig zijn;

of alle ontvangen gelden behoorlijk worden ver-
antwoord.

5. Het uitbrengen van rapporten, waarin in het’
kort de financieele resultaten worden vermeld, die
met het bestaande belasting- en leenin-gsysteem zijn
verkregen.

Wat de bewaring der gelden betréf t:
1. De Organisatie en handhaving van een schatkist-
systeem -betreffende ontvangst, bewaring en uitgeven

door comptabele ambtenaren -van de op voormelde
wijze verkregen gelden. –

Wat de besteding der gelden betreft:
i)

1. Het ramen door de uitvoerende macht van de

sommen, haars inziens ‘benoodigd voor de behartiging
van het publiek ‘belang gedurende een bepaalde
periode.

2. Een dito raming door de uitvoeren-de -macht van

de ontvangsten uit belastingen en ‘kredieto-perati-es.

3. Het verschaffen van gegevens door dé uitvoe-
rende macht ten aanzienvan den toestand der schat-

kist in een soort balans, vermeldén-de de liquide mid-delen en -schulden der regeeringen van ‘het begin van

de onder 1 en 2 bedoelde periode of op den datum der

balans en de te verwachten toestand aan het eind dier
p-eriode.

4. De v6orlegging van voormelde gegevens aan de
wetgeven-de macht, d.i. de autoriteit, die de inkomsten

en uitgaven toestaat, in zoodanigen vorm, dat het

verband tusschen de werkelijke en -geraamde ontvang-
sten en uitgaven duidelijk uitkomt en in ‘het bijzonder
het voor of nadeelig saldo, dat uit de geraamde in-
komsten en uitgaven, indien ‘deze w-orden goedge-

keurd, zal voortvloeien. Voorts behoort de wijze te
worden aangegeven, waarop in het nadeelig saldo kan

worden voorzien of het voordeelig saldo kan worden
besteed.

5. De overweging van deze gegevens, staten en ad-
viezen door ‘de wetgevende macht en aan de han-d
daarvan het nemen van beslissingen ten

aanzien van
de volgende punten:

Of en zoo ja op welke wijze het ‘bestaande sy-
steem van inkomsten uit

belastingen en leeningen
moet worden gewijzigd en

De bedragen ‘die tot bestrijding van goedge-
keurde uitgaven moeten worden toegestaan.

6. Organisatie en leiding door de uitvoerende
macht – overeenkomstig instructies, gedeeltelijk door
haar zelve en gedeeltelijk door de wetgevende macht
vastgesteld – van administratie en regeeringsprak-
tijk ten aanzien van ‘de besteding -der door -de wetge-
vende macht toegestane gelden, welke organisatie en
leiding vooral betrekking zal moeten ‘hebben op de
volgen-de punten:
de regeling van -de geidbesteding en -het aangaan
van verbintenissen het onderzoek van vorderingen ten laste van -den Staat;
de regeling van de
wijze
waarop -de sommen, waar-
van de verschuldigdheid is vastgesteld, zullen worden
betaald;

het gebruik van komptabele stukken, die tot be-
wijs ‘der uitgave-operaties ‘zullen strekken.

7. Een boekhouding van voormelde transacties met
behoorlijke splitsingen, die het niet alleen mogelijk
mé-ken aan de hand der onder 6
d
vermelde stukken
rekenschap te geven van alle gedane of toegestane
uitgaven, maar ook een spoedig en hel-der inzicht ge-
ven in de -doeleinden, waarvoor sommen
-zijn
uitgege-
ven of beschikbaar gesteld.

8. Organisatie van een, systeem van verschaffing van financieele gegevens, die periodiek licht geven
over liquide bezit en schuld, ontvangsten.en uitgaven,
aan ambtenaren, wetgevende macht, publiek,, opdat
deze en andere belanghebbenden hun plicht kunnen
doen ten aanzien van de aan te gane verplichtingen
en de kontrole der toegestane uitgaven.
9. Kontrole van de rekeningen, betreffen-de

bezit-
tingen, schulden, ontvangsten en uitgaven door een
van de Regeerin’g-onafhankelijke autoriteit, die moet
nagaan of ze juist zijn en alle voorwaarden en eischen
door de wetgevende macht -gesteld, zijn in acht ge-
nomen.

10. Uitbrenging van verslag door die autoriteit aan

1)
‘Uitdrukkelijk zij opgemerkt; dat het boek en derhalve
ook onze bespreking zich vrijwel geheel tot dit onderdeJ
beperkt.’ – .

346

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

‘ 20 Api1 192.1

de. wetgevenide macht omtre.nl d resnlitasben’ liare

kontrole en dè wijze waarop van de machtiging tot
uitgave der toegestane gelden is gebruik gemaakt.

Van een financieel systeem is daar slechts sprake,

waar alle deze scha’kels in elkander sluiten en een
doelmatig geheel vormen. In het bijzonder is het eisch
van een •goed financieel systeem, dat de Regeering

de wetgevende -macht in staat stelt, aan de hand van
een door overzichtelijke gegevens verduidelijkte be-

grooting, d.i. een plan of voorstel betreffende de

financieele gestie van den Staat voor een bepaalde

periode oowel wat inkomsten als uitgaven betreft -.
de financieele politiek te bepalen.

Twee systemen van financieele boekhouding moe-

ten scherp worden onderscheiden:

1. Het systeem van baten en lasten, waarbij de

rekeningen van elk dienstjaar
zijn
gebaseerd op het

beginsel, dat alle baten van het dienstjaar aan het

clienstjaar moeten worden te goed geschreven en dat

ht dienstjaar met al
zijne
lasten moet worden belast.

1 Het kassisteem, waarbij ten voor- en ten na-

deele van het ‘dienstjaar
alle
daarin
ontvangen en be-

taalde bedragen worden geboekt, onverschillig of die

ontvangsten en betalingen
werkelijk
tot dat dienstjaar

behooren.

Geld ontvangen in het dienstjaar 1915, op, grond

van belastingen voor het dienstjaar 1914, komt in het eerste systeem aan het ‘dienstjaar 1914, in het tweede

aan het dienstjaar 1915 ten goede. Geld betaald in het dienstjaar 1915, ten gevolge van in het dienst-

jaar 1914 aangegae verbintenisen, komt in het eerste

systeem ten laste van het dienstjaar 1914, in het

tweede systeem ten laste van het dienstjaar 1915.

Het eerste systeem is dat van Frankrijk, België en
edorland, ‘) het tiveede,dMv.an Ijtaiië, de VeTeengde
Staten en Engeland. Elk systeem heeft zijn voor- en

nadeelen.
2
) Het eerste is gekompliceerder, maar ver-

schaft alle gegevens ter vergelijking van •de verschil-

lende dienstjaren; het tweede is eenvoudiger, doch die
eenvoud wordt bereikt ten koste van dé vergelijkbaar-
heid der op de onderscheidene dienstjaren betrekking

– }iebberrde gegevens.
3)
Een versnelling :der betalingen

en een verlagzaming der inningen kan toch in dit
systeem op de resultatèn van een dienstjaar grootefi
invloed uitoefenen.
4)
Het Fransche systeem sluit de

dienst van een bepaald jaar eerst af, nadat alle baten
-vhn .dat jaar
zijn
ontvangen en alle lasten van dat
jaar zijn betaald; vandaar, dat de afsluiting lang op zich laat wachten. Het Ehgelsche systeem munt uit
door een zeer snelle afsluiting. Het dienstjaar loopt

van 1 April tot 1 April. Onmiddellijk daarna worden

Noch wat de ontvangsten, noch wat de uitgaven be-
treft, wordt aan het •eeiste systeem hier te lande steeds
streng de hand gehouden; deze uitzonderingen kunnen
hier echter buiten beschouwing (blijven.
Wij zijn echter van oordeel, dat het tweede systeem
om practische redenen de voorkeur verdient, daar het met
veel minder administratieven omslag gepaard gaat en
nauwkeuriger ramingen, vlottere financieele getie en
vlugge
afsluiting fvan het dienstjaar mogelijk maakt. Een ander grot voordeel van ‘het Engelsc.he systeem
is, dat de ramingen’ gschiedeu kort vr het nieuwe finan-
cieele jaar en derhalve nauwkeurig kunnen zijn. Suppietoire
verhoogingen spelen in Engeland daartoe lang niet zoo’n
gewichtige rol als in Frankrijk en Nederland. Dit is mede
toe tê schrijven aân de zeifbeperking, die het Engelsche
Parlement zich in Linancieele aangelegenheden oplegt en aan
den overwegen-den invloed van de ,,Trea.sury”. ,,Supp’lemen-
tary estrimates” hebben meestal betrekking op nieuwe
behoeften. De -Treasury ‘dient ze, als ze met de sup-
pletoire ramingen akkoord gaat, in
Juli
en Februari hij
het Parlement in. Soms worden de ,,Summér suppiemen.
taries” nog tegelijk met ide regul-ar estimates ‘in het Parle-
nent behandeld; de ,,Febru-a’ry -supplementari-es” zijn
meestal van weinig belang.
Hetzelfde geldt echter, wat het eerste systeem ietreft,
vak •h’et
al
of niet afsluiten’ van kontra’kten. ‘Zie het hier-
onder genoemd artikel vak -den heer

Heus, blz.
277
noot 1).
de boken gesloten.
1)
Reed-s ‘togen het eind van April

wordt aan het. Parlement een voorloopig resumé ver:

schaft, dat een maand daarna door de ,,Finance Ac-

counts” wordt gevolgd. Deze vlughei.d wordt echter
– hij de -tgenwoordige inrichting -der ,,Finance Ac-

coimts — ook in Engeland slechts -bereikt ten ‘koste

van de vergelijkbaaTh.eid. -De voo-roemde s,tujdiecom-
missie -zst daaromtrent oip bis. 246 van haar boek: ,,In

one respect liowever the Fmnance Accounts as a public

document is ….. open to serious criticism. Reference

is made to the failure to inelude in the report tables
giving. -the facts regarding treasury conditions and

opera.tinns for a srdes of years, such, for exaniple, as

is given in the special return for the national debt.

It is -only as figures for a given year are compared
with the correspon’ding figures for a series of years

preceding that their full -significance can be seen.

The latter figures een, of course, be secured by con-

sulting -the Finance Accounts for those years but

members of Parliament and the general public should
no-t be put to the necessity of making such a search.” —

Mt nadruk
zij
er op gewezen, dat zelfs in het

Engel-sche systeem, dat ‘geheel en al is ingericht op

een snelle -overzichtelijkheid-, slechts op het einde van
elk kwartaal bij ruwe benadering en op het eind van

het dienstjaar nauwkeurig en een en ander nog slechts
ten koste van velerlei verrekenwerkzaamheden, een

overzicht van de werkelijk gedane ontvangsten en uit-
gaven mogelijk is. Deze moeilijkheden -hangen samen

met de kas-bezuiniging, die in Engeland -zoo ver moge-

Jijk is doorgevoerd. –

The Oomptroller and Auditor General opent kre- –

dieten aan de Treasury, die daaruit geld beschikbaar
stelt voor -den Paymaster General naarmate van diens

• dagelijksche behoeften. Diens kas nu wordt, behalve
door de Treasury (Oonsolidated Fun-d), uit de vol-
gende -bronnen gestijfd:
10.
Sommige der door de on-

derscheidene Departementen gerealiseerde ontvang-
sten (de hierna te noemen ,,appropriations in aid”).

2
0
. Hot Troasurv Ohost Fund ter tijdelijke bestrijding

van buitenlandsche uitgaven.
30
Het Civil Oontin-

gency Fund, ter voorloopige -bestrijding van onvoor-
ziene, civiele uitgaven. 4°. Gedeponeerde fondsen,
onder -kontrole van ‘de verschillende Departementen.

Van deze fondsen hou’dt de Paymaster General af-
zonderlijke rekeningen, doch alles te samen vormt één
kas. Slechts -als die kas uitgeput dreigt te geraken,
doet -hij een ber-oep -op -de Treasury. Vandaar dat ‘de
credieten, welke op een bepaald tijdstip, ten -gunste
van den Paymaster General, door de Treasury zijn -ge-
opend, een hoogst onvolledig en onjuist beeld geven
van de werkelijk gedane uitgaven. Dit klemt te meer,
omdat een der-gelijke verhouding als met den Pay-
master General -ook bestaat tusschen ,,Treasury” en
,,-R’evenue Departments”. Dezen wordt door de Trea-
sury krediet geopend voor de kosten van de inning
der inkomsten, ‘doch zij -bestrijden -die kosten allereerst
uit -hunne ontvangsten. Het geld wordt zoodoende zoo
economisch mogelijk gebruikt ter plaatse waar het
wordt -ontvangen. Op bepaalde tijdstippen -hebben tus-
schen Treasury en Paymaster General en tusschen
Treasury – en Revenue Departments verrekeningen

plaats. Zeer ruw geschiedt dit -maandelijks, ruw per
kwartaal en zeer nauwkeurig eens per jaar, nl. op het
eind van het -dienstjaar, tea einde de kredietopeningen –
ten laste van het ,,Oonsoli-dated Fund”, zooals die
eenige uren, na het sluiten van de boeken op 31
Maart, worden bekend -gemaakt, zoo- nauwkeurig -mo-
gelijk te doen correspondeeren met de rekening en
verantwoording van de werkelijk gedane uitgaven, die
9 .h 10, maanden later door. -den Comptroller and

Au-ditor General geschiedt,

Mr. A. SPANJER.

1)
Ter voldoening van reeds
v

oor
1
April geordon-na.n-
ceerde, maar nog niet voldane ‘betalingen van het afgeloo-
pen, gesloten -d.ienstj-aar, wordt den Paymaster General
gedurende dr-je maanden een speciaal crediet geopend.

20 April 1921

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

347

HET COLLECTIEVE MERK.

In J uni aanstaande zal het tien jaar geleden zijn,
dat wij ons te Washinglooi met ‘de andere landen,
leden van de Unie tot bescherming van den indus-trieelen eigendom, verbonden om, naast de indivi-

dueele, ook de collectieve merken in te schrijven en
in bescherming te nemen (artikel 7bis van het her-
ziene Unieverdrag van Parijs), welke ver’plicthti,ng

naar het oordeel der regeering, vervat in de memozie
van toelichting op het wetsontwerp tot goedkeuring

van het nienwe tractaat, geen wijziging in de Merken-

wet aioodzakelijk maakte. Dd juistheid van da,t oordeel
wer.d echter aanstonds in twijfel getrokken door

Mr. 0. P. Zaayer, die (in zijne nog tijdens de behan-
deling van de goedkeuringswet verschenen broc1ïure
,,Het collectieve merk”) op giond van het funidamen-
teele verschil tussehen het indivi’dueele en het col-
lectieve merk en het stelsel van onze Merkenwet het
omgekeerde betoogde. Een dergelijk meeningsverschil
bestond er, merkwaardig genoeg, ter zeifder tijd ten
aanziefl van de Octrooiwet tusschen ‘de regeering
eenerzijds en het toenmalig lid van den Ootrooiraad
Mr. 3. Woltm’an (Weekblad van het Recht No. 9367)

anderzijds; de onlangs afgekomen herziening vn die
wet ‘heeft intusschen bewezen, dat in dat opzicht het
goed recht niet aan de
zijde
‘van de regeering is ge-
weest. Dart zij ook met betrekking tot het collectieve
merk mistastte en ‘daarom mettertijd gewie bakzeil
zal moeten halen, blijkt zonneklaar, als men zich de
moeite getroost de portée van het betreffende ti’ac-taatsartikel na te gaan aan de hand van hetgeen aan
de totstandkoming daarvan voorafging en de uitkomst van dat onderzoek toetst aan ons mer’kenrecht.

