9 OCTOBER 1918
i’v
•
.
Economisc
,
h
–
Statistische
Beri
‘o
chten:
ALGEMEEN
WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
3E JAARCANG
.
‘OENSDAG 9 OCTOBER 1918
No. 145
R 0 T T E R 1) APIS CIIE
N.V. Furness’
Scheepvaart
Stoomvaart-1aalschappij
BANK
VEREENIGIN&
en Agentuur
1aatschappij
NEDERLAND
Rotterdam ‘s-Gravenhage
ROTTERDAM—AMSTERDAM
A M
STER DAM.
Boompjes
Mauritskade
Telegram-Adres: ,,FURNESS”
Delfshaven
Bezuidenhout
Telefoon
Nos.
ROTTERDAM
7744147
Stoomvaart]YIaatschappij
Feijenoord
Kneuterdijk
Glashaven
Naaidwijk
AMSTERDAM N
6866,
N
1267
ROTTERDAIIISCHE
LLOYD
Reeders, Cargadoors, Expediieurs, Kolen-
Schiedam
Rijswijk
Vlaardingen
Scheveningen
handelaren, Stuwadoors, Assuradeurs etc.
ROTTERDAM.
Amsterdam
Rokin
Speciale afdeeling voor het bevrachten
TIJDELIJKE MIIILDIENS T
Zaandam
van scheepsladingen per stoomende en
JAVA—SAN FRANCISCO
vice
versa
KAPITAAL
EN
RESERVEN
zeilende ruimtè.
via-
Singapore, Hongkong, Manilla, Nagasaki
/
66.000.000–
AAN- EN VERKOOP VAN SCHEPEN
GEREGELDE LIJNEN VAN EN NAAR:
BALTIMORE (Hou. Amer. Lijn) elke
10/14
dagen
en Honolulu.
VRACHTBOOTENDIENST
NATIONALE
CARDIFF (en Birmingham District) wekelijks
van
Java
naar
San Francisco
Vice versa, in
BAN KVE REE Nl &IN
‘Mi DDLESBROUGH …..eiken Zaterdag
‘STOCKTON
OH
TEES
.
.
.
eiken Zaterdag
vereenging met de Java-China-Japan Lijn.
Hoofddirectie en Centrale
‘SUNDERLAND …….eiken Zaterdag
ALEXANDRIE …….eike 2/3 weken
JAVA—NEW YORK LIJN.
Administratie te Utrecht
CANADA (via Londen)
.
.
.
elke
10
dagen
AUSTRALIE (via Londen)
–
.
elke
14
dagen
GeregeldevrachtbootendienstvanNewYork
Alkmaar, Almelo, Alphen a.d.R,, Amers-
foort, Apeldoorn, Arnhem,
Barne-
.Assen,
‘ZUID-AMERIKA (via Antwerpen) eike2/3weken
‘MAROKKO (via Antwerpen).
elke
14
dagen
naar
Nederla,idsc/,-Indië
vice versa, via
het
Panama-Kanaal,
in
samenwerking
véld, Bodegraven, Borculo, Boskoop, Den
CUBA (via Llverpooi)….elke
10
dagen
met andere Maatschappijen.
Burg (Texel), Coevorden, Culemborg, Delft,
Doorvrachten naar en aan alle doelen der wereld.
Levering van Engelsche Stoomkolen en
Gaskolen.
Deventer, Doetinchem, Dokkum, Dordrecht,
Drachten, Ede, Emmen, Franeker, Gelder-
‘
Diensten tijdens den oorlog gestaakt.
JAVA—BENGALEN LIJN.
malsen, Goes, Gorinchem, Gouda, Groenlo,
Geregelde dienst van
Nederlan4sch-Indië
naar
Rangoon
en
Calcutta
Vice versa.
Groningen, Haarlem, Harlingen, Heeren-
veen, Den Helder, Hengelo (0.), Hooge-
veen, Hoogezand, Hulst, Katwijk, Leeuwar-
den, Leiden, Lochem, Meppel, Middelburg,
De N.V. Hypothecaire Credietbailk
Nijmegen, Oostburg, Purmerend, Schagen,
Schoonhoven,
Sliedrecht,
Sneek,
Stads-
Anna Paulownastraat 113
kanaal, Terneuzen, Tholen, Tiel, Uithoorn,
‘s-GRAVENHAGE
Utrecht, Véendam, Veenendaal, Vlissingen,
Wildervank, Woerden, Ijmuiden, Zeist,
Zierikzee, Zutfen, Zwijndrecht.
N t
011
verstrekt credieten onder hypothecair ver-
band.
Geeft uit 5 °/o voor hoofdsom en
rente verzekerde schuldbrieven in coupures
KAPITAAL
EN
RESERVEN
van fl000,—
,
f
500,— en fl00,—.
/
7.200.000,—
Levensverzekering-Bank
De Directie.
Mr.
C. PLOKHOOY.
De aandacht wordt gevestigd op dé afgifte
van
Binnénlandsche
Credietbrieven,
waardoor in ruim 80 plaatsen in Nederland
F.
&
V. TA..N D…IVI
gelden franco kunnen worden opgenomen.
OPGERICHT 1 863
Makelaars in Assurantiën
ZUID-NEDERLANDSCHE
TE
Wijnhaven 63
–
Rotterdam
HANDELSBANK
Kapitaal
f
3.000.000,—
belasten zich met het
EINDHOVEN
–
TILBURG
–
‘s-HERTOGENBOSCH
R 0 T T E I D .A. 1VI
plaatsen van
BREDA
–
MAASTRICHT
–
SITTARD
–
VENLO
alle Assurantiën,
–
HANDELSCREDIETEN
Incasseering van
Wissels
–
In- en
onverschillig van wel-
Verkoop van Buitenlandsch Papier
.
ken aard,. geene uit- Effecten
–
Coupons
/
DEPOSITO’S.
.
gezonderd.
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
–
HOLLANDSCHE BANK VOOR ZUID-AMERIKA
AMSTERDAM
BUENOS AIRES
RIO DE JANEIRO
SANTOS
KAPITAAL
f
14.000.000,—
RESERVE
f
2.100.000,-
ALLE BANKZAKEN OP ZUID-AMERIKA
VERLEENT BEMIDDELING TOT HET A’ANKNOOPEN VAN HANDELSRELATIES IN
ARGENTINIE
EN BRAZILIË
DE GRONINGER BANK
ederIandschè GISt
Groningen, Winschoten, Stadskanaal, Wildervank,
en Sp Ir itusfa br lek
Veendani, Sappemeer, Deifziji, Emmen, Hooge-
DELFT
veen
en
Ter Apel
(Firma TIMMERMAN t SASSEN)
Kapitaal! 6.000.000,— Geplaatst eugestortf4.440.000,—
ARTIKELEN:
Reserves
f
431501,04
Gist
Brandspiritus
VERRICHT ALLE BANKZAKEN
Zuivere spiritus
t
Foezelolie
Belast zich met het incasseeren van wissels
op
binnen-
Amyl-alcohol
en buitenland
•
Aether Sulfurlcus
Narcose
ther
ONTVANG-
EN
BETAALKAS
NIEUWE DOELENSTRAAT
20-23
AMSTERDAM
Ku rken en
KAPITAAL EN RESERVEN
f5.500.000,—
Gedroogde Spoeling
DEposITo’s VOOR 1 JAAR FIXE
i
4
PCT.
GELDEN
OP
DElEN TERMIJN GESTORT ZIJN
NA
AFLOOP VAN HET
JAAR ZONDER OPZEGGING BESCHIKBAAR.
NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP
NIET OPGEVORDERD ZIJNDE, WORDT
DE
POST STILZWIJGEND VOOR
GELIJKEN TERMIJN VERLENGD.
-.
esL
4
er
ui err
nauerlj
DE RENTE KAN NAAR VERKiEZING PER KWARTAAL, PER HALF JAAR
AMSTERDAM
OF PER JAAR ONTVANGEN WORDEN.
GROOTSTE RAFFINADERIJ
GEBROEDERS
SCHEUER
IN NEDERLAND
Assuradeurs en Assurantiebezorgers
11
Levert de mooiste Suiker,
Expediteurs en Cargadoors
omdat haar zuiveringsver-
mogen het grootst is.
AMSTERDAM EN ROTTERDA1’t/1
Produceert behalve alle soorten
Melia-
auiker
en
Ba8terd8:
Verzekering van Koomansgoederen tegen
Cri8tallen,
groote
en
kleine,
Klont je8
transport
molest
brand en diefstal tegen
(Cube8), Theeklontjes, Cru8heci(brolcken)
•
concurreerende premlen.
Tabletten, Brooden, Poeder8uiker, fijne
Buiker8 voor Vruchten gebruik, enz. enz.
Pletterij,. voorheen L. 1. Enthoven
&
Cie
–
Delft
Wissels, Veerwissels, Goederenwagons, Draaischijven,
Bruggen, Kappen en Gebouwen, Tanks, Aanlegsteigers.
ZWAAR
EN LICHT SMEEDWERK EN PERSWERK.
9 October 1918
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
877
NEDERLANDSCH INDISCHE’ HANDELSBANK
AMSTERDAM
BATA VIA
‘s-GRAVENHAGE
AMPENAN, BANDOENG, CHERIBON, HONGKONG, INDRAMAJOE,
MEDAN, MENADO, PEKALONGAN, PROBOLINGGO, SEMARANG,
SINGAPORE, SOERABAYA, TEGAL. TJILATJAP, WELTEVREDEN.
Kapitaal
/
35.000.000,—
Reserven
/
17.400.000,-
Algemeene Nesche Hypotheekbank
Een polis der
LEEUWARDEN
Kapitaal /1.000.000,—
ReservesE/147.573,—
Uitstaand bedrag Pandbrieven ruim
Ilk
JIJ..4JJIIJ
/
8.000.000,-
4
1
/
0/
Pandbrieven â 99o/
–
van 1859
0
i
4
0/
Pandbrieven
1
‘s•Gravenhage, Veenestraat i
,’
geeft volledige
zekerheid en rust.
N.V. VAN DER LELTS TOUWFABRIEKEN
___
ROTTERDAM,
AMSTERDAM,
GRONINGEN,
Boompjes 93.
Prins Hendrikkade 16/7.
Der—A—Brug.
Telefoon:
3277
en
3296.
Telefoon:
7415 N.
Telefoon:
1035.
Telegr.-adr.: Vanderlely.
Tel.-adr.: Vanderlely-touw.
Telegr.-adr.: Vanderlely.
MAATSCHAPPIJ
1.
voor
FABRIEKEN TE MAASSLUIS.
Scheeps-
611
Werktuigbouw
,,FIJENOORD”
SCHEEPSTROSSEN in alle soorten en afmetingen.
VISSCHERIJTOUWWERK.
ROTTERDAM
Geteerd en ongeteerd Manila-, Sisal-, Nieuw-Zeeland-,
Bombay- en Russisch henneptouw.
Kruisers
–
Torpedobooten
Cocostouw.
”
Onderzeebooten
TRANSMISSIESNAREN met en zonder reguleerbare
ilstoomschepen
MaVrachtstoomschepen
koppelingen.
Baggermateriaal
STAALD RAADTO UW voor Scheepsgebru ik, Liften,
Machine-installaties
Mijnen- en HiJschwerktuigen. lJzerwantenHercules.
tot 65000
P.K.
ALLE SOORTEN PAK- EN BINDTOUW
Scheeps-Zoelly-Turbines
Machines en apparaten voor
–
Suikerfabrieken, enz.
GRONINGSCHE CREDIET-
•
EN HANDELSBANK
UNIE BANK•
GRONINGEN, APELDOORN, APPINGEDAM, ASSEN EN VEENDAM
voor
Kapitaal
/
5.000.000,—
Nederland en Koloniën
Geplaatst en volgestort
f2.000.000,—
AMSTERDAM
Reserves
ruim…….f
387o0o,L
Agentschappen
in
Indië:
BATAVIA, SOERABAYA,
VERSCHAFT BEDRIJFSKAPITAAL AAN
BANDOENG,
LANDBOUW, HANDEL EN NIJVERHEID
rVIEDAN
zN
WELTEVREDEN
INCASSO
–
DEPOSITO
–
SAFÉ DEPOSIT
Agentachap in
Nederland:
TILBURG
878
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
9 October 1918
KONINKLIJKE STEARINE KAARSENFABRIEK GOUDA
GÖUDA
GOUDA KAARSEN
—
NACHT-, THEE- EN SCHEMERLICHT
STEARINE
–
KAARSENPIT
–
OLEINE
CHEMISCH ZUIVERE EN ALLE ANDERE SOORTEN GLYCERINE
•
NEDERLANDSCHE
HAN,DEL-MAATSCHAPPIJ
GESTORT KAPITAAL
f
70.000.000,—
STATUTAIRE RESERVE
f12.760.286,-
Hoofdkantoor: AMSTERDAM
Âgentschappen te ROTTERDAM en ‘s..GRAVENHAGE.
•
Vestigingen in NEDERLANDSCH-INDIË:
BATAVIA, SOERABAIA, SAMARANG, MEDAN en andere voorname plaatsen.
Vestigingen in de STRAITS-SETTLEMENTS, BIITSCH.INDI
en CHINA:
SINGAPORE, PENANG, RANGOON, HONGKONG en SHANGHAI.
In- en Verkoop van Wissels en Telegrafische .Transferten,
Incasseeringen en Financieeringen, Schriftelijke of Telegrafisçhe Credieten,
Reiscredietbrieven, Deposito’ s, Rekeningen-Courant,
–
Administratie van Effecten en alle andere Bankzaken.
JöiaIéz
Y
CT
A
g
ol
3w
__
•
Gfl
•
9omperiz 78C4
en
redeivreens’y
78.
W4ø:/aaien @Jfeoewen/’ii. .00.00O—.
92eh
@7{an/oen.
16
HAARLEMSCHE BANKVEREENIGING
HAARLEM, AALSMEER, BEVERWIJK, BLOEMENDAAL, EDAM, RILLEGOM,
HOOFDDORP, LEIDEN, LISSE, PIJRMEREND, IJMUIDEN, ZANDVOORT.
Volgestort Kapitaal
f
4.050.600,—
Reserve 1850.000,-
R.
A. ZOONEN.
–
ANNO 1720
BANKIERS
.
ASSURANTIE-MAKELAARS
ROTTERDAM
–
DELFT
–
SCHIEDAM
–
VLAARDINGEN
•
ROTTERDAM
–
AMSTERDAM
Behandeling van alle Bankzaken
••
Bezorging van alle Assurantien
9
OCTOBER 1918
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN
Economischp,Sta
‘
tiAische
B e
–
richten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
1
3E JAARGANG
WOENSDAG 9 OCTOBER 1918
No. 145
INHOUD BIz.
UiTBREIDING VAN DEN GRAANVERBOUW IN GR.-BRII
–
TANNIE
EN IN NEDERLAND
door
Jan
Schitthuis
…………..
880
Zwitserland en de Rijnkwestie door
P. $crton ………..
881
Zwitserland en de Rijn door It.
E.
IC.
…………….
883
Sociale
verzekering
en
de particuliere
werkgevers door
Dv. A.
0.
liolwerda
………………………..
884
Spaansche desiderata voor behoud en vermeerdering van
arbeidskrachten door
Jhr. J.
U. C.
Sandberg……….
886
AANTEEKENINGEN:
Eene Cultuur-Huipbank in Ned.-Indië …………..
888
Stand der cultures en uitvoer in Suriname
……….
888
De
Nederlandsche
Maatschappij tot Ontginning van
Steenkolenvelden
……………………….
888
Kapitaaluitgifte
in Duitschiand ………………..
889
BOEKAANKONDIGING:
Mr. C. L. Torley Duwel: De Dardanellen, bespr. door
Dr.
ilenclrilc ifltller
……………………..
889
Eniile Vandervelde: Le Socialisme contre l’Etat ……
890
C.
G. Rommenhöller: Bijdrage tot de hervorming van
het Nederlandsche Consulaatwezen
…………..
891
INGEZONDEN STUKkEN:
Ondeugdelijke Rechtsmiddelen en ongeoorloofde Machts-
middelen door
0.
R………………………
892
OvERZICHT VAN TIJDSCHRIFrEN
………………….
894
REGEERINGSMAATREGELEN OP HANDELSGEBIED
…………
894
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
………………895-902
Geldkoersen. Effectenbeurzen.
Wisselkoersen.
Goederenhandel.
Bankstaten.
Verkeerswezen.
INSTITUUT
VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
Algemeen Secretaris: Mr. G. W. J. Bruins.
WEEKBLAD ECONOMIBCH-BTATISTJBCIIE BERICIITEN
,Secretaris-Redacteur:
G.
E.
lluffnagel.
Secretariaat: Pieter de Hooghweg 122, Rotterdam.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruige Plaatweg 37.
Telef. Nr. 3000. Telegr.adres: Economisch Instituut.
Postcheque en girorekening Rotterdam No. 8408.
Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in Nederland f 12,—. Buitenland en Koloniën f 14,-
per jaar. Losse nummers 30 cents.
Leden en donateurs van het Instituut ontvangen het
weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande
ontvangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos, voor zoover daaromtrent niet anders wordt beslist.
Advertentiën. f 0,35 per regel. Plaatsing bij abonne-
ment volgens tarief. Administratie van abonnementen
en advertenties: Nijgh & van Ditmar’s Uit gevers-
Maatschappij. Rotterdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage.
7 OCTOBER 1918.
Hoewel de maahdswisseling geen verdere eischen
aan de geldmarkt stelde, bleef er ook in verband met
de politieke gebeurtenissen een vaste stemming heer-
schen. De prolongatierente noteerde onveranderlijk
3% pOt., welke noteering heden, mede tengevolge van
het groote bedrag, dat morgen noodig is voor storting
op de nieuwe aandeelen Koninklijke Petroleum, bt
4 pOt. opliep. Ook voor particulier disconto bl(;(,
,
f de
stemming vast. In het midden ïer week kon men ma
nu en dan nog enkele kleine posten prima papier
onder 3 pOt. afsluiten, maar later was er slechts met
moeite tot 31% i W/s pOt. plaatsing te vinden, vooral
ook omdat het aanbod in den laatsten tijd voor een
zeer groot gedeelte uit gemeeutewissels bestaat.
*
*
*
Zooals reeds in het vorige bericht vermeld, opende
de wisselmarkt in een zeer vaste stemming, die op
Dinsdag haar hoogtepunt bereikte. Voor de Entcntc-
wissels bleef de tendenz, hoewel de koersen zich niet
op het hoogste punt konden handhaven, ook gedurende
.het verdere verloop van de week vast. Voor de Marken
en Oostcnrijksche Kronen trad echter direct weder
een reactie in, die ook nu weder hoofdzakelijk door
aanbod uit Zwitserland wrd. veroorzaakt. Zaterdag
was echter dc stemming weder opnieuw beduidend
vaster voor alle wissels op de oorlogvoereuden en in
liet bijzonder weder voor Marken en Kronen, omdat
reeds enige geruchten rondliepen over aanstaande
vredesvoorstellen van Duitschland. De feitelijke be-
richten kwamen te laat om nog Zaterdag van invloed
te zijn.. Heden was de markt echter buitengewoon
vast, zoodat Londen op 10.97 en Berlijn op 36.25
verhandeld werd. Deze koersen konden zich echter
niet handhaven. De stemming ‘oor Londen bleef
evenwel vast, ca. 10.80 h 10.85. Berlijn en Weenen
daarentegen moesten weder een groot gedeelte van
het avance prijsgeven. Slot circa 34.50 en 20.40.
*
*
De voortdurende toeneming van goudvoorraad en
biljcttencircu]atie der Bank of England verdient
aandacht. Sedert het uitbreken van den oorlog is de
goudvoorraad van £ 40 millioen op £ 72,2 gestegen.
De laatste 12 maanden brachten een toeneming van
niet minder dan £ 16,4 millioen, een stijging, door geen
der nemtra1e landen, zelfs niet door Spanje, in liet-
zelf de tijdvak overtroffen. Ongetwijfeld mag men deze
toeneming in verband brengen met het feit, dat sedert
het intreden van Amerika in den oorlog de financie-
ring van de Engelsehe aakoopen in de Vereenigde
Staten belangrijk minder moeilijkheden oplevert dan
voorheen. De hoeveelheid circuleerende bankbiljetten
is sedert het uitbreken van den oorlog van £ 29,3 mil-
lioen op £ 62,3 millioen gestegen.
880
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
9
October 1918
UITBREIDING VAN DEN GRAAN-
VERBOUW IN GROOT-BRITTANNIË EN
IN NEDERLAND.
Het is bekend, hoe in ons land de pogingen der
Regeering om gedurende den oorlog den graanver-
bouw op het oude peil te houden, gefaald hebben. Van
226.000 H.A. ih 1913 is de met ro,gge bezaaide opper-
vlakte achteruitgegaan tot 187.000 H.A. in 1917.
Voor tarwe waren deze cijfers bijna 53.000 H.A. en
49.555 H.A. Het behoeft geen betoog, van hoe groote..
beteekenis dit verlies van ruim 15 pOt. in de met
broodgraan bezaaide oppervlakte voor ons land is ge-
weest in deze jaren van voedselschaarschte.
Het is interessant om na te gaan, welk resultaat
met werkelijk krachtige maatregëlen op hetzelide
gebied in Groot-Brittannië en Ierland is bereikt. Daâr
was sedert 1868 de graanverbouw voortdurend ver-
minderd. Rogge wordt er bijna niet verbouwd en even-
eens slechts in zeer geringe hoeveelhèid geïmporteerd.
Het eenige broodgran is dus tarwe, waarmede in
1868 3.937.000 acres (een acre is 0,40467 H.A.) be-
zaaid waren. Omstreeks dien tijd begon zich de tarwe-
uitvoer der Vereenigde Staten van Amerika sterk uit
te breiden, waardoor groote hoeveelheden goedkoope
tarwe in Europa den tarweprijs deden dalen. Als ge-
volg van de geringe waarde van den grond en het
gemak, waarmede die grond zonder bemesting goede
oogsten voortbracht, was de Amerikaansche. tarwe veel
goedkooper dan de in West-Europa verbouwde en de
Amerikaansche aanvoeren-brachten hier zeer belang-
rijke prijsverlagingen teweeg. Invoerrechten op graan
zouden misschien den landbouw- in het Vereenigd
Koninkrijk in staat hebben gesteld de concurrentie
tegen het goedkoope buiteniandsche graan vol te hou-
den, doch deze bleven uit en het gevolg is geweest,
dat de graanveibouw sterk is ingekrompen. –
De tarweaanvoeren uit Argentinië, die omstreeks
1890 van steeds grootere beteekenis werden, hebben daartoe op dezelfde wijze als die uit Noord-Amerika meegewerkt. De omvang van den tarweverbouw van
1868 is dan ook nooit weder bereikt en de opbrengst,
die in 1868 nog 17.000.000 qrs. per jaar bedroeg, wâs
in de laatste 10 jaren véôr den oorlog tot gemiddeld
7.500.000 qrs. – gedaald
bij
een gemiddelden invoer van
ongeveer 26 millioen quarters, terwijl de bezaaide
oppervlakte toen ongeveer 1% . 2 millioen acres be-
droeg. Het getal voor 1913 was 1.791.569 acres,
Ook van gerst en haver was de verbouw langzamer-
hand verminderd, doch vooral wat haver betreft is de
vermindering van geringeren omvang gweest dan voor
tarwe. Gerst daalde van 2.484.000 acres in 1883 tot
1.932.321 acres in 1913, haver van 4.527.930 acres in
1895 (het grootste cijfer na 1882) tot 3.983.448 in
1913. Terwijl dè totale oppervlakte der drie graan-
soorten in 1882, nadat die voor tarwe sedert 1868
reeds met 770.000 qrs. was afgenopien, nog 9.860.534
acres bedroeg, was zij in 1913 niet meer dan 7.707.338
acres. Er viel du een belangrijke achterstand in te
halen. Tot nog toe was van uitbreiding van den ver-
bouw, zoodra de vermindering was ingetreden
;
nooit
sprake geweest.
:Dikivijls wordt dit
verschijnsel
ten deele geweten
aan het feit, dat de .groote grondbezitters, aan wie in
het Vereonigd Koninkrijk zulk een groot gedeelte
van den bodem behoort, geen aanleiding hadden om
eene poging te wagen tot intensie.’er gebruik van hun
grond en gaarne hunne jachtgronden intact hielden.
Voor de overwegingen, die in oorlogstijd den doorslag
geven, -hebben ook zij moeten zwichten en het is den
Minister van Landbouw Prothero gelukt, de met
graan bezaaide oppervlakte zeer belangrijk te ver-
meerderen. Ter besparing van seheepsruimte, waar-
van eene te groote lipeveelheid voor graanaanvoer van overzee werd in beslag genomen, was die ver-
meerdering noodzakelijk en niet alleen is den land-
bouwers voortdurend voorgehouden, dat zij tegenover
liet vaderland verplicht waren, door uitbreiding van
den verbouw van graan en aardappelen scheepsruimte
vrij te maken, doch vooral hebben tot de bereiking
van het beoogde doel meegewerkt de minimumprijzen,
welke den landbouwers, in Februari 1917 zijn gega-
randeerd voor hunne oogsten van 1917 tot 1922.
Vooi tai-we bedragen deze
prijzen
60/- per quarter
(meer dan het dubbele van den gemiddelden prijs der
laatste 20 jaren vôér den oorlog) voor den oogst van
-1917, 55/- voor 1918 en 1919 en 45/- voor 1920, 1921
en 1922. In werkelijkheid zijn de
prijzen
voor den,
oogst van 1917 veel hooger geweest en de regeering
heeft maximumprijzen moeten vaststellen van 73/6 tot
77/9, al naar gelang van den tijd van levring. Voor
den oogst van 1918 is de maximumprijs 75/-. Tot nog
toe heeft de regeering dus nog geen bezwaar onder-
vonden bij de handhaving der door haar gegarandeer-
de maximumprijzen. Het is echter zeer goed mogelijk,
dat de garantie haar, v66r de oogst vn 1922 zal zijn aan den man gebracht, nog groote verliezen zal be-
rokkenen, wanneer na den oorlog misschien de tarwe-
prijs tengevolge van de sterke uitbreiding van den
verbouW gedurende den oorlog in Australië, Argen-
tinië en Noord-Amerika en ivegen de voorraden, die
dooi de tegenwoordige verschepingsbezwaren in som-
mige uitvoerlanden beschikbaar zullen komen, eene
belangrijke daling ondergaat.
Bij de vaststelling der gegarandeerdè minimum-
prijzen is rekening gehouden met de eveneens dooi de
regeering gegarandeerde zeer hooge minimum-bonen
der landarbeiders, die men anders vreesde niet in vol-
doenden getale voor de bewerking der te verwachteit groote oogsten ter beschikking te zullen hebben. Ook
door deze garantie heeft de Regeering eene verplich-ting op zich geladen, waarvan voorloopig niet vast te
stellen valt, hoeveel zij het land zal kosten. –
De genoemde garanties, het herhaald aandringen
bij den landbouwer op medewerking en sommige
andere maatregelen, zooals aan de, regeering verleen-
de macht om den eigenaar te dwingen tot een goed
gebruik van zijn grond, hebben in 1917 slechts geleid
tot eene vermeerdering tegenover 1916 van den
v.00s
graan, peulvruchten en aardappelen
ge.bruikten
grond
met 250.000 acres, waarvan slechts
/5
voor tarwe.
De maatregelèn waren te laat genomen, om voor 1.917
nog groote gevolgen te hebben. Voor den oogst van-
19.18 is het resultaat echter schitterend geweest. In
den herfst van 1917 is in ruime mate grasland ge-
scheurd, waarmede men den .geheelen winter en ge-
durende de eerste maanden van 1918 heeft kunnen
voortgaan.
Ten slotte bleken alleen in Engeland en Wales
2.042.000 acres meer voor den landbouw in gebruik genomen te zijn dan in 1916 en tezamen met Ierland
en Schotland mag de vermeerdering op 3 millioen
acres worden a,ngenomen, overeenkomende met ruim
25 pOt. Voor aardappelen bedraagt de toename 25 pOt.
Voor tarwe alléén is de oppervlakte weder gestegen
tot bijna 3 millioen acres, hetgeen sedert 1913 eene
vermeerdering beteekent van 67 4 pOt. De tarweoogst
wordt geschat op 12.000.000 qrs. tegen gemiddeld
7.500.000 in de laatste tien jaren v66r – den oorlog.
Daarbij komt dan nog de vermeerdering voor de
andere graansoorten en met recht mag dus Minister
Prothero trotsch zijn op het door hem bereikte resul-
taat, dat eene belangrijke hoeveelheid scheepsruimte
beschikbaar stelt voor meer directe ooi-logsdoeleiüden.
Uitdrukkelijk heeft de i-egeering hare waardeering
uitgesproken voor de medewerking der landbouwers,
doch niet vergeten mag worden, dat de vodrdeelen,
welke de regeering hun met hare prijsgaranties heeft
doen genieten, tot die medewerking alle aanleiding
gaven. Bovendien is ook op andere wijzen de Regee-ring den landbouwers behulpzaam geweest bij de be-
strijding der schaarschte aan landarbeiders. Soldaten zijn ter beschikking van den landbouw gesteld even-
als krijgsgevangenen en op gemakkelijke voorwaarden
heeft de Regeering landbouwwerktuigen, waaronder 3000 der zeer_ practische Amerikaansche ,,tractors”
9 October 1918
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
ME
ter beschikking gesteld. Ook is liet aantal
01)
liet land
werkende vrouwen toegenomen van 91.000 tot meer
dan 300.000.
Niet slechts de gewone landbouw heeft zich tot
meerdere productie ii.gespannen, ook aan de volkstui-
nen is aandacht gewijd en deze zijn toegenomen van
570.000 vôôr den oorlog tot 1.400.000. in 1917/1918,
overeenkonende met eene vermeerdering van de
voedselproductie van 800000 ton per jaar.
Uit dit alles blijkt wel, dat met krachtige maatrege-
len goede resultaten té bereiken zijn en aangenomen
mag worden, dat bij eene meer tegemoetkomende hou-
ding tegenover de landbouwers ook in ons land hunne
medewerking verkregen zou zijfl ter bereiking van een
minder negatief resultaat, dan waarmede wij ons hier
hebl)en moeten tevredenstellen.
De vraag mag echter worden gesteld, of een succes
als het Engelsche voor ons land wel te verkiezen ware
geweest. Ook in Nederland heeft zich gedurende de
laatste 20 jaren der 19e eeuw in het landbouwbedrijf eene dergelijke verandering voltrokken als in Groot-
Brittannië en Ierland. Ook hier heeft onder den in-
vloed der groote aanvoeren van goedkoop graan,
speciaal tarwe, de gebruiker van den grond zijn be-
drijf meer en meer gebaseerd op den uitvoer van pro-
ducten van de veeteelt, als kaas, boter, eieren,
enz.,
terwijl tevens de tuinbouw zich als exportbedrijf zeer
sterk is gaan ontwikkelen. Wel is gebleken, dat ook
de moderne graanverbouw in staat is, aan de concur-
rentie der groote uitvoerlanden in vele gevallen het
hoofd te bieden, maar sterke uitbreiding van den
graanverbouw in Nederland is toch alleen mogelijk
ten koste van de genoemde exportbedrijven, waarin
Nederland in de laatste tientallen jaren juist groot
is geworden. Bovendien hebben wij gezien, tot welke
verstrekkende maatregelen men in Engeland tbne toe-
vlucht heeft moeten nemen om het beoogde resultaat
te bereiken. Voor een groot aaiital jaren
zijn
prijs-garanties gegeven, die voor de schatkist nog zeer
groote verliezen kunnen meebrengen, wanneer na den
oorlog door overgroot aanbod uit de uitvoerlanden,
waar uit oorlogsoverwegingen de graanverbouw sterk
is uitgebreid en waar na het sluiten van den vrede
groote voorraden ter verscheping zullen komen, de
graanprijzen dalen beneden de zeer hooge garanties.
:Daarbij komt nog, dat het Vereenigd Koninkrijk, dat
steeds de grootste tarwe-importeur is geweest, na den
oorlog, althans voorloopig, door grooteren eigen ei-
bouw minder dan vroeger als kooper zal optreden.
Wanneer nu in ons land dergelijke maatregelen waren genomen, dan zoude misschien het resultaat even ver-
blijdend zijn geweest voor dezen tijd van voedsel-
schaarschte, doch een groot gedeelte onzer export-
artikelen zou ons voorloopig ontbreken en de schatkist
zou waarschijnlijk voor verliezen staan, die zij bij hare
toch reeds beangstigende verplichtingen moeilijk zou
hebben kunnen dragen. Hoe gemakkelijk zouden dan
niet de graanrechten weder op ‘het tapijt kunnen wor-den gebracht, teneinde den Staat te vrijwaren voor de
tengevolge der garantie te lijden verliezen. In Enge-
land gaan reeds stemmen op om op deze wijze de ver-liezen, welke waarschijnlijk de garantie der minimum-
1)Tjzêu
zal meebrengen, te ontgaan. Wanneer zonder
voor verscheiden jaren geldende minimumprijzen de
Nederlandsche landbouwers tot het scheuren van
groote uitgestrektheden weiland gedwongen worden,
bestaat voor hen zeer zeker de kans op eene herhaling
der moeilijkheden van de laatste 20 jaren der 19e
eeuw en wel door daling der graanprijzen door dezelf-
de oorzaken als in dien tijd. En zou men dan kunnen
weigeren hen, na hen eerst tot meerderen graanver-
bouw bewogen te hebben, door graanrechten of door
andere beschermende maatregelen ter hulp te komen?
Verwacht mag worden, dat de verhoogde graanprij-
zon, welke de Nederlandsche regeering heeft vastge-
steld voor den oogst van 1919, reeds zullen leiden tot
ecne vermeerdering van den verbouw. Laat ons hopen,
dat de oogst van 1919 de laatste zal zijn, die onze
tgcerin” tot zich zal hebben te nemen en dat die
oogst voldoende zal zijn om de voeding van het Neder-
landsche volk in het volgende seizoen zoozeer te ver-
beteren, dat van eigenlijk gebrek geen sprake zal be-
hoeven te zijn. Dit kan met geringen aanvoer van
buiten reeds worden bereikt, wanneer grasland wordt
gescheurd naar veel bescheidener maatstaf dan in
Engeland en zonder dat onze exportbedrijvcn voor
langen tijd moeten worden ingekrompen.
Bij de uitvoering der Engelsche plannen heeft de.
bedoeling voorgezeten, om het land ook na den oorlog
bij zijne voedselvoorziening in tijden van nood onaf-
hankeljk te doen
zijn
van aanvoer van buiten.
Zooals in den laatsten tijd reeds herhaaldelijk van
verschillende zijden is aangetoond, zou voor ons land
bereiking van dat. doel om verschillende redenen
practisch vrijwel onmogelijk zijn. Bovendien zijn aan
krachtige pogingen in clie richting .groote bezwaren
in verband met onzen export verbonden, die ik hier-
boven reeds heb aangeduid. Ik meen dus, dat wij zul-
len moeten trachten, de mogelijkheid open te houden
tot spoedigen terugkeer tot onze positie van v6,5r den
oorlog. Dat beteekent dus niet het scheuren van een
overgroot gedeelte van ons weiland, doch slechts eene
matige uitbreiding van den graanverbouw, zoodat nog
eenigen tijd in den allerergsten nood kan worden
voorzien, zoolang het eindigen van den oorlog daarin
geen verandering brengt.
JAN SCHILTHUIS.
ZWITSERLAND EN DE RIJNEWESTIE.
1)
In den loopenden jaargang van dit blad is reeds
bij herhaling sprake geweest van de Zwitsersche
scheepvaartpiannen. In het nummer van 16 Januari
werd de boodschap van den Bondsraad behandeld,
waarbij een voorstel tot grondwetswijziging werd in-
gediend, dat de regeling van scheepvaartaangelegen-
heden tot Bondszaak verklaarde; in het nummer van
23 Januari werden de voornaamste kanalisatie-ont-
werpen in ‘t kort nagegaan. Enkele weken geleden
(blz. 653 en 675) beschouwden wij meer in ‘t bijzonder
het Zwitsersch-Fransche Rhôneplan en zijn econo-
mische vooruitzichten, waarbij vergelijkenderwijs
ook de Rijnprojekten ter sprake kwamen; thans wil-
len wij deze laatste, die ook voor Nederland zooveel beteekenis hebben, aan een nadere beschouwing on-
derwerpen.
De lezer zal zich herinneren, dat het gaat om de
bevaarbaarmaking van het riviervak Konstanz-Bazel
en de verbetering van de bevaarbaarheid op dat tus-
sehen Bazel en Straatsburg, waar zich v66r den oor-log reeds een zeker verkeer had ontwikkeld. .Verder
weet men, dat voor eerstgenoemd riviergedeelte om
technische redenen slechts van kanalisatie sprake kan
zijn, terwijl men op het tweede waarschijnlijk ook
door normaliseering tot het doel zou kunnen geraken.
Op ‘t oogenblik is de rivier tbsschen Straatsburg en Bazel pl.m. 200 dagen per jaar bevaarbaar voor
schepen met een lading tot 500 ton. De ,,Verein für
die Schiffahrt auf dem Oberrhein” te Bazel berekent,
dat met een uitgave van slechts 30 millioen francs
een zoodanige normaliseering van het laagwaterbecl
is te bereiken, dat gedurende meer dan 300 •dagen de
vaart mogelijk zou zijn met volbeladen schepen van
2000 ton,
terwijl
de capaciteit van de rivier, thans
op 600.000 ton per jaar geschat, tot over de 10 mii-
hioen ton zou stijgen. De normaliseeringswerken zou-
den bestaan in afsluiting van overbodige rivier-
armen en vorming van een enkel laagwaterbed tus-
schen beschermde oevers, waarbij men, voor zoover
noodig, plaatselijk door vernauwing de diepte van
het vaarwater zou vergrooten.
Van Duitsche zijde wordt dit plan een hersenschim
genoemd. Reeds de normaliseering van het riviervak
1)
[Over dit onderwerp ontvingen wij gelijktijdig van twee
zijden een bijdrage, gelet de belangrijkheid dezer kwestie
geven we aan beide plaatsing. – Red.]
682
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.
9 October 1918
onmiddellijk beneden Stiaatsburg achten velen slechts
een matig succes. Boven deze stad zou zij, volgens
IJuitsche technici, zoo al geen physieke onmogelijk-
heid, dan toch een ernstige misgreep zijn. De rivier
heeft volgens hen hier reeds te veel het karakter
van een bergstrQom
,
om anders dan door kanalisatie
bevaarbaar gemaakt te kunnen worden.
Alen behoeft piet zeer diepzinnig aangelegd te zijn,
om te begrijpen, dat nationale belangen hier, aan
beide zijden- van de grens, hun invloed op de tech-
nische overtuiging doen gelden.
Bij het kanalisatieplan wordt de gewenschte diepte
iiiet verkregen door de bedding sterker te laten uit-
schuren, maar door het water op te stuwen met be-
hulp van groote dammen, die van afstand tot afstand
dwars door de rivier worden gelegd. In het betrok-
ken riviergedeelte zijn er vijftien geprojecteerd. Tus-
sehen twee zulke dammen in heeft men een betrek-
kelijk gering verhang en dientengevolge slechts een
geringe stroomsnelheid, terwijl men telkens ten op-
zichte van het volgend riviervak een aanzienlijk
niveauverschil aantreft. Dit vormt natuurlijk voor
het verkeer een bezwaar, daar het door een sluis naast
den dam moet overwonnen worden; liet is echter te-
vens, en daarin bestaat het groote voordeel van het
kanalisatieplan, een rijke bron van electrische ener-
gie. Geen wonder, dat men in Duitschland voor deze
zijde van het plan meer belangstelling toont, dan
voor de scheepvaart. Goedkoope energie toch is een
van de eerste voorwaarden voor industrieel succes,
en waar door den oorlog de kolenprijzen zoo sterk
zijn gestegen en vermoedelijk nog lang hoog zullen
blijven, kon in de laatste jaren de voorkeur voor kana-
lisatie in Duitschiand slechts worden versterkt.
De Zwitsers daarentegen kunnen op een aandeel
in de te winnen electriciteit geen recht doen gelden
– en zelfs al ‘konden zij dat wel, dan zou de waarde daarvan voor hen gering zijn, daar zij in eigen land
nog een overvloed van waterkracht beschikbaar heb-
ben, die in den regel veel voordeeliger te exploiteeren
is, dan tusschen Bazel en Straatsburg het geval zal
zijn. Zij beoordeelen dus de plannen uitsluitend naar
de waarde er van voor de scheepvaart, welke laatste
voor hen een veel grooter beteekenis bezit dan voor
Zuid-Duitschland. Niet slechts is voor hun land de te
wachten vrachtbesparing aanzienlijker dan voor de
meeste plaatsen in het Zuiden van Baden, maar te-
vens heeft vöor hen de zaak een politieken kant. Hun
doel is niet maar alleen een overlaadhaven, die dich-
terbij ligt dan Straatsburg of Kehi; zij willen he-
paaldelijk een Rijnhaven binnen hun nationale grens.
Immers, zoolang men, zij het ook slechts over korte
trajecten, vooi zijn overzeeschen invoer gebruik moet
maken van buitenlandsche spoorwegen, bevindt men
zich tegenoer deze in een toestand van afhankelijk-
heid en onzekerheid,. Een vrije waterweg, waarop het
Zwitsersche verkeer
desnoods
geheel met eigen mid-
delen zou kunnen verzorgd worden, zal in dezen de
positie van het land tegenover zijn buren ten zeerste
versterken.
Wij willen nu nagaan waarom, zoowel voor de be-
langen van de scheepvaart als in politiek opzicht, de
Zwitsers zooveel meer
i
rei’irachten van normaliseering
dan van kanalisatie.
Van Duitsche zijde wordt steeds gewezen op de
groote besparing van aanschaffings- en bedrijfskos-
ten van het sleepbbotmateriaal, die het gevolg zal
zijn van de verminderde stroomsnelheid der gekana-
liseerde rivier. De Zwitsers spreken dit natuurlijk
niet tegen, maar wijzen van hun kant er op, dat bij
kanalisatie, tengevolge van het oponthoud aan de
sluizen, de reis Straatsburg-Bazel, heen en terug,
driemaal zoo lang zal duren als op den genormali-
seerden stroom. Het verminderde rendement der
Rijuvloot, dat hiervan het gevolg zal zijn, beteekent
een vrachtstijging, waar tegenover de genoemde be-
sparing in het niet verdwijnt.
Een tweede reden, waarom men heef t te vreezen, dat
bij kanalisabie de vrachten hooger zullen zijn, ligt in
de omineuze tolkwestie. Zooals men weet, vertoonen
dc Duitschers een onbedwingbare neiging om ,,Ah-
gaben” te heffen ter bestrijding van de onderhouds-
kosten hunner waterwegen. Het verzet van Neder-
land heeft dit voor den Rijn tot nog toe belet (afge-
zien dan van de algemeene verkeersbelasting, die in
1917 in Duitschiand is ingevoerd, en vooi den Rijn
geen uitzondering maakt
1)•
Staat het echter niet te
vreezen, zoo redeneeren de Zwitsers, dat voor liet
Duitsche rechtsgevoel een dergelijk verzet
zijn
grond
zal missen, zoodra men niet meer met een open rivier,
een natuurobject, maar met een grootendeels kunst-
matigen waterweg te doen heeft, waaraan belangrijke kapitalen ten koste .zijn gelegd? Men heeft toch, naar
het schijnt, in Duitschland reeds lang vergeten, dat
nog in 1909
alle
Rijnoeverstatn het er over eens va-
ren, dat zelfs op een geheel nieuw lateraal kanaal na-
tuurlijk evenmin tollen geheven mochten worden als
op den stroom zelf. In de Duitsche kanalisatieplannen
althans worden de sëheepvaarttollen reeds als iets
vanzelfsprekends opgenomen. En mocht men een-
maal tot de heffing er van besluiten, •dan zullen de
moeilijkheden eerst recht beginnen. Dan komt de
gioote vraag, welk deel van de aanlegkosten geacht
moet worden in ‘t belang van de scheepvaart te zijn
uitgegeven, en wat voor rekening van het electrisch
bedrijf moet worden gebracht. De stuwdammen bij-
voorbeeld dienen zoowel voor de bevaarbaarmaking,
als voor de electriciteitswinning. Terwijl de totale kosten van de kanalisatie geschat
worden op 230 millioen Mark (van Zwitser,sche zijde
beweert men, dat dit veel te laag geraamd is), loopt
de schatting van het gedeelte daarvan, dat ten laste van de scheepvaart komt, uiteen van 40 tot 95 mii-
lioen Mark, al naarmate men de stuwen geheel op de
electriciteitsrekening brengt of niet. Aangezien nu
bij ‘waterkracht de prijs der energie bijna geheel be-
heerscht wordt door rente en afschrijving op de in-
stallatiekosten, gaat het hier om de vraag of in de
toekomst de electriciteit in Baden en den Elzas al
dan niet 40 pOt. duurder zal zijn. Geen kleinigheid
voorwaar. Men kan zich voorstellen met hoeveel fel-
heid de wederzijdsche belangen zullen verdedigd wor-
den, als eenmaal d6 definitieve verdeeling der las-
ten moet worden vastgesteld. Dit verklaart ook,
waarom reeds thans de belanghebbenden bij goed-
koope electr’iciteit weigeren in het normaliseerings-
plan een alternatieve mogelijkheid te zien, en een-
voudig als vaststaand aannemen, dat het onuitvoer-
baar is. Met des te meer recht immers kunnen zij
straks eischen, dat de scheepvaart zal meebetalen
aan de stuwen, die ook in haar belang onontbeerlijk waren. Omgekeerd is het voor belanghebbenden bij
de scheepvaart zaak al den nadruk te leggen op de
goedkoopte der normaliseering. Mocht het dan onver-
hoopt tot kanalisatie komen, dan kan men het altijd
als een eisch van de meest elementaire bil-
lijkheid voorstellen, dat de scheepvaart in geen geval
meer te betalen krijgt, dan anders de normaliseering
zou hebben gekost.