Het collectieve merk kwam liet eerst ter sprake op
het internationaal congres van den ind’ustrieelen

eigendom te Parijs in 1889, dat zich voor bescherming
‘verklaarde, echter zonder aan te geven wat er onder
een dergelijk merk verstaan moest worden. Niet veel
wijzer daaromtrent maakte de tekst van het Belgische

voorstel, aangenomen op de confeientie tot herziening
van het Unieverdrag te Madrid in 1891 en onder dak

gebracht in een later niet geratificeer’d protocol, vol-
gens hetwelk aan de gemeentelijke of collectieve
fabi’ieksmerken gelijke bescherming vérleend zou wor-
den, als aan de individueele merken; de bedoeling
was evenwel, dat slechts collectieve merken van pri-
vaatrechteljken aard beschermd zouden worden, toe-
behoorende aan syndicaten en vereei.i’gingen van pro-
ducenten en dienende om de herkomst te waarborgen
van de fabrikaten, waarop zij aangebracht worden.
Sindsdien heeft ‘het onderwerp op alle conferenties
en daarnaast op alle congressen vara dc in 1897 opge-
richte Association internationale een punt van beraad-
slaging uitgemaakt tot het in 1911 eene voorloopige,
verre van onberispelijke regeling vond. De wenscJie-
lijkheid van ‘bescherming heeft daarbij steeds op den
voorgrond gestaan; moeite heeft het echter gekost het onder elkander een te worden o’vèr de netelige vraag, welke collectieve merken beschermd zouden worden,
terwijl de tweede, niet minder moeilijke en gewichtige
vraag, onder welke voorwaarden de bescherming ver-
leend zou worden, bij gemis aan orvereenstomlminig tot
heden onopgelost is moeten blijven. Uit de vrij een-
tonige beraadslagingen, waarbij telkens en telkens
weer moest blijken, dat ‘het meerenideel der betrokken

landen het vraagstuk niet of niet voldoende bestu-
deerd had, trekken slechts eenige punten de aandacht.
Vooreerst ten aanzien van ‘de vraag, welke collectieve
merken beschermd zouden worden, dat op de confe-
rentie van Brussel in 1897 naast ‘do collectieve her-
k’omstmerken van privaatrechtelijken aard ook ‘de

herkomstmerken van p’ubliekrechtelij’ken aard – aan
den Staat, eene provincie of gemeente tioebehoorende
– op het
tapijt
kwaimen, d’at men eerst op het congres
te
Parijs
in 1900 op het denkbeeld kwam om de be-
scherming ook tot de collectieve waarborgmerken uit
te strekken, ‘die de hoedanigheid van de ‘waren garan-
cleerden, en dat op het congres te
Berlijn.
iz
1904, waar

voor de eerte maal dieper op de zaak ‘werd ingegaan,
de principiieele m’isslag ‘begaan werd om het collec-
tieve merk, evenals het indjividueele merk, aan eene
fabriek of ‘handeisinrichting te binden, ‘terwijl toca
de col’lctiviteit gewoonlijk niet op winstbejaig uit is,

doch zich uitsluitend de behartiging ‘van de znidus-
trieele of handelabelangen van eèn land, van eene be-

paalde streek, of van hare leden ten doel stelt. Die

fout heeft zich later gewroken, toen het te Waakxngton
op het r’edigeeren van het nieuwe artikel 7bis aan-

kwam, want ofschoon op het ‘aanhouden van Duitsth-

land het Fransche voorstel om ‘het bezit van eene
nijverheids of ‘handelsin’riehting ook voor het collec-

tieve merk verplichtend te stellen verworpen werd,
verhief toch het tractaatsartikel de uitzondering –
de collectiviteit in ‘het bezit ‘van zulk eene. in-

richting -. tot regel. De slotsom, waartoe de beschrik-bare gegevens leiden, is, dart het trac taart onder, col-
lectieve merken verstaat: merken, ingeschreven ten
behoeve van eene privaatrechtelijke of puibliekrec’h.te-

lijke coll’ectijviteit, ‘diie rechtspersoon is en in den ‘regel
zelve geen fabri’kan’te is of handel drjft van de voor-
aarden, waaronder de collectiviteit het gebruik van
het merk toestaat aan ihare leden of aan personen, ge-

v’estigrd in het land of gedeelte van het land, dat zij
ardjzninistreert, hangt het dan af, of het collectieve
merk het karakter heeft van een herkomst- of van een
waarborgmerk. In tegenstelling ‘bot het individueele
merk is
‘bij
‘het collectieve ‘merk het recht op het merk
gesplitst, heeft n.l. de collectiviteit de bevoegdheid
regelen te stellen voor het gbruik ‘van liet merk, ter-
wijl hare leden of geadaninistreerden het recht ‘tot ge-
bruik bezitten.

Ten aanzien van de tweede vraag, onder welke
v
u’or-
waarden bescherming verleend ‘zou worden, valt dan
verder ‘op, dat op het congres te Berlijn in 1904 aan ‘do
collec’tivjteiten enkel de eiscfla gesteld werd wettig
recht van bestaan te hebben in het land van toorsprong,
maar dat daartegen te Washington z66 krachtig te
velde getrokken werd, èn door Engeland, ‘dat zelf
beoordeelen wilde, of de eol’leetiviteit wel in het alge-
meen belang werkzaam was, èn door Japan, dat het
wettig bestaan in elk ‘geval ‘aan zijne eigen wet ‘toetsen
wilde, ‘dat men zich, ten einde raad,’îvergcnoegen inoest
met eeno uitdrukkelijke ‘vrijlating van alle landen om
bijzondere voorwaarden ‘voor de bescherming in het
leven te roepen; ‘vergeten werd om aan de inschrj-

ving van (het collectieve merk de voorwaarde ‘te ver-
binden, dat ‘het in ‘igen land ingeschreven zou zijn,
waardoor feitelijk laan dart ‘merk eene verder strekken-

de bescherming ‘verleend werd dan aan ‘het inrdirvi-
dueele en inbreuk werd gemaakt op den grondslag van ‘de internaitionale bescherming, die n.l. ‘op de
bescherming in het ‘land van oorsprong berust. Een
vrijwèl natuurlijk gevolg ‘van de voorbehouden vrijheid
om de bescherming van het collectieve merk naar
eigen inzicht te regelen, was, dat de meeste landen
niets ‘deden en eene ‘afwachtende houding aannemen; eene ui’bzonrderirug daarop vormden slechts Duitsch-

land en Denemarken, ‘die in 1913 met een volledig
stel voorschriften voor den dag kwamen en Zweden,
‘dat zijn eigen collectieve merken ongeregeld liet, maar
aan de buitenlandsche in 1914 de bescherming vei-
leende, waartoe het zich verplicht had.
1)

En mi ons land: ook ‘hier waren publiekreciirtelijke
en privaatrechtelijke collectieve merken reeds v66r het
tractaat van Washington bekend, nagenoeg uitslui-
tend echter met het karakter van waarborgmerk.
Eene uitzondering hierop maakt het gemeentelijk

jeneivermerk van Schiedarn (1902), ‘dat liet midden
houdt tussehen een herkomst.- en een waarborgmerk;
evenals de Rj’ksmerkeii voor boter (1905) en kaas
(1911) – publiekrecrhteljke waarborgmerken, die ter
lboschikkinig zijn gesteld van prirvaatrechtelijke col-

1)
Min of weer volledige regelingen bestonden er reeds
ii Italië
(1869),
Zitserlan’d , (
1890),’
Portugal
(1896),
België
(1898),
Spanje
(1902),
Brazilië
(1904), Eigeland (1905),
Denemarken
(1906)
en Australië (1906).

1

348

S
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20 April 1921

iectiivitéitern (contrôlesitatiens) —en de Ri.jkskeur- en
andere stempe1merken (1852), waarborgmerken, wel-

ker gebruik verpl.iehtend is gêsteld,’alt het jenever-
merk echter huiten het kader ‘van onze zuiver privaat-

rechtelijke Merkenwet. Maar kunnn. nu
de priivaatt-

rechte1ijke collectieve merken hier te lande ingeschre-

ven worden? Feitelijk sinds 1904 niet meer, onidait in
dat jaar een nieuw artikel 3bis in do Merkenwet in-
gelascht werd, dat déne inschrijving ten name van

meer dan één rech,thebbende ialleen ‘dan geoorloodd

verklaart, indien allen te zamen gerechtigd zijn tdt
de fabriek of hanidelsinrichting, ‘tot onderscheiding

van welker waren het merk bestemd is. Pat er daarna

desniettamin á la barbe van de wet toch verschillende
collectieve merken ingeschreven zijn – behalve de

door Mr. Zaayer in zijne brochure vermelde, lbijv. de

bekende merken van de Ansjoivis Oontrôle VereenLiging
te Amsterdam en van de Vereenijging Nederlandsc,h
Fabrikaat – ‘vindt zijne verklaring idaarin, dat het

niet ‘voldoen aan het ‘vereisch’te van artikel 3bis niet

in artikel 9 van de wet als een grond ‘tot weigering
van de inschrijving opgenomen werd en de Hooge
Raad het Merkenbureau niet hevoegd acht om de in-

schrijving op andere dan de in artikel 9

vermelde

gronden ‘te weigeren. Dientengevolge voelt het
Bureau zich er niet ‘toe geroepen, om een onderzoek

naar het karakter v:wn de ter inschrijving ‘toegezonden
merken te doen, weet het zelfs in den regel niet, of
een merk als een collectief merk dienst zal moeten

doen, omzeilt het de moeilijkheden, die ‘bewaaid blijven
voor den rechter, als ‘deze in een geschil ‘tussohen

partijen over de inschrijving ‘van ‘of eene inibreuk op
een collectief nerk uitspraak izal heb,ben te doen.

Aldus handelenide blijft het Bureau in harmonie met
het stelsel van onze Merkenwet, volgens hetwelk de
inschrijving van een merk geen rechten daarop.

schept, doch slechts be’kendiheid geeft aan ,,beweerde”
rechten. Dat de collectiviteiten, als hare oogeii een-
maal open gaan en izij zich van, het onzekere van hare

rechtspositie op het gebied van het merkeiirecht be-
1

wust worden, op eene ingrijpende herziening van .onze
merkenredhteljke bepalingen san zuilen dTingen, 1igt
voor de hand. Op de vraag, of onze regeering het zoo-
ver zal willen laten ‘komen v6ér zij onze schuld aan de
Unie ten auzien van het collectieve merk gaat kwij-
ten, moet het antwoord evenwel schuldig blijven.
-‘

01

Mr. Dr. K. H.
CORPORAAL.

DE STAATSCOMMISSIE VOOR HET

MUNTIiJEZEN.

S

Eenige dagen geleden meldden de diabladen de

instelling van eene Staatscommissie om de Regee-
ring, te ,,adviseeren over de vraag of de ‘toesta)id op

het gebied van muntwezen in Nederland en Indië
wijziging der ‘betreffende wettelijke regelingen, in bij-
zonder met betrekking tot bestaande eenheid van

munt, noodig of wenschelijk maakt en ree ja, welke
wijzigingen, zulks met mededeeling van haar gevoe
len over daarmede samenhangende vraagstukken.”

Den ilden dezer werd die Staatscommissie door den Minister van Financiën, in, tegenwoordigheid
van den Minister ‘van Koloniën, geïnstalleerd.

Wat het gevoelen. is van den Voorzitter dezer
Staatscommissie over het hoofdprobleesn: scheiding

of eenheid van muntwezen voor Nederland en Neder-
iandsch-Indië, is ons ‘bekend uit het in 1920 van do
hand ‘van Mr. G. Vissering verschenen wei±: ,,Munt-

wezen en circulatiebanken in Nederlandsch.Indië”.
.De schrijver constateert in dat jaar als feitelijken

toestand, dat het Indische muntwezen reeds geschei-

den is van het Nederlandsche en dat zulks een gevolg

is van de omstandigheden, die in dit opzicht voor
Indië eene zelfstandige positie hebben geschapen.

,,Welnu, laten wij ‘dien toestand dan ook in theorie

aanvaarden, en in de Muntwet vaatleggen’
1),
,,alle

1)
pag. 377.

0

ernstige bezwaren, vroeger’ tegen eens scheiding van muntwezen tusschen onze Oost-Indische koloniën en

het moederland bestaande, ‘zijn thans verdwenen; de
rtijd is rijp voor een definitieve Ibeslissing”
1)
adivi-

seert Mr. G. Vissering.

Voorzooçver ‘bekend, ‘heeft dit advies alleen Indago
in drie artikelen in de avondbladen der Nieuwe Oou-

rent ‘van 13, 14 en 15 December 1920 eenige vrees

bezorgd, een vrees, idie nu door den sedert ingetreden

teruggang van den dollarkoers, aanmerkelijk zal ver-

licht zijn.”
1

Niettemin heeft de Rejeerin’g, na zulk een duidelijk

deskundig advies, het niet op zich willen nemen ton

‘deze positief of negatief handelend op te treden zon-

der een offioieel commissoriaal advies te hebben inge-

wonnen. In de installatie-rede merkt de Minister van

Financiën ‘op, na gewag te ‘hebben gemaakt van de
gewijzigde positie van Nederlanclsch-Indië in ht

wereldihanzdelsv’erikeer, dat ,,te bedenken (valt) idat het
uiterst gevaarlijk ‘zou zijn, zich te laten leiden door

de abnormale orasta.nidiiguhed’en onder welke wij nog
steeds leven en ‘die als het ware-van dag tot,,dag san

veranderilnlg onderhevig zijn.” Aan een nadere voor-

lichting wordt ook behoefte gevoeld als in aanmer-

king wordt genonien dat ,,njiet
eenizijdiiig
op de belan-

gen der koioniie mag gelet worden, doch diie van het

moederland niet ‘minder
bij
de oplossing van het

vraagstuk ‘betrokken zijn”.

Behalve het geven. van ,een advies over het boven-

genoemd h,00fdprobleem, wordt de Staatscômmissie

tevens uiitgen.00diigd van haar gevoelen te doen blij-ken over da’armede samenhangende vraagstukken.. De

Minister van Financiën stipt dan, blijkens het ‘in de
pers gepubliceerd verslag der installatie-rede, eenige

vragen aan, waaronitrent antwoord ‘wordt verlangd
als bijv. welk gewicht en gehalte de eventueel nieuwe
Indische munten zuilen hebben., welke wij ziging in cle functie. van de ‘munitfondsen gew,enscht is e. d

O.pk voor het geval, dat de Staatscom.missie, wat het
hoofdprobleem betreft ‘tot een negatief besluit mocht

kooien,
zal
zij
wellicht termen vinden ten :
aanz
ien van

“die of ,,andere
tijdens
het onderzoek naar voren ko-

mende punten” voorstellen te doen.

N.- ;h. v. zal
ongetwijfeld
een van die ,,andere ‘tijdens

het ‘onderzoek naar voren komende punten” zijn de

vraag of de oprichting van een eigen muntinrichting
in Nederlandsch.Indië al dan niet wenscheljk en
urgent is. De urgentie van dit vraagstuk werd reeds
enkele jaren geleden door eenige leden -van den Volks.

raad ter sprake gebracht, doch door’ de Indische
Regeering ‘kortweg ontkend. Mr. J. Westerman Hol-

stijn
2)
deelt in een klemmende argumentatie het in-

zicht ‘van ‘die leden van. den Volksraad, terwijl ook

dezerzijds onlangs
3)
de noodzakelijkheid van een

Munt in Indië werd betoogd.

Mocht t. z. £ ‘daartoe worden. besloten, dan doet
zich het delicaat feit voor, dat de muntfabriek te
,Utrecht nadien een minder ‘voordeelig bedrijf zal uit-

oefenen dan tot nu toe het geval is geweest en dat

de Nederlandsche schatkist zich ‘tevreden zal moeten
stellen ‘met een geringere winst. Wat is n.l. gebleken
bij het nagaan van de bedrijfsresultaten van ‘s Rijks

Munt, voorzoover die uit de Muntverslagen zijn na
te slaan? Dat het Staatsmuntbedrijf vaû 1913 af t/m.

1919 een zuivere ‘winst van ruim
f 1,7
millioen heeft

uitgekeerd aan ‘s Rijks middelen; dat ‘verder ten

‘behoeve van de metaalcirculatie in Nederland in die-
zelfde jaren door de Nederla’nd’sche schatkist een be-

drag van ruim
f 1,4
millioen en door Indië ten be-

hoeve van de muntivoorziening gin4s een ‘bedrag van
ruim
f 1,7
millioen aan muntloon aan ‘het staats-

mun’tbedrijf is betaald. Het iblijkt dus, dat de uitga-
ven ‘aan muntloon door het Rijk in Nederland ‘vol-

pag. 380.’
in Koloniale Studiën
1920.
in het Koloniaal Tijdschrift
1921.

20 April 1921

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICI4TEN

349

komen goed gemaakt 2ijn door de totale winst van
het Staatsmuntbedrijf, terwijl het muntioon voor de

Indische circulatie door de Indische Regeering in het
debet van haar onkostenrekening is geboekt.

Het Rijk in Nederland kan Indië dankbaar zijn

voor de restitutie van het maakloon van de metalen
circulatiemjcldelen in Nederland, doch het zal, ook

wanneer het de urgentie van een Indisch muntbe.
drijf niet aanvaardt, toch
zijn
erkentelijkheid tegen.
over Nederlandsch-Indië wel willen toonen door een

zoodanige regeling te treffen, dat voortaan aandeel

in de winst verzekerd is. H. G. F.
VAN HULB.
12 April 1921.

LONDENSCHE CORRESPONDENTIE.

De moeilijkheden in de arbeiders-
wereld.

Onze Londensche correspondent schrijft ons
d.d. 18 April 1921:

The strike issue has put all other
cluestions
in the
shadow during the last fortnight. The debate on the

tariff resolutions, which was to have taken place last
week, has been postponed tili some more opportune

moment. Though it has been suggested here and there
that the postponement was meant to be one
sine die,
one may be sure that the questions will be brought
forward again at no distant date.

The coal question has itself almost faded away
before the political aspect of the triple alliance strike,
which hung over the country as a threat for over a
week. It was a natural mo’ve in the prime Minister’s

policy to lay the stress upon the grajvity of the
moment, to appeal to loyal citiens as against the

miners, railw•aymen and transportworkers, to recrute
a special emergency force and to create a general
impression of tension and anxiety. 11e had ‘only just
presented the labour moivement as the enemy of the
present system, and the strike came as air argument

in his favour, after ‘the •anti-Mosco vote of the left
wing of the Labour movetment had rather disagrecably
spoiled Mr. Lloyd George’s oratorical effect.
Incidentally, it has been announced that the special
measures taken by the Government are costing. the
country £ 250.000 a day. When one reflects that to
continue the control until the end of August, as had

been the intention before the sudden decontrol
nieasure was brought hefore parliament, would only
have cost another £ 30 millions, one will understand how crities inside and outside parliament are asking

why the money could not have been spent in order
to put the coal industry on a sound .basis, by helping
it to tide over the time of depression.

The course of events, in so far, as it can be known
at all, will be known already by your readers. What

happened exactly in the conciaves of the various
members of the triple-alliance one cannot etiways say
with certainty. It isprobable, however, that there has been all along a great reluctance among the allies of
the miners to come in and join the strike. A wavering
rank and file, and a decided cleivage among the leaders

made the railwaymen’s position decidedly difficult.
Mr. Thomas is known to be an extreme-moderate, if
the two words go together. 11e is too much of a
moderate, one rnight say, placing oneself on the point
of view of tactics. A threat ‘must be more than a
threat, or it will not be taken seriously. And the
impression was too general that Mr. Thomas wanted no striko in any case.