Een verder bezwaar tegen het kanalisatieplan is,
dat hierbij moet worden vastgesteld met wëlke grootte
van vaartuigen men rekenen wil; hoe grooter sche-
pen men wil toelaten, des te hooger worden de kos-
ten. Moeten deze verhaald worden op het verkeer, dat
aanvankelijk natuurlijk zoo groot niet zal zijn, dan
dienen de afmetingen der sluizen binnen bescheiden
renzen te blijven. Bij de zooeven genoemde raming
is dan ook gerekend met schepen van 1000 ton als
maximum, terwijl de afmetingen der sluizen zoo iijn
geprojecteerd, dat zij slechts 66n vaartuig van die
grootte tegelijk kunnen bevatten. Sleeptreinen zou-
den dus nooit in hun geheel, maar alleen schip voor
1)
[Ien zie het artikel ter zake
op
pag.
709,
jaarg.
1917.
– Red.]
9 October 1918
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
883
schip geschut kunnen worden, wat een aanzienlijk
tijdverlies meebrengt. De totale verkeerscapaciteit
van de rivier zou ongeveer 3 millioen ton per jaar
bedragen. Voor ‘t ôogenblik lijkt dat misschien nog
zoo kwaad niet; alle ontwikkeling voor de toekomst
wordt echter op deze wijze afgesneden, aangezien
latere vergrooting van de afmetingen ontzagljke
offers zou vragen. Het kanalisatieiilan mist dus de
noodige elasticiteit.
Naast al deze economische bezwaren tegen het kans-
lisatieplan spelen vermoedelijk in Zwitserland ook
polftieke overwegingen een rol.. Aan alle zijden door
vreemd grondgebied ingesloten, hoopt het land thans
in den Rijuweg, naar wij reeds opmerkten, een ver-
binding met de zee te krijgen, die niet, of althans
slechts in zoo gering mogelijke mate, onder buiten-
landsche contrôle staat. Daartoe is echter van
Duitsohe zijde de erkenning noodig, dat aan Zwitser-
land waarborgen toekomen voor de meest volledige
vrijheid van zijn Rijnvaart en voor een zeker mccle-
zeggenschap in belangrijke kwesties aangaande den
J)ui.tschen Rijn. Zwitserland zou bijvoorbeeld, evenals
Nederland, verdragstaat moeten worden van de Rijn-
vaartakte. In 1868 heeft de Zwitsersche regeering
hieraan blijkbaar geen belang gehecht, omdat de con-curreerende spoorwegen toen de oude scheepvaart op
Bazel geheel hadden verdrongen en een herleving
daarvan, niet binnen den kring der mogelijkheden
scheen te liggen.
Zoü echter Duitschland nu nog bereid zijn een
Rijnvaarttractaat te sluiten op de voorwaarden van
1.868l Het wordt daar te lande reeds met moeite ve.i-
dragen, dat Nederland van zijn rechten gebruik
maakt. Ook hier geldt in elk geval, wat wij over de
tolkwestie opmerkten. 1-10e meer men aan den stroom
ten koste legt, hoe meer men hem tot een kunstmati-
gen w’aterweg omvormt, des te .meei zullen do
Duitsche staten hem als hun bijzonder eigendom gaan
zien en des te minder zullen zij geneigd zijn zich op hun volledige vrijheid van beslissing dienaangaande
te laten beknibbelen. Hoe meer daarentegen de Rijn
in zijn natuu.rlijken toestand blijft, des te meer grond
voor de Zwitsers, om krachtens een natuurlijk recht.
op inwilliging van hun wensahen aan te dringen.
Voor den onpartijdigen beoordeelaar moet liet overi-
gens onloochenbaar schijnen, dat Zwitserland ook op
juridische gronden eischen ken in de regeling van de
Rijnvaartzaken gehoord te worden. Immers, de eerste
zin van het ook thans nog geldende aitikel 108 der
Weener Slotakte van 1815 luidt:
,,Les Puissances dout les Etats sont spars
ou
traversés
par me mêrne rivière navigable, s’engagent
S
réglér
d’un
coinmun
accord tout ce
qui
a rapport
S
la navigation cle
cette rivière”.
Of echter juridische argumenten tegenover Duitsch-
land de meest effectieve zullen blijken, is een vraag,
die wij niet zonder meer bevestigend zouden durven
beantwoorden. Blijkens uitlatingen in de pers stelt
men zich daar te lande op het standpunt, dat de
Weener Slotakte, ,,von der so viele Bestimmungen nur
auf dem Papier stehen geblieben sind” (Frankfurter
Zeitung, 26 Juni 1918), eigenlijk een verouderd ver-
drag is.
Wij stellen ons voor in een volgend nummer ‘de
vraag te bespreken in hoever Zwitserland ook over
andere dan juridische middelen beschikt om aan zijn wenschen kracht bij te zetten.
P. SERTON.
ZWITSERLAND EN DE RIJN.
De Zwitsersche Nationale Raad heeft met alge-
meene stemmen het wetsontwerp tot aanvulling van
de grondwet aangenomen, waarbij de scheepvaart als
een voorwerp van staatszorg wordt verklaard. Reeds
eerder ) werd op deze plaats de beteekenis van deze
aanvullende bepaling in het licht gesteld en er op
gewezen, dât het doel daarvan was, den overwegen den
1)
E. S. B., No. 107..
invloed, welken de kantons ten aanzien van de water-
wegen tot dusver bezaten, weg te nemen. Herhaaldelijk
toch was liet voorgekomen, dat door de uiteenloo-
pende plaatselijke en gewestelijke belangen de tot-
standkoming van plannen, die uit een algemeen econo-
misch oogpunt noodzakelijk waren, werden tegenge-
houden. Men heeft daarom begrepen, dat de leiding
niet meer kon berusten bij de 25 afzonderlijke kantons
en dat een centrale organisatie gebiedend noodzakelijk
moest genoemd worden. Dit was vooral ook een eisch met het oog op de onderhandelingen, die ongetwijfeld
in de naaste toekomst met hetbuitenland zullen moe-
ten worden gevoerd, men denke slechts aan de ver-
binding niet de Noordzee en aan de plannen, die in
Duitschiand bestaan om van den Boven-Rijn tusschen
Bazel cii Straatsburg liet water
–
te gebruiken als
stuwkracht voor zeer groote fabrieken. De plannen
van Zwiter.Iand om den Zwitserschen Rijn voor een
scheepvaart met behoorlijk groote aartuigen in
–
te
richten, zouden vdoral van dit laatste voornemen
belangrijke moéilijkheden ondervinden.
Het spreekt daarom van zelf, dat hij de beraadsla-
gingen over bet wetsontwerp de internationale positie
van de.n Rijn vooi Zwitserland naar voren werd ge-
bracht en dat een groot deel van de vier dagen, waarin
dit ontwerp, waarvan a priori kon worden gezegd,
dat het zonder tegenka.nting zou worden aangenomen,
w’erd behandeld, gewijd was aan de vraag of Zwitser-
land een oeverstaat is in den zin van de Rijnvaart-
acte van 1868. Het is een kwestie, die ook voor ons
land van belang is en op grond daarvan mag op het
verhandelde in den Nationalen Raad wel de aandacht
worden gevestigd.
In den Duitschen Rijksdag heeft de Staatssecre-
taris van het ,,Reichsw’irtschaftsamt” von Stein hij
de behandeling iran de begrooting voor bijdragen in
de kosten van de plannen voor den aanleg van water-
wegen, den Sen Mei j.]. medegedeeld, dat Zwitserland
geen aanspraken kan doen gelden, krachtens de bepa-
lingen van de Rijnvaartacte, aangezien het daarbij
geen partij is geweest. Het spreekt, dat deze uitspraak,
waarmede een groot deel van den Duitschen Rijksdag
instemde, in Zwitscrsche ooien als de Duitsche op-
vatting kloiik, zoodat alle sprekers, ieder op zijn
manier, getracht hebben deze opvatting te weerleggen.
Een der sprekers, Dr. Wyrsch, besprak liet interna
tionale karakter vau den Rijn en wees op de algemeen-
Europeesche strekking van de bepalingen van de
slotacte van het Weener Congres. Uit deze artikelen
reeds vloeit volgéns hem voort, dat Zwitsersche
schepen, onafhankelijk van welke wetgeving in Neder-
land of Duitschland ook, met territorialiteitsrechten
aan boord den Rijn mogen bevaren. Een ander woord-
voerder, de heer de Rahours, achtte Zwitserland niet
verkort in zijn rechten, doordat liet aan de beraad-
slagingen over de Rijnvaartacte géen deel nam. Deze
sprelcer stelde zich op het standpunt, dat ook hier te lande wordt ingehomen, dat op het Weener Congres
de verkeeravrjheid der verschillende staten werd ge-
regeld en dat toen een soort volkenrechtelijk buren-
recht werd vastgesteld. Dat de uitwerking van dit
1)rincipe niet door heel Europa geschiedde, ligt voor
de hand; de toen belanghebbende oeverstaten hadden
VOOr de uitwerking in een tractaat te zorgen. Ten
slotte nog wees ingenieur Gelpke er op, dat de Wee-
ner acte onopzegbaar is en dat. de
Rijnvaartacte
door
een met algemeene stemmen genomen besluit van alle
belanghebbeden zou kunnen worden gewijzigd. Wij
zijn dit juist met ‘t oog op de evenbedoelde ,,codifi-
catie viLn liet hurenrecht” niet met dezen afgevaardig-
de in allen dccle eens, tenzij hij bedoeld heeft, dat
de wijzigingen op ondergeschikte punten zouden mo-.
gen worden gemaakt en niet de principes, b.v. van de
vrijheid van de vaart, raken.
Het is intusschen mogelijk, dat Gelpke dit aldus
bedoeld heeft;zijn voorbeeld, dat hij hierbij gaf, betrof
weer de afwatering van den Boven-Rijn ten dienste der Duitsche industrie. Wanneer Nederland het met
884
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
9 October 1918
11.
Zwitserland eens is, dat het belang van cle Rijnseheep-
vaart grootei is dan het iiïdustrieele doel, zal ons land
door zich te verzetten tegen de kanaliseering van den
Boven-Rijn de Duitsche plannen kunnen verijdelen.
ri
ene
i
nc
1
e
duidelijk te maken (ook in liet buitenland),
dat voor deze plannen geen steekhoudende argumen-
ten bestaan, noemde de heer Geipke eeni.ge op, die ons
ten deele zullen interesseereu. Als voornaamste argu-ment sprak hij van liet tegengaan van de concurrentie
voor de transithhavens aan den Boven-Rijn, met name
Straatsbiirg en Baze]; evenmin als deze elkandei bc-
nadeclen, evenmin zal Bazel beide havens afbreuk
doen. Deze vrees is even ongegrond als het tweede
argument: dat voor concurrentie der staatsspoorwege.n
van Baden en den Eizas. Een derde argument, dat
voor de kanaliseeiing in. l)uitseh.land w’ordt ge-
bezigd, is de mogelijkheid daardoor scheepvaartrech-
ten
01)
den Rijn te kunnen heffen. Dit argument
wordt terloops door Ir. Geipke aangeroerd, het is
vobr. ons land vermoedelijk het hoofdargument om ons
te scharen aan de zijde van Zwitserland in dezen
economischen strijd. Ook hij wijster op, gelijk in
Nederland reeds herhaaldelijk geschied is, dat de Rijn
nooit tot een kunstmatigeii waterweg kau worden
bevorderd of gedegradeerd en dat op grond dezer op-
vatting een Rijntol niet mag worden toegelaten.
R.E.K.
SOCIALE VERZEKERING EN DR PARTICU-
LJERE WERKGEVERS’.
1-let heeft er allen schijn van, dat onze sociale wet-
geving thans eindelijk uit het moeras zal geraken,
waarin deze na de aanneming van Talma’s sociale
verzekeringswetten toch nog weer is blijven steken. Het wel zeldzame geval, dat een verzelcerings.wet-
geving geloo’vigen cii vrijzinnigen z66 scherp scheidt,
dat deze een onderwerp van praktische partijpolitiek
is geworden, is niet te haren voo.rdeele geweest tot
nu toe. Wil een sociale verzekeringswetgeving zoo
rijk mogelijk vruchten dragen, dan moet dese toch
opgebouwd worden volgens een uitgesproken behoefte
en tegemoetkomen aan de bij alle belanghebbenden
bestaande wensehen. Thans evenwel is men druk
doende geweest stelselmatig een atmosfeer van wabe-,
hagen te scheppen, zoodat een groot deel dci bevolking
do wetgeving reeds van te voren met wantrouwen
tegemoet treedt.
Niets is nu verkeerdei dan .dat. In weiken vorm
onze sociale verzekeririgswetgeving ook tot stand
komt: het is slechts een minimumregeling, die alleen
maar minimumuitkeeringen garandeert. Dit is geen
fout, integendeel: hierin ligt juist een kraciht, die de
betrokkenen tot ,,self-help” moet opvoeden. Zulk een
wetgeving is een stimulans om uit eigen beweging en
uit eigen kracht de zoo noodige aanvulling te treffen. Dat principieel de noodzakelijkheid van goede ver-
zekeringsmaatregelen ten behoeve van liet personeel
door den Nederlandschen werkgever erkend wordt,
blijkt wel uit .het feit, dat in de laatste jaren het aan-
tal werkgevers, die eenige regeling troffen, sterk toe-
nemende is en dat nog wel niettegenstaande cle onze-
kerheid der sociale wetgeving dat niet in de hand
werkte. Het particuliere verzekeringsbedrijf heeft
hier voor een groot deel gedaan wat de regeerin.g
naliet: propaganda maken voor de verzekeringsidee.
Het.is nu ‘van buitengewoon veel belang, zich eens
op de hoogte te stellen van de verschillende regelin-
gen, die er tot nu toe .door het particuliere initiatief
in het leven zijn geroepen, ten eerste omdat men daar-
door een meer objectieven kijk krijgt op de kwesties
der sociale wetgeving, maar ook omdat, als deze wet-
geving er eenmaal is, zonder twijfel tallooze werk-
gevers het probleem der aanvullinigsmaatregelen onder
de oogen zulieii moeten zien. De onderlinge concur-
rentie, bedacht op aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden, zal doen volgen waar er één is voorgegaan.
De eerste vraag, die ziôh dan voordoet, is: deze:
welken van de vele vormen van verzekering kiest de
werkgever, die niet door een sociale wet in een he-
paal de richting gedwongen werd?
Nu is de oudste en meest bekenicle sociale verzeke-
ring de regeling ten behoeve van de Rijks-, later ook
van de Gemeente-ambtenaren. ,,Des Pudels Kern”
daarvan is: eigen pensioen op 65 jaar, invaliditeits-pensioen v66r dien leeftijd (behalve in de eerste 10
jaar na aanstelling) groot zooveel 60ste deden van
liet salaris als liet aantal dienstjaren hij pensionnee-
ring dangeeft, niet een maximum van van het
salaris; iveduivepensioen, groot
Y
3
van liet salaris niet
een maximum, dat thans
f
800 bedraagt; ten slotte
een daarbij aansluitend wcezenpensioen.
De grondgedachte dezer rijksregeling is ongetwij-
feld goed, ware het niet, dat door de vele bijzonder-
lieden regelende wet de praktijk lang niet zoo eenvou-
dig blijkt te zijn en ook wel aanleiding tot onbillijk-
lieden geeft. In een uitnemende brochure, zoo juist
verschenen, van den heer J. L. Kok,
i)
die als hoofd-
anibtenaar van het ijensioenbureau der gëmeente
Rotteydam deze rijksregeling door en door kent, treft men enkele van die bezwaren aau.
Toch is höt, niet te verwonderen, dat de particuliere werkgever in heel veel gevallen geneigd bleek te zijn,
de genoemde rijksregeling als uitgangspunt te nemen
bij een door hem te treffen maatregel. Dit kan zeer
zeker cii voert tot goede resultaten, mits men van de
ingewikkelde complicates afziet en vooral niet er
nog zelf nieuwe complicaties bij bedenkt. Dan toch
v,roidt de regeling zeer ingewikkeld. Hoe ingewikkel-
der de regeling, hoe minder de eenvoudige man deze
begrijpt; met minder begrip gaat maar al te licht
mindere waardeering parallel en daarmee gaat een
groot deel aller gewenschte voordeelen weer verloren.
Ehter is cle rijksregeling een vrij dure vorm; meci
moet toch rkenen, dat de volledige regeling
min.Sens
pIm. ii pOt. van liet loon kost en in den aanvang, als er naar verhouding meer verzekeringen op het leven
van oudere arbeiders gesloten worden dan later bij een
stationnairen toestand, zijn de kosten vaak aanzienlijk
meer.
Geen wonder dus, dat men aan den anderen kant
zoekt naar modificaties der rijksrgeling, die de
onkosten geringer doen. blijven. Men kan daartoe tiatuurlijk de eigen pensioenen lager stellen of op
lateren leeftijd laten ingaan. Maar men komt clan
niet licht tot een bevredigende oplossing.
Men kan beter in de eerste plaats het invali.diteits-
pensioen eens nader in besc’houwing nemen .Men
vergete toch niet: invaliditeit ten gevolge vni een
ongeval is in het meeren.deel der gevallen reeds gedekt
door de Ongevallenwet 1901. Dan blijven alleen nog
de daar buiten vallende gevallen te voorzien. Nu is
invaliditeit een uiterst rekbaar begrip. Het Rijk geeft
hieraan een zeer breede interpretatie, maar gaat dan
ook allerminst individueel te werk. In dat geval be-staat er d1tijd een zekere ,,rente-jacht”, die tot veel
onnoodige uitgaven aanleiding geeft. Hieraan kan nu
de particuliere werkgever sterk tegemoet komen door
meer individueel te werk te gaan. Dat zelfs de zeer groote werkgevers dit kunnen doen, bewijzen onze
groote spoorwegmaatschappijen, die in haai reglement
de zeer nuttige bepaling opgenomen hebben, dat de
directie een invalide anderen hem passenden arbeid
kan aanwijzen. Het blijkt dan ook dat, niettegenstaan-de het bedrijf als zoodanig voor het invaliditeitsnisico
niet als het meest gunstige geldt, de waargenomen
invaliditeit gering is.
Voor een goede toepassing dezer individueele
methode moet men echter eenige organisatie hebben
en bovendien de medewerking van de belanghebben-
den. Deze is nu in het algemeen wel te vinden. Inva-
liden toch hebben in zeer veel gevallen een groot aan-,
passingsvermogen, mits men hen steunt en aanmoe-
1)
J. L. Kok. Pensioenregelingen en pensioenfondsen voor
personeel in dienst van particuliere werkgevers. Rottei’dam,
Nijgh & van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij.
23 blz.
9 October 1918
ECONOMISCH.STATISTISCHE ABERICHTEN
digt. Hbbeii zij zich aangepast aan hun nieuwe om-
geving en hun uieuwen arbeid, dan voert dit ongetwij-
feld tot verhoogiiag van hun eigen levensgeluk, omdat
ieder ten slotte liever in zijn productieve levens-
periode ook zoodanig bezig is. Het aldus, te bereiken
hoogere loon, boven het toch immer geringe invalidi-
tcitspensioen, is nog een prikkel te meer. Dat het uit
sociaal oogpunt liet beste is inproductiviteit tot een
minimum te beperken, behoeft wel geen toelichti lig.
eiuu
, zooals gezegd, de werkgevers hebben deze
beperking voor een groot deel in de hand. De enkele
dan nog overblijvende in val idi teitsgevallen behooren
meer bij een ziekte-regeling dan hij een pensioen-
regeling thuis. Een ziekte-regeling stelt evenwel weer
geheel andere eisohen, o.a. omdat ‘hiervoor geen groote
reservevorming noodig is en omdat hier onderling
toezicht en contrôle een allereerste eisch is, wat
men
bij een bedrijf van eenigen omvang het best bereiken
kan door belanghebbenden financieel belang bij de
uitkomsten te doen hebben. De ziekte-regeling wil ik
hier thans, om niet te uitvoerig te worden, buiten
bcselioui’ing laten.
Behalve de invaliditeits-regehing komt in de tweede
plaats modificatie van liet weduwe- en weezeiipen-
sioen der rijksrcgeliiig in aanmerking om tot minder driikkendc totaallastca te komen. WTed
uwc
en ook
veezcnpensioen hebben één din.g tegen: dat is, dat
deze gekoppeld
zijti
aan het leven van bepaald aange-
w’ezeri begunstigden. Ovorlijdt de vrouw v66r den man,
dan kan ei nooit uitkeerig volgen, ook al is de man
kostwinner van een geheel andere relatie geworden. lIet volle weduwepensioen overbrengen op zulk een
andere relatie bezwaart de lasten echter zeer aanzien-
lijk. 1-let tijdelijke weezenpensioen is absoluut onvol-
doende als liet om lichamelijk of geestesawakke kin-
(leren gaat. Bovendien zijn de weduwepensioenen der
rijksregeling, hoewel zij reeds pim. 6 pCt. uitmaken
der hierboven op minstens plm. 11 pOt. van liet salaris
geschatte totaallasten, toch nog te laag om van een
afdoende verzorging te l
Sluit men evenwel een kopitaalsverzckering hij
overlijden van den man in stede van een rente’verzeke-
ring, dan ondervangt men ‘deze bezwaren. Het bij
overlij den beschikbare kapitaal kan men aanwenden
ten behoeve van wie dit het noodigst zal blijken te
hebben en op een wijze als op
dat
oogenbli/c
het meest
wciisehciijk is. Alen kan dit ineens uitbetalen, 6f in
een aantal termijnen, 6f men kan liet nog immer in
een iijfrente omzetten.
Hot bezwaar tegen de kapitaal sverzekering is e(hter,
dat men voor de aanwending zéér individueel to werk
moet gaan. lIet Rijk, dat alléén volgens een vast
sehablone meent te kunnen werken, vindt hierin zelfs
een onoverkoni ehijk bezwaar; de particuliere werkgever
evenwel niet. Het bewijs hiervoor is, voor zoover mij
bekend’, liet eerst geleverd door de Delftsche indus-
trieën van Van Marken. Het pensioenreglement bij-
voorbeeld van de Gist- en Spiritusfabr.iek gaat uit
van het principe: eigen pensioen moet worden verkre-
gen door sparen. Het bij overlijden van den man vrij-
vallende spaarfouds, komt aan zijn nagelaten betrek-
kingen ten goede; op welke wijze, beslist een daartoe
ingesteld lichaam, waarin de belanghebbenden zelf
zitting hebben. Een bij’komstig voordeel ‘daarvan is,
dat men de belangstelling der werknemers bevordert;
een regeling, waar zij zelf een wérkzaam aandeel in
hebben, doet hen deze meer waardeeren en voedt hen
ten slotte tot sobiale ,,self-help” op.
Nu heeft echter het hier ingevoerde spaarsysteem
0
1
)
liet
verzelceringssysteem
tegen, dat bij vroegtijdig
overlijden veel te weinig wordt nagelaten. De volle-dige regeling omvat dan ook nog een aantal aanvul-
lingen, waardoor deze voor de eenvoudigen man wel
ingewikkeld wordt. Een tweede bezwaar tegen het
spaarsysteem wordt vaak gehoord: men weet absoluut
niet welk eindresultaat men ten slotte bereikt ,en dus
ook niet de grootte der toekomstige pensioenen.
De kapitaalsverzekering heeft evenwel voor den
werkgever nog een – bijzonder voordeel boven do
weduwepensioenen. Volkomen bevredigende wedu-
wepensiôenen bereikt men toch niet zonder een zeer
aanzienlijke opvoering der lasten. Het toezeggen van
onvoldoende weduwepensioenen is echter nog minder
dan half werk, na overlijden van den man blijft er
toch gebrek en oiitevredenlieid in het gezin bestaan.
Een kapitaaisverzekering, ook al is deze bij lange na
niet zoo groot, dat het gezin voor immer verzorgd is,
kan volkomen bevredigen. In heide gevallen toch
moet de weduwe productieven arbeid zdoken, in dat
geval drukt de eerste overgangstijd verreweg liet
zwaarst. 1-her helpt een onvoldoende rente, al is deze
levenslang, niet overheen, een betrekkelijk geringe
kapitaalsvcrzekering, mits doelmatig aangewend, Idan dit wel.
Uit dit oogpunt is de kapitaalsverzekering te
verkiezen. En zulks vooral in liet geval, dat men bij
invoering finaneieele bezwaren heeft tegen een al. te
omvattende regeling; men kan toch later geleidelijk
aan de uitkeeringen verhoogen, zoodra de omstandig-
lieden dit toelaten.
De praktijk van het verzekeringsbedrijf trouwens
wijst , op een zeei uitgesproken voorkeur van het
publiek voor kapitaaisverzekeringen boven de verze-
kering van weduwepensioen en dergelijke, niettegen-
staande men met dezen vorm door de algemeen be-
kende rijksregeling zoo zeer vertrouwd is. In den
laatsten tijd kunnen er ook meer en meer sociale verze-
keringsmaatregelen tot stand, die naast de pensioen-verzekering een kapitaal bij overlijden garandeeren;
hiervan zijn mij talrijke voorbeelden bekend.. Zelfs
gaat men soms wel zoover ook de eigen pensioen-
regeling door een kapitaalsverzekering te vervangen,
dit is echter m.i. niet immer gewenseht.
Dat zelfs de ambtelijke verzekering de groote aan-
trekkelijkheid der kapitaaisverzekering in gaat zien boven alle andere vormen, bewijtt o.a. de geprojec.
teerde Beiersche regeling. Deze zeer moderne regeling
geeft de staatsambtenaren o.a. een kindortoeslag-
verzekeriiig, om eldus bij te dragen tot de oplossing
van het probleem der groote gezinnen. Maar wat ons
hier liet meest interesseert: naast een gedwongen
veddvepenzioenregehing zal de staat gelegenheid ge-
ien tot vi:ijwilhige kapitaalsverzekering.
Een ander bewijs uit de praktijk, dat de meerdere
aantrekkelijkheid van kapitaalsverzekei’ing aan toont,
levert het onlangs in de verzekeringspers gecirculeerd
hebbende bericht, dat de Standard Oil Oompany te
New Jersey voor haar ongeveer 30.000 ambtenaren een
kapitaaisverzekering sloot bij de Equitable en wel een
uitkeering van 500-2000 dollars per hoofd, ongeveer
overeenkomendo met een jaar salaris. Dit is nog wol
niet veel, maar het kan een begin zijn. Ook de verze-
kering van het Amerikaansehe expeditieleger
1)
toont, dat aan de overzijde van den Oceaan de rente-
verzekeringen buiten,gewoon weinig in trek zijn.
Het laatst geciteerde bericht is evenwel nog uit een ander oogpunt van belang en wel wegens het feit, dat
men in het zakenland bij uitnemendheid het risicio
van zulk een grooten post zonder aarzelen overdraagt
aan een particuliere instelling. Hiervan leveren de
U. S. A. trouwens meerdere voorbeelden. Hier te lande
zou men thans nog tien tegen een zulk een post in
eigen risico gehouden hebben en zelf een fonds heb-
ben gevormd. Hiermede roeren wij een cardinaal punt
aan: overdracht of eigen fonds?
Als voordeelen van eigen fonds hoort men veelal:
le. men kan als iverkgever meer rente kweeken van
de beleggingen dan de verzekeringsinstehlingen in
rekening brengen; 2e. men meent go,edkooper te kun-
nen administreeien; 3e. men meent bij eigen fonds-
vorming coulanter te kunnen zijn als zich eens uit-
zonderingsgevallen voordoen, waarbij men een ver-
dienstelijk ambtenaar extra wil bevoordeelen.
Tegenover deze punten ontwikkelt de heer Kok
1)
Zie laatstelijk E.-S. B., pag.
913,
jaarg. 1917.
886
. ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
9 October 1918
in zijn voorgenoemde brochure. een aantal bezwaren,
waar ik mij zeer wél mee vereenigen kan. In het kort
zijn deze als volgt.
De meerdere rente krijgt men vaak door belegging
annex aan het eigen ‘bedrijf, daarmee één der aller-
eerste eischn der verzekeringswetenschap: verdee-
ling van risico, overtrederid. Denkt men bij meerdere
rente ook wel altijd aan het dan vaak dreigende groo-
tere koersverlies?
Goedkoopere administratie blijkt vrijwel een fictie,
omdat de door de particuliere instellingen genoteerde
premiën voor sociale verzekeringen zéér dicht bij de
netto-kosten blijken te’ liggen.
De vermeende meerdere coulance houdt zeer zeker
geen steek, omdat elk behoorlijk vastgesteld eigen pen-
sioenfonds van te voren met die extra dotaties evenmin
rekening houdt. Extra giften geven extra lasten. Dat
laatste punt wordt dan ook veelal door hen aange-
voerd, die weliswaar een zeer fraaie regeling invoer-
den, maar er op hun balans een willekeurig bedrag
voor reserveeren, omdat men zich van de lasten en
baten nooit volkomen nauwkeurig rekenschap gaf
Zulk een wijze van eigen fondsvorming is natuurlijk
absoluut uit den booze. Toch is hiervan meer dan
één voorbeeld te noemen,, zelfs zulke, waarbij men vol-
komen te goeder trouw is. Het zich niet rekensôhap
geven van de lasten eener ingevoerde regeling voert, ook als men aanvankelijk ook nog zoo voorzichtig te
werk gaat, in de toekomst kaak tot een toestand, dat
men meer belooft dan men gai’andeeren kan, door den
successieven uitbouw der regelin. Een tekort in een
pensioenfonds merkt men immers pas na vele jaren,
als het aantal rentetrekkers belangrijk wordt.
Dat het streven tot eigen fondsvorming meer en
meer verlaen zël worden, bewijst ook de recente
stichting dooi’ werkgevers van een onderlinge pen
,
sioenvereeniging, in aaiisluiti.ng inet en in navolging
van de zoo gunstig op ongevallengebied bekende
Centrale Werkgevers Risico Bank.
Hoewel het nu de vraag is of in ons land met zijn
toch al veel te grooten overvloed van verzekerings-
instellingen nog plaats is voor een nieuw lichaam, nu
ook alle bestaande naamlooze vennootschappen zoowel
als onderlinge levensverzekeringinstellingen tegen
zoogenaamde provisievrijn, althans aanmerkelijk gere-
duceerde, premiën sociale verzekeringen in herdek-
king nemen, wijst deze stichting, toch den weg, dien
de Nederlandsche koopman uit, wil: eigen initiatief,
geen of zoo weinig mogelijk dwangverzekerin.g.
Dit dit oogpunt is het jammer, dat men de bedoelde
pensioenvereeniging niet wat breeder heeft opgezet
en wat ruimer keuze in verzekeringsvormen biedt.
Wie de praktijk der sociale verzekeringen kent, weet
hoezeer de gestelde eischen uiteenloopen. Wil men
een beteekenenden stap doen om op den duur zooveel
mogelijk het vrije initiatief v66r dwangverzekerin,g te
doen gaan – en men mag aannemen, dat de ojricli-
ting der genoemde pensioenvereeniging onder meer
ook bedoelde: propaganda hiervoor — dan moet men
door veelheid van vormen’ juist breede kringen trach-
ten aan te lokken.
Het is toch ook zeer begrijpelijk, dat de gestelde
eischen bred uiteenloopen, ieder werkgever let toch speciaal op de samenstelling van
zijn
personeel, den
aard van
zijn
werk, terwijl bovendien financieele
motieven medespreken. ‘De meest bevredigende oplos-
sing der sociale verzekering voor •den werkgever is
dus zeker: zooveel mogelijk vrijheid, zooveel mogelijk
erkenning van het particuliere initiatief. Als de wet
een zeker minimuifn eischt, zaT ook de werknemer bij
lange na ‘daar niet slecht bij varen.
–
Dr.
A. 0. HOLWERDA,
SPAANSCHE DESIDERATA VOOR
–
BEHOUD
EN VERMEERDERING VAN ARBEIDS-
KRACHTEN.
Naar aanleiding van ons artikel in dit weekblad
van’ 31 Juli 1918, werd ons door een belangstellend
lezer toegezonden een verslag van hetgeen ter zake
reeds in 1916 in de Spaansche ,,Cortes” werd be-
sproken.
in verband met het vraagstuk, is de inhoud van
dat verslag in menig opzicht van veel en van nog zoo
actueel belang, dat wij meenen den korten inhoud
ter kennis van de lezers van dit weekblad te moeten
brengen.
In de zitting van den Senaat van Donderdag 25 Mei
1916 waren het de ‘heeren Oavestany -en Altamira, die
hun oordeel over de aangelegenheid uitspraken, in de
zitting van het Congres van Vrijdag 10 November
1916 voerde de heer Seoane daarover het woord.
De heer Cavestany begon met uiting te ‘geven aan
den, volgens dien afgevaardigde, in Spanje algemeene
gekoesterde
vrees voor een
belançjr-ijlc verlies vaib
arbeidskrachten,
hij het einde van den wereldoorlog.
In. de Koninklijke Boodschap bij de opening der zit-
ting zou die vrees mede tot uiting
zijn
gekomen. De
heer Cavestany spreekt van eene mogelijke ,,ontvol-
king” van Spanje on grondt de vrees op het feit, dat
de grootste bron van rijkdom, te weten de arbeid,
zoozeer in waarde is gestegen.en zal stijgen.
De mededinging, zegt de heer Cavestany, tusschen
de Europeesche landen om zich te herstellen; om het
verlorene spoedig te herwinnen, om .hun nijverheid
en voortbreuging weer op te bouwen, zal een .groote
behoefte aan handen Ien gevulge hebhen die te groo-
ter zal zijn naarmate deze onmenschelijlce ooilog, die
zooveel jeugd en kracht vcrnietigd heeft, meer
weg-
gemaaid zal hebben, en deze handen, welke noodig
zijn in landen, waar cle arbeid een grootere helooning
vindt dan in Spanje, kunnen aan onze akkers en onze
werkplaatsen onttrokken worden, terwijl onze arme
landbouw en onze schaarsche takken van nijverheid
te gronde gericht worden.
Om dit te :
,
00rkomen beveelt genoemde sprekef
aan regelend in de landverhuizing in te grijpen, daar-
door te voorkomen, dat zij zich ridht naar Frankrijk,
Engeland of België – wat een onherstelbaar verlies
–
van die arbeidskrachten voor Spanje zou meebrengen,
– maar daartegenover te bevorderen, dat de emigratie
zich richt naar de Argentijusche Republiek als ,,zva-
luw-landverhuizing”, dat wil zeggen eene van seizoen-
arbeiders.
Het .groote voordeel voor Spanje daaraan verbonden
zoude zijn, dat die seizoen-arbeiders in Argentinië in
den zomer noodig zijn, welk seizoen ongeveer in de
zelfde maanden valt als de Spaansche winter, n.l. van
December tot Maart.’ in die maanden kunnen die han-
den in spanje gemist worden en met de terugkeer in
Maart komen niet alleen de arbeidskrachten weer,
maar wordt ook een belangrijk bedrag aan specie in
Spanje gebracht.
Zoo keert de Italiaansche seizoen-landverhuizer,
volgens Cavestany, na eene afwezigheid van drie of
vier maanden met een spaarduitje terug, dat somtijds
de 1000 Lire overtreft. Spreker wenscht daarom langs
diplomatieken weg eene landverhuizingsovereenkomst
tot stand te brengen tussclien Spanje en Argentinië;
de gelijkheid van taal in beide landen is uiteraard een
belangrijk voordeel voor den Spaanschen seizoen-land-
verhuizer.
– Een niet gering voordeel aan eene zoodanig gere-
gelde Spaansche landverhuizing verbonden, acht de
heer Oavestany, den meerderen politieken invloed, die
van Sp,anjè zal uitgaan op genoemden Zuid-Amen-
kaanschen Staat, waarvan, in tot oordeelen bevoegde
kringen, in den toekomst zoo veel verwacht wordt.
1)
Cavestany acht met het oog op de landverhuizing
betere voorlichting’ van de aanstaande emigranten
dringend noodig. Hij hekelt schérp den bestaanden
toestand. Groote gezelschappen, aldus Cavestany, ver-
1)
In het
iii 1917
door
W. H.
Koebel uitgegeven werk:
,,Central America”, wordt hoog opgegeven van de groote
kansen, welke de staten van Centraal Amerika bieden en
de lezing van dit boek bevelen
wij
ten zeerste aan onze
voormannen op handels- en scheepvaartgebied aan.
9 October 1918
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
887
laten het land zonder eenigen gids dan hun eigen
onwetendheid of slechts voorzien van de inlichtingen
van eenige landverhuizersagenten, die niet altijd te
goeder trouw zijn, zonder het minste denkbeeld van het
land, waarheen zij gaan of wel met totaal verkeerde
begrippen, geloovend, dat zij naar een goed klimaat
gaan, wanneer zij zich gaan blootstellen aan de on-
barmhartigheden van een tropische zon; denkend, dat
zij hun eigen taal gaan spreken, wanneer zij naar een
republiek gaan waar men Engeisch of Portugeesch
spreekt; in de overtuiging, dat zij zich aan den tak
van nijverheid kunnen geven, waarmede zij vertrouwd
zijn, wanneer
zij
gaan naar plaatsen, waar alleen ge-
brek is aan landbouwers.
Cavestany wil de oplossing zoeken door voorlich-
ting op de scholen, door beter aardrijkskundig onder-
wijs, in het bijzonder omtrent de beide Amerika’s
waaromtrent den onderwijzers gegevens zouden moe-
ten worden verstrekt, door de Regeering, door de
Directie van den Handel en door den Landverhuizers-
raad, betreffende den algemeenen toestand van die
landen, de taal, het klimaat, den rijkdom, de levens-
voorwaarden, de werkloonen, de waarde van het geld,
de vereischten voor den landbouw en de nijverheid.
Het is noodig, zegt Cavcstany, dat degene, die het
land verlaat dit alles van te voren weet; het is noodig,
in 66n woord, dat de landverhuizer in de school ge-
voimd wordt. Alleen op die wijze zal hij ophouden te
zijn de avonturier van de 10e eeuw, die zich op het
onbekende wierp, om de nauwgezette man der tegen-woordige tijden te worden, die niet op zoek gaat naar
roem, welke een oplossing vOor zijn ‘bestaan geeft (zijn
voorgangers hebben reeds voldoenden roem gezocht
en gevonden) maar op zoek naar de oplossing van een
economisch vraagstuk, dat niet alleen hem raakt,
maar geheel Spanje en waaraan dientengevolge de
Overheid de plicht heeft te denken.
De heer Altamira is het in het algemeen met den heer
Cavestany eens, ook hij wil de zwaiuw-landverhui-
zing aangemoedigd zien, ook hij acht betere voorlich-
ting van en meerdere zorg voor den landverhuizer
diingencl noodig, maar hij wenscht de voorlichting
der aanstaande emigranten niet opgedragen, te zien
anti de onderwijzers der lagere scholen, die daartoe de
bekwaamheid missen. Voor die voorlichting, voor de
opleiding, welke de aanstaande landverhuizers zal moeten bekwamen om in den economischen strijd
succes te hebben, wenscht de heer Altamira bijzondere
scholen opgericht te kien.
Voorts wenscht hij, behalve voorlichting en bescher-
ming van de landverhuizers, dat maatregelen zullen
worden getroffen om de naar Spanje terugkeerende
emigranten, de rémigranten, de hand te reiken, steun to verleenen, opdat hun arbeidskracht, vermeerderde
crvaring en verhoogd economisch inzicht het eigen
land zooveel mogelijk ten goede zullen komen. Ook acht
de heer Altamira het noodig, dat van de landverhui-
zing partij wordt getrokken om nauwere betrekkingen
aan to knoopen met de immigiatielanden, om den
export van Spanje naar die landen te vermeerderen,
het scheepvaartverkeer uit te breiden.
De heer Altamira acht ‘het de plicht der Regeeri.ng
alles in het werk te stellen om ‘de betrekkingen tus-
seheit Spanje en de Amerikaansche landen te bevor-
deren. In dit verband wijst de heer Altamira ook op
de wenschelijkheid om betrekkingen met de Staten
aan den Stillen Oceaan gelegen aan te knoopen of
voor zoo ver zij ieeds bestaan, ze uit te breiden. Hij
wijst daarbij op de beteekenis van ‘het Panamakanaal
en dringt aan op de oprichting van een groote scheep-
vaartmaatschappij, die Spanje door genoemd kanaal in directe verbinding moet brengen met de republie-
ken aan den Stillen Oceaan.
De heer Seoane begint met te wijzen op de leemten
in de landverhuizerswet als een gevolg van de veran-
derde omstandigheden wat betreft den vorm en om-
vang waarin en de wijze waarop de landverhuizing
plaats vindt.
Na gewezen te hebben op de noodzakelijkheid om
verbetering aan te brengen in het geringe bedrag der
schadeloosstelling aan landverhuizers, die buiten hun
schuld in de inschepingsplaatsen moeten verblijven
in afwachting van een verlaat vertrek en in de ge-
neeskundige behandeling aan boord, .stelt de heer
Seoane voor de oprichting van een
landverhuizers-
fonds,
waaruit de kosten van de geheelo organisatie
van den landverhuizersdienst zouden kunnen worden
bestreden. Dit fonds zou moeten worden gevormd
door op elk der passagebiljetten een klein bedrag te
leggen, dat dus door
,
den landverhuizer zou worden
betaald en zou dienen ter bestrijding van de uitgaven,
die de Regeering zich ten
zijnen
behoeve getroost.
De heer Seoane wijst dan op de slechte practijken,
waaraan de wervers zich chnldig maken en wenscht
als remedie oprichting van beschermende genoot-
schappen voor landverhuizers, waar de landverhuizers
raad, leiding en al die inlichtingen ontvangen, welke
van nut
zijn
voor het doel, dat zij zich voorstellen, opdat zij slechts het land verlaten, indien daarvoor
in het land, waarheen zij gaan, aanleiding is, of wel
niet het land verlaten, indien misschien het genoot-
schap van meening “is, dat het land, waarheen zij
denken te gaan, geen goede vooruitzichten biedt.
Spreker legt dan zijne bezwaren bloot tegen de
trage behandeling van de iandverhuizerszaken door
den Landverhuizersraad, stelt voor de oprichting van
cene uitvoerende afdeelirig van dien raad, waarin dan
echter geen enkele vertegenwoordiger eener scheep-
vaart,maatschappij zoude mogen zitting hebben, omdat,
hoezeer deze op hun plaats zijn in den raad ter ver-
schaffing van inlichtingen, wanneer het gaat om be-
slissingen de kwestie een andere wordt, daar dan het
belang dier vertegenwoordigers hen er toe brengt
belangen te verdedigen, die in strijd zijn met die van
de landverhuizers.