The threat, however, was uttered. And whether or
not it was taken seriously by the Governmënt, the
public believed in it, and such sympathy as was left

to the miners after their attitude towards the working
of the pumps, went quickly diminishing. But when

things seemed to go all w’rong, a new element joined
in the discussions. It was the private member of

parliament. Right through the strike parliament has

taken up a moderate and sober attitude. Miners and

owners have met there, and discussed in public,

putting forward more helpful suggestions than one

would expeot to come from a parliament that has so

largely given up all claim to initiative in the hand-

ling of public affairs. How, after the mineowners had

put their case before a large ‘and representative

gathering of un-official members, ‘and how, rather

dissatisfied wi’th the owners’ arguments, the gathering

adjourned and invited the miners’ secretary, Mr.,

Hodges, to come and address them, we all know..

How he came, made a good impression, and introduced

an entirely new element in the dispute by making a

concession which all present took to mean that if

only an acceptabie wages arrangement could be made,
the miners were ready to return to the pits, while
negotiations about the other issues could than take

piace in a more peaceful and leisurely atmosphere, we

also know. But how exactly Mr. Hodges came to make

this concession, w.hether, after a long and tiresome

day, lie was taken unawares, and albewed himseif to

hei hypnotised by the congenial attitude of the M. Pa,
this is more than one can say.

The extremer seetions of the labour mo’vement have
been shouting. the usual accusations, though they soon
acq’uitted Hodges and turned to Thomas in their

heresy ‘hunt. It is probable that Hodges feit that it
was wiser to get what he could get, straightaway,
while gaining the support of public opinion, and
without, after all, giving up any of his claims. But

he had counted too much on his power within his
union. 11e did not succeed in getting the miners
executive with him. And their refusal gave the

opportunity, according to some, for which the leaders
of the miners’ allies ‘had been looking, or at least, if
we are to accept the other interpretation, frightened
them and compelled them to decide against a etrike.
What supports the first view is the fact that the
decision not to strike was not a poetponement, but a
definite cancelling of the triple alliance strike.
What will be the effect on the ,triple alliance? ,,The
triple alliance is daad”, they now say in labour circies.

Maybe this is not yet the moment ‘to celebrate its
demise. But the triple alliance certainly is very sick.
One does not see how it can ever again be taken

seriously, when it makes a t’hreat. It is even possible,
that we shali soon hear officially that it ceases to

function, though such dear outs are not in accord’ance
with the traditions of British labour.

After having breathed once more, the public are
beginning to realise that the end of the triple alliance
threat does not yet mean the end of the coal trouble

te;qatter issue is again receiving more attention on
its own merits. It is already fairly certain, that ‘the
miners’ opponents will not take up a non possumus
attitude. The wage reductions will have to be less
drastie than in the tables that were first published.
The owners ‘also seem to be willing to forgo all
profits, during a certairr time. But the miners, by
deciding to convene their general delegates conference

‘only for Friday next, are again irritating the press
which en the wages issue, is rather en their side.

AANTEEKENINGEN.

Reorganisatie van het Deensche Mi.
nisterie van Buitenlandsche Zaken. –

Het rvraagstuk der ecnomische voorlichting houdt
thans in verschillende landen de aandacht der regee-
ringen bezig. In Engeland ontwikkelt de Board of
Trade een groorte activiteit, echter niet zoo groot, of

De Federatdon of British Industrries acht haar niet
groot genoeg en heeft daarnaast een uitgebreide
eigen inlichtingendienst ingesteld, met tal van ver-
tegenwoordigers overzee. Verder heeft men osilangs in de dagbladen een uitvoerig overzicht kunnen aan-

350

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20 April 1921

treffen vah hetgeen onze regeeniptg op dit punt ‘traoht

te verTiejllten.
Ook in Denemarken is
het
vrgstuk.ur.gent. Eeni-

ge’ weken geleden zijn bij ‘het PoJketjing twee wets-

ontwerpen ingediiénid, met betrekking tot de reoriga-

niisatie van het Deeixsche Ministerie van Buiten-

lanidsehe Zaken zoowel den inwendtigen al’ den uit-
wenidigen dienst let,reffenide.

Een oommijsstie,. aan wie het onderzoek van het

vraagstuk was opigedragen, kwam ‘tot de concluaic,
dat het noodzakelijk was,. id» Deeniscke ‘vertegenïwoOr-


diiging orverzee. te reorgatidiseeren eii in nid
hiermede de inricbibing van den oficieeileo Deen-

schen voorlichtingsdienst te, verbeteren niet betrek-
king tot ecotnomiijsche, sociale en politieke kwesties.

Te dien einde wordt, naar het ,,Danish Freign

Office Joi.uniai” mededeelt, een aanzienlijke ver-

mer,d:ening en versterking vani de Deenische liplo-

matieke en consulaire –
vierr
tegenwoOrdLiJgtiflig voorge-

ste]d en ook een reorganisatie van het Deensahe

Ministerie van Bu,irtenlaaidsohe Zaken zelf en een
uitbreiding ‘van elj.n terrein van werkzaamheden.
• Nieuwe lega’bies zuilen ingesteld worden ‘in.:
BraJ7.i-

lie, Mexico, T
s
jechoSlowakije; Roeaneesië, Ser’vië en

Griekenland. In Zwitserland en Neiderianid en in Ja-
pan waar de Deensche gezanten resp. in Rome, Brus-
.sel, Peking tnt dusverre geacerediteerde vertiegen-.

woordiigers ws±en, wordt voorgesteld, zelfstandige

legaties op te richten.
Nieuwe consulaten nullen opgericht worden te

Montreal, Seatle, Jobaasn,esburg, Oalouitta en Bata-

via en ook zoo spoedig de omstandigheden het zullen
toelaten te Pebrograd, Kiev, Rostoiv, Samara, Odessa,

Ir,koetsk, Wiadjivostok en Komro. Denen laatsten

po’sten rvoorlo’opig
voor
vijf jaar.

Wat de organiisa’tiie in het land zelf betreft, terwijl
tot dusverre het werk ‘verdeeld is tussehen een poli-
tieke en een bandelsafdeeling, wordt voorgesteld da
in de toekomst politieke economisch zaken behandeld
zullen worden door een politiek_econornisdile afdeeli.n’g.

Dit strookt geheel met da unanieme opvatiting ‘van. de
comimissie, nd. dat de Deensche buitenianidsche
poli-

tiek én de Deensche handelspolijtiek niet gescheiden

kunnen worden. Deze opvatting schijnt
juist.
Het ligt

toch voor de ‘hand, dat
verr
te
g
enwoordiigers van kleine

naties meer, op economisCh rlanop politiek gebied een
rol . van beteekenis zullen kunnen spelen.

Verder ‘erQrdt voorgesteld, dat het Ministerie van
BuitenJandshe zaken onder meer zal bewatten een

juridische afdeelinig en een handelsiinforniatie-

bureau
Wat dit laatste ‘betreft, het is de bedoeling dat
dit geleid zal wonden door een praktisch zakenman,

handelende ‘in
1
saijnenwerldn,g met ben raad, bestaande

uit
ver
tegenwoordigers van ‘de meest belangrijke

takken ‘van handel en nijverheid, ook van de werk-

nerners
-‘
v
nkveree.niginigen.
Vervolgens nullen de drie takken van buitenilanid-
schen dienst tot éé.n ver eenjigid worden, nl. die in het

nioederlanid, diplomatieke dienst en oonsiulairen
dieiist. Alle annbtenarelz zblleni verplicht zijn, te
dienen waar zulks geëischt wordt, hetzij •bj.n-

nenelands of buitdnslands, in een legatie of in een
consulaat. Deze combinatie zal een breeder basis
verschaffen voor de bezetting van de hoogste posten.
Begroot wordt, idat de voorgestelde reorganisatie,

een jaarlijksohe uistg,arve van 6,6 illioen Kronen
inhdezal brenigerL teger 3,7. milioen thans.

2
ngelnnc1, deVereenigde S.taten en
pli.veden. von Meso.pota.m.ië. -.
Dezer

dagei werd de coirespondentie •tusschen Ide Bijt-
‘sçh Regeering en den Ameri’kaanschen axibassa-

deur .iaeb betrekking tot conees’ies in mandaatgebie-

4ei.gepubiiceeid. • Op paig. 31 van denen jaargaaig
gareein. wij een uitvoorig oyeraiiAt van de nota d.d.

20 No’. 1920
, door
,
den Amerikanschen Staatscre-

an
de Egellce Regeeráiig
,
end:

Hier onder volgt een ovetnicht van het antwoord van

Lord Curnon, gedateerd 28 Feb. 1920.
/

Na tot zijn genoegen geconstateerd te hebben, dat
de Regeerinig ‘der Vereenigde Staten de algemeene

politiek, gevolgd door de Britsdhe Regeering in ge-

bieden onder militaire bezetting, apprecieert, gaat

het antwoord voort:

,,Ik merk echter op, dat de heer Colby enkele opmer kingen maakt met betrekking tot de petroleumovereen-
komst van San Remo, die er op schijnen te wijzen, dat de draagwijdte hiervan niet volkomen begrepen wordt.”

II

De ooöperatie van Britsche en Fransohe lelangen met
betrekking tot olieproduotie in verschillende landen werd het eerst aan de orde gesteld door de Fransohe Regeering
in het begin van 1918, toen voorgesteld.verd, dat men tot
een overeenkomst zou komen, waarbij aan Fransohe belan-
gen zekere participatie zou worden verleend in de produc-
tie van petroleum in verschillende .streken. Het voorstel,
door de Fransche Regeering gedaan werd zorgvuldig over-
wegen en het bleek mogelijk tot een overeenkomst te komen,
gebaseerd op de beginselen van samenwerking en weder-
keerigheid in de vei’schillende landen, speciaal waar Brit-
sche en Fransehe belangen reeds aanzienlijk waren en over
het gebeel grooter dan van andere geallieerde landen. De
overeenkomst had geen, monopolie of uiteluitende rechten
ten doel en kon alleen effectief worden, indien haar toe-
passing overeen kwam met de wenschen en wetten van de
betrokken landen.
III


Wat de bepalingen in de overeenkomst met betrekking
tot Mesopotaimië aangaat, is het mijn wensch duidelijk te
maken, dat alle olieveklen waarop deze bepalingen betrek-
king hebben het voorwerp zijn van een concessie voor dan
oorlog door de Turkache Regeering aan de Turkish Petro-
leum Conip. verleend. De positie van dergelijke concessies
in gebieden losgemaakt van Turkije, wordt uitdrukkelijk
beschermd door de artikelen
311
en
312
-van het verdrag

van Sèvres.

Hierop laait Lord Ournoin dan de gescuaieidenis van
dezei concessies volgen, waaruit blijkit dat de con

cessies voor alle olieteireinen in de vi]ayets Mosul en
Bagdad, rcsp. in’1888 en 1890 door den ex-Sultan Ab-

dul Hamid op zijn Civiele Lijst geplaatst werden.
Eerst in 1904 kreeg de Anatolische Spoorweg Mij, in

naam ebn Turksche Mij., maar in werkelijkheid een

Duii,tsche, het recht van. de Civiele Lijst om de olie-
velden ‘te onderzoeken en voor gemeenschappelijke

rekening ite oin,tginnen. Deze overeenkomst liep in

1906 af en daarop werden oderhandelinigen met een
Bniitsche groep aangeknoopt, diie
in
1911 nog niet af-

g’eloopen waren. In 1912 tracibtiten Duiiitsche belan-

gen de bevestiging te verkrijgen vast de Turksche

Regeering van de overeenkomsten van 1904 tussohen

de Anaitolische Spooriweig Mij. en de. Civiele Lijst.
Hierop “,olgde een serie onid,erhaindelingen tusischen

de Dnitscihe groep en de doo da Turken opgerichte
Turkisli Petroleu-m Cy. teneinde te komen tot aimal-
gaanahie ‘van cie concurTeerenide belangen en – geza-
menlijk ‘de Turksohe Reigeening om concessies te ver-

zoeken.
Deze
o
d
eran
delingen, waarin de Britsche en

Duiitsche Reigeeringen ‘in hioog.e mate belang stelden,

eindigden in den aanvang van 1914, toen een over-
eenkomst tot stand lcwaim, waarbij de oorspronkelijke
Turkish Petroleum Cy. en ide oorspronkelijce Brit-

sche groep samengevoegd wenden tot een nieuwe
Turksc’he Petroleum Mij. Deze overeenkomirt werd
niet slechts door ‘dé onmiddellijk daarbij betrokken

partijen ‘bekrachtigd, maar ook namens de Britsche
en i)uitsche Regeenix gen. Het Duitsche aandeel in de-
ze aleawe Mij. werd op 25 pOt. vastgesteld. Onderhan-

çieliingen .et
het Turksçihe IvLiniisterie van Financiën,

dat in ‘dje plaats van de Oiviieiè Lijst was getreden

in zake de p’etroleumbronnen, volgden. Op 28 Juni
1914 deelde de Groio’tvi’zier den. Brijtschen ambassa-
deur mede, idat de Tu.rksche Retgeening er in toe-

stemde, aan ‘de Turksche Petroleum Mij.
ide
petro-

1eumbronuen hekend of te ontdekken in de vilayete

20 April 1921

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

– 351..

Mosul
en Bagdaid in concessie
te
geven.
Zij
behield
zich
evenwel het recht voer later haar aandeel in de
onderneming, zoowel als de voorwaarden van het con-

tract vast te stellen. Gedurende den ooe-l’oig werden de
Duitsche belangen bij de ma tsc1happij geiiqtvicleerid
en kwamen
in
handen der Briitsohe Regeering.

De nota gaat dan aLs volgt Voert:

VIII

Uit de opgesomde feiten blijkt, dat de concessie van de’
Turksehe Petroleum Mij. voor •de olieveiden in de twee
Vilayets berust op een officieele mededeeling van de Turk
sche Regeeriag aan de twee andere betrokken Regeeringen
na langdurige diplomatieke onderhandelingen gedaan. On-
der deze omstandigheden kunnen de olieconcessies in de
– vilayets Bagdad en Mosul niet louter behandeld worden
als voorwerp van. een abstract beginsel, of zonder reke-
ning te houden met .het speciaal karakter van de onder-
handelingen, die den oorlog vooraf gingen. Ware de oorlog
niet tusschen beide gekomen, en was Mesopotainië tot dus-.
Verre onder Turksehe Regeering gebleven, dan zou de explod.
tatie van deze petroleu.mbronnen reeds lang begonnen zijn.
Men zal toch nauwelijks kunnen betogen, dat Zijner Ma-
jesteits Regeering nu de waarde van een concessie, door de.
Turksche Regeering ter vergoeding van een welwillende
behandeling verleend, in twijfel zou trekken. En ik mag
hieraan toevoegen, nu de
.
Regeerin.g der Vereenigde Staten.’
waarschijnlijk zal verwachten dat Zijner Majesteits Regee-
ring de concessies door de Standard Oil Cy. in Palestina
van de Turksche Regeer.i.ng
verkregen, zal erkennen, dat
deze concessies, clie uitsluitend gebaseerd zijn op het ver-
leenen van een licentie voor bodemonderzoek, niet steiker –
zijn dan die van de Turksche Petroleum Mij., waaraan de
Turksche Regeering definitief een geldigé en reeds be-
• staande concessie overdroeg.

Ix

• In dit verband voel ‘ik mij genoodziakt, U er aan te
herinneren, dat de houding van de Regeering der Vereenig.
de Staten, in overweging gevende, dat Zijner Majesteits Re-
geeriug de door de Turksche Petroleum Mij. verkregen,con. cessie zou negeeren, moeilijk overeen te brengen is met die
aangenomen door de regeering der Vereenigcle Staten met
betrékking tot dergelijke belangen der Vereenigde Staten
en aanzien van petroleumeigendommen in Mexico. Bv. drujcte de heer Colby in zijn brief van 25 Nov. 1920 aan
den heer Pesquaira, den vertegenwoordiger van Mexico in Washington, zijn hizonciere voldoening uit over de mede-
deelingen, gedaan in den brief van den heer Pesqueira,
welke inhield, dat president De Ja Huerta en de verkozen
president Obregon verklaard hebben, dat artikel 27 van
de Mexicaansohe Constitu.tie niet moet worden geïnterpre-
teerd als zijnde van terugwerkende kracht.ten aanzien van of ijbreuk makende op geldige eigendomsrechten.

x

-.

Uit de bovenstaande feiten zal blijken, dat de verkrj.
ging door de Fransche regeering krachtens de overeen
komst van San jRemo van een belang bij de Mesopotamische
petroleumvelden. niets .gewichtiger is, dan de toewijzing
aan de Fransehe regeering van de vroegere Duitsche be-
langen in de Turksche Petroleum Mij. in ruil voor faci-
liteiten, waardoor de Mesopotamische petroleum in staat zal zijn de Middellandsche Zee te bereiken. De overeen-
komst kan daarom gezegd worden, voor zooyer zij betrek-
king heeft op Mesopota.mië, de aanpassing te zijn van
voor-oorlogsche ‘overeenkomsten aan bestaande toestanden
en in dit opzicht mag Zijner Majesteits Regeering verre
van te handelen in een zelf zuchtigen of monopolistischen geest redelijkerwijze er op aanspraak maken, gelet te heb-
ben ‘op de beste belangen van den toekomstigen Arabischen
Staat. Noch de concessie van.de
Turksche Petroleum Mij.,
noch de bepalingen van de overeenkomst van San Remo,
zullen den Arabischen Staat uitsluiten van het genieten
van de volledige voorcieelon van zijn eigendom of van het
voorschrijven van de voorwaarden, waarop de olieveiden
zullen ontgonnen worden.

– 111
de volgende pararaaf voert Lord Ouraon aan, dat
Jiij in hert mandaabbeginsel niets kan bespeür.en; dat
den mandataris dwingt eigen oudendanen, dje na jiren

van liarclne.kkig onderhandelen zekere concessies ver-

kregen, minder goed te beihaasdeden dan ‘die van- en-
deré naties. ‘Wat de opmerking van den heer Coiby

ten aaniien van den petroleümwereldvoor’aad betreft

haalt – Lord Ou-rzon een venklairing van den eersten

geoioog va de United Statei Geological Survey aan,

dat de oniteria, waarop de schatibingeua kun.hen wor
den gebaseerd, in alle mogelijke graden
va ourvol-
doendthe.id in de verschillende streken vaiieereu en
gaat dan als volgt v&ort:
XIII

..

Mijn doel met liet verwijzen naar deze zijde van de
kwestie in een vroegere nota was an te toonen, dat de Ver-
enigde Staten een b.innenlandsclie productie – eontroleeren,
die ongeacht thet feit of
,
zij spoedig haar maximum zal be’
reiken of dat reeds bereikt heeft, feitelijk en potentieel
zeer groot is, terwijl in aangrenzende landen

zij een over
heerscheud belang in oliehoudende streken van buitenge-
wone beloften bezitten. De Regeering der Vereeaigde Sta-
ten zal het ongetwijfeld met mij eens zijn, dat over deze
omschrijving van den huidigch toestand geen verschil van
meening mogelijk’is.

XIV
Terwijl – de toekomstige mogelijkheden noodzakeljkerwijs
problematisch zijn, blijft hef niet tegengesproken feit be-
staan, dat de bodem der Vereeni’gde Staten 70 pOt. van de
petroleum-productie der wereld produceert en dat Amen-
kaansche belangen in aangrenzende gebieden een verdere
12 pCt. oontroleeren. Het is daarom niet gemakkelijk om
den aan-diang van de Regeening der Vereenigde Staten te
rechtvaardigen, dat de Amerikaansehe centrale nu uitge-
strekt behoort te worden tot bronnen die ontwikkeld zou-
den kunnen worden in mandaatgebieden eb dlat bovendien
ten koste’ van de onderdanen van andere Staten, die een
geldige concessie van de vroegere Rogoering dezer gebieden –
hebben verkregen. –

XV

Zijner Majesteits Regeening is evenwel verheugd, dat zij
het in het algemeen eens is met hetgeen de Regeering der
Vereenigde Staten aanvoert, dat. de petroleumbronnen der
wereld behooren te worden geopend voor exploitatie zon-
der daarbij op nationaliteit te letten. Il merk echter op,
dat hij art.: 1

van de Phulippij-nsche wet van 31 Aug. 1920
participatie in de exploitatie van alle Regeerings-terreinén,
petroleumen andere mineralé oliën en gassen bevattende,
beperkt is tot burgers en maatschappijen uit de Vereenigde
Staten of van de Philippijnen en ik kan niet anders doen,
dan deze vet beschouwen als zijnde in tegenspraak met
het algemeene beginsel,uitgesproken doir de Regeering der

Vereenigde Staten. In i’erban-d hiermede merk ik op, dat
de heer ‘Colby niet tracht te weerleggen de mededeelinged’
vervat in mijn nota van 9 Aug. j.l., betreffende de actie
ingesteld door de Regeering der. Vereeiiigde- Staten om de
exploitatie van zulke bronnen in I-Iaïti en Costa Rica door Britsohe belangen te voorkomen. • –

Ten slotte wijdt Lord Ouiraon er n:oig op, hoè
poriten handelende oirar bevoorrechting van Britaoh
onderdanen hoven die van andere ianden zooai i

de
nota der Vereenigde Staten 28 Juli j.l: ten aanzien van

Tanganjika wei-den aangehaald, bij onbevooroardeeld.

– onderzoek, vaak iedere basis van waarheid blijken te
missen.

-.


BOEKAANKONDIGIN

Q.

Productie7costeuaverrekening en.
schappelijlte bedrijfsleilirig’ door- A. E.
C.
van &carloos.
(Rotterdam,. Nijg.h en

van Ditmar’á Uitgevers Maatij., 1921);

Het ‘boekje geeft niet, wat de titel -onwillekeurig
doet verwachten, n.l.: eene verhan’délig, waarin dd
groepeering en verdeelixig vaii de kosten ‘der voort.:
brenging in de -onderneming wordt behandeld in aan-
sluiting aan wetenschappelijke bedrijfsleiding. Scien-

tific management komt slechts sporadi-sch ter sprake’.
(pag. 14,’93 en dan in ver

band met de loonstelsels).
Het geheele werk roet trouwens volgens het – voor-
woord beschouwd – werden als een pleidooi voor het
vervangen van ,,gisen door weten”,- als een ,,pogeu
een -oplossiug-smetho:d-e voor het verrekeningsprobleern

te brengen, waarin, voor zoovei- -moge-lijk, het causaal
verband tusschen .uitgaven en productie op

den voor.:
grond is geplaatst”.
-. .


Die pogingm
o te komen tot eelie
syateaiihé

•1*

352

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20 April 1921

groepeering en:eene logische’ verdeeling der kosten

verdient waar.deering; al ‘wil het mij toeschijnen, dat
de schrijver zich het vraags’tuk en zijn oplossing te

eenvoudig gedacht heeft.
Men mist ibijv. een antwoorkl op de volgende vragen:

Is.de tbepaling van den kostenden prijs een be-.
‘heersdaad dan wel een rekensom?
Moet het rekeningsysteem veranderlijk of con,
sftant zijn?

i

1

1
Is eene •onderschèiding tusschen kosten en on-
kosten noodzakelijk?

Hoe kan vastgesteld woi’den of er correlatie
tusschen uitgaven en een
a
priori aangenomen oor-
zaak bijv. de geproduceerde hoeveelheden) bestaat?

Nu vonden ‘deze vragen niet de aadacht, die zij
verdienden, en die wel aan tal van andere, bijna ware
ik ‘geneig.d te rzegigen ,,meer afgezaagde” onderwerpen
is ‘geschonken.

Desniéttegen&taande bevat het geheel menige op-
merking, waarmede speciaal ook studeerenden hun

voordel ‘kunnen ‘doen.
J. G. Cu.
VOLMER.
den Haag.

ONTVANGEN:

De aa’nhangige pla?wten ‘inzcilce de Zielitewet,
Publi-

catie van
het bestuur van de Centrale Onder-
lin,ge, ‘s-Gravenhage, Maart 1921.

OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN.

Journal tis
e Economistes.

Parijs, 15

Januari 1921.
Yves

Guyo,
L’année. du traité de Versailles;
A.

Rdffalovich,
Le
marché financier
en
1920;
N. Mon-

det, Le droit de grève au Canada;
Y.

O.,
La cnci-

liation
du socaliame avec l’économie libérale;
H.,
Un

programme économique yougo-siave;

N. Mondet,

‘La tyranniie eugénistique;
B. L. L. E., La ligue dii

libre-échange (jan’v’ier 1921).

1 d om.

‘Parijs, 15 Febr’uani 1921.
Yves:Gu’yot,
Les résultatsde Ja’Conférence de Paris,

E. Laneuville,
La réalisation de nôe créance sur

J’Allemagne et le ohange;
A.
Raffalovich,
Les
métaux

p’réci.eux en 1920; L. B. Gott?ieb,
L’inclustrie de la
soie; Les Etats-Uniis et le Japon; G.
Liégeois,
Le

rôle éco,nomiqus du magistrait;
N. Mondet,
Prév’isions

pour 1921; A.
Raffalovich,
La
siituation
de la Répu-.

blique autrichienne;
B. L. L. E.,
La ligue
dii
libre-

échaeige (février 1921).

‘Jahrbücher für Nationalökono-
mie u n .d S t a i s tik.

Jena, Januari 1921.
E. Mitternsüller,
Die pri-vate
deutsche Lebensver-

sicherung nach
dsm
Kriege; E. Peter
ffy,
Die
Enit-

wickiung
der Anierikanischen Industrie.

Tijdschrift voor Economische Geo-
g
r a p h i e.
– –
‘s

Gra’

venhaige,
15 Januari 1921.


Prof.
Mr. Dr. A. Heringa,
Verkeerstheo’rie en socia-
lisatie van het verkeerswezen;
Prof. Dr. H. Bli&c,
Het onderwijs ij/de econorniisdhe
aandrijksikun’de
aan

de Hoogere Burgerscholen en Hoogere Handelsscho-
lan;
Prof.
Dr.
H.
Blinli,
Het
eiland
Haïti,
een nieuw

Amerikaansoh protectoraat,
in verband met de staait-
kundige en economische
ontwikkeling;
A.
M. W. van
Renesse,
Belgisch
Congo
naar zijn ontstaan en econo-

mische beteekenis;
F. J. H. Geraets,
Opkomst en be-
teekenis ‘van Göteborg als handels-‘ en hawenistad.

T d em;
-‘
‘s-Grawenhaige, 15
Februari
1921.
-Prof.Dr. H. Blinic,
Economische getgraphiie

van
Bo’rneo’s
Wester-af’deèling;
A.
M. W.,
van Renesse,
Belgisch Congo naar ajn
ontstaan en
ecorioimische
betenkeniis (vervolg en slot);
Mr. Dr. J. G.
Blin,
Loonsverhoog’ing en lotsverbetering; Vanille als’ cul-
tuurplan.t en handelsartikel; In
Memoriam. Prf. Mr.
Dr. A. flezinga.
t

STATISTIEKEN
ÈN
OVERZICHTEN.

N.B.
***
beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

CELDKOERSEN.

BANKDISCONTO’S.

Ned ~Vrsch.

Disc. Wissels.
44 1Juli ’15
Zweeds.R.ksbk
74 16,Spt. ’20
Bk BeLBinn.Eff. 54 19Oct. ’20
Bk.v.Noörw.6-64
18Dec. ’19
in R.C. 64
19Oct. ’20
Zwits. Nat. Bk. 44
11Apr.
1
21
Bk. van Enge1nd 7
16Apr.’20
Belg. Nat. Bk. 54
28Apr.’20
Duitsche Rijksbk.
..s
23Dec. ’14
Bank v. Spanje 6
4Nov.’20
Bk. van Frankrijk 6
8Apr.’20
Bank v. Italië. 6
20Mei ’20
Oostenr. Hong. Bk, 6
12Apr.’21
F. Res. Bk. N.Y. 6-7
4Juni’20
Nat. Bk. v. Denem. 7
19Apr.’20
Javasche Bank 34
1 Aug.’09

OPEN MARKT.

1

Amsterdam

1
Londen Berlijn

N.York
Data

lart

Pjolon-

Part.

Part.
1
Part.
1

Cail-
1
a’isconto

gatic

thjsco,,bo disconto disc.

monc.

16 Apr. ’21
4
1
/2
3
1
12
1
)
11-16

’21
4
‘/1

/8
3112
4-9

‘2]
4
1
/_
2
/
45
29M.-2A.’21
4
1
/4_
1
/2
4
1
/15

12-7Ap.’2O
31/_l/,
4_
11

14-I9Ap.’19
4/4
3
2
/2.4
1
/1

20-24Juli’14
3
2
18_
1
1l8
2
1
14-
1
14

t
)
Noteering vn
15
April
1921.

WISSELKOERSEN.

WISSELMARKT.

De wisselmarkt wa.
weder
vrij stil. De algemeene de-
pressie op handelsgebied laat niet pa de omzetten in wissels
sterk te beïnvloeden. Zooals gewoonlijk bij stille markten
waren de schommelingen in de
koersen dan
ook gering.
Parijs liep aanvankelijk wat terug, maar was later weder
gelijk aan
de openingskoersen, 20,60 20,45, 20,60. België’ liep tamelijk evenwijdig. Berlijn liep van
4,671%
terug tot
4,58, sloot weder op 4,62. Weenen was afwisselend 0;8234
en 0,85. De grootste schommeling voor Dollars bedroeg
nauwelijks 3/
4
cent,
meestal
werd 2,881% genoteerd. Alleen
Ponden liepen- sterk op en
neer.
Geqpend’op ca. 11,32, liep
de koers dagelijks terug tot op 11,26, waarna op berichten
dt de algemeene staking niet doorging
een
verbetering in-
tra,d
op 11,301%. Van de Skan4inavische koersen was dit-
maal Stockholm het onzekerste. Opgeloopen van 68,10 tot
69,10 trad’ Vrijdag plotselin.g weder een daling fn, zoodat in één dag het geheele avance weder verloren ging. Zwit-
serland iets flauwer. Spanje onveranderd. Batavia meer
ge-
zocht
961%-961%.
Buenos Aires’weder flauwer 911%-921%.
KOERSEN IN NEDERLAND.

1
Londen
1
Parijs 1 Berlijn
1
Wee nen
1
Brussel
1
New
Data

1

‘)
1

‘)
1

1′

“)
1
York”)

11 April 1921. . 11.804 20.55

4.70

0.83

21.35 2.88
2
11
12

1921.. 11.32

20574

4.69

0.86k 21.35
2.88Is
13
,,

1921.. 11.28l 20.45

4.85

0.86

21.25 28818
14

1921.. 11.274 20.474

4.574

0.821 21.20 2.8818
15

1921. 11.294 20.60

4.60

0.85

21.271
2.88
1
1
16
,,
1921.. 11304 20.55

4.624 0.86


Laagste d.w.
1)
11.16 2040

4.524

0.75 21.15 2.872/
a

‘Hoogste
,, ,,
1)
11.324 20.65

4.70

‘0.90

21.40 2.892/
2


9April1921..
11.24 20.374

4.674

0.77 121.25 2.8841
2

,,
1921..
11.36

20.25

4.65

0.74
22115
2.894t
t lluntpariteit.. 12.10 48.- 59.26 50.41 48.- 2.48’/
1

) Noteeeing te Ameterinm.
55)
Noteering te Roucrdam.
• 1)
Particuliere opgave.
1)
Noteering van 8 April 1921.
2)
Idem v. 1April.

D °°
Stock-
.holm’)
Kopen-
hagen’)
Chrl,-
tianta’)
Zwitzer-
land’)
Spanje
,

1)
Baiavla
2)
telegrafisch

11 Apr. 1921
68.10
52.10 46.75
50.16

40.30
9614

/4
12

,, ‘

1921
6835
52-50
46.75
50.05
40.30
96t1
4
_81
4

13

1921
68.70
52.88
46.75
50.05
40.25
96l1_21
14

,,

1921
68 75 52.25 46.50
49.95
40.20
96
1
14
_
8
1
4

15

1921
68.90
52.25
4650
-.-
40.15
961/_2/
16

,,


1921
88.40
52.20
46.40
50.-
40.20
96
1
14

‘/4
L’ste d.
W.1)

68.-
51.80
48.15 49.90 40.10
9621
4

H’ste
,,

,,

)
69.10
52.90
47.-
50.10
40.40
96
8
1
9 Apr. 1921
68.-
52.10
46.90
50.05
40.50
952/t

2

,,

1921
67.75
53.20
47.

50;30
40.80
97*/g5)

Muntpariteit
6667
66.67
66.67
48.-
48.-
100
5)
Noteeringte
Amiterdam
t)

Particuliere
opgave.

11
4

4.1/s

-7
1)
1/51/4
4_2/
6-7
1
18

4_21


5_7
1
18..14.

.-.

6-7

5118-6118
4_l/


9-12
317122
,
4-118


5
1
1
,
8
._6

2
1
1
4
_
8
14
2,
1
2
3
1
1’14-2
1
12

20 April 1921

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

353

KOERSEN TE
NEWYORX.

0

D
0
Cable Land.
Zicht
Parijs
Zicht
Berlijn
Zicht
,4msteid.
(in

per £)
(in
ch.
per$)
(in ct. p.4 Rm.)
(in cfs
P.
gid.)

16 April

1921
3.9325
7.12
now.
34.78
Laagste d.week
3.90.25
7.08
now.
34.53
Hoogste,,

,,
3.93.25
7.13
now.
34.78
9 April

1921
3.90.62
7.08
now.
2

,,

1921
3.92.25
7.01
now.
Muntpariteit..
4.86.67
5.18’1
95114
40’/14

KOERSEN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN

Plaatsen en
Landen
Noteerings- eenheden.
2April

1.

1921
8Apr.
1921
9Apr.115 Apr.’2l
1
Laagste
1
Hoogste
15Apr.
1921

Alexandri8..
Piast. p.
97711.
977/
971/
97
1
I1.

1
97
7
116
14V
1
11e
B. Aires’)..
d. p.
$
4651,
4471s
44
8
14
46
Calcutta
. . . .
£
p. rup.
1/3″1to
1/3″/jo
113’12
11318
113’/
Hongkong ..
id. p.
$
214
7
/,
215
8
18
215
217’/
216
8
18
Lissabon….
d. per Mil.
51/g
5
l
1
5
5i1
511
4

Madrid

….
Peset. p.
28.09
28.05
28.00
28.15
28.10
5
Montevideo’
d. per
$
44
42’/,
41818
43114
42118
Montreal….
$
per
£
441
1
12
4.39
4.37
444
4.43
‘R.d.Janeiro.
d. per Mil.
9
81,
8
1
14
818
8/,
p.
£
9s91
15

8918
79
89
5
1,
81
1
18
Shanghai

. .
£
p. tael
3118
311’/
311
315’12
3/38/t
Rome……..Lires

Singapore ..
id. p.
$
213
7
18
2/4s
213
1
1
214′!,
2/4
1
/is
‘Valparaiso..
d. p. peso
85!82
718/,,
7
8’/,,
7
Yokohama
..
£
per yen
21511,
2
1
5
9
1,
215
1
12
215
7
18
215
8
14

Foeyaen der
voorafgaande dagen.
1)
TeIegra.ch tranfert.