Ten slotte dringt de heer Seoane dan aan – in
verband met de plannen voor den internationalen
wederopbou.w bij-clan vrede – op een wet tot nationa-
lisatie van het passagebedrijf, waarin de vertegen-
woordigers der vreemde lijnen, volgens spreker, in
korten tijd het enorme bedrag van 50 millioen duros
verdiend hebben.
In ons land komt een seizoenlandverhuizing door
de Spaansche sprekers gestempeld met den kenschet-
senden naam van ,,zwal u w-landverhuizing”, naar de
overzeesche landen niet voor en voorzoover zij wel
bestaat of te wachten is naar de naburige Europeesche
landen, dreigt het gevaar van een voor goed verloren
gaan dier arbeidskrachten ons evenzeer als Spanje.
Voor eene bevordering der laudverhuizing bestaat
n. o. m. hier te lande dan ook geenerlei aanleiding,
ook niet van seizoenarbeiders.
Door onze Regeering zullen tot behoud onzer
arbeidskrachten en ter bescherming van de wegtrek-
kenden maatregelen moeten- worden genomen als in
ons vorig artikel aangegeven.
1)
•
C.
C. SADBERG.
De praeadviezen over Staatsmonopolies
ter versterking van de Staatsinkom-
s t en, die in het vorig nummer van dit tijdschrift
verkort werden weergegeven, zijn in de vergadering
der Vereeniging voor de Staathuishoudkunde en de
Statistiek van Zaterdag j.l. besproken. Het debat,
waaraan verschillende sprekers deelnamen, concen-
treerde zich voornamelijk op de vraag naar de al of
niet wenschelijkheid en doelmatigheid van monopolies
in het algemeen, waardoor de besprekingen, met gedeel-
telijke overschrijding van de oorspronkelijke vraagstel-
ling zich bewegen gingen op een ruimer gebied, waar
‘) Nog maken
wij
van deze gelegenheid gebruik mede te
deelen, dat de behandeling van het ontwerp Engelsche Emi-
gratiewet, mede in ons vorig artikel besproken, welk ont-
werp reds in tweede lezing in het Lagerhuis werd goedge-
keurd, tot nader order is uitgesteld. (Zie
Handelsberichten
van
29
Augustus
1918, No. 598).
888
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
9 October 1918
uiteraard dikwijls het algemeen politiek inzicht van
den betrokkene mede een rol speelt. liaarnevens wei-
den enkele speciale punten ter sprake gebracht, in de
eerste plaats wel, of inde.rdaad de concentratie van
het bedrijf hier te lande reeds zoodanige vorderingen
heeft gemaakt, dat, gelijk in het praeadvies Wibaut
werd betoogd, ook uit dezen hoofde voor het staats-
monopolie een reden van bestaan ware aan te wijzen.
7
oorts werd o.a. de vraag te berde gebracht, of bij
het nauwe verband van het overheidsbedrijf met de
algemeene overheidsfinanciën, wel onder alle onistan-digheden een voldoend financieel krachtig blijven van
liet bedrijf verzekerd is. Intusachen meenen wij te
dezer plaatse van een resumtie der debatten, waarvan
naar gewoonte over eenigen tijd een stetingrafi sch
verslag verschijnen zal, te moeten afzien.
AANTEEKENINGEN.
Bene Cult’uur-Hulpban.1; in Ned.-In-
d i ë. – De gedelegeerde voor Nederland van het
Nederlandsch-Indisch Landbouw-Syndicaat heeft en-
-kele mededeelingen gedaan in zake het in den aan-
hef genoemde onderwerp. Het navolgende zij daarvan,
in aansluiting met het artikel op pag. 841 j.l., volle-
digheidshalve overgenomen.
Het maatschappelijk kapitaal is nog niet vastgesteld,
een bedrag van
f 500.000
was ehter reeds geplaatst.
Wat de bank tekort zal komen om aan de credietaanvra-
gen te voldoen, wordt voorgesehoten door de Javasche
i3ank onder garantie van het Nederlandsch-Indisch
Gouvernement. Het dividend aan deelnemers is ten
hoogate
5
pOt., het overschot der winst wordt in het
rcservefonds gestort. De voorschotten worden ver strekt op basis kostprijs, met dien verstande, dat in
overleg met de Produeenten-Vereenigingen door de
Indische Regeering minimum verkoopprijzen Nvorderi
vastgesteld, in verhouding tot den kostprijs. Opge-
richt zullen worden Producenten-Vereenigingen voor
koffie, thee en rubber, ondei de auspiciën van de
Indische Regeering, die, tea einde algemeene aanshui-
ting te verkrijgen, uitsluitend aan de bij cle Produ-
eenten-Vereenigingen aangesloten ondernemingen
uitvoer-licenties zal verleenen. Tot zoover de circu-
laires.
Ter beurze in Amsterdam is men naar wij vernemen
eigenlijk van gevoelen, dat de behoefte aan de cultuur-
)iulpbank, door het verloop der gebeurtenissen, al
weer minder noodig schijnt geworden. Maandag werd
koff ie afgedaan voor
f 27.—
per picol en rubber voor
1
0,80 per
Y2
K.G., beide dus boven kostprijs. Omtrent de garantie van de Ned.-Indische Regeesing, is zoover
men w’eet, nog niets definitiefs bepaald. Aan niet
prodiiceerende landen zal oolc hulp verleend worden,
mits zij eerste hypotheek kunnen geven; is er reeds
obligatie-sehu] cl, dan kunnen deze ondernemingen door
de huipbank niet meer gesteund worden.
Voorts meldt N. 1. P. A. nog, dat de president der
huipbank, die door het Gouvernement benoemd zal
worden, liet recht van veto verkrijgt.
Stand der cul/ures en uitvoer gedurende
hel: tweede lwartaal 1918, in Suriname.’)
Het seizoen was tengevolge van de aanhoudende
regens gedurende de laatste maanden ongunstig voor
versehillend& gewassen (te Paramaribo bedroeg de
regenval over -het eerste halfjaar van 1918: 1601,8
m.M., tegen
1.150
m.M. in 1917). Met name onder-
vonden daarvan de jonge rietvelden, de maïs, de
bananen en de verschillende aardvruchten aanzienlijk
nadeel. De cacao en Liberia-koffie hebben daarvan
weinig te lijden gehad en staan er gunstig voor,
terwijl het seizoen zeer gunstig is voor den rijsthouw.
De oogst yan cacao en van Liberia-koffie was tot nu
toe gunstig. De rijstoogst zal, naar het zich laat
aanzien, dien van het vorige jaar belangrijk over-
1)
Vergelijk
No. 133,
pag.
638.
treffeu, gedeeltelijk als ecu gevolg van het zeer
gunstige seizoen daarvoor, gedeeltelijk door de be-
langrijke aanplanten op de plantages. De schaarschtc
aan arbeiders in het groot landbouwbedrijf doet zich
meer en meer gevoelen, waartoe ook bijdraagt, dat
een gedeelte van de arbeiders moet worden gebruikt
voor den aanplant van voedselgewassen, waardoor
voor de eigenlijke cultures weer minder werkkrachten
beschikbaar blijven.
De uitvoer der voornaamste producten over het
tweede kwartaal van 1918 bedroeg in vergelijking
met dien van 1917:
Ze kw. ‘IS
2e kw. ’17
Balata
………
K.G.
114.007
74.008
Cacao
……..
,,
822.289
1
I2
665.129
Koffie
……..
,,
622
–
?ilaïs
……….
,,
–
72.050
Suiker
……..
,,
1.263.905
130.422
/2
Rum 50
0/0
….
L.
146.019
159.684
Huiden ……..
K.G.
–
5.571
Hout ……….
.
1,10.
08
472
Letterhout
. . .
K.G.
400
1.948
Goud ……….
Gram
55.025
174.416
De totale uitvoer bedroeg van Januari t/m. Juni 1918:
1918
1.17
Balata
……..
K.G.
170.013
214.670
1
/2
Cacao
……..
,,
1.238-920’/2
825.869
Koffie
……..
,,
622
88.205’/
Mais
……….
,,
–
99.390
Suiker
……..
,,
5.320.265
5.522.214 Rium 50
0/
. . .
L.
299.060
296.586
Huiden ……..
K.G.
6.045
13.310
Hout ……….
M
3
.
395
923
Letterhout
..
K.G.
6.245 13.046 ‘/
Goud……….
Gram
183.653
298.484,1
Als een gevolg van het ontbrekn van verschepings-
gelegenheid kon geen uitvoer van koffie plaatsvin-den en ligt de geheele oogst van het eerste halfjaar
en gedeeltelijk ook nog die van 1917 op de plantages
opgeslagen. De uitvoer van cacao en suiker kon tot
nu toe naar Amerika plaatsvinden.
De Nederlandsch,e ilfaatschappij
tot Ontginning van SteertIolenvel-
d e ii.
– Het eerste jaarverslag dezer maatschappij
is verschenen. Men zal zich herinneren, dat in den
loop van 1917 tot haar oprichting door enkele der
grootste industrieën, stoomboot- en spoorwegmaat-
schappijen hier te lande, onder deelneming eener
bankinstelling werd overgegaan, weilce naar men ver-
nam, door in het bezit te komen van enkele productie-
plaatsen in den vreemde, inzonderheid onder de ho-
zwaarlijke omstandigheden die zich ook na den oorlog
inzake kolenvoorziening nog zullen blijven voordoen,
verwachten zich onafhankelijker te kunnen stellen in
de voorziening van de behoeften hunner bedrijven.
Met belangstelling zal dan ook vernomen worden,
welke ontwikkeling de maatschappij aan haar werk-
zaamheden heeft kunnen geven. Het ,,Bergwerks-
eigentum” der maatschappij is gelegen te Hückcl-
hoven en omgeving .m binnen icin jaar na liet slui-
ten van den vrede zal
zij
uit hoofde der reeds aange-
gane contracten het volledig recht kunnen bezitten
op de ontginning van 86 maximaal-velden, elk 210
ILA. groot.
Het voortduren van den oorlogstoestand heeft natuur-
lijk dc ontwiklceling der ontginning zeer belemmerd.
Ï)c bemociingen van de ‘directie hebben zich daar-
dooi’ moeten beperken tot het ontwikkelen der exploi-
tatie van de mijn te Hückelhovcn. l)aar gedurende
den oorlogstoestand in Duitschiand geen toestemming
wordt verleend voor het maken van nieuwe schachten,
is inmiddels de geologische beteekenis der kolenter-
reinen, vaarvooi het ontginningsrecht vericregen is,
nauwgezet bestudeerd. Te Hiickelhoven was het aan-
werven van arbeidskrachten in het bijzonder van ko-
lenhouwers, waaraan een algemeen tckoit bestond, door
de tijdsomstandiheden moeilijk. Te meer deed zich
9 October 1918
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
deze omstandigheid gevoelen, omdat er wegens een
houwverbod geen gelegenheid bestond, behoorlijke
woongelegenheid aan de arbeiders te verschaffen.
Machines en materiaal zijn natuurlijk ook zeer moei-
lijk te verkrijgen. Niet alleen dat de prijzen
zeer
hoog
zijn, maar bovendien moest voor bijna alles bij cle
daarvoor aangewezen instantiën een ,,Freigabe” be-
pleit worden. Ten slotte was het in dezen tijd uiterst
bezwaarlijk een staf van deskundige beambten te ver-
werven, daar bij het tekort daaraan, de bestaande
maatschappijen op het behoud dier beambten zeer ge-
steld waren en ook de wettelijke bepalingen liet over-
gaan in een andere betrekking zeer belemmeren. On-
danks deze velerlei moeilijkheden is het, zooals in het
verslag te lezen valt, gelukt om het aantal arbeiders
op te voeren van 28 tot ongeveer 150; de kolenpro-
ductie van 10 ton per dag tot ongeveer 45 ton, Nog
leverde liet tot stand brengen van een spoorwegaari-
sluiting met mijn-spoor en overgave-station vele moei-
lijkheden en kon in het versiagjaar nog niet met dit
werk begonnen worden. De geproduceerde kolen von-
den een gci’eeden afzet tegen goede prijzen, ofschoon
liet vervoer per transportmiddel veel bezwaar ople-
vei’de en niet steeds wagons ter beschikking waren.
Kapitaccl’uite
–
jife dooi naarnlooze
vennootschappen ens. in Duitsch-
1
a ncl.
– De zoo juist verschenen ambtelijke ,,Sta-
tistik üher die Bestands- und Kapitallinderungen von
Aktiengeselisehaften und Gesellsc.haften m.b.H. im
Jahro 1917″ illustreert zichtbaar de strooming, die
van Duitschjand algemeen bekend is. De gegevens
zullen ons ditmaal geen aanleiding zijn tot beschou-
wingen ter zake. Do onderstaande cijfers kunnen
spreken.
in 1917 vermeerderde het aantal N.V. van 5529 tot
5553, liet maatschappelijk kapitaal van 18.283,72 mill.
Mk. tot 18.902,24 mii]. Mk. Geliquideerd werden 44
tegen 41 maatschappijen, met 29,59 tegen 19,17 miii.
Mk.; in staat van faillissement kwamen 2 tegenover
7 vennootschappen, nominaal kapitaal: 700:000 tegen
2.639.000 Mk. Bij 38 maatschappijen werd het kapitaal
verkleind met gezamenlijk 26,05 mii]. Mk., voor 1916
waren deze cijfers resp. 42 en 23,83.
De Gesellschaften m.b.H. telden einde 1.917, met
uitzondering dergenen, die in liquidatie of in staat
van faillissement waren, 28.81.7 vorig jaar 27.957,
stam-kapitaal 5.370,69 miii. Mk. tegenover 5.166,09
miii. Mk. ultimo 1916. In liquidatie of faillissement
verkeerden 52 (62) en dernemin gen, kapitaal 2,86
(4,03)
nul].
Mk.
Van nieuwe vestigingen of kapitaalver.grootjngen
volgt hier nog een staatje:
A.ktiengeselischaften.
(nieuw opgericht). .
(kapitaal vergroot).
1616..
89
met
113,16 miii. Mk. 164
met
245,40
miii. M.
1917..
lii ,, 268,39
,,
,,
282 ,, 71599
Ceseilschaften
m. b. 1f.
1916.. 1600
met
206,93
miii.
Mk. 357
met
59,18 miii. Mk.
1917.. 1827 ,, 203,36
,,
,,
527 ,, 159.66
in totaal werd door naamlooze vennootschappen in het
achter ons liggende jaar dus bijna één milliard Mark
opgenomen, tegen ongeveer 359 millioen Mark in 1916.
Door cie G.m.b.H. 363 millioen tegenover 266 in het
voorafgaand jaar. Dc in November 1917 ingestelde
verplichting dp nieuwe emissies de goedkeuring van
den Staat te verkrijgen, is aan liet beeld van liet af-geloopen jaar, naar liet den indruk maakt,’ niet veel
meet’ tea goede kunnen komen.
In de rubriek ,,Effeetenbeurzen” vindt men eenige
bijzonderheden over de geschiedenis der Beurs te
Berlijn en te Weenen, ontleend aan de recente jubi-
leum-uitgave van den Berhner Börsen Courier.
BOEKAANKONDIGING.
Mi. C. L. Torle,y Duivel. Dc Darda-
nellen. Een vraagstuk voor het komend
Congres.
Utrecht bij G. J.
A.
Ruys, 1918,
biz. 150.
Deze studie, door niemand minder dan den Minister
van Staat De Savornin Lohman met een welwillend
woord ingeleid en, ofschoon slechts 125 bladzijden
groot, afzonderlijk uitgegeven, geeft blijk van veel
arbeid. Een aantal, uiteraard bijkans uitsluitend
vreemde geschriften zijn er voor doorwerkt en de
gegevens heeft de schrijver goed geoi’dend en passend
ingedeeld. Het boekje is iets anders geworden dan
blijkens den ondertitel liet plan was, namelijk bijkans
uitsluitend een overzicht van het verleden, terwijl
aan het vraagstuk, zooals liet zich thans voordoet,
en aan de, bepleitin.g der door den schrijver voorge-
stelde oplossing aan het slot slechts enkele bladzijden
worden gewijd. Wel gaat hij het volkenrecht na en de
toepasseljkheid daarvan op dit bijzonder geval.
Als beeld van liet verleden brengt het geschrift
den iezer, die zich nog niet op nadere bestudeering
van het vraagstuk heeft» toegelegd, wel nieuws en hij
bespeurt, hoe reeds van oudsher de bijzondere aard-
rijkskundige toestand van dezen wereidhoek aanlei-
ding heef t gegeven tot veel strijd met zwaard, pen en
woord. Inderdaad, hier heeft men een der sterkst
sprekende voorbeelden »van den overwegenden invloed
der aard rijkskundige gesteldheid op het lot der volken,
zelfs van die, welke er door duizenden mijien van
gescheiden zijn. Immers, de nauwe zeestraat, smaller
clan de groote rivieren in haar benedenloop en be-
heerseht aan beide zijden door één enkele mogendheid,
vormt den uitsluitenden toegang tot een uitgestrekte
binnenzee, aan welke ook een aantal andere volken
en staten gevonden worden en die voor dezen een
onontbeerlijke verkeersweg is.
Diep haalt de schrijver zijn onderwerp op. Hij be-
gint met den strijd tussehen Venetië en Genua in de
Levant, dus nog voor de ontdekking van Amerika
en wijst op de belangrijke omstandigheid, dat het de
Fransehen zijn geweest, die in 1535 ‘het eerst de
zoogenaanide capitulaties in ongeveer den tegenwoor-
digen vorm hebben verkregen. Naar mijn meening misschien het duide]ijkst in hun oorspronicelijken
omeang weergeven door liet woord ,,privilegiën”
onzer middeneeuwen, bestonden zij ter plaatse volgens
den schrijver reeds voor dekomst der Turken aan den
Bosporus in 1453, dus onder Byzantium, toen de
italiaansehe steden over haar onderdanen door
eigen consuls recht deden spreken en eigen kerken
en wijk bezaten. Het zijn de rechten op ,,eygen regee-
i’inglie”, zooals onze vaderen liet noemden, rechten
door de Europeanen langzamerhand genomen of ver-kregen in alle landen, Ivaar het Ohristendom niet den hoofdtoon doet weerklinken. Van dien tijd reeds dag-
teeken.t de groote Fransche invloed in de Levaut, een
imituemen.de, ecuwertoude benaming, die de schrijver
gelukicig niet, zooais thans velen, vergeten heeft en
vervangt dooi’ liet onbeholpen ,,Nabije Oosten”, maar
we], volkomen onnoo.dig, door het Duitsehe ,,Oriënt”.
Engeland verkreeg die rechten, vervolgens in 1579
en wij in 1.612, door toedoen van onzen praehtlieven-
den en ontzag wekkenden ambassadeur Oornelis Haga,
die de kunst goed verstaan heeft om zijn doel bij
oostenlingen te bereiken. De Republiek der Vereenigde
Nederlanden heeft ook in de Levant een machtigen
invloed uitgeoefend en tweemalen is zij liet geweest
die, gezamenlijk met Groot-Brittannië, niet alleen
bemiddeld heef t, maar zelfs tusscEen beiden gekomen
is in den strijd over de Zwarte Zee tussehen Rusland
en Turkije in de dagen van Peter den Groote. Wij
zien dan de groote Oatharina 11 haar rijk uitbreiden naar de zee, de Knim veroveren en de vrije vaart op
binnenzee en zeestraat verkrijgen, echter uitsluitend
voor handelsschepen. Vervolgens brak, ruim een
halve eeuw later, de Krim-oorlog uit, die zijn oor-
890
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
9 October 1918
sprong nam in een geheel andere aangelegenheid,
namelijk in den eisch van len staatspresident Napo-
leon, begeerig naar den steun zijner Roomsche gees-
telijkheid, om voor Roomsch-Katholieken toegang te
krijgeil tot sommige heilige plaatsen in Palestina,
toen in handen dci daar veel talrijker en door Rusland
beschermde Grieksch-Katholieken. Ten slotte zijn het echter weder de rechten met betrekking tot de Zwarte
Zee geweest, om welke de strijd eigenlijk is gevoerd
geworden. Zij werd toen open gesteld voor de handels-
schepen van alle vlaggen, maar verboden voor oorlogs-
schepen, ook de Russische. Wel hernam in 1870 Rus-
land eigenmachtig zijn vrijheid op de binnenzee, maar
tot den huidigen dag is de doorvaart door Dardanellen
en Bosporus niet toegankelijk voor oorlogsschepen,
tenzij met uitdrukkelijke vergunning van den Turk-
sehen oeverstaat; ook aan een Nederlandch wcht-
.schip is die enkele jaren geleden verleend.
De schrijver stelt nu voor, bij internationale rege-
ling den toegang tot de hinnenzee open te stellen ook
voor oorlogsschepen, mits de Sultan het recht be-
houde tot sluiting, wanneer tdit door de levensbelan-
gen van zijn rijk zal worden vereischt. In elk geval
zal dc vorm, waaronder het Ottornaansche rijk uit dan
vrede zal te voorschijn komen, natuurlijk ook op dit
vraagstuk een gewichtigen invloed doen gelden.
*
*
*
Ten slotte moet mij een woord van het hart over
het gebrek aan zorg ondèr onze jongere schrijvers
voor het gewaad, waarin zij hun gedachten uit de
pers doen te voorschijn treden. Vaak wordt geen
enkel stelsel •van schiijfwijze meer gevolgd en men
getroost zich niet eens meer de moeite om gebrekkige
opleiding daarin te verbeteren of zelfs maar te ho-
mantelen. Kort geleden gaf een lid van het onder-
wijzend personeel aan een onzer universiteiten, zelf
gepromoveerd tot doctor aldaar, een brochure in het
licht met op elke bladzijde een reeks van grove fou-
ten en met gebruikmaking van
doilnietscher
en
vendollmetscheii
voor
toil;
en
verol/ren.
Daarop
schrijft een leerares in de Nederlandsche taal aan een
Hoogere Burgerschool ,,den laatsten maand”. Som-
mige onzer dagbladen zijn tegenwoordig ware caco-
graphieën. En ook deze schrijver toont zich op spel-
linggebied bijkans een’Bolsjewiki. Te zeifder tijd zou-den die schrijvers zich gekwetst achten door de bewe-
ring, de spelling van vreemde talen niet machtig te
zijn. Men verschijnt immers in het openbaar of bij
bezoek niet in gescheurde of half aangetrokken klee-
dij en ongereinigd!