NOTEERING VAN ZILVER
Noteering te Londen
te
New York
16 April 1921 ……..
341/
t

‘.

.5971
8

9

,,

1921
………
338/t
5811,
2

,,

1921
……..
32’/,

.
56
5
18
24
Mrt.

1921……..
32
.

5711g
17

April

1920
……..
68’/,
‘11714
19 April

1919
……..
48″!,,
101
1
18
20
Juli

1914
……..
24″!,.
54′!,

NEDERLANDSCHE BANK.

Verkorte Balans op 18 April 1921.
Activa.
Binnenl.Wis-fH.-bk.

(143.916 696,22′!,
sels, Prom.,

B.-bk.

,, 17.425.757,29
1
1,
enz, in disci. Ag.sch. ,, 72.836.690,43
234.179.143,95
Papier o. h. Buiteni. in disconto ……..
Iiem eigen portef..
f
41.398.372,-
Af: Verkocht maar voor
debk.nognietafgel.

Beleeningen
..

41.398.872

H-bk.

77.761.383,76
mci. v,sch
B.bk.

,, 14.796.04I,55
in rek.-crt.
Ag.sch.

110.554.513,91
op onderp.

f
203.
11 1:939,22

Op Effecten

…. ..(184.381.639,22
Op
Goederen en Spec.
,,
18.730.300,-
203.111.939,22
Voorschotten a. h. Rijk
. ………………
14.948.390,53
Munt en,Muntmateriaal
Munt, Goud
……(
56.219.880,-
Muntmat., Goud
.

,,564.756.433,13

(610.976.313,13
Munt. Zilver, enz..

14.857.449,15

Muntmat., Zilver

Effecten
,,

825.833.762 28

Bel.v. h. Res.fonds..
f

4.655.880,87
1
12
id. van
1
1v.h.kapit.
,,

3.873.652,87′),
8.529.033,75
Geb.enMeub. der Bank
…………….
,,

3.594.000,-
Diverse rekeningen
……………….
,,

24.806,859,50
1
1,

(1.156.201.501,23
1/,

Paseiva;
Kapitaal

………………………..
20.000.000,
Reservefonds

…………………
..
,,

ö.00.000,-
Bankbiljetten in omloop
. ………….
1.047.209 900,-
Bankassignatiën in omloop ………..
1.763.971,67t/,
Rek.-Cour.
‘l
Het Rijk
(


saldo’s:

5
Anderen
,,

54.350.743,42
54.850.743,42
90

Diverse rekeningen

………………….
,,

27.976.886,14

t
1.156.201.501,23′!,

NED, BANK 18 ‘April 1921
(vervolg).

Beschikbaar metaalsaldo ………….. t 404.422.265,77
Op de basis van
2
15.
metaaklekking
.. .. ,, 183.757.342,75
Minder bedragaan bankbiljetten in omloop
dan waartoe de Bank gerechtigd is. . 2.022.111.325,-

Verschillen met den vorigen weekstaat:
Meer

Minder
Disconto’s …………….12.574.564 50
Buitenlandsche wissels …… 26.003.888,-
Beleeningen …… ……..

.
1.65.584,61′!,
Goud ………………..
Zilver ………………..
571.812,44
Bankbiljetten ……….’. .

3.881.050,-
Part. Rek.’Crt. saldo’s …… .7.200.508,83

Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Goud
Zilver
B

1-
bil°’t’
je
en

ere
o
And
peischl,are
schulden

14.857
1.047.210
56.115
11

,,

1921
…….
15.429
1.043.329
49.825

18 April
1921
…….610.976

621.034
16.011′
1.054.070
51.047
29 Mrt.

1921 ……

.610.976

621.034
1″.687
1.036.816
44.069
21
.

1921 ……
636.119
17.831
1.025.268
45.475

,,

1921
…….

17 April
1920
……
634.835
11.079
.
1.048.470 110.607
19 April
1919
……
666.605
8.952
1.025906
93.872
25 Juli

1914 ……
162.114
8.228
310.437′
6.198

Data
Totaat
bedrag
disconto’s
__

Schatkist.
promessen
rechtstreeks

Hiervan

Belee.
ningen
baar
Metaal.
saldo

.

Dek-kings.
percen.
tage

18April1921
234.179
*5*
203.112
404 422
57
11

,,

1921
222.605 81.000 204.748
407.028
57 4

,, .

1921
218.201
53.000
219.721
415.256
58
29 Mrt.

1921
192 699
53.000
215.637
420.779
59
2.1

,,

1921
190.858
50.000 207.826
439.009
61
17. April 1920
248.483 174.000
186.668
413 583
56
19 April 1919
143:344
94.000
206.089
451.211
63
25 Juli

19141
67.947
14.300
61.686
43.521′
75
‘)
Up de basis van 21
5
metaaldekking,

Uit de bekendmaking van den Mi .n i ster van F i na n-
ci ë n blijkt, dat uitstondeü op:

II
April
1921

1

.
18
April
1921

Aan schakistproméssen..
f
472.360.000,-
f


waarvan rechtstreeks bij
de Ned. Bank geplaatst

81.000.000,-

Aan schatkistbiljetten

64.744 000,-
Aan zilverbons ………., 45.970.715,50

JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.De samengetrokken
cijfers der laatste weken zijn telegraphisch_ontvangen.

Andere
ank.

Data

Goud

Zilver

s
hiljien

opeischb.

schulden

9 April 1921

477.000
2
,,

1921…..

,

472.500
26 Mrt. 1921

467.000

5 Mrt. 1921…..

225.365

11.098

338.020 143.6
26 Febr. 1921 …..
..
225.507

10846

336.749 137.551

1921 …….224.97

10.617

341.583 185.012
12

1921 …… .22510’53

10.470

844.600 126.060
10 April1920…….183 627

4.411

320.915

96.3?8
12 April 1919 …… 127.356

9.553

214.7o1 118.937
25 Juli 1914 …….22.057

31.907

110.172

12.634

Dan,
1

Dis-
conto’s
t


b;
N.-Ind.
betaalbaar

Belee.

1
ningen
i

Diverse
reke

ningen 5)

.

1

escnee-
1

baar
1

metaal-
1

saldo

142.350

L)e.t.
kings.
percen.
lage

*
00

9Apr.1921

229.500
2

,,

1921
227.000
000
143.000
*1*
26Mrt.1921
223.000
000
143.70
*’

5Mrt.1921
27.142
140.354
50
37.007
31.570
119.176
26Feb.1921
37.119
31.321
114921
29.208 141.739
50
19

,,

1921
35.001
30.754
122.011
34.963
140.414
49
12

,.

1921
34.551
25.414
119.444
43.221.
141.622
50
10Apr.1920
16.860
24.020
143.53
28.083 104.805
43
12 Apr.1919
8594
23.700
78.1751
10.817 70.466
41
25Juli1914
7.2591
6.395
47.9341
2.228
.
4.842
1
1
44
1)
Sluitpo’.t
der activa.
1) Op
de basis
van
5/

metaaldekking

1.!

354

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20 April 1921

DE SURINAAMSCHE, BANK.

BANK
VAlt

Voornaamste posten in duizenden guldens.

.

Voornaamste posten

in duizenden Iranes.
Data
Metaal
Circulatie
Andere
opelschb.
schulden
IDaconio

s

D k
h(. te e.
nlngeni)

12 Mrt. 1921 ..
i.135
2.3.04
757
2.045
193

5

..

1921

..
1.133 2.367
761
2.027
231

26 Febr. 1921

..
1.133 2.221
804
2.025 320

19

1921

. .
1.231
2.172
830
2.011
163

12

1921

..
1.232
2.243 1.012 2.158
192

5

1921

..
1.232
2.259
915
2.175 74

13 Mrt. 1920 ..
1.055
1.751,

793

1.713 642

15 Mrt. 1919 ..
.958
1.627 833 1.345
114

25 Juli

1914

..
645
1.100
560
735
396

)
Sluitpoit der activa.

BUITENLANDSCHE BANKSTATE’N.

BANK VAN ENGELAND.
Voornaasnsle posten, onder bijvoeging der Currency Notes,
in duizenden pond sterling..

Data
Cor,.
Sec.
Other
Sec.
Public
Depos.
Other
Depos.
Re.

seroe

13Apr. 21
32.210
.99.693
18.316 114.124
fs
261
13,80

’21
31 698
114.147
21.495
124.212
17.583
12,07

30 Mrt. ’21
26004
102.909
23.047
114.934
16 894
12,27

23

,,

’21
24.000
101.022
22.983 101.169
17.241
13,90

14 Apr ’20
55.119
79.891
19 315
112 889
24.881.
17,50

16Apr.’19
56.114
78.305
27.710
116.563
27.47z
19,03

22 Juli ’14
11.005
33.633
13.735
,

42.185
29.2971
521s

1)
Verhouding tusschen Reserve en Iieposits.

DUITSCHE RIJKSBANK.

Voornaamste posten, onder lijvoeging der Darlehens
kassenscheine, in duizenden Mark.

Data
Metaal
1
Daarvan
Goud
Kassen.

1

scheine
Circu.
latie
king Dek-
s.
perC,
1)

7 Apr. ’21
1.100.16311.091.602
22.941.11469.235.201
35

31 Mrt.

‘211
1.100.616
1.091.604
23.836.27869417.228
36

23

‘-’21!
,,
1.100.62111.091.6
1
)6
23.366.173
67.647.934
36

15

,,

’21!
1.100 49211.091.609
22.947.266
67.484.759
36

7 Apr. ’20
1.137.12511.091.458
14.051.507
45.617.063
3

7 Apr. ‘191
1.934.70211.913.930
6.732.028 25.494.830
34

23 juli

‘141
1.691.39811.356.857
65.479
1.890.895
93

•’

.l.L.

‘1,. ri,r,,latie
door metaal
en lçassenscfleine.

.1′,

Data
Wissels
1
Rek. Cit.
,

Darlehenskaasenscheine

Totaal
1
In kas hij de
uitgegeven
Reichsbank

7 Apr. 1921
57.159.128
17.449.975
33.003.800
22.882100

31 Mrt. 1921
66.902.639 28.042.673 34.068.300 23.780.100

23

1921
,,
53 851.178
16.095.982
33.624.000 23.311.400

15

1921
53398.523
20.967.890
33.404 400 22.890.200

7 Apr. 1920
45.111.362
17.117 796
28336.100
14.264.400

7 Apr. 1919
30.196.113
11.252.575V
17.875.300
6.701500

23 Juli

1914
750.892 943.964

OOSTENRIJKSCH.HONGAARSCHE BANK..
Vrin,’nsnmsf
nosten in duizenden Kronen.

Data
buitenl.
wissels
1
goud

Metaal- en
1

Dic
.
e
n

1
beleen,ngen

Bijz. schuld
Oostenrijk
en Hongarije

1

Bank.
,
1.

biljetten
Rek. Crt.
saldi

15Nov.’20
‘325.730
37.782.521
32.954j000
74.121 .378
9.497.833

31Oct.20
31.121
3Ô474.610132
954.00172
902.605
9.930.245

7Feb.’20
290.458
9.251.400
32.954.000156
294.022
6.057.646

31Jan.’20
291.083
19.162.543
32.954.000156.772.802 6.220.536

15Nov.’19 325097114.742.052
32.954.000150.582.595
7.235.850

23Juli’14
1.589.2671
954.356

2.159.759
291.270

i) waarvan 222.669 goud. 46.5915 buitenlandsctie
gouawissels
en
9.iu
munt en muntmateriaal zilver.
/

Data
Goud

,
1
Waarvqn.
.

in het
Buitenland
Zilver
Te goed
in het
Buitenland
l

1

a/d. Staat

Bult.gew.
voorsch.
14 Apr.’21
5.505.145
1.948.367
270.301 644.404
26.250.000

7

,,

21
5.504629
1.948.367
267.959
642.994
26.400.000

31 Mrt ’21
5.504.213
1.948.367
267.320 643.509
26.200.000

24

,,

’21
5.503.910
1.948.367
265.408

643.174
25.900.000

15 Apr.’20
5.585.730 1.978.270 242.190
643.131
25.300.000

17Apr.’19
5.545.817
1.978.308
311.288
787.550 22.400.000

23Juli ’14
4.1l4.390

639.620
.


Wissels
Uitge.
stelde.
Wissels

Belee.

1

ning
Bankbil-.

1
jetten

Rek. Crt.
Parli.
culieren

Rek.’
Crt.
Staat

2.795.672′
192.034
1
2.196.082 38.528.892
2.940.631
38610

2.801.3391
215.044
2.230.287 39.695.618 3.055.180
75.887

3.051.904
266.663j
2.177.038138.435.0.78
3.666.121
37.074

o
2.859.119
275.861
2.198.565138.132.816 3.103.963
39.668

2.222.500
569.650
1.808.08
0
137.432.290
3 424.970
2.530

899.926
920.3931
1.218.9231
33.975.178 3.020.013
44.051

1.541.080


769.400
1

5.911.910

942.5701400.59C

BANQUE NATIONALE DE BELGIQUE.
Voornaamste posten in duizenden francs.

Metaal

1
Rek.
Data
mcl.
Van
1van
wissels
Circu.
Cr1
bultenl. bultenl.
prom. a’.
en
latie
partic.
saldi
1

vorder.
provinc.
heleen.

14 Apr.’21
331.148
84.653
480.000
823.295
6.094.001 469.802

7

,,

’21 333 615
84 653
480.000
827.532
6086.768 486492

31Mrt. ’21
330620
84.653
480.000
869 461
6104.823
515.692

23

,,

’21
328.238
84 653
480.000
879 696
6022.096
02.385

15 Apr.’20
359.095
84.915
480.000
776.567
5.028 505
1.275.680

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA’.

FEDERAL RESERVE BANKS.

Voornaarkiste posten in duizenden dollars.

Data
Goudvoorroad
Zilver
dc.

F.R.
.
Notes in
circu.
Totaal
____________________________

Dekking
In het
bedrag
1
F. R. Notes
buitenl.
latie

25 Mrt. ’21
2.210.765 1.408.892

211.212
2.930.729

18

’21
2.206.039 1.425.536

209.250
2962.88C

11

’21
2.187.906
1.405.414

210.018
3.005.84C

4

,,

21
2.163.090
‘1.402.238

212.673
3.042.611

26 Mrt. ’20
1.934.755 1.304.605
112.781
122.400
3.048.035
28 Mrt.
1
19

2.142.305
1.246.108.1
5.829
68.21912.521.77€

Data
Wissels

Totaal
Deposito’s
Gestort
Kapitaal

Algem.
Dek.
kings.

Percent.
Goud.
dekking

25 Mrt. ’21
‘2.409.704 1.840.887 101.113
50,8
60,7

18

,,

’21
2.347 699 1.774.635
101.058
51,0
60,6

11

’21 2.515.058
1.843.726
101.003
50,9 59,9

4

,,

’21 2:505.509
2.269.918
100.865
50,8
59,3

26 Mrt. ’20
2.901.109 2.541.692 91.059
42,7 47,1

28 Mrt. 19
2.134347
2.401.491
81641
.
51,9
1

63,5

t)
Verhouding tueschen: den totalen goudvoorraad. Zilver etc.. en as
opeischbare schulden: F R.
Notes en netto depositoe.
t)
Na aftrek
van 35 pCt. der totale dekkingamiddelen als dekking voor de netto
depoaitos.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. .RIIS. STELSEL.

Voornaamste posten ‘in duizenden dollars.

Aantal
Totaal
uitgezette
Reserve
hij de
Totaal
Waarvan
time
Data
banken
j

gelden en
F.
R.
banks
a’epositos deposits beleggingen

1
12654481
13.649.7921
2.926.448
18 SIErt. ’21
824
1,252.032

11

’21
824.
15.976.114
.1.302.232
13.486.100
2.910.392

4

;,

’21
824
16.053.132
.1.279.101
13.529.235
2.919.818

25 Feb. ’21
826
16.107.849 1.296.808
13.524.730
2.908.663

19 Mrt. ’20
809
1.363.777
.1.387.080
14311.500
2.574.140

21 Mrt. ’19
..,
7.72
14.301.3351
1.236.335
12.418.821
1.669.934

Aan’ het eind van ieder,
,kwartaal wordt een . overzient gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.

Currency Notes.
Data
Metaal
Circulatie
Bedrag Goudd.
1900.
See.

18 April 1921
128.348
128.537
341.862
28.500
309.433

6

,,

1921
128.348
129.215
343.826 23.500
.311.334

30 Mrt.

1921
128 349
129.905
342.312
28.500
311.281

23

,,

1921
128.327 129.535
338.086
28.500 305.397

14 April 1920
112.50
106.018
34l.029
28.500 320 789

16 April 119
85.235
76.213
1
346.039 28.500
327.096

22 Juli

1914
40.164 29.317

‘ –
, –

1

20 April 1921

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHtEN

353

EFFECTENBEURZ EN.

Amsterdam, 18 April 1921

])e arbeids-onlusten in Engeland zijn als een ziekte, die, na een aanvankelijk zeer ernstig stadium, thans in het tijd-
perk van de crisis is gekomen. Wel heeft men alle koop
op volkomen herstel, doch de situatie is toch uitermate ge-
vaarlijk gebleven, hetgeen zich natuurlijk ook op deinter-
nationale effectenbeurzen tot uiting heeft gebracht. Voor het continent zijn de onderhandelingen tusschen werkne-
mers en werkgevers eenerzijds en tusschen beiden en de
Regeering anderzijds vaak zeer verward geweest, zoodat
men op de beurzen van het vasteland over het algemeen
een afwachtende, doc.h Vrij optimistische houding heeftaan-
genomen, ook op het voorbeeld -van Londen, waar men toch
in de allereerste plaats wel nauwkeurig op de hoogte is ge

wee-it van deic juisten stand. der onderhandelingen. De za-
ken bleven aan de Theems zeer beperkt, doch de stemming
is over het algemeen niet ongeanimeerd geweest. Alleen
‘Engel-iche staatsfondsen moesten per saldo een fractie prijs
geven, doch de differcutie is zoo miniem, dat deze feitelijk
niet gereleveard behoeft te worden. Ook thans is het geschil
nog niet bijgelegd, doch de meermalen herhaalde onderhan-
delin.gen hebben wel in een zeer duidelijk licht gesteld, hoe
sterke verdeeldheid er tussehen de arbeiders onderling be-
staat, waardoor de kans op een massale stakingsbeweging
niet zeer groot mag woiden genoemd. Toch zal alles afhan-
gen van het eindelijk resultaat en voornamelijk houdt de
markt rekening met de mogelijkheid, dat een beslissing
-zoodanig kan zijn, dat men toch binnen afzienbaren tijd weder voor nieuwe moeilijkheden staat. Het élan echter,
waarmede de groote meerderheid der bevolking gevolg heeft
gegeven aan dcii oproep der Regeering tot het vormen van
verdecligings-organisat.ies, heeft wel doen zien, dat zelfs bij
een ongunstige eind-beslissing de overwinning der serk-
nemers nog niet als vaststaand kan worden aangemerkt.
Een tweede factor, die gunstig op de stemming heeft ge-
werkt, was de verwachting van verlaging van het bank-
disconto. Weliswaar moest deze verlaging Dondeidag j.l.
worden uitgesteld wegens de mijnwerkersstaking, doch het
laat nauwelijks eenigen twijfel dat zij ten spoedigste zal
worden doorgevoeri.
Een bevestiging deer verwachting is ook te vinden in
de aankon.iging vad Sir Robert Home, dat de schatkist
weder er toe zal overgaan de Treasary.Bills niet tegen een
vastgestelden disconto-voet, doch volgens het ,,tënder-sys-
tein’ uit te geven, dat wil dus zeggen, dat er inschrijvih-
gen gehouden zullen worden, waarbij de rentevoet door het
verschil tusschen vraag en aanbod zal worden bepaald. Dit-
systeem is siiids 1917 niet meer toegepast. De schatkist
verkocht de Treasury
.
BuIs in de -laatste jaren in onbe-
perkte inat tegen 6 pÇt. disconto, het gemiddelde derhalve
van de rentevergoeding voor deposito’s (5 pCt.) en den
rentevoet van de Bank of England
(7
pCt.). Wordt nu de
rentevoet van de flank of England en tevens de deposito-
relite niet verlaagd, dan kan de schatkist -nauwelijks eenig
heil verwachten van het nieu’e systeem, omdat de vraag
zich natuurlijk zal regelen in verband met den prijs, waar –
voor men hij de banken geld zal kunnen verkrijgen. Het
weder-invoeren van het ,,ten’der-system” stelt dus de ver
laging van liet bank-disconto reeds voorop. Eén en ander
heeft de beurs te Londen hoopvol gestemd. – Ook to Ja rij s was men zeer kalm, •doch.hier is de han
del uitermate -beperkt geweest. De oppositie, die tegen het heffen der 50 pCt. van uit Duitschla.nd ingevoerde artike-

len in de Kamer is ontstaan, heeft velen de oogen geopend
Voor cle geweldige moeilijkheden, die met dezen maatregel
verbonden zijn, afgezien nog van de mogelijkheid, dat
Frankrijk zelve schade zal kunnen lijden door deze belasting.
De Duitsehe Regeering heeft toch verklaard, deze heffing
niet voor hare rekening te kunnen nemen, soodat het
per saldo
zal
moeten neerkomen op een betaling door de
burgers zelve van het land, waarheen de Duitsche waren
geëxporteerd zullen worden. Eenerzijds bestaat dus het
gevaar, dat de benoodigde artikelen zeer veel duurder zul-
len worden, anderzijds, dat van vele goederen de invoer.
al
worden stopgezet, hetgeen een nadeeligen invloed op
den algemeenen handel zou uitoefenen. Indien de ontwer
pen dienaangaande ten slotte toch aangenomen zijn, dan
-ligt dit meer aan den wensch de Regeeridg geen mooi-
ljicheden in dec weg te willen leggen, dan aan het verlan-
gen nu zoo spoédig mogelijk dit deel der ,,sancties” te
willen toepassen. Viare het niet, dat de Duitsche Minister
Simons heeft aangekondigd, dat binnenkort voorstellen
van zijn kant te wachteû zijn tot herziening van de -te

Londen getroffen overeenkomsten, dan zou wellicht dé
beurs te Parijs toch een flauwe houding te aanschouwen
hebben gegeven. Nu werkte het vooruitzicht op de mo-
gelijkheid van een betei-e regeling samen met het voorbeeld
van Londen om de markt althans een vast aanzien te ver-
schaffen.

– De beurs te B e r 1 ij n -heeft een uitermate mat voor-
komen gehad. – Zonder eçnige levendigheid sleepten de
(lagen zich daar voort. Een remmenden invloed heeft voor-
al gehad de nawerking van de rede des Heeren Briand in
de Fransche Kamer, benevens ide terughouding, waarvan
Harding blijk heeft gegeven ten aanzien van de -interven-
tiie ‘van Amerika. Aanvankelijk was in Duitsohla-nd eenige
hoop ontstaan in -verband met ‘de ook hier ter plaatse
gereleveerde plannen van den heer Hoover met betrekking
tot ‘het ersbrekken van credieten aan Centraal-Europa. doch de latexe uitingen van den President hebben deze
verwachtingen goeddeels den bodem ingeslagen. Voorna-
melijk montaanwaar,den werden sterk geaffecteerd, doch
overigens waren de finctuaties uiterst gering en gaven de omzetten geen enkele aanleIding tot eenige diepére
beschouwing. –

De -beurs te B u da p es t, die in de laatste maanden
aan beteeken.is sterk heeft gewonnen, heeft zich Vrij goed
gehouden, voornamelijk als gevolg van de energieke maat-
regelen van den Minister van Financiën, Hegedüs. Deze
Minister heeft thans besloten de parlementaire behande-liug zijner ontwerpen betreffende de rente-vermindering
der staa’ts-obligaties uit te stellen, wijl hij het resultaat der thans -te Parijs gevoerde onderhandelingen ‘wil af-
wachten. Voorloopig worden deze obligaties derhalve met
6, •resp. 5Y2 ‘pCt. rente-vergoeding verhandeld; de achter-
stallige i-nterest echter ‘wo’rdt slechts op de basis van
3
pCt. vergoed. De termijn voor nostrif’icatie van oorlogs-
leeningen is thans geëindigd. Zonder de in nostro-bezit der
Banken zijnde en de in het buitenland aangemelde stuk. ken izijn ongeveer 5Y4 milliard Kronen ter nostrificatie Ingeleverd; in totaal schat men het bedrag up 8 milliard Kronen. Zeer energiek heeft de Minister ingegrepen ten
aanzien van de onlangs plaats gehad hebbende koers-
daling. Bij 18 kleinere bank-instellingen en beurs-firma’s
(met een gezamenlijk kapitaal van 40. millioen Kronen) heeft een ônderzoek der boeken plaats gehad, om vast te
stellen, of zij door het u.itleenen van ‘stukken de conti

amine
aan de beurs in de band hebben gewerkt. Tot nu toe heeft
dit onderzoek geen bezwarende feiten aan het licht ge-
bracht en de Minister zal thans overwegen, of ‘het onder-
zoek ook over de, grootere instellingen uitgebreid zal moe-
ten worden. Hoewel derhalve geen bewijzen naar voren
gebracht konden worden, is het toch een feit, dat door de
jongste contramine-manoeuvres, benevens door de enorme
fondsen-,,schieberei” van Weenen •naar Budapest verlie-
zen van honderden m’illioenen Kronen zijn geleden. Tegen
over den koersstancl van twee maan-den geleden toonen
alle fondsen ‘thans een reactie aan van 60 tot 68 pOt., met
uitzondering van ba.nk-aandeelen, die zich vrij goed hebben
gehouden.

Te W e e n en heeft de beurs reeds sinds eenigen tijd niet
meer die vaste houding vertoond, die sin’ds den duur van
de reactie van de Oostenrijksche Kroon eigenlijk als
-regel heeft gegoiden. In de laatste dagen heeft zelfs een
gedecideerd flauwe ‘houding, zoowel? voor de’viezen als voor
effecten, den boventoon’ verkregen. De ‘oorzaak der reactie
is voornamèljk op beurs–technisch gebied ‘te zoeken. Sedert
jaar en dag ‘hebben steeds grooter ‘kringen der bevolking zich geïnteresseerd hij allerlei aandeelen en deviezen; de
z.g. ,,vlucht voor de Kroon” was in vollen gang. Een
groot aantal nieuwe banken en commissiehuizen zijn in
dien tijd opgericht en toch waren zij alle te zamen-niet in
staat ‘alle opdrachten ‘van het publiek op tijd uit ‘te voeren.
Een toevloed van emissies, zoo’wel ‘ten behoeve van oude
als van nieuwe p’ndernemingen, hield bovendien ide aan-
dacht gevangen. Ondanks de inflatie echter was het niet
mogelijk al deze aankoopen met contant geld te voldoen; het effecueeren van aankoopen op pi

olongatie is een zeer
gewoon verschijnsel ‘bij dergelijke co’rijoncturen en reeds
in de laatste tijden was het voelbaar, dat deze wijze van
zakn-doen zeer groeten omvang had aangenomen. Het
prolongeeren op de ‘vervaldagen werd moeilijker. In de
jongste ‘weken was de geld-schaarschte voortdurend meer
te bemerken, voornamelijk veroorzaakt door de -conto-
betalingen op de vermogensbelasting. Karakteristiek hier-
vôor is de mededeeling van de Ocsstenrjk-Hongaarsche
Bank, dat izij voor het eerst sedert de oorlogsjaren weder
een omvangrijke wissel-portefeuille bezit, die in één week
tijds tot circa 1 milliard Kronen is gestegen, wijl de ban

356

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20 April 1921

ken, omd ‘aan hun verplichtingen te kunnen voldoen, ge-
noodzaakt zijn wissels op de met hen in relatie staande
industrieele ondernemingen bij het Ministerie van Finan-
ciën in te leveren. Nieuw prolongatie-geld is rsoodoende,
bijna niet te verkrijgen; de weinig ecrupuleuze commissie-
kantoren – ;zijn in het vooruitzicht hierop reeds eenige
weken geleden overgegaan tot het contramineeren van de
posities hunner cliënten, hetgeen de bais,se sterk in de
hand heeft gewerkt. Het spreekt vanzelf, dat in dezen toe-
‘stand toevalligheden van vraag en aanbod een groote rol
spelen, doch over het algemeen kan men toch wel zeggen,
dat over de gansche linie een zeer groot aanbod heeft
plaats gevonden, dat de koersen der meeste fondsen met
tientallen procenten rtegelijk omlaag heeft gedrukt. In
verhouding waren ook hier bank-aandeelen vrij vast, be-
nevens aandeelen Alpine-Montan, die echter reeds ‘tevoren
van K.’ 10.000 tot K. 6700 gedaald waren.

Te N e w To r k is de tendens aan ‘den vasten kant
gebleven, ondanks de financieele moeilijkheden, ‘waarin de
spoorweg-ondernemingen zich schijnen te bevinden. Aan-
leiding tot ‘deze ‘houding was in de eerste plaats de ver-
wachting, dat een eventueel doorzetten van de staking in
Engeland van voordeel nou ku’n’nen zijn voor ‘de Amen-
kaansche expor’ten van steenkool ea., waarvan op hun
beurt ook weder de spoorwegen de vruchten zouden kunnen
plukken, in de tweede ‘plaats de ruimere houding van de
gelcimarkt, in de ‘hand gewerkt door groote goud-impor-
ten uit Europa (Zweden en Frankrijk).’ In verband hier.
mede verwacht men dan ook een geleidelijke vermindering
van den rentevoet der Federal Reserve Banks.

T e o n z e ii t heeft de markt een flinke verbetering kun-
nen ondergaan. Dit kwam niet zoozeer tot uiting in de
afdeeling voôr staatsfondsen; hier was •de stemming eerder
ietwat gedrukt, hoewel de algemeene oorzaken hiertoe
geen aanleiding ‘hebben gegeven. Integen’deel was de geld
markt iets ruimer en werden op de beleggingsmarkt objec-
ten aangeboden tot rendementen van iets meer dan 6 pOt.,
zoodat er een bepaalde daling in den ren’tevoet te consta.
teeren valt. Toch bestond voor
staatsfondsen
niet veel animo,; alleen ‘tegen het slot viel een ‘lichte verbetering
waar te nemen, ‘waardoor de differenties ten slotte Vrij
beperkt bleven.
Van buitenlandsche soorten bleven Chineezen gevraagd;
voor de ‘rest van de lijst was de belangstelling nihil.

12 Apr. 15 Apr.-18 Apr.
Rizi1ngof

5

0/
Ned. W. Sch

1918
86


86
86
1
/1
+
‘ho
411
2
°/o

,,

,,

,,

1916
’87
1
14
85
8711
4

4

0
/0

,,

,,

,,

1916
77
1
/8′
77
1
/,o
77
1
/s
311
2

0
/

,

……

3

0/

6S/s
58116
68
0
1s
5811


68
9

‘Is

+
0
116

2
1
12
Olo
Cert. N. W.
S.

……
493/
4

49
5
15
49Is
+
/s

5

0/
Oost:Indid 1915
90
7
18
90
7
18
91
+
‘Is
6′

01

.

,,

1919

. . .
951/
95518
953/4
-.

12


4

01
Oostenr. Kronenrentç
318/

t
31/,o
318/je

5

0j
Rusland 1906
7
1
12
7
1
1s
7
0
/
2

4
,
0/
RusI.
bij
Hope
&
Co
7
1
12
7
1
h
8
+
’12

411
0/
China Gr,ud 1898
60
1
/
61
1
I8
62
1
12
+
2

4

0/

Japan

1899 ……..
52’/s
5214
521
+
‘Is
4

0/
t
,
Argentinië Buitenl..
5501
4

5301
s

530/
4

5

0/

Brazilië

1895

……
520/4


49
50

2
3
14

7

“/o Staatsspoor

………
104′
10312
103
1
11

1
12

7

0/
Amstérdam ………100/4 100’/4 ‘ 100’1

Zooals reeds gezegd kon de aandeelen-markt een flinke
verbetering ondergaan. 1erste aanleiding hiertoe waren
de meer hoopvolle verwachtingen, die men ook hier ten
aanzien van het Engelsche arbeids-conflict koesterde. Ver-
volgens werd speciaal de , Suikermarkt gestimuleerd door de declaratie van een slot-dividend ad 30 pOt., op aandee-
leo Cultuur Maatschappij der Vorstenlanden, hetgeen meer was, dan men algemeen ter beurze’ had verwacht. Ondanks
de lagere suikerprijzen te New ‘York en. het vrder uitblij-
ven ‘van afdoenings-berichten van Java konden”de meeste
suiker-aandeelen hierdoor goed monteeren. Wel werd de
gansclie verbetering niet behouden eft trad ‘tegen het einde
der berichts’eri6de weder een reactie in, doch de grond-
stemming is veel gunstiger geworden.–
Ook de petroleum-markt
kon van deze ‘tendens prof i-
testen. In aansluiting aan de vaste houding in het buiten-land werd ‘het hoofdfonds, Koninklijke Petroleum Maat-
schappij, tegen hoogere koersen uit de markt genomen. Ook
voor áandeelen Geconsolideerde Hollandsche Petroleum
Maa’tschsppij en aandeelen Orion hestond voorbijgâand
goede belangstelling, voornamelijk in verband met de vaste
houding van de Roemeensche Lei. – –

De’ stemming voor aandeelen in Handels-ondernemingen
was zeer verdeeld. Tegen het ‘midden der berichtsweek ont-
stond een groote inzinking, die tegen het einde’ voor de
meeste soorten weder werd genivelleerd. Vooraan in de ver-beteri’ag stonden aandeelen Compania Mercantil Argen’t’ina
en aandeelen Linde Teves, terwijl hiertegenover aandeelen
van Nierop aangeboden waren.

12Apr. 15Apr. 18Apr.
RigOf

Ainsterdamsche Bank . . .. 170
1
12 171′!, 173

+ 2
1
12
Koloniale Bank
……….
183′!,
187
183’12
Ned.Handel-Mij.cert.v.aand.
173
1
12
174
8
19
173
1
1
+
‘Is
Rotterd. B8nkvereeniging..
120
110 1121/4

731
4
1)

Amst. Supenfosfaatfabriek
.
110
110
110
Van Berkel’s Patent
……
85
87
1
1,
96
± 11
Insulinde Oliefabriek……
47
.

36
1
18
39112
– 7112
Jurgens’ Ver. Fabr pr. aand.
82
84
7
18
86
8
14
+
4
1
14
Hollandia Melkproducten
..
202
202
202
‘Philips’ Gloeilampnfabriek
26412 282 325
+
60′!,
R.