Gelukkig mag besloten worden met het getuigenis,
dat ‘s schrijvers stijl aangenaam, en zijn woordkeus
geslaagd is, al zou minder gebruik van onnoodige vreemde uitdrukkingen de kernachtigheid hebben
bevorderd.
Di. HENDRIK MULLER.
Eniile lTandervelde. Le Socialisme
contre l’Etat.
Paris-Nancy, Berger-
Levrault, 1918, 174 blz.
Met het oog op den verwoeden
con
currentiestrijd,
die ons na den oorlog te wachten staat, wordt er in
de commercieele, industrieele en financieele onder-
nemingen een sterken drang tot groepeering waarge-
nomen; meer en meer ziet men groote bedrijven
samensmelten, terwijl de kleine in grootere worden
opgenomen. Reeds in hun bekend manifest van 1848
voorspelden de grondleggers van het socialistische
collectivisme,. dat de bedrijfsconcentratie den val van de kapitalistische maatschappij zou veroorzaken, daar
hiermede de weg zou zijn vrijgemaakt om de arbei-
ders gemakkelijk in staat te stellen de productiemid-
delen ter hand te nemen.
In dezen fellen strijd om het bestaan en door den
nijpenden nood der tijden, wordt er in alle landen
slechts rekenschap gehouden met het belang der ge-
meenschap en worden de voornaamste takken van het
bedrijfsleven onder staatstoezicht gebracht. Onwille-
keurig rijst de vraag of het in de toekomst nog mo-
gelijk zal
zijn
de ondernemingen los te maken van de
knellende banden waaraan ze thans onderworpen zijn.
.De oorlogvoerende en insgelijks de neutrale natiën
gaan gebukt onder den gestadig toenemenden last der
milliarden groote schulden, welke nochtans bij den
terugkeer van den vrede afgelost zullen moeten wor-
den. Het ligt voor de hand, dat men dan naar aller-
lei geldmiddelen zal moeten zoeken om de staatsuit-
gaven te dekken; directe en indirecte belastingen
zullen geheven worden, nieuwe monopolies zullen
ingesteld worden. De financieele nood zal zoo – groot
zijn, dat de Staat verplicht zal zijn geschikte winst-
gevende bedrijven over te nemen, die tot nu toe ge-exploiteerd werden door het particulier initiatief en
zich alzoo, door de opbrgngsten een nieuw inkomen
zal verzekeren om de schatkist te vullen. Tot dc toestanden van vrijwel economische onge-
bondenheid, die wij kenden v6r het uitbreken van
den wereldoorlog voelt men, .dat het bijna onmogelijk
zal zijn nog terug te keeren, daar rekenschap zal ge-
houden moeten worden met dc drukkende strooming
der democratische gedachten, die overal veld winnen.
De sociaal-democratie, die zijn meeste aanhangers
vindt onder de arbeiders, de intellectueelen, die snak-
ken naar sociale hervormingen, gelijkheid en gerech-
tiglicid, zullen hunne gelederen gesterkt zien door
de proletarisatie van tal van personen uit den mid-
denstand, door de massa ontevredenen, verbitterden,
ontmoedigden, welke deze rampzalige en langdurige
krijg zal hebben teweeggebracht, schijnt geroepen
oene belangrijke rol te spelen in onze samenleving. Zooals bekend, worden naar cle socialistische leer
alle
nia
atschappelijke misstanden toegeschreven aan
liet feit, dat het kapitaal, noodig tot de productie, niet
in handen der arbeiders is. Vandaar het voeren van den kiassestrijd tiisschen arbeiders en kapitalistert,
tussche.ii bezitloozen en
•
bezitters, opdat de eersten
ziell de productiemiddelen zouden kunnen toeëige-
nen. Terecht voidt dan ook gevreesd, dat de regee-
ringen, eenerzijds gedwongen door de financieele
moeifijkheden en anderzijds door dc toçnemendo
maclit der democrâtie, meer en meer op het terrein
vati liet staatssociahisme zich zullen moeten bewegen.
Andere vermoeden, dat de
m
aatschappij door het in-
stellen van monopolies en oprichten van staats-
industrieën, socialistische karaktertrekken zal aanne-
men.
lie mogelijkheid om met succes in normale tijden
de bedrijven, te nationaliseeren, wordt door velen
sterk in twijfel getrokken. De leider •der Belgische
Arbeiderspartij, de heer Eniile Vandeivelde, Minis-
ter van Proviandeering, komt dit telangrjk na-oor-
logsch vraagstuk in een zoocven verschenen boek,
,,Le Socialisme contre l’Etat” te bespreken. Het be-
vat merkwaardige beschouwingen aangaande- socia-
listische hervormingsplannen der maatschappij en wij meenen, dat de denkbeelden van den gezaghebbeuden
schrijver de aandacht verdienen, inzonderheid met
liet oog op de positie, •die hij als hoofd der Interna-tionale in de arbeiderswereld inneemt.
De grondgedachten, welke hij verdedigt, kunnen
samengevat worden in: le. de verovering der staat-kundige macht door hët proletariaat; 2e. de hervor-
ming der tegenwoordige maatschappij in eene ,,groote
economische coöperatie door de socialisatie der pro-
ductiemiddelen”. De schrijver geeft talrijke middelen
aan, die in alle landen door de bezittende klasse op
touw gezet worden, ten einde beslag te leggen op
kiezers en gekozenen, tot het behartigen harer mdi-
vidualistische belangen, en vervolgens verkondigt hij
het verval, het failliet van het parleroentarisme. De
schrijver roemt het Zwitsersehe regeeringstelsel, dat
ook plaats verleent aan de mindere partijen in den
Bondsraad en waarbij op alle oogenblikken geen motie
van vertrouwen vereischt is. Om het mogelijk te maken de kapitalistische voort-
11
9 October 1918 –
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
891
11
brenging te vervangen door de maatschappelijke pro-
ductie, is het volgens schrijver noodig, dat de groote
meerderheid dci’ bevolking geproletariseerd zij en
het proletarjaat zich economisch en intellectueel or-
ganiseere, opdat het âan de macht van het getal de
macht van hare politieke en economische kracht kan
voegen. Dc moeilijkheden waarmede de Russische
revolutie te kampen heeft om de oude kapitalistische
rcgeering onder den hiel te krijgen, en het feit, dat
zij aan de wereld blijk geeft van bare onmacht, ligt
hierin opgesloten, dat het proletariaat er niet op
was voorbereid de macht uit te oefenen, die haar in
handen is gevallen. Willen de arbeiders voor de ge-
beurtenissen gereed zijn, dan moeten zij zich organi-
seeren,
zij
moeten zich voorbereiden door het behee-
ren van hun coöperat.ies en vakvereenigingen, om,
indien de dag gekomen zal zijn, de plaats te kunnen
innemen van de bedrijfsleiders van het kapitalistische
regime.
Het ‘tweede deel van Vande.rveide’s werk is gewijd
aan de socialisatie der p.roductiemiddelen. De schrij-
ver erkent, dat de Staat op hande]s- en nijverheids-gebied gewoonlijk te kort schiet tegenover het par-
ticulier initiatief en bijgevoig weinig bevoegd is om
de rol van ondernemer te vervullen. Uit dien hoofde
is het noodig, dit de hedendaagsche Burger-Staat,
de Klasse-Staat gesteund op het geweld, gewijzigd
wordt in, hetgeen Menger noemt, cle ,,Volksstaat van
den arbeid” door de proletarische verovering van de
politieke macht.
De heer Vanderveide geeft een duidelijk verschil
aan tusschen de gezaghebbende functie en de econo-
mische functie van den Staat en maakt een scherp
onderscheid tusschen den Staat, orgaan van gezag, en
den Staat, orgaan van beheer. Schrijver wil, naar de uitdrukking van Saint-Simon ,,het bestuur der men-
schen scheiden van het beheer der dingen”, en hij
beschouwt het als eene hoofdvereischte van de ge-
meenschappelijke toeëigening der. voornaamste ar-
beidsmiddelen, dat de Staat-Regeering losgemaakt
‘orde van den Staat-Industrieel. De ondervinding
leert, dat het beheer der dingen zich weinig leent
voor het ,,étatisme”, daar het zich niet kan vrijwaren
van politieke inmenging, van den noodlottigen invloed
der heerschzuchtige ambtenarij en met sleur en be-
krompenheid niet kan breken.
Hierop verwijst de beer Vanderveide naar een reeks
Belgische instellingen, zooa]s de ,,Oaisse d’Epargne
ct de Retraite”, de ,,Orédit communal”, de ,,Société
des Chemins de fer vicinaux”, de ,,Société intercom-
munale des Eaux”, de ,,Société nationale pour la
Construction des habitations â bon marchd”, die hoe-
wel genationaliseerd de nadeelen van het ,,étatisme”
zoo goed als niet gekend hebben. Deze ondernemingen,
die als navolgeuswaardige voorbeelden voor andere
landen kunnen dienen, zijn ingehuldigd door den be-
kwamen staatsman Frère-Orban, die aan de staats- of gemeeutebedrijven eene zelfstandige organisatie ver-
leende en een eigen rechtspersoonlijkheid gaf. Deze
lichamen hebben eene daadwerkelijke zelfstandigheid
en de staat of gemeente, of beiden, zijn de voornaam-
ste aandeelhouders. Om aan te tonnen in welke mate
de ,,Oaisse d’Epargne et de Retraite” van haar vrij-
heid gebruik maakte, noem’t schrijver als typisch voor-
beeld het geval, dat zich destijds voordeed, toen de
raad van beheer der spaarbank een voorschot van
frs. 1.200.000 tot het bouwen van het socialistische
Volkshuis te Brussel verleende, terwijl andere zuster-
instellingen dit weigerden. Dergélijke belegging der
spaarbankgelden zou men zeker van den Staat-Regee-
ring niet mogen hebben verwacht, die in dien tijd
de sociaal-democraten ongunstig gezind was. De
auteur vindt het onontbeerlijk, dat al deze instellin-
gen hun eigen begrooting en hun eigen boekhouding
hebben, dat het personeel de syndicale vrijheid geniet,
ni. a.
w.,
dat hun het recht wordt toegestaan van ver-
eeniging en gezamenlijke actie.
Ook wil schrijver groote hervormingen zien aange-
bracht in het regiestelsel. De exploitatie der regies
zou geen fiscaal doel mogen hebben en hetzelfde geldt
ook voor alle staatsbedrijven, met uitzondering van dezulke, die door hun aard winsten aan de schatkist
zouden verschaffen, zooals het monopolie van alcohol
en tabak. Oentralisatie zou de voorwaarde moeten zijn
van den Staat-Regeering met het gezag belast, terwijl
decentralisatie eene vereischte is van beheer. Het
industrieel beheer zou niet meer mogen toebehooren
aan de door de Regeering gemachtigde ambtenaren,
welke in hun dienst loonarbeiders hebben, maar aan
al de arbeiders georganiseerd in vereenigingen van
publiek recht.
Het laatste hoofdstuk is gewijd aan het socialisme
en het ,,étatisrne” of m. a. w. het staats-socialisme,
waarbij door schrver er tegen gewaarschuwd wordt deze begrippen te verwarren; het staats-sonialisme,
definieert hij als de Organisatie van den maatschap-
peljken arbeid door den Staat, door de Regeering,
terwijl het socialisme de organisatie is van den maat-
schappelijken arbeid door de arbeiders, gegroepeerd
in een vereeniiging van publiek recht. Het privaat-
kapitalisme, zegt Vandervelde, mag niet vervangen
worden door het Staats-kapitalisme, maar het privaat-en Staats-kapitalisme moet vervangen door de coöpe-
ratie der arbeiders, meester van de productie- en ruil-
middelen. De kapitalistische Staat, werktuig van de
overheerscliing der bezittende klassen, heeft niets ge-
meen met den nieuwen Staat, de socialistische Staat,
orgaan van beheer der gemeenschappelijke belangen.
De groote coöperatie van gemeenschappeljjken arbed,
gekomen tot het ‘tdppunt van .hare zelfstandigheid,
beheert zich zelf, buiten a] le regeerdngsin.menging.
Wij mogen verwachten, wanneer de vrede zal zijn
hersteld, dat de Belgische socialistische leider zijn
verworven gezag en invloed als Staatsminister, in de wetgevende Kamer zal aanwenden om in zijn vader-
land meer gemeenschapsbedrjveii in het leven te
roepen. Wellicht kan het een der doeltreffendste mid-
delen zijn om het econmiscli herstel van het diep-
geteisterde België in den kortst mogeljken tijd te
verzekeren. Zal het Belgénland, na als slagveld van
Europa te hebben gediend, vervolgens, naar de oude
benaming van den Franschen geleerde Elisée Reclus,
opnieuw cle ,,champ d’expérience de l’Europe” voor
sociale hervormingen worden? M. P.
C. G.
1?ommen.hölier. Bijdrage tot de
hervorming van het Nederlandsche
Con..sulaatwezen.
1918, 63 blz.
De heer Rommenhöller geeft zijn pen geen rust. Als
no. 4 in
zijn
serie Economische Vragen des Tijds zag
het bovengenoemde geschrift het licht. De schrijver
geeft er geen blijk van, steeds bekend te zijn met de
veranderingen der laatste jiren in de consulaire dien-
sten van de onderscheidene landen plaats gevonden. Op
pag. 8 lezen wij, dat ,,de opleiding van de Hollandsche
(liet toenemend gebruik van dit woord in stede van
Nederlandseh geniet zeker geen aanbeveling) consuls
geregeld (is) door het Besluit van den 4den Augustus
1906, benevens door het Besluit van den laten Maart 1911″. Dit is echter niet juist; bij het laatstgenoemde
K. B. werd het eerstgenoemde ingetrokken. De schrij-
ver komt er vooral voor op, dat men de medewerking
van werkelijk bekwame en met de toestanden in het
betreffende land bekende honoraire consuls niet kan
missen en zon meer algemeen aan de beroepsconsuls
zulke functionarissen toegevoegd willen zien. De heer
Rommenhöller is hier vooral ten opzichte der meer
gevestigde Eurnpeesche handelscentra, wat de bruik-
baarheid van honoraire consuls betreft, zeker niet
mis, alleen kômt helaas in de practijk van samen-
werking meestal niet veel terecht; de rang- en fuuc-
tieverhouding zal oorzaak zijn van voortdurende
wrjving.. . .
H.
892
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
9 October 1918
Oo in m er ci al Hol1 and, a monthly journal of
foreign trade for the Netheriands and Oolonies is het
orgaan, waarmede Nijgh di Van Ditniar’s Uitgevers-
Maatschappij
voornemens is deel te nemen aan de
beweging, welke zich ten doel stelt meerdere aan-
dacht te schenken aan de handelsrelaties met
den vreemde. Het eerste nummer czag dezer dagen
het licht. De uitvoering valt te roemen, ook de
advertentiepagina’s maken een goeden indruk; vooral
hierdoor zal het blad aan zijn zakelijke bestemming
beantwoorden. Ongetwijfeld werkt tot het succes
mede, indien ee.nige opstellen in het blad een populair
beëld geven van Neeriands nationalen economisehe
beteekenis. Voor het eerste nummer hebben de uitge-
vers o.a. den heer Mr. M. W. F. Treub bereid gevonden
een bijdrage te leveren, waarin wij lezen, dat de En-
gelsc.h sprekende wereld niet beter weet van Neder-
land dan dat. ,,for the most part the Netherlanders
are a race of ,,characters, shod withwooden dogs
and wearing pictuiesque costumes.” Zouden do groote
zakenmenschen, met wie onze handel toch in hoof d-
zaak in aanraking is bij het verkeer met den vreemde,
dat werkelijk van ons denken? Verschil van oordeel
over deze vraag zal wel niet bestaan, echter draagt
de’ te onzent populaire meening waarschijnlijk niet
bij om ons inzicht in de psychologie van den vreem-
den keeper te verruimen. Hoe het zij de voorkeur
voor ,,characters”, die langen tijd het geliefd sujet
voor buitenladschi reclame-materiaal varen, zal aan
een eventueel misverstand niet ten goede zijn geko-
men, het geeft dan ook voldoening dat, met een
enkele uitzondering, dit middel in het nieuwe blad
vermeden is. H.
Als de grenzen opengaan…. heet de
nieuwe keurige brochure, die de werkzame
Algemeene
Nederlandsche Vereenigirtg voor T7recrndelingenver-
Idee?
te ‘s-Gravenhage ons toezendt. Is dus hotelwezen
berekend voor de moderne eischen van het vreemde-
lingenverkeer? Het antwoord luidt niet in allen deele
bevestigend. Bij de pogingen d.e financieele depressi.e van dan oorlogstijd te boven te komen,.zal ook de bron
van inkomsten, die het toerisme is, volle toewijding
verdienen. Eerste eisch zal dan echter zijn: goede
w’aar en goede behandeling. Amsterdam bouwt eerlang
het Atlanta hotel, Rotterdam wacht op zijn Oaland-
hotel en ook in Den Haag is de vestiging van een
up to date hotel aanhangig Naar de brochure meent,
blijft er niettemin nog veel te doen, wil men de directe
en indirecte -resultaten bereiken, die in een perfect
hotelwezen, inzonderheid ook in den vorm van
bloeiende handeissuccessen, zijn weggelegd. Vroeger
zeide men, dat de handel de vlag volgt en velen bestre-
den deze stelling; zal hij thans, zoo vraagt men na de
lezing van dit geschriftje, het moderne hotel tot zijn
leidsman nemen? H.
INGEZONDEN STUKKEN.
ONDEUGDELIJKE REOHTSMIDDELEN EN
ONGEOORLOOFDE MACHTSMIDDELEN.
Tusschen de Rechterlijke Macht en het Departe-
mênt van Landbouw heeft het dc laatste maanden
niet recht willen boteren. De decreten van Landbouw
‘s’tann bij de rechtbanken met een zwarte kool aange-,
teekend, en als men Landbouw hoort, is al wat Rech-
terlijke Macht heet, de steun en sti.tt en toeverlaat
van kettinghandelaren en levensmiddelen-saboteurs.
Eenerzijds haalt men met een hoongebaar de schou-
ders op over het annonceeren van z.g. tuchtmaat-
regelen, die niet anders zijn dan eigenmachtige.
‘strenge strafbepalingen.; anderzijds wijst men met emphase op het volstrekt onvoldoende der Rechts-
spraak, die iemand tot vijf en twintig gulden boete
veroordeelde, terwijl hij door de teelt van verboden
gewassen om en de bij tien duizend gulden had ver-
diend. De een signaleert het als een boon aan de wet,
dat de schatters geïnstrueerd worden omtrent deo
aaa te leggen maatstaf hij. de waardebepa1ing van
in
bezit genomen goederen; de andere kookt van ver-ontwaardiging, dat h.v. tapiocameel, hetwelk volgens
de N.O.T. sinds twee jaar uitsluitend in handen van
kettinghandelaren is geweest, thans bij inbezitneming
door het Rijk met een gulden per pond betaald moet
worden, terwijl het bij ‘den import nog geen vijf
cent kostte. Een pleidooi voor de heihigheid der
rechtszekerheid aan den eenen kant; aan den anderen
kant een vinnige snauiv, dat in deze tijden die rechts-
zekerheid alleen ten goede komt aan het schuim der
natie.
Zooals altijd en overal zal het ook wel hier zijn,
dat waar twee kijven, twee schuld hebben en er een
ongelukkige derde is, die het kind van de rekening
wordt. De ongelukkige derde is in dit geval liet Ne-
derlandsche’Volk als geheel genomen, hetwelk in het
conflict: ,,ondëugdeijke rechtsmiddelen” tegenover
,,ongeooiloofde machtsmiddelen” gr.00t gevaar loopt
zich liet bedroevend beetj eten, dat er nog is, nog
voor een belangrijk deel te zien ontglippen.
Dat conflict: ,,on’deugdeljke rechtsmiddelen” te-
genover ,,ongeoorloofde’ machtsmiddelen” heeft van
den eersten dag van den oorlog af al bestaan. De
outeigéningswet, die in het leven was geroepen ter
voorkoming van prijsopdrj ving of vasthouding van
levensmiddelen, was nog geen week oud, of zij werd
op grond van heel andere motieven toegepast. In het
boek van Dr. D. Hoek: ,,De chistributiewet 1916″ vindt
men daarover de frappautste voorbeelden, verkregen
over heel het land: onder die voorbeelden zijn gevallen
van inbezitneming, omdat geen
vasthouding van iva-
ren plaats vond, en er ôok
geen
prjsoverschrijding
bestond, zoodat dus gehandeld werd tegen de uit-
drukkelijke bew-oordingen van de considerans van
de wet in. Toch zal wie van deze gevallen kennis
neemt – tenzij hij zich op streng formeel juridisch
standpunt plaatst – van harte kunnen instemmen
met de daad der inbezitneming, omdat zij de belan-
gen van het algemeen beschermde tegen de willekeur
van den enkeling. Het gezond verstand vulde aan,
waar de wet tekort schoot.
Toen de .distributiewet kwam en met haar een
reeks van op het eerste gezicht strenge strafbepalin-
gen, mag het er een oogenblik den schijn van gehad
hebben,’ dat de ambtenarij voor het vervolg het straf-
fen wel aan den rechter kon overlaten, maar ook de
Distributiewet was nog geen maand oud of het stond
al vast, dat zelfs, al verleende de strafrechter volle
medewerking, die medewerking in tal van gevallen te
laat zou komen om het dreigend kwaad te keeren.
Indien een groep boeren weigerde om overeenkom-
stig de voorschriften melk aan een bepaalde gemeente
te leveren, kon als rechtsmiddel worden toegepast,
inbezitneming der melk gepaard met proces-verbaal.