S.
Stokvis
&
Zonen
….
578′
578.
578
‘Vereenigde Blikfabrieken..
101
101
101
CompaniaMercantil Argent.
127

122
131
+ 4
Cultuur-Mij. d. Vorstenland
191
‘1
193 190

1
1
12
Handelsver. Amsterdam
. ..
426
1
12
429
419
1
12

7
Roll.
Transatl. Handelsver.
40
40
40
Linde Teves
& S
okvis
….
110 110
116’13
+
6’12
Van Nierop&Co’sHandel-Mij.
65112

62 60
1
12
—5
Tels
& Co.’-
Handel-Mij….
61
56
56
,
– S
Gecons.
Roll.
Petroleum-Mij.
18
1
14
189
1
I
19014
+
7
Kon. Petroleum-Mij.
……
518′!,
524
1
12
628
1
!2
+ 10
‘Orion Petroleum-Mij.
Afgest. Aand.
49
1
12
47
47
,

2
1
12
Steaua Romana Petroleum
Mij.
..

Afgest. Aand.
54
5501
4

55314
+
1814
Arnst’erdam-Rubber-Mij.

– –
100
96
1
12
96

4
Nederl.-Ruhber-Mij ……..
53
46
1
!, 49
—4 Oost-Java-Rubber-Mij….
..
146
1
12
154
1
12
151
+
4
1
Io
Deli-Bitavia …………..
410
414
448
+38
Deli-Maatschoppij

……..
455
455
465
+ 10
Medan-Tabak-Maatschappij
.
317
315 326
+
8
Senembah-Maatschappij
– . -.
657
565
570
+ 13
‘)

Ex.
div.
lO°/s

Voor aandeelen in industrieele ondernemingen groeide
‘de belangstelling zienderoogen. Het einde der week bracht
grooio verbeteringen in den koers van aandeelen Philips
Gloeilanipenfabrieken,’ Werkspoor, du Croo & Brauns, enz. Daarentegen bleven
rubber-aandeelen
over ‘de geheele
linie aangeboden. Echter valt op te merken, dat op de
lagere koersen zich toch weinige vraag begint te antwik-
keln, vermoedelijk in verban’d met berichten omtrent uit-
brei’ding der werkzaaniheden bij verschillende, automobiel-
ondernemingen, vooral in de Vereenigde Staten.
7abalcken
bleven echter bij voortduring gevraagd; alle
soorten toonen hier hoogere koersen aan.

Ook voor
scheepvaartwaarden
is de interesse iets ‘grooter
geworden, met name voor aandeelen Koeiinkljke Nederland-
sche Stoomboot Maatschappij.
12 Apr. 15Apr. 18Apr.
Rijzing of
daling. Holland-Amerika-Lijn

.. . –
244
241 248
+4′
,,gem.eig.
225
226
1
12
230
1
14
+
5014
Ho1land-Gulf-Stoomv.’Mij.
-.
120
120
120
Hollaidsche Stoomboot-Mij.
89
,
90
91
8
1
+
201s
Java-China-Japan
,
-Lijn
– – . –
136
135
135
– 1
Kon: Hollandsche Lloyd.
. , 74114
73
1
18
75
1
12
±
1
1
14
Kon. Ned. Stoomb.-Mij…..
110
116′
120
81
+
10
8
14
Koninkl.-Paketvaart Mij.
. .
123
1
12
121
12214
– 114
Maatschappij Zeevaart
.. .
111
123 116
+
5
Nèderl. Scheepvaart-linie.
.
142


146’/e

146
8
14
+
40/4

Nievelt Goudniaan’. …….
215
215 218
+3
Rotterdamsche Lloyd.’…..
144 148
149
11
+
5814
Stoomv.-Mij.,,Hillegersberg”
110
110
110
,,Nederland”
– .
,,Noordzee”
. . . 171
42
175
40
178718
430fg
+
7718


18/
,,Oostzee”…..
110′
110
107
—3

De
Ankcrikaansche markt
was’stil. en verdeeld, doch over
het algemeen iets beter.

12 Apr. 15Apr. 18Apr.j
g
OI

American Car
&
Foundry
143
7
/s

140
1
1s

14011


3014

Anaconda Copper

……..
84’/s

’87
1
/10

89
1
18

+
4
1
1′
Un. States Steel Corp…..
.92’/g

9293’h,

± Ijle

,

Atihison Topeka ………..
9O!4

90’14

90

,

Southern ,Pacific ……….
85′!,

85
‘-

`
86

+ 1’/

16 Apr.’211
13711
2
1
578/4

9,,

’21

60
16Apr.’20
220
127
16Apr.19
226
158’/
16Apr.’18
220
127
20Juli’14
82

‘)
56
8
18
1
)

20 April 1921

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

357

12 Apr. 15 Apr. 18Apr. Ruzgof

EJnion Pacific …………
132′!,

132
1
12

132
1
1,

Int. Merc. Marine orig. Corn. I5
1
/i

15
1
!,

161/,, + 1

prefs. 57
8
18

57
8
18

61’/s +
3814

])e
geidmarict
bleef stabiel met geringe variaties; prolon-
gatie tegen het slot iets hooger, 4y
4
na 3Y2 pCt.

GOEDERENHANDEL.

GRANEN

18 APRIL 1921.

Het droge weder begon juist in West-Europa aanleiding
te geven tot berichten omtrent eene minder voorspoedige
ontwikkeling van de te velde staande graanoogsten, toen
het weder omsloeg. In Frankrijk en Engeland is vrij
veel regen gevallen
;
terwijl ook de lagere temperatuur
welkom was na het wel wat al te zomersche weder van de vorige weken. In sommige streken was de afkoeling
echter zoo sterk dat het jonge voorjaarsgraan daarvan
misschien heeft geleden. Uit de uitvoerlanden koeien nog
steeds zeer gunstige oogstberichten. Slechts Britsch-Indië
maakt eene uitzondering, doch op de aigeméene positie
der graanmarkten heeft dat geen invloed van beteekenis.
Deze bleven voor •tarwe tot het einde der afgeloopen week
flauw tengevolge van de zeer goede verwachtingen van
den oogst in Noord-Amerika en van de groote voorraden
en daardoor geringe vraag in de meeste en daaronder de
voor tarwe-invoer belangrijkste Europeesche lrinden. De
voorraden en i’nkoopen van de Engelsche regeering
te zamen met particu’lieré ‘voorraden en het overschot
van den eigen oogst zouden reeds voldoende zijn tot 15
Juli. Daarbij komen dan nog de vrije in.koopen door den
handel. De verkoop door de Engelsche regeering van haar
tarwevoorraad gaat zeer langzaam en indien zij geen
middel vindt om dien te bespoedigen, zal het wel 1922
worden, voor die is opgeruimd. In de ‘vorige week waren
de prijzen van Engelsche regeeringstarwe telkens belang-rijk boven het niveau, waarop de handel vooral in Noord-Amerika kon koopen. Naar
,
aanleiding daarvan heeft ten
slotte de Regeerirg haar prijzen Vrij belangrijk verlaagd.
In de eerste dagen der week werd de daling der tarwe-
prijzen aan de Noord-Amerikaansche markten voortgezet.
Van 11 tot 14 April bedroeg zij te Chicago voor den Mei-
termijn 7, voor den Juli-termijn 4 Y
2
dollar-cent per 60 lbs.
Voor die telkens lagere prijzen werd zoowel in Engeland
als in Duitschiand vrij veel gekocht, tot Vrijdag de be-
weging eindelijk tot staan kwa.m en Zaterdag, vooral we-gens koud weder, eene scherpe verhooging te Chicago in:
trad, die voor Mei-tarwe zelfs
51%
cent bedroeg. De om-
standigheden echter, dat de Juli-termijn, de eerste termijn
vui den nieuwen oogst, slechts
21%
cent steeg, wijst niet op

Noteeringen.

Chicago

Buenos Agre,

Data

Tarwe

Mars

Haver

Tarwe
1
Maf3
1
LiJnzada’
Maart
1
Mei
1
Mei

Mci

Mej

Mei

38
8
!,
15,90 8,25 13,85
89’1,
16,70 8,25 13,65
83’14
12,E5
5,70
24,50
688/,
10,80
5,35
19,60
83’/
12,65
5,70
24,50
38
1
/,
‘)
9,40
‘)
5,38 ‘)
13,70
3
)

werkelijke vrees voor oogstschade. In. Europa werd heden
de verhooging dan ook niet ernstig opgevat. In Engeland
was de tarwernarkt zelfs flauw met weinig zaken. De graan-
markten in Engeland hebben trouwens in de af.geloopen week
zeer.o4der
. den invloed gestaan van de kolenstaking en de
telkens wisselende kansen op eene sympathie-sta.kin.g der
spoorwegmannen en transportarbeiders. Voor spoedige po-
sities van sommige graansoortn had de stakingsbedrei-
ging veelal eene verhooging van vraag en prijzen tenge-
volge. Zon was de omzet in spoed.ige mais zeer groot. Latere
verschepingen ontmoetten soms wegens de onzekerheid der
vrachtenmarkt zeer weinig belangstelling, doch waren op,
andere dagen weder vast. Over het geheel waren de markten
onzeker en wisselvallig. Duitsehland kocht in tarwe ook
deze week weder vooral verwijderde posities, tot dagelijks
lagere prijzen, doch trad heden tot de verhoogde prijzen
niet als kooper op.

Italië en Portugal kochten weder eenige ladingen tarwe;
het laatste land vooral Platatarwe. Deze laatste soort
wordt nog steeds in Europa weinig gekocht, daar zij welis-.
waar geleidelijk goedkooper wordt doéh nog steeds niet
met Noord-Amerikaansche soorten kan concurreeren. Wel
steeg aan de markten te Buenos Aires en Rosario de prijs
eenigsziui in het begin der week, doch de gelijktijdige
sterke koersachteruitgaxig. van de peso was meer dan vol-
doende om voor den Europeeschen kooper die verhoogin.g
te neutraliseeren. Op 14 en 15 April trad echter eindelijk
ook in Argentinië eene sterke prijsdaling in, die tegenover
liet begin der week 80 tot 95 centavos per 100 K.G. heeft
bedragen. Wel herstelde de prijs zich evenals in Noord-
Amerika ten slotte eenigszins, doch het ziet er niet ‘naar
uit, dat deze verbetering in Europa veel indruk maakt.
Nog steeds blijven de varschepingen van Argentijnsche
tarwe gering en veel te klein tegenover het groote uit-
voer-surplus. De vooruitzichten voor de tarwe-voorziening
van Europa blijven onveranderd en het ziet er naar ui.t,
dat invoerlanden ook gedurende de rest van dit seizoen een
tarweaanbod zullen ontmoeten van veel grooteren omvang
dan hunne behoefte.
Ook mais daalde in de Vereenigde Staten in de ‘af ge.
loopen week nog ‘steèds verder in” prijs. Het aanbod van
spoedig af te laden mais bleef uit Amerika nog steeds ‘drin-
gend, terwijl naar verschillende Europeesche havens afge-
laden par.tijen werden aangeboden, die in vele gevallen
‘slechts zeer moeilijk koopers vonden. De achteruitgang der
kwaliteit, dien men steeds in dezen tijd van het jaar voor. Noord-Amerikaansche mais kan verwachten, werkte den
kooplust niet in de hand. ‘Slechts in Engeland be-
stond ‘in verband met de staking nu . en dan levendige
vraag. In verband mt de vrees voor de kwaliteit der
Noord-Amerikaansehe mais trok Donnu-maïs meer atten-
tie. Daarvan werden in Engeland en ook ‘naar verschil-
lende havens op het vasteland van Europa verscheiden

Locoprijzen te Rotterdam!Amsterdam.

Soorten
18 April
1921
II April
1921
18 Apil
1920

Tarwe

…… ……..
‘)
.
19,50
36,75
Rogge (No. 2 Western)
‘)
21.25
21,75
28,-
Mais (La Plata)

……’)
270,-
270,-
375.-
Gerst (’48 1h. malting)
..’)
270,- 275,-
.
460,-
Haver (38 lb. white cl.).
.1)
16,-
16,25
21,50
Lijukoeken (Noord-Ameri-
ka van La Plata-zaad)’)
165,-
172,50

.
220,-
Lijnzaad (La Plata)….
)
285,-
.
300,-
855k-
1)
per Dec. ‘) per Sept
1
)
p. 100 K.G. ‘)
1960 K.G. *) Har

AANVOEREN in tons van 1000 K.G. –

2000 K.G. ‘) p. 1000 K.G. ‘) per
d Winter Wheat Dr. 2.

Rotterdam
Amsterdam
Totaal

Artikelen.
11 Apr.1l6Ap;.
Sedert
Overeenk.
II Apr.116 Apr.
Sedert
1

Overeenk.
1921
1920
1921
IJan. 1921
iijdvok 1920
1921
1Jan. 1921
tijdvak 1920
34.281
27.041 100.131

6.618
20.717
33.654
120.848
Tarwe ……………..
Rogge ……………..
2.631 82.704


.


32.704

Boekweit

…………….

1.254
2.500

.

50
. –
1.754
2.500
.

5.990
275.572 92.740
3.984
23.226
18.924
298.798
111.664
Gerst

…………….
79.975
4.099
326
2.818
120
82.793
4.119
880
2.336

.
135.44

430

2.766 13.544

Mais

……………..16.039

5.635
49.387
6.170

25.459
2.424
74.846
6.594
Haver

……………….

6.031

.

51.623
20.758

8.875
.

1.406
60.498

22.164
Lijn’zaad ……………
Lijnkoek ……………
404 6.472 5.779
– –
1.070 ‘

7.542
5.779
Tarwemeel …………..
Andere meelioorten….
. 260
10.814
3.198

449
,

100
11.263
8.298

358

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20 April 1921

ladingen gekocht, terwijl ook’ stoomende partijen Plata
mas ‘zonder veel moeite koopers vonden. $lechts de Duit-
sche markten maken daarop eene uitzondering. Nog steeds
‘hebben daar de distributiemaatregelen der regeeri’ng ten
gevolge, dat de handel zich slechts zeer langzaarn herstelt.
Noord-A.merikaansche mais werd, ‘naarmate ook in cle
Vereenigd’e Staten zelf de prijs voor.tduren,d daalde, vi’ij
goed opgenomen, doch de
in
Bremen en Hamburg aan-
komende P’lata-mâïs is nog steeds niet voor Argentijnsehe
pariteit te plaatsen. Daar dit in eenige andere Europeesche
landen wel het geval da, zijn in den laatsten ‘ijd Vrij ge-
regeld flinke hoeveelheden Plata-maïs uit Hamburg en
Bremen overgeladen, vooral naar Antwerpen en Rotterdam.
In Argentinië bleef mais bijna cle geheele week vast,
vooral door het nog steeds ‘nu en dan regenachtige weder.
In die ‘dagen kwamen naar Europa weinig zaken op afla-
ding tot stand, behalve naar Engeland, waar de omzet in’
nieuwe Pla’ta-niaïs op enkele ‘dagen zoowel i’n ladingen als in parcels zeer levendig was. Met beter weder in Argehtinië
is de prijs in ide laatste dagen der week daar eenigazins
gedaald, terwijl ‘vele verschepers blijkbaar in de verwachting
van verder’e prijsdaling belangrijk goedkoöper aan de
markt kwamen. Wel kwamen daardoor naar Duitschland
wat meer zaken tot stand, ‘doch nog steeds is van een ge-
regelden onizet geen sprake. Enkele partijen reeds
afgeleden of spoedig af te laden nieuwe Plata mais naar
Antwerpen en Nederland vinden tot hooge premies vrij
gemakkelijk koopers. Engeland was heden voor nieuwe
Plata maïs zeer flauw.
In gerst blijven de ‘zaken van geringen omvang, even-
als naar ‘de meeste landen in haver. Slechts Engeland
blijft flinke belangstelling ‘toonen voor Argentijnsehe havet-
bij stijgende prijzen.
Lijnzaad verkeert nog steeds onder den invloed van de
groote ‘verschepi’ngen naar Eurpa van den laatsten tijd,
clie nu in de verschillende havens aankomen. Wel bestaat
er op ‘het verlaagde niveau wat meer belangstelling in
Duitschland en Nederland, doch het aanbod is nog steeds
grooter ‘dan de ‘vraag en de prijzen bewegen zich bij voort-
during beneden de pariteit der prijzen in Argentinië, waar
eerder ‘sene vaste ‘stemming heersch’t. In Engeland werd
in lij.nzaad bij goede vraag naar lijnolie een groote omzet
bereikt. Een ongekend aantal ‘volle ladingen werd door
verschillende ‘h’avens gekocht. De handel bepaalde zich ook
nu weder bijna geheel tot Argentijnsch lijnzaad. Slechts
eene enkele zaak In Britsch-Indisch zaad kwam tot stand.
N ed e r 1 a n d. De Nederlandsohe molenaars koohten
weder op bescheiden schaal Noord-Am’erikaansche tarwe in
spoeclige posities. Evenals in andere landen houdt ook hier
de lage prijs van den nieuwen oogst trug ‘van groote in-
koopen, van spoedige tarwe In maïd is de afzet in ons land
bij voortduring onbevredigend. De groote aanvoeren van
Noord-Amerikaansche muis overtreffen nog steeds ‘de vraag,
die ondanks de lage prijzen zich niet uitbreidt wegens de
kans op ‘kwaliteits-ach’teruitgang. Wel kwamen weder
zaken naar ‘Scandinavië tot stand, doch de voorraden in
onze ‘havens ‘bljen zeer groot. Een’ige stoomende partijen, welke zich nog in ‘handen der afladers bevondén, moesten voor zeer lage prijzen, belangrijk ‘beneden Amerikaansche
pariteit, worden opgeruimd. In verband niet de ‘vrees voor
de kwaliteit der Noord-Amerikaansche muis ‘vonden stoo-
mende partijen ou’de Plata maïs vrij gemakkelijk koopers.
Ook wer’d eene eerste partij nieuwen oogst ter ‘verlacling
in het ‘begin van Mei verhandeld. Voor verdere ‘aflading
bestaat echter in ons land weinig belangsfelling. Gerst
ontmoet in spedige posities goede vraag. Rogge werd in
‘het begin der week nog vrij ‘gretig gekocht vaü Noord-
Amerika; ‘doch met de telkens dalende markten verdween
de animo. –
Voor lijnsaad geldt vooral voor Nederland wat hierbo-
ven omtrent de groote aanvoeren in Europeesche ‘havens
werd vermeld. Slechts voor zeer lage prijzen vond een ‘ge-
deelte der aankomende partijen plaatsing, gedeeltelijk naar
Duitschland en Vrij belangrijke hoeveelheden worden bij
aankomst opgeslagen. Wel wordt ook in Nederland Vrij veel
gekocht, doch de aanvoeren waren van zoo bijzonder groo-
ten omvang, dat slechts eene zeer groote vraag die had
kunnen opnemen. Nu en dan kwamen zaken tot stand op
zomer- en herfst-ailading, iets boven de prijzen voor spoe-
dige ‘levering.