‘De inbezitneming was evenwel onuitvoerbaar, omdat
zij tweemaal daags moest plaatsvinden en de boeren
iederen ‘dag op andere uren het vee gingen melken,
zoodat de schatters ôf te laat kwamen ôf uren moes-
ten wachten. Er werd gemolken in verontreinigd
melkgerei, zoodat de melk bedorven aankwam; men
moest paarden en meikwagens huren, wat schatten
geld kostte; men liep elk oogenblik de kans, dat de
voortdurend gedupeerde sehatters er de brui van
gaven. Processen-verbaal konden opgemaakt worden,
maar geen stervehing wist, wanneer zij behandeld
zouden worden; bovendien hadden cie recalcitranfe
boeren een strjdkas gevormd, om daaruit de boeten te
betalen. Inmiddels bleef de bevolking vah melk ver-
stoken. Onder deze omstandigheden werd naar een
,,ongeoorïoofd machtsmiddel” gegrepen, dat tot dezen
zomer toe in staat is geweest de meikvoorziening
ongestoord te doen verloopen: wie in. strijd met de
voorschriften handelde, verbeurde den z.g. melkbij-
slag van 2 of neer cent per -Lite, welke bijslag in
den zin der Distribiitiewet niets anders was dan het
9 October 1918
ECONOSÇH-SATISTISCHE i BEICHTN
893
nadeelig verschil van den in- en verkoopsprijs van
art. 3 der w’et. De gemeente of liet Rijk betaalde dus
eenvoudigweg don versehuldigclen inkoopsp r ijs niet,
wat op het eerste gehoor ongeoorloofd klinkt en in
normale tijden ook zeker ongeloofelijk ‘zijn zou. Dat
instituut van inhoucling van toeslag wordt h.v. dooi
de gemeente Den haag zelfs toegepast om de melk-
vervalsching te bestrijden; iedere week bevat dc
,,Orisiscourant” namen van slijters, wien wegens ver-
knop van ondeugdelijk samengestelde melk de toeslag
gedurende één of meer weken onthouden wordt.
Van de
1100
gômeenten zijn ei stellig
1000,
die
gebruik maken van het ongeoorloofde maehtsmiddei:
den met regeeriugsgoederen fraudeerenden winkelier
van het recht om regeeringsgoederen te verkoopen uit
te sluiten.
Omdat de rechtbank geen hulp kon of wilde geven,
en eigenlijk nooit in staat was te straffen op het
oogenblik, dat zulks noodig was, grepen ‘zoowel de
Rijks- ars de Gemeente-administratie naar op zich
zei:f ,,ongeoorloofde maehtsmiddelen”, die in verre-
weg cle meeste gevallen deden bereiken, wat met be
:
hulp van de ondeugdelijke i’eehtsmiddelen” niet be-
reikt kon worden. Een bekend voorbeeld uit de laat-
ste maanden is de veevordering in geval van fraudu-
leus slachten of niet-inlevering van de boter.
Zonder het dreigement van veevordering zou er in
dan heelen voorzomer geen stuk slachtvee aan •de
regeering geleverd zijn. Elk veehouder toch wenschte
toen zijn vee aan te ioudn. Het Rijksveekantoor ver-
kreeg de medewerking der veehouders voor de leve-
ring op voorwaarde van gelijke behandeling en vor-
dering bij hen, die niet genegen waren vrijwillig te
leveren. In elke gemeente werden tot dat doel plaat-
selijke organisaties opgericht, die uitmaakten, wie in
een bepaalde week vee te leveren had en hoeveel. In
eene gemeente in Noord-Holland dreigde georgani-
seerd verzet; het weghalen van vijf stuks voor de
slaehtbank geschikt vee bij den voorman bewerkte,
dat 24 uur later de 40 overgebleven weigeraars zich
bij de Organisatie voor de z.g. vrijwillige levering had-
den aangesloten. Ter bevordering der aansluiting was
nog de bepaling getroffen, dat bij vrijwillige levering
I)oven den gestelden maximumprijs een premie van
10 ets. per K.G. werd genoten. Een op deze grond-
slagen gevestigde Organisatie kan, als zij eenmaal
goed ingewerkt is – en dat punt was voor enkele
weken bereikt – op volstrekt regelmatige .wijze het
noodige vee voor de slaehtbank beschikbaar stellen, onder gelijktijdige zorg voor de instandhouding van
een voldoenden veestapel. Alleen aan dezen maat-
regel is het te danken geweest, dat het aantal frau-
duleuze slaehtingen niet in de tienduizenden is ge-
loopen. Zeker, er is dezen zomer ongetwijfeld op tal
van plaatsen nog frauduleus geslacht; grooten om-
vang kan het kwaad echter trots alle verhalen daar-
omtrent niet hebben gehad. Immers, liet is bekend
genoeg, dat do vee-i n vent arisatie een paar honderd
duizend stuks vee meer opleverde dan geraamd was.
Bekend is ook, dat van landbouwerszijde als eenig
middel, om juiste gegevens omtrent cle vee-inventa.
risatie te blijven behouden, beschouwd wordt de opvor-
der.ing van vee hij hen, wier telstaten onverklaarbare
afwijkingen vertoonen. Alen vindt di.e opvordering
ook noodzakelijk, om te beletten, dat de goedwilligen
de dupe worden: het Nederlandsehe volk toch’heef t
vleeseh noodig, en het zich verrijken van wie zich aan
frauduleuze slachtingen schuldig maken, heeft tot
gevolg, dat cle leden der Organisatie grooter percen-
tage vee moeten afstaan dan in het belang is van de
instandhouding van den veestapel om niet te gewa-
gen van de schreeuwende onrechtvaardigheid, die
aldus tegenover deze medewerkers begaan wordt.
.De aanvallen der juristen tegen het instituut der
,,ongeoorioofde maehtsmiddelen” hebben tot gevolg
gehad, dat sinds eenige weken die middelen niet meer
worden toegepast. Er wordt dus geen vee meer gevor-
(lerd bij hen, hij wie de slachtrijpe koeien op geheim-
zinnige wijze verdwijnen; hot aantal frauduleuze
slaclitingen is dan ook grooter dan ooit. Dit fraudu-
leuze slachten is minder gevolg van vleeschnood dan
wei van vetnood; er zijn frauduleus geslachte koeien, waarvan alleen het vet
f 000 h f
700 opbracht, zoodat
het vleesch tegen zeer billijke prijzen
kon
verkocht
worden. in vakkundige kringen kan men nu reeds de
voorspelling hooren, dat, indien niet aanstonds wordt
ingegrepen, er binnenkort geen houden meer aan zijn
zal en de mei zooveel beleid opgebouwde Organisatie
ijiteenvalt, waardoor de regelmatige vleeschvoorzie-ning hopeloos in de war zal loopen.
Dit zelfde gevaar dreigt ten opzichte van de vet-
voorziening. Ter bevordering der inlevering van de
boter is indertijd een karnverbod uitgevaardigd,
waarvan de ontheffing verkregen kon worden onder
voorwaarde, dat alle boter aan de Regeering zou wor-
den afgeleverd. Omdat het fabriekmatig bedrijf de
meest afdoende waarborgen biedt, dat de totale hoe-
veelheid geproduceerde boter afgeleverd wordt en
bovendien de ondermelk dezen winter voor een deel
noodig zijn zal voor menschelijke voeding, werd te-
vens bepaald, dat het zelfkarnen zooveel mogelijk zou
moeten plaats maken voor het karnen in fabrieken.
:De regeling sloot geheel en al aan ‘bij hetgeen de laat-
ste jaren vrijwillig gebeurde. De aanvoeren van boeren-
boter op de weekmarkten in Overjsel sehommelden de
laatste 20 jaren jaarlijks tusschen 1,4 en 1,6 millioen
kilogram. In 1.916 daalde deze aanvoer plotseling tt
700.000 K.G. en bedroeg in 1917 350.000 K.G. Deze
omzetting van het bedrijf was een gevolg van het
feit, -dat de fabricatie van fabrieksboter door de ge-
troffen regelingen belangrijk voordeeliger geworden
was. Op dezen grond gingen de boeren en massa”
naar bestaande fabrieken, zelfs richtten ze zelf coöpe-
ratieve boterfabrieken op. Geen sprake dus van be-
drijfsbezwaren tegen fabriekmatige verwerking van
melk. Deze icomen plotseling als zoovele bergen naar
voren, nu het in den sluikhandel mogelijk is het dub-
bele van den voldoenden maximurn-boterprijs te be-
halen.
Ook hier is aan een ,,ongeoorloofd machtsmiddel”
gedacht, omdat het eenige ter beschikking staande
reehtsmiddel – liet proces-verbaal – ondeugdelijk
was; immers, het bewijs, dat de veehouder karnt is
slechts zelden te leveren. De handige fraudeur, wieri
verweten wordt, dat hij noch melk noch melkproduc-
ren levert, beweert eenvoudig, dat de beesten zoo goed
als geen melk geved en hij de volle productie zelf be-
hoeft, hetzij voor eigen gebruik, hetzij voor de mes-
terij van kalveren enz. In zulke gevallen werden tot dusver ivonderen verkregen met het behulp van het
,,ongeoorloofde machtsmiddel”: zorgt dat uw weder-
SJ)annig vee binnen een week produceert of het wordt
voor cle slaehtbank opgevorderd, daar de Staat in
dezen tijd van voedselnood niet kan gedoogen, dat
dc koeien tot niets nut zijn.
Het zal den minnaars van ,,boven alles de rechts-
zekerheid” ongetwijfeld aangenaam zijn te vernemen,
dat het ,,ongeoorloofde maehtsmiddel” thans is
losgelaten, en aangezien geen ,,deugdeiijke rechts-
middelen” ter beschikking staan, is de uitkomst
licht te raden. Een fabriek had zich gêreed ge-
maakt om de melk te ontvangen van 700 koeien meer,
die ingevolge de bepalingen omtrent het karnverbocl
aan de fabriek geleverd zou worden. Welnu,
va.n geen
enkele der 700 koeien komt de melic binnen.
De
vaste leveranciers aan de fabrieken, ziende dat niets
gedaan wordt om liet karnverbod to doen naleven,
worden het beu voor hun boter slechts
f
3 per K.G.
to krijgen, terwijl de fraudeurs het dubbele ontvan-
gen, en loopen niet hoopen van de fabrielcen weg. Eén der fabrieken, die voor een paar weken nog 1600 K.G.
boter afleverde; kan het nu slechts tot 600 brengen.
Reeds thans wordt alleen in Overijsel het in be-
di’ijf houden van tal van fabrieken in de waagsehaal
894
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
9, October 1918
gesteld door deze uittocht van leden en wat meer of
minder gedwongen overblijft is een ontevreden, on-
willige groep, waarmede noch de gewestelijke, noch
de Algemeene Zuivel-Organisatie iets kan bereiken.
ik kan mij voorstellen, dat de bewonderaar van
,,boven alles de rechtszekerheid” het gebruiken van
een ,,ongeoorloofd machtsmiddel” als de opvordering
van vee ongetwijfeld is, iets z66 ergs vindt, dat hij
het onder geen beding wenscht toegepast te zien. Het
is een standpunt als ieder ander, en grif zij ook toe-
gegeven: de rechtszekerheid is een kostelijk goed,
velerlei opofferingen waard. Mar dat standpunt
heeft toch 66k zijn schaduwzijde. Eén er van is, dt
liet reeds zoo schamel vet- en vleeschrantsoen nog
verkleind wordt. Een tweede, dat de leveranciers, die
liet niet met hun geweten kunnen overeen brengen
eveneens het karnverbod te overtreden, of fraudu-
leus vee te verkoopen, al
bijzonder
slecht voor plichts-
vervulling
beloond
worden. Hun product brengt min-
der
op;
hun vetrantsoen wordt kleiner dan het be-
hoefde te zijn en zij loopen de kans het komende
voorjaar een grooter deel
van
hun vee ‘dan noodig
was, opgevorderd te zien voor de vleeschvoorziening.
Onder deze omstandigheden schijnt er maar één
uitkomst te zijn: indien het ter wille van de rechts-
zekerheid van- den vermoedelijken fraudeur niet toe-
gestaan kan worden van ,,ongeoorloofde machtsmid-
de]en” gebruik te maken, hef dan, zoo’ lang alleen
over ,,ondeugdelijke rech-tsmiddelen” beschikt kan
worden, ter wille van de rechtszekerheid van den
erkend eerlijkèn producent slachtverbod, karnverbod,
kaasmaakverbod en dergelijke ten spoedigste op, als
zijnde dit het beste middel om het snelst tot staid te
doen komen. de rechtsmiddelen, die even doeltreffend
en even vlug werken als de machtsmiddelen van de
ambtenaren-rechtspraak deden.
De verhoudingen van dit oogenblik, nu de ,,onge-
oorloofde machtsmiddelen” zijn losgelaten en slechts
,,ondeugdelijke rechtsmiddelen” bestaan, mogen vlei-
end zijn voor het gevoel van
rechtszekerheid
van den
fraudeur,
zij zijn tevens en voortdurende hoon aan
het rechtsbesef
van den
eerljken producent
en een
voortdurend gevaar voor de voedselvoorziening van
het volk. 0. R.
OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN.
Tij dschrift voor Economische Geogra-
phie. – ‘s-Gravenhage, 15 Augustus 1918.
F. B. Löhnis,
Voorziening van de binnenlandsche
markt met groenten;
Prof.
Dr. H. Blink,
De kust
van Arabië langs de Roode zee, Sinaï, Petreisch
Arabië, Hedsjas en Jemen;
Dr. C. te Lintuns,
Elec-
trische Bemaling in Schieland;
N. H. B(linlc),
De
economische beteekenis der plantaardige oliën voor
Nederlandsch-Indië;
C. P. Vo2te,
Een i? ternationale
Nijverheidstentoonstelling;
Prof. Dr. H. Blink,
Lich-
tenvoorde, een opkomend industrie-centrum.
Tijdschrift van het Koninklijk Neder-
landsch Aardrijkskundig Genootschap.
– Leidén, Juli 1918.
Dr. F. C. Wieder,
Merkwaardigheden der oude
cartographie van Noord-Holland; C.
L. van Balen,
Nieuwere opvattingen omtrent de beteekenis van de
vorst als geologische factor;
D. H. S. Blaupot ten
Cate,
Kenmerken van rijzende en dalende kusten;
Dr. L. Rutten,
De geologische expeditie naar Ceram;
W. Toose,
Aanteekeningen betreffende economische
geographie, inzonderheid over verkeerswezen.
De Jaarbeurs. – Utrecht, 15 September 1918.
Als eerste bijdrage is de beschrijving gegeven van een
nieuwen tak van dienst, dien het ijverig jaarbeurs-bestuur
ingericht heeft. Vaak bereikten het secretariaat der beurs
aanvragen om inlichtingen aangaande industrieën en arti-
kelen, die ter beurze vertegenwoordigd waren. Om voor de
beantwoording daarvan beter beslagen te zijn werd gedu-
rende de laatstgehouden beurs onder de deelnemrs een
groot aantal gegevens verzameld. Thans is het secretariaat
er toe overgegaan in den vreemde formulieren te verspreiden
waarbij aangeboden wordt inlichtingen te verschaffen om-
trent voor export in aanmerking komende artikelen van
ter heurze aanwezige firma’s. Voor zoover daarvan gebruik
gemaakt wordt, deelt het bestuur der jaarbeurs den deel-
nemers mede, dat een buitenlandsche firma een zeker artikel
zoekt en omgekeerd aan de buitenlandsche firma, welke
deelnemers liet gezochte artikel fabriceeren. Overigens wordt
van, de binnengekomen aanvragen mededeeling gedaan in
het tijdschrift, al dan niet met openlijke vermelding van
den naam der aanvragende firma.
D i e B a n k. – Berlijn, September 1918.
A. Lansburgh,
Der Verschmelzungsprozess im eng-
lischen Bankwesen;
L. Eschwe.qe,
Die neue Börsen-
steuer und die Spekulation;
A. L.
Der Frankfurter
Bankier-Zusammenschluss. –
De acht voornaamste Praukforter ,,Privatbankiers” heb-
ben zich tot een in laatstgenoemd artikel nader omschreven
syndicaat aaneengesloten. Naar de schijver uiteenzet, mag
men in deze gebeurtenis niet een op zich zelf staand ver-
schijnsel zien, doch zijn ook in andere belangrijke finan-cieele centra in Duitschiand soortgelijke stroomingen aan te wijzen. Deze stroomingen keeren zich zoowel tegen de
oppermacht van Berlijn a]s tegen het steeds meer op den
voorgrond komen en om zich heen grijpen der groote Duit-
sche ,,Aktienbankon”, cle bekende D-banken. Wellicht komt
de reeds dikwijls in Duitschl’aud aan cle orde gestelde vraag,
of
in de toekomst de ,,Privatbankier” zich ook buiten het
domein van het particulier vermogensbeheer zal kunnen handhaven, hierdoor in een ander daglicht.
Zeitschrift ftir Völkerrecht. – Breslau,
1918., XI Band. – –
E. Zitelrnann,
Die Einziehung ‘der Jacht ‘,,Ger-
mania”;
Dr. Wolf gang Mettgenberg,
Luxemburg;
Prof. Dr. R. Erich,
Einige völkerrechtliche Kriegs-
und Friedensfragen;
Dr. 0. Reichel,
Die Hospitali-
siei-ung im Völkerrecht;
Dr. K. Maschka,
Die recht-
liche Stellung der Sanitiitspersoneu nach der Genfer
Konvention unter Berücksichtigung des österreichisch-
ungarischen Militiirrechtes.
– Id. – Ergiinzungsheft 1 zu Band XI.
–
Dr. Fr. W.
Jerusalem,
Kriegsrecht und Kodification.
1 d. – Erghnzungsheft 2 zu Band XI.
–
Di-. Fr.
Scholz,
Die seekriegrechtliche Bedeutung
von Flottenstiitzpunkten.
Journal de la Soc’iété de statistique
d e Paris. – Parijs, Augustus—September 1.91.8.
Yves-Guyot,
Les finances de guerre des Etats-
Unis;
M. Belloni,
Chronique les questions ouvrières
et des assurances sur In vie. –
REGEERINGSMAATREGELEN OP
HANDELSGEBIED.
B r o o d p r ii z e n. De kleinhandeisprijs voor witte-
brood wordt met ingang van 16 October 40 cent
per K.G.
Regeeringibloem en -meel. Met ingang
van 9 October zal nu des
–
regeeringsbloem worden ver-
staan een hengsel van: 10 K.G. gerstebloem, 12 R.G.
roggebloem, 8 K.G. Amerikaansch meel en 70 K.G’.
bloem, verkregen door uitmaling op 80 pOt. van 12
K.G. buitenlandsehe tarwe, 36 K.G. inlandsche tarwe en 52 K.G. inlandsche-rogge.
Regeeringsmeel wordt samengesteld uit: 1.5 pOt.
inlandsche tawe, 10 pOt. buitenlandsche tarwe, 50
pOt. inlandsche rogge, 10 pOt. maïsmeel, 10 pOt.
erwtén en/of boonen, 5 pOt. gedroogde aardappe-
len/aardappelpoeder, of: 15 pOt. inlandsche tarwe, 10
pOt. buitenlandsdhe tarwe, 60 pOt. inlandsehe rogge,
10 pOt. mais en/of maïsmeel en 5 pOt. gedroogde
aardappelen/aardappelpoeder.
Gebruik van eigen graan voor
v ee v o e d e r. De Minister is voornemens toe te
staan, dat landbouwers, die geen gerst of boonen ver-
bouwen, ook ha.ver aan hun varkens voeren.
9 October 1918
ECONOMISCH-STATISTISCHE
BERICHTEN
895.
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B.
beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
GELDKO ERSEN.
BANKDISCONTO’S.
5 October 1918
1
20 Juli 1914
(Disc.Wissels.
Ned.
4/2 sedert 1Juli ’15
3’/,sedert23
Mrt. ’14
Bel.Binn.Eff.
BankVrschjnRC
41j
,,
1
,,
’15
4
23
’14
5′!,
19Aug.’14
5
,,
23
,,
’14
Bank van Engeland
5
,,
5 Apr.’17
3
29 Jan. ’14 Duitsche Rijksbank
5
,,
23 Dec.’14
4
5 Febr.’14
Bank van Frankrijk
5
,,
21Aug.’14
3’/,
29 Jan. ’14
Oostenr. Hong. Bk.
5
,,
12Apr.’15
4
12 Mrt.
’14
Nat. Bank v.Denem.
5
9
,,
’15
5
,,
6Febr.’14
Zweedsehe Rijksbk.
7
,,
20Mrt.’18
4
1
!2
,,
6
,,
’14
Bank v. Noorwegen
6
,,
14 Dec.’17
4
1
!,
,,
11
,,
’14
ZwitserseheNat.Bk.
51/t
,,
3 Oct. ’18
3
1
/,
,,
19
’14
Bank van Spanje..
4
22Mrt.’17
4
1
!2
–
Bank van Italië ..
5
,,
10Jan.’18
5
9 Mei ’14
Feder. Res. Bk. N.Y.
3-4
–
–
Javasche Bank….
31/2
,,
1Aug.’09
3
1
!,
1Aug.’09
OPEN MARKT.
Data
.4mste,dom
Londen
Part.
Berlijn
Port.
P
at.
N. York
Call
–
Port.
Prolon.
disconto
I
gatie
disconto
disconto
disc.
moneQ
5 Oct.
’18
3’14
‘)
3
1
!,
3
27
42
4
5
/,
5/4-6′)
30 S.-5 0.’18
2
8
/3/8
3′!,
317/,2
41/9
–
58/6
23-28 S. ’18
2/,-3
2’/2-31/2
3l7/
2
4/e
–
5’/4-6
16-20 S. ’18
2’/,-/8
2
1
!3
3
17
42
4
1
/a
–
5/4-6
1-6 Oct. ’17
11/42
1/s
2’/27’/4
413116
4_2/
–
2-7 Oct. ’16
1 ‘/s’/,
2-
1
!3
5-‘/,
4-‘h
–
2’/4/4
20-24Jul.’t4
13’/s-‘he
2/-/
2’/-‘/
2’/,-V,
2’/4
1
8
/-2’/a
2)
Noteering van
4
October.
WISSELKOERSEN.
WISSELMARKT.
De visshsarkt is in ile laatste weken weder aaii
groote schommelingen onderhevig. De politieke gebeurte-
nissen volgen elkaar dan ook zoo snel
01),
dat het niet te
vcrwoiidereu is, dat er ook op cle wisselmarkt een nerveuze
stemming gaat heerschen. I)e opeenvolgende gebeurtenissen
zijn zoo verschillend in waarde voor Duitschla,id en Oos-
tenrijk, dat men de richting kwijt raakt, waarin men zich
ten opzichte van den wisselkoers voor deze landen moet
begeven. Zooveel is echter zekei, dat alle gebeurtenissen
van den laatsten tijd gelijkmatig gunstig zijn voor de
Ententelandei. Dit komt dan ook ten volle uit in de wis-
selkoersen op die landen. Londen is in de laatste weken
regelmatig gestegen en ook de afgeloopen week was de
stijging weder belangrijk, terwijl heden tot 10.95 betaald
werd.