SUIKER.
Over de verschillende suikermarkten valt deze week wei-
nig belangrijks te melden.
in F r a n k r ij k wordt naar aanleiding van eene rond-
vraag aan suikerfabrikaaten ‘de opbrengst van gerafli-

neerd’e suiker voor de campagne 1920/21 geraad op onge-
veer 244.000 tegen circa 143.000 tons het vorig jaar. In
bau’delskringen evenwel verwacht men eene productie van
tuiwehen de
275.000
en 300.600 tons.
De stemming in A me r ik a bleef kalm en de no’fee-
ringen ‘liepen voor Spot Cetrifuga’ls
1%
c. terug, terwijl die
voor termijn-suiker nagenoeg hetzelfde bleven. Zij luiden
t)ians Spots 5,77 c.; April/Mei 4,50 c. en Juli/September
4,60 c. In New York werd nieuwe oogst Cubasuiker ver-
kocht tot 5,— c. d.&f., waarna er tot
43%
c. verkoopers
varen.
De C u b a-statistiek luidt:

1921

1920

1919

Weekontvangst tot9 April 170.000 167.459 137.419 tom
Tot.ontv.sed.1 Dec.-9 Apr. 1.725.000 2.192.498 1.987.289
Werkende fabrieken

195

195

193
Weekesport tot 9 April..

95.000

68.671

64.152
Tot. exp. eed. 1 Jan.-9 Apr. 873.000, 1.447.373 1.09.974
Totaic voorraad 9April . – 898.000 910.594

97.259

Op J a v a bleef de markt betrekkelijk kalm. Superieure
suiker Mei/Juni levering werd ‘tot
f
194 per picol e.’k.
verkocht. Door de Vere.enigde Java-suiker Producenten wer-
den geen nieuwe afdoeni.ngen bekend gemaakt.

NOTEERINGEN.

Amster-
dom per

Londen
New York 96pCt

Whiie Java
1
Amer. Gra.
Dam
I000CflJC
T
aie
Cubes
f.o.6. per
1
nu/oled c.l.J.
Centri-

Juli/Aug.
_-
April/Mei
maand
No. 1
fuga/s

Sh.

Sh.

1

5h.

$cts.
13 Apr. ’21
f

731-

301-

39
1

5,77
6

,,

’21

7216

301—

401—

6,02
13 Apr. ’20 ,,

841

7716

1)

13Apr. ’19 ,,

649

301—

j

7,28
11 Juli ’14 ,,111a

1

3,26
1)

18,05118,32.

KATOEN.,
Noteering voor Loco-Katoen.

(Middling Uplands).

118
Apr.

21IIIApr.’
2
I
14
Apr.’
21
1
19
Apr
‘201
17 Apr.’19

New York voor
Middling . – 12,30 c 12,25e 11,65e 42,75e 28,650
New Orleans

voor Middling 11,25e 11,25e 11,— c 41,75e 27,25e
Liverpool voor
Fy Middling 8,241) ,8,11d

7.62d 28,18d 18,20d

1)
15 April 1921.

Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansche havens.

(In duizendtallen halen).

1
Aug.

Overeenkomstige perioden
tot


15April 21

1919-1920
1
1918-1919

Ontvangsten Gulf-Havens..1
3975 3802 2925
Atlant.Flavens
1175
2669
1814
Ui’tvoer naar Gr. Brittanniël
1299 2710
1715
tVasteland.}
2590
2652
1984

Voorraden in duizendtallen
15April
’21’
16April’20
1

18April’19

Amerik. havens ……….
i416
1192
1239
Binnenland……..
…….
1540
‘1121
1412
New York

…………..

..

41 83
New Orleans ………….

.. ..
848 437
Liverpool

……………
963
.
1134
493

Markt’oericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons,

Manchester, d.d. 13 April -1921.

ï)e afgeloopen week heeft in de katoenmarkt nog al fluc-
tuaties gebracht en n1et’ de algemeene i.n,dustrieele moeilijk-
heden is het wel te verwonderen dat katoenprijzen ‘nog iets
vaster zijn. Amerikaansche katoen is gedurende de week
oagevëer 50 punten gestegen, doch varkoopen blijven zeer
beperkt, hoofdzakelijk door de onzekere transportverhou-
dingen. Egyptische katoen is ook wat vester en prijzen
waren Maandag 1 penny hooger, terwijl sedert weer een
kleine reactie heeft plaats gevonden. Amerikaansche garens zijn’ over het algemeen duurder in

20
‘April
1921′

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN..

359

verband met de
stijging
van ruwe katoen terwijl fabrikan-
ten van dhooties nog al orders hebben geplaatst. Ook is er
nog al vr’aag’naar extra harde twist, terwijl Bombay ook
in cle markt is en Calcutta orders zendt in 40er en 50er
mule. Ook zijn er nog wat”zaken gedaan in 70/100er medio,
hoewel naar wij vernemen tegen slechte prijzen, terwijl in
gebwijude garens bijna niets omgaat. De cijfers van den
Board of Trade, die verledei week gepubliceerd zijn, geven aan, dat de enporten van katoenen garens ongeveer de helft
zijn van die van 1913 en’ongeveer 13 ‘miljoen 1hz. minder
dan over dezelfde maand verleden jaar.
De doekmarkt blijft merkwaardig vast, vooral als men de
slechte arbeidsomstandigheden in’ aanmerking neemt. Dé
oplossing der kolenstaking schijnt verder dan ooit en men
vreest – nog steeds voor een transportstaking. In deze om-
standigheden is het onmogelijk om een Opleving in zaken te
verwachten, doch over, het algemeen zijn er toch wel aan-

wijzingen, die erop duiden, dat er meer belangstelling voor
,

manufacturen komt De Linancieele situatie is nog niet
beter, maar zilverprijzen’ zijn veel vester en de vooruit-
zichten dan ook gunstiger.

6 Apr. 13 Apr.

Oost. koersen.

6 Apr.
i3
Apr.
Liverpoolnbteeringen. T.T. bpindië…. 113
2
1, 113
51
F.G.F.Sakellaridis 17,00 17,50′
T.T. op Hongkong
214
1
1,
2/6
U.F. No. 1 Oomra 4,10 4,10. T.T. op Shanghai 311
3/2
1
I’

KOFFIE.
(Môdecleeling van de Makelaars
G.
Duuring’ & Zoon, Kolf 1
&’ Witkamp en Leonard Jacobson ‘& Zonen).

Noteeringen en voorraden..

Data Rio

l—

Sanios
Wissdkoer3
oorraa
Prijs
1

oOrraa

Prijs
No.
7

16April 19211
540.000
8.495
2.783 000
10.200
81,
9

,,

.1921
539.000
8.495
2.791.000
10.200
8’1
2

,,

1921
501.000
8.495
2.840.000
10.000
9
1
/,
16April 1920
402.000
10.700
2.737.000
1)
165Iio

Ontvangsten.

Rio
Santo, Data
Afgdoo pen
Sedert
Ajgdoo pen
Sedert
week
1 juli
week
1 Juli

16 Apr.’ 1921 ….
65.000
2.427.000

1

1

175.000
8.797.000
16 Apr. 1920 ….
56.000 2.037.000 26.000
3.740.000
1)
Nominaal 15.000
tot 14.000.

JAVA THEE.

(Opgave Pakhuismeesteren van de Thee.)

(Herleid tot 1/1 Kisten.)
Voorraad’28’Februari 1921′
.
…………236983′
Sedert aangevoerd ‘

………23351

260314
– Sedert afgeleverd …………………..18565
Voorraad
heden…..
………………. 241749

Waarvan in de eerste hand …………165773
31Makrt ‘1921

HUIDEN.

Bericht van de’ firma Grisar & Co.

In de’ exotische markt is veel meer leven gekomen, het-
geen ‘blijkt uit de aanzienlijke verkoopen zoowel in La
P1’ata als in Antwerpen. De.prjzen zijn stationnair en de
stemm.ing is zeer vast. Het is voornane1jk Duitsohland, dat
aanzienlijke koopen in Argentinië gesloten heeft.
1
Voor enkele soorten Magelhaes Rid Grande worden
hooger prijzen gevorderd; de basis is 32134 -ets. Holland
interesseert zich meer voor infdrieure waar en trad daar-
‘door ‘als kooper in Antwerpen op,. Voor betere soorten wil
de Hollandsche looierj de bestaande prijzen niet aan-
leggen.

Inlandsche huiden volgén hier te lande de gun-
stige beweging nog niet, in Duitscbianjd • brachten de vel-
lingen ruim 20 pCt. ‘hausse.
Kalfsvellen vast.
L o o i s to f 1 e n voor Quebracho op levering meer be-
langstelling; afdoeningen kwamen voor op £ 21.10 en £20.
16 April 1921.

RUBBER.

In het begin der afgeloopen week was er iets ‘xneer koop-
lust en konden de prijzen zich iets verbeteren. De gebeur-
tenien in Engeland echter hebben de 8temming wederom
doen verflauwen en de markt sluit kalm.met ongeveer de-
telf de prijzen als de voorafgaande week.

De noteeringen luiden:

einde voorafgande week:
Prima Crêpe loco .’ ………58’/, c.

……. …
58’I
c.
Mei/Juni …. … 59 .
, .
.
59

Juli/Sept…….61

,,’

……..
61

Smoked She’ets loco ……..50

, .
.
48′!,
39

Mei/Juni …. 5011,

.
…………49′
09

Juli/Sépt…..53

, .
..
53
18April 1921.

COPRA.

De markt was deze week zeer.vast gestemd, en was het
aanbod over het algemeen vrij gering.
De noteeringen zijn thans:
Java f.m.s. April/Juni ………………….
f
31,-
Ned.-Ind./Str. f.m.s. Februari/April………..
,,
31,50
Maart!Mei .. ………….
,,
31,—
“.
April/Juni …………..
,,
30,50
Ceylon f.m.s. April/Mei ………………..
,,
31,-
18 April 1921.

METALEN.

Loco-Nôteeringen te Londen.:

Data
.
Ijzer
Clep.
No.3
Kor
pe
tanar
.
Tin
Lood

Zink

18 Apr. 1921..
now.
69.151-
169.216
20.1216
25.1716
11

,,

1921..
now.
69.51-
‘163.216
20.131-
.25.15/-.
19 Apr’. 1920..
nom.
102.1216
345.51-
37.-/-
46.101-
22 Apr. 1919..
now.
76.101-
22815/-
‘24101-
35.-/-
20Juli

1914..
5114
61.-1-
145.151-
19.-!-
21.101-

VERKEERSWEZEN

SCHEEPVAART.

GRAAN.

Data Petra

Lo
°
inf
Rdam

Ode.,,,,
1
Rolter-
1 dam

.411. Kust
.
Ver. Staten
San Lorenzo

Rotte,-
Bristol
1

Rotte,-
Enge-
dam
Kanaal
dam
land

11/16 April 1921


816
616
411-

411-
419

,,

1921



613
401-

401-
12117, April 1920



1116
140:_: 11216
1
)
14/19 April 1919


116.-‘)
816

‘)
2001-

6216
Juli

1914
lid.
713

,
i/i1’i
1/11’/
.121-
121-

KOLEN.

Cardiff

Oosik. Engdand
Data

1
1 Bar-

Genua

p1L

Rotte,- ‘Golhen-
1
deaux

.,.

dam t huro

11116 April ’21 –


419

– – – – –
12117 April’20 43/9


– ‘ 751-

_.:_

– , –
14119 April “19 281- ‘) 4716

4716 45/.-
1
10.-


Juli 1914 fr.7,—.

7/-

7/3

14/6

312

41-

DIVERSEN.

Bombay
Birma
Vladipo-
Chili
D


ata
,

West
Europa
West

Europa
stork
West


West
Europa (d. w.)
(rijst) Europa
(salpeter)

11116

April’

1921….
2216
351-
‘ –
3716
419

,,

1921….
2216


37
1
6

12117

April

1920…

1401-


14119

April

1919….
751-
1501-
1
)
– –
Juli

1914.’. ..
1416
1613
251-
2213

‘) Voor Britsche schepen.

Graan Petrograd per guarter Van 496 11. zwaar. Odessa per unit, Ver. Staten
per quorte, van 480 lhs. zwaar.
Overige
noieeringen
per
ton van 10151K.G.

360

‘S

20 April 1921

De N.V. Nederlandsche Huistelefoon-Maatschanhi

ROTTERDAM

Telefoon .3600

AMSTERDAM

Telefoon N 5580

‘s-GRAVENHAGE

Telefoon H 280, 300

LEEUWARDEN

AL V

GRONINGEN

Telefoon 1555

ARNHEM

Telefoon 2723

levert uit voorraad
TELEFOON-, SCHEL-, ELECTR. KLOK-INSTALLATIES,
etc.

in huur en koop.

Herstelt en onderhoudt onder garantie ook alle niet door haar uitgevoerde installaties.

PROSPECTUS GRATIS.

Sollicitaties, in duplo, vergezeld van gecertificeerde getuigschriften,

ook in duplo, zullen door de ondergetekende niet later dan de

30 April 1921,
ontvangen worden voor de betrekking van

LEKTOR IN SCHEIKUNDE

aan het Grey Universiteits Koliege Bloemfontein, Oranje Vrijstaat.

De’ ‘suksesvolle applikant zal verantwoordelik zyn voor het onder-

richt in Physiese Scheikunde en zal algemene hulp moeten ver]enen
in de afdeling Scheikunde. Bekwaamheid om door middel van beide

Hollands en Engels te doceren is ‘n vereiste.

Salaris £ 400 per jaar, opgaande met jaarlikse verhogingen van £ 25 tot £ 500 per jaar, plus Plaatselike toelaag van £ 46 per jaar,

plusOnderhoudstoelaag (tijdelijk) van £ 128 per jaar in het geval

van ‘n gehuwde persoon, £ 29 per jaar in het geval van

xi
ongehuwde.

Sollicitanten de vroegste datum te vermelden, waarop zij werk-

zaamheid kunnen aanwaarclen.

R. A. BLANKENBERG, Secretaris.
Kantoor van de Hoge Kommissaris

voor de Unie vari Zuid Afrika,

Trafalgar Square,

LONDON.

KONINKLIJKE

HOLLANDSCHE

LLÖYD

AMSTERDAM

PASSAGIERS-, VRACHT- EN

POSTDIENSTEN

NAAR

ZUID-AMERIKA

CUBA
EN
MEXICO

EN

NOORD -AMERIKA

ONTVANG-
EN
BETAALKAS

NIEUWE DO,ELENSTRAAT
20-22
AMSTERDAM

DEPOSITO’S VOOR
1
JAAR FIXE
á
41/2 PCT.

GELDEN, OP’ DEZEN TERMIJN GESTORT, ZIJN NA AFLOOP

VAN HET JAAR ZONDER OPZEGGING BESCHIKBAAR.

NIET OPGEVORDERD ZIJNDE,’ WORDT DE POST STIL-

ZWIJGEND VOOR GELIJKEN TERMIJN VERLENGD.

DE RENTE KAN NAAR VERKIEZING PER KWARTAAL, PER

HALF JAAR OF PER JAAR ONTVANGEN WORDEN.

AANDEELEN • OBLIGATIËN • RECEPISSEN

en alle soorten HANDELSDRUKWERK worden in

degelijke, smaakvolle ui1’oeringin
korten tijd geleverd door

NIJOH 4 VAN DITMAR’S Boek. en Handelsdrukkerij

WIJNHAVEN 111-113

ROTTERDAM

Modellen voor belangtellenden ter inzage Ontwerpen en verdere inlichtingen worden op aanvrage – gaarne verstrekt

NEDÈRLANDSCH INDISCHE HANDELSBANK

AMSTERDAM

BATAVIA


‘ ‘s-GRAVENHAGE

AMPENAN, BANDOENG, BOMBAY, CALCUTTA, CHERIBON, GORONTALO,
HONGKONG, KOBE, MAKASSAR, MEDAN, MENADO, PALEMBANG, PEKALON-
GAN, PROBOLINGGO, SEMARANG, SHANGHAI, SINGAPORE, SOERABAYA,

TEGAL, TJILATJAP, WELTEVREDEN.

Kapitaal f 55000.000,

Reserven
/
43.000.000,-

Auteur