De neutrale wissels ondergingn niet veel verandering.
Over het algemeen hebben deze koersen de neiging zich in
de richting van het goudpunt te bewegen, zoodat Dene-
marken, Noorwegen en Zwitserland regelmatig vaster wör-
den en Zweden een dalende richting inslaat.
KOERSEN IN NEDERLAND.
Data
Londen
Parijs
Berlijn
)
Weenen
Si.Pe’
6,’zL)
New
York’)
30 Sept.1918..
10.11
38.75
32.05
17.65
–
2.11’/4
1 Oct.
1918..
10.46f
39.05
33.-
19.-
–
2.20
2
1918..
10.40/
t
40.20
32.35 17.60
–
2.18
1
!,
3
1918..
10.45
40.30
32.47
1
1,
17.90
–
2.19’/2
4
1918..
10.43k
40.-
32.25 17.80
–
2.19
5
,,
1918..
10.48
40.30
33.45
19.-
–
2.20
Laagste d. w.’)
10.-
38.65 31.70 17.50
–
2.10
Hoogste
,,
,,
0
10.55
40.40
33.75
19.25
–
2.22
28 Sept.1918.
–
9.96 38.25 31.70 17.30
–
2.09
21
,,
1918..
9.92 38.05 31.80
17.45
–
2.07
7
!,
Muntpariteit..
12.10
48.-
59.26 50.41
1.28 2.482/
4
) Iloteering te Amsterdam.
2)
Particuliere opgave.
Data
Stock.
holm
5
)
I
Kopen-
I
hagen’)
I
Chris.
I
tiania’)
I
Zwitser.
land
8
)
I
Spanje
I
1)
Batavla
‘
telegrafisch
30Sept. 1918
69.52k
62.50 64.30
47.15
–
99-100
1 Oct.
1918
69.-
62.90 64.10
47.-
48.75
99-100
2
1918
69.10 62.90
64.20
47.15
49.-
99-100
3
1918
69.40
63.10 64.30
47.15
48.25
99-100
4
1918
69.40
63.10 64.35
48.-
48.50
69″
s
-100
1
1
5
,,
1918
69.25
63.-
64.40
47.60 48.50
99-100
L’ste d.
w.’)
68.75 62.30
64.-
46.60
47.50
99.
H’ste
,,
,,
)
69.60
63.20 64.50
48.-
49.50.
100
28 Sept. 1918
69.80
62.50 64.20
47.20 48.50
99-100
21
,,
1918
69.85 62.60
64.-
46.70
48.-
99.
c
‘-100
1
1
Muntpariteit
66.67
66.67
66.67
48.-
48.-
100
I ,Noteenng te Pmsteroam. •
t rart,cul,ere opgave.
KOERSEN TE NEW YORK.
Cable
Zicht
Zicht
Zicht
D ata
Londen
Parijs
Berlijn
Amsterd.
(in
$
(in frs.
(in cents
(in cents
per
£)
P. t)
p.
4 Rm.)
per gld.)
5 Oct…..1918
4.76.55
5.47
1
!1
nom.
46
1
!8
Laagste d week..
4.76.55
5.47
1
!8
nom.
46
Hoogste,,
,,
..
4.76.55
5.48
nom.
47
‘/,
28 Sept.. . . . 1918
4.76.55
5.48
oom.
48V8
21
,,
1918
4.76.55
5.48
oom.
48
Muntpariteit ….
4.86.67
5.18
1
/
95
1
/’
40’/i5
KOERSEN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN.
Plaatsen en Landen
Noteeringa.
eenheden
5Sept.
1918
18Sept.
1918
Tijdperk
19 SeP
1
t
,
j_
8
t Oct.
Laagste
1
Hoogste
1
Oct.
1918
Alexandrië..
Piast.
p. £
97″/3
9723/
32
972/5
97
88/,,
978/
s
B. Aires….
d.p.gd.pes.
51
50
3
/16
2
)
50
2
/8
51″/,,
•50/,s
Calcutta
….
sh/d.p.rup.
1/61/32
1/6V,2 1/6
116
1
/it
1/6
1
!,,
Hongkong
..
id.
p. $
3/68/
4
318
316
3
/4
318
3/6’14
Lissabon….
d.p.escudo
29
1
!2
30 28
30
1
!2
28′!2
Madrid
….
Peset.
p.
X
20.33
20.81
20.73 21.96 21.89
Montevideo..
d.p.peso
62/8
63!4
61
1
18
63’/4
62’/4
Montreal….
$
per
£
4.85/4
4.86V8
4.85′!2 4.87
4,86
3
/4
R.d.Janeiro’)
d.p.milr.
12
5
!16
12
8
/,t
ii’!,
12′!,
12V4
Lires
p. £
30.31/ 30.31!
30.25 30.37k 30.31
Shanghai
..
sh/d.p.tael
5
516
5/3
5/6 5/3
Rome
…….
Singapore
. .
id.
p. $
2/3
21
42
2/321/32
213
7
/8
2/0,,
2/331/,,
Valparaiso
‘)
d.p.pap.p.
16
1
!8
16
1
!2
1515/,,
18″!8,
Yokohama
..
sh/d.p.yen
2/3
1
!4
2131/
4
2/3 2/4
2/3
8
/t
2) Noteeringen op
90
dagen.
2) Koers van
16
Sept(imber.
GOUD EN ZILVER.
Sedert 29 Juli 1916 worden de dagelijksche ontvangsten
en onttrekkingen van goud door de Bank van Engeland
tijdelijk niet bekend gemaakt.
NOTEERING
VAN ZILVER.
Noteering te Londen.
te
New York
5
Oct. 1918
.
…….
49
1
!2
101′!,
28
Sept.
1918 ……..
491/,
101’/s
21 ,,
1918 ……..
491/,
101′!8
14
1918
……..
491/,
.
101’/
7
,,
1918 ……..
49′!,
101′!,
5
Oct.
1917 ……..
46′!,
90
1
!
7
Oct.
1916 ……..
32′!,
68’/
20
Juli
1914 ……..
24″/,t
541/t
N.U.M.
Weekstaat der Nederlandsche ‘Uitvoermaatschappij. Voornaamste nosten in duizenden cmldens.
Buitenl.
Debet
5
pCi.
Credit
Data
Bankiers
Schat-
Diverse
Schuld-
Diverse
kis,bilj.
rden.’)
brieven
reken.’)
3 Oct.
1918..
3.867
49.600
66.800
14.507
93.281
26 Sept. 1918. .
3.573
49.600
63.900
14.470
90.255
19
,,
1918..
1.964
43.100
60.300
14.447
86.173
12
1918..
1.680
43.100
60.300
14.447
85.864
5
,,
1918..
1.599
43.100 60.300
14.405
85.750
1) Heide rekeningen omvatten, behalve garantiewissels in portefeuille
tot het bedrag der buitenl. 8chatkistbiljetten, in hoofdzaak garantiewiesels
in depbt bi) de Ned. Bank.
896
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
9
October
1918
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 5 October 1918.
Activa.
Binuenl.Wis-( H.-bk.
f
95.110.351,03’I
sels, Prom.,’ B.-bk.
,,
94.264,95
on
in ,liar’I Aost1i…
1..449.32Jl1
t/
t
, –
f
110.653.948,50
Papier o. h. Buiten!, in
disconto………………………
Idem eigen portef..
f
7.817.996,-
Af: Verkocht maar voor
de bk. nog niet afgel.
,,
–
Beleeningen
t
H.-bk.
f 66.
0
88.772,
05
1
/
mci. vrsch.,
B.-bk.
,,
4.819.556,27
1
I
in rek.crt.j,
op onderp.
Ag.sch.
,
41.647.550,01
f112.555.878,34
Op Effecten
……f110.801.378,34
Op Goederen en Spec. ,,
1.754.500,-
,,
112.555.878,34:
Voorschotten a. h. Rijk …………….,
8.161.420,16
1
/1
Munt enMuntmateriaal
Munt, Goud ……
f
85.490.220,-
Muntmat., Goud ..
,,622.096.000,05
1
I,
f
707 .58 6.220,05
‘Iz
Munt, Zilver, enz..
8.048.867,24
Muntmat, Zilver ..
715.635.087,29′!2
Effecten
Bel.v. h. Res.fonds..
f
5.035.969,32
id. van
1
/öv. h. kapit. ,,
3.882.361,18 8.918.330,50
Geb.enMeub. der Bank,…………..’
,,
1.770.000,-
Diverse
rekeningen ………………
..
103.158,039,9811
2
fl.068.670.700,58’Ii
Passiva.
Kapitaal
……………………..
f
20.000.000,-
Reservefonds
……………………
5.079.402,56
Bankbiljetten in omloop ………….
..
981.217.175,-
Bankassignatiën in omloop……….,,
1.562.432,52′
Rekening-Courant saldo’s:
Van het Rijk……
f
–
Van anderen ……,, 55.271.369,95
55.271.369,95
Diverse rekeningen
…………………
5.540.320,55’/
f1.068.670.700,58
/2
Beschikbaar metaalsaldo…………..
f
507.414.997,62
1
12
OP
de basis van ‘Ia metaaldekicing
.. ..
299.804.802,13
1
!2
Minder bedrag aan bankbiljètten in omloop
dan waartoe de Bank gerechtigd is ..
2.537.074.985,-
Verschillen met den vorigen weekstand:
Meer
Minder
Disconto’s
6.764.415,99
Buitenlandsche wissels
16.000,-
Beleeningen
226.552.17
1
/
Goud
………………..
.
1.122.025,35
Zilver ………………..6.750,78
Bankbiljetten
………..
9.659.985,-
Part. Rek.-Crt. saldo’s
..
3.611.874,85
Voornaamste oosten in duizenden nuldens.
Data
Goud
ZIlver
Bank.
Andere
opcl,chl,ore schulden
5 Oct.
1918
..
707.586
8.049
981.217
56.834
28
Sept.
1918
..
.
708.708 8.042
971.557 65.637
21
,,
1918
706.810
7.957
956.250
77.383
14
1918
.
707.695
7.988
954.057
67.561.
7
‘
1918
….
707.437 7.959
953.797
61.104
31
Aug.
1918
. . .
709.316
7.953
946.392 46.733
24
,,
1918
..
707.424
7.953
922.122
69.883
17
1918
..
.;
706.089
7.861
922.377 60.996
10
,,
1918
..
706.419
7.867
919.104,
56.560
3
,,
1918
713.251
7.860
927.020
53.851
27
Juli
1918
.
715.123
7.793
909.750
78.846
20
,,
1918
.
715.258 7.729
910.655
77.111
13
1918
..
717.388
7.741
920.180
65.569
6
Oct.
1917
….
675.916
7.211
816.307
.
68
.1
08:
7
Oct.
1916
….
587.354
6.189
‘708.521
99.070
25 Juli
1914
..
. .
162.114 8.228 310.437
6.198.
Da
0
Dljconto’,
2dec-
Beschik.
baar
Dek.
kings.
Hiervan
0
00
Schatkist.
ningen
Metaal.
percen-
promessen
.
saldo
lage
rech(s! reeks
5 Oct. 1918
110.654
89.000 112.556
507.415
69
28Sept.1918
117.418 98.000 112.782
508.671
69
21
1918
113.457
94.000 101.081 507.411
69
14
,,
1918
99.258
80.000
102.049
510.661
70
7
1918
89.209
70.000
104.711
511.685
70
31 ‘Aug. 1918
75.116 57.000
104.715 517.884
72
24
,,
1918
72.204
55.000 100.660 516.194
72
17
1918
64.448
47.000
101.787
516.473
73 10
,,
1918
61.395
43.000
101.508
518.330
73
3
,,
1918
51.430
32.000
110.082
524.086
74
27 Juli 1918
52.139
32.000
112.300
524.319
73 20
1918
44.854
23.000
114.844
524.526
73
13
,,
1918
34.101 11.000 115.627
527.036
74
6Oct. 1917
67.541
57.000
70.078
505.252
77
7 Oct. 1916
105.286
89.500 59.986
431.122
73
25 Juli 1914
67.947
14.300
61.686
43.521
1
)
‘
54
1)
Op de baai, van
9
/5
metaaldekking.
Uit de bekendmaking van den M i n i s t e r v
a
n Finan-
ci
ë ii blijkt, dat uitstoudeii op:
28Sept. 1918
5 Oct. 1918
‘Aan schatkistpromessen..
f
259.740.000,-
f
238.910.000,-
waarvan rechtstreeks bij
de Ned. Bank geplaatst ,, 98.000.000,-
89.000.000,-
Aan schatkistbiljetten .. ,, 78.695.000,- ,, 99.658.000,-
Aan ‘zilverbons ……..,,’ 65.149.125,- ,, 67.579.620,50
JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Naast de per mail ontvangen gegevens worden de telegrafisch
bekend geworden totaalcijfers der obligo’s en uitzettingen en
het beschikbaar metaalsaldo van latere data opgenomen.
Data
Goud
Zilver
B
k
an
–
ijetien
Andere
opelschb
schulden
21 Sept. 1918
256.100
14
1918
253.700
6
Juli
1918…..
‘
101.988′
13.643 191.247
29 Juni 1918 ……
102.110
13.929
189.275
67.268 102.208 13,872 189.038
65.446
22. Sept. 1917 ……
82.246
17.393
173.293
58,435
22
,,
1918 …….
69.342
.
23.902
151.071
55.243
23
Sept. 1916 …….
25
Juli’ 1914 ……
22.057 31.907
.
110.172
12.634
Data
Dis.
conto’s
J’Vissels.
buiten
N.-!nd.
betaalbaar
Belee-
ningen
1
Dtverse
1
ntngenl)
Beschik-
baa,
metaal.
‘
saldo
‘.&ings.
percen-
(age
21Sept.1918
136.900 63.300
14
,,
1918
–
–
132.800
•
63.800
•*
6 Juli1918
7.836
1
23.108
1
719
23.964
64.583
45
29Juni1918
7.887
1
23.567
1
72.062
24.018 64.898
45
22
,,
1918
7.673
1
3.410
1
73.296
22.618
65.333
46
22Sept.1917
7.808
34.77.4
72.943
19.699 53.578
43
23Sept.1916
6.706
1
37.223
1
63.578 7.176
51.982
45
25Juli 1914
7.2591
6.395
47.934
2.228
4.8421)
44′
1) Sluitpost der’activa.
1) Op de baai, van
2
/8 nsetaaldekking.
SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden’guldens,
Data Metaal
Circulatie
Andere
opeischb.
schulden
Disconto’s
Div. reke.
ntngen
1)
27 Juli
1918
..
615
1.444′
961
1.154
940
20
1918
..
686
1.423
832 1.138
613
13
1918
..
677
1.483
837
1.134
668
6
1918
..
668
1.520
771
1.163
,
600
28 Juli
1917
..
782
1.206
1.100
902
735
29 Juli
1916
..
728
1.054 890 917
618
25 Juli
19i4
..
645
1.100
560
735
396
1) Sluitpost der activa.
9 October 1918
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
89.7
BUITENLANDSCI1 BANKSTATEN.
Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht gegeven
van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.
BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency Notes,
in duizenden p. st.
Currenc,, Notes.
Dato
Metaal
Circulatte
Bd
1
Goudd.
1
Goe. Sec.
3 Oct. 1918 72.158
25 Sept. 1918 71.542
18
,, 1918
70.996
11
1918
70.703
3 Oct. 1917 55.727
4 Oct. 1916 54.631
22 Juli 1914 1 40.164
62.252
***
***
60.496
***
***
59.398 273.077 28.500 251.072 59.056 271.629 28.500 249.572
41.829 180.749 28.500 154.062
37.064
132.991 28.500 101.266
29.317
Data
Cao.
Sec.
Other
Sec.
______________
Public
Depos.
Other
Depos.
Re.
seroe
Dek-
kings-
percen-
tage
1)
3 Oct.
’18
57.671
99.727
30.525
137.127
28.355
16,91
25 Sept.’18
54.203 100.336 31.942
133.988
29.497
17,78
18
,,
’18
56.568
99.547
38.133
129.955
30.047
17,88
11
’18
64.644
98.393
36.127
138.924
30.098
17,20
3Oct. ’17
58.735 98.372
42.512
128.745
32.348
18l8
4 Oct. ’16
42.188
109.168
52.236 117.402 36.016
21’14
22Juli ’14
11.005
33.633
13.735
42.185
29.297
52l
1)
Verhouding tuischen Reserve en
Deposite.
DIJITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der. Darlebens-
kassenscheine, in duizenden Mark.
Data
Metaal
Daarvan
Goud
_________________
Kassen.
schetne
Circu-
laUe
Dek.
ktngs- percen-
30 Sept. 1918
2.563.033
2.447.215
2.646.86
15.334.358
34
22
1918
2.565.351 2.447.215
2.340.130
14.429.381
34 15
1918
2.466.472
2.348.225
2.303.655
14.044.593
34
7
,,
1918
2.466.906
2.348.268 2.228.594 14.104.684
.33
29 Sept.. 1917
2.505.761
2.404.006
986.481
10.204.936
34
30 Sept. 1916
2.503.636
2.484.774
392.091
7.369.965
39
23 Juli
1914
1.691.398 1.356.857 65.479 1.890.895
93
1)
Dekking der circulatie door metaal en Kaesenscheine.
Data
Wtssvla
ReE
Co.
Darldienskassenschetne
Totaal
in kas bij
uitge-
de Relchs.
geven
bonk
30 Sept. 1918
23.830.058
14.538.078
11.502.200
2.636.000
22
,,
1918
17.590.086
9.106.408
10.941.700 2.327.800
15
,,
1918
17.485.626
8.923.913
10.797.100
2.290.200
7
,,
1918
16.999.374
8.702.566
10.615.800 2.215.000
29 Sept. 1917
15.632.509
9.540.925 6.523.200 975.000
30 Sept. 1916
10.758.831 6.266.453
2.484.200
377.800
23 Juli
1914
750.892
943.964
RUSSISCHE STAATSBANK.
Sedert 5 November 1917 is geen bankstaat verschenen.
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste oosten in duizenden 1 ranes.
Data
Goud
Waarvan
in het
Buitenland
Zilver
Te goed
tn het
Buitenland
Buit.gew.
voarseb.
old. Staat
3 Oct. ’18
5.438.630
2.037.108
319.809 1.540.155 18.300.000
26sept.’18
5.437.881 2.037.108 320.564 1.539.631
18.000.000
19
,,
’18
5.437.420
2.037.108 319.767
1.577.089
18.000.000
12
’18
5.436.899
2.037.108
319.740
1.648.461
18.000.000
5 Oct. ’17
5.321.227 2.037.108
259.72
761.964 12.100.000
5 Oct. ’16
4.840.446
–
335.105
829.806 8.600.000
23 Juli’14
4.104.390
–
639.620
–
–
Wissels
Uitge.
stelde
Wissels
8dec-
ning
Bankl’Il-
jetten
Rek. Crt.
Parti.
culteren.
Rek.
Crt.
Staat
.
902.103 1.058.039
831.567
30.225.175 3.029.352
76.040
851.272 1.059.226 818.855 29.922.374 3.106.859
57.485
i..
824.222 1.060.650
824.937
29.788.150
3.005.650 351.656
812.269
1.061.895 818.856
29.763.683
3.089.989 354.318
0
728.320 1.161.654
1.097.085
21.420.039
2.899.713
27.269
512.155
1.382.977 1.185.844 17.011.144
2.252.168
59.108
1.541.080
–
769.400
5.911.910
942.5701400.560
SOC!TÉ GÉNRALE DE BELGIQUE.
1)
Voornaamste oosten in duizenden franeg.
Dato
Metaal
mcl.
bultenl.
soldt
in.
buttenl.
I
van
vorder.
in.
von
prom. d.
provinc.Ibeleen.
wlssmla
r
en
Ctrcu.
latie
1
Rek.
1 1
3Oct. ’18
1.14.781
100.011
480.000
95.287 1.452.612 358.318
26Sept.’18
1.145.778 99.982
480.000
101.783 1.452.948
365.452
19
,,
’18
1.121.848
99.976
480.000
100.315 1.452.947 345.068
12
’18
1.130.276 99.963
480.000
102.329
1.446.174
357.283
27 Sept.’11
460.199
90.386 480.000
98.OÏO
1.015.657
102.801
3Oct. ’16
333.4781 73.8641480.0001 43.9401
813.344
110.199
1)
Sedert einde 1914
met
de functie van circulatiebank betast.
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in duizenden dollars.
Waarvan
FR.
Dato
Goud
voor dekking
Waar.
van In
het bui-
Zilver
etc.
Notes In
I
circu. F. R. Notes tcnland
latte
2 Aug.
’18
1.980896
939.611 9.696
54.022
1.906.465
26 Juli
’18 1.974.200 945.783
11.628 55.129 1.870.835
19
,,
’18
1.975.448
974.945
15.496
55.647
1.829.045
12
’18
1.960.052
997.560
15.529
55.932.
1.813.425
3Aug. ’17
1.367.673
477.235
52.500 53.709 540.785
Data
Wissels
D
0t0
t
1
P
05
Waar.
van
Kapitaal
Dek-
kings.
percen-
tage
t)
Goud.
dekking
circu
latte
2 Aug.
’18 1.480.104
2.090.397
76.518
66,8
–
49,3
26Juli
’18 1.507425
2.181.262
76.441
63,4
50,6
19
,,
’18 1.409.278
2.225.268
76.383
63,9
53,3
12
,,
’18 1.378.346
2.194.074
76.324
61,9
55,0
3Aug.
’17
305.131
1.395.974
57.881
74,0
88,2
1)
Verhouding tuuschen: den totalen goudvoorraad, zilver etc.,
en de
opeisc}tbare schulden: F. R. Notes en netto depositos met inbegrip van
het kapitaal:
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ
HÊT
EED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in duizenden dollars.
Data
Aantal
Totaal
uitgezette
Reserve
bij de
Totaal
Waarvan
time
banken
gelden en
beleggingen
F. R. bonk.,
deposttos
deposit,
26 Juli ’18
725
12.668.369 1.150.922
11.132.555
1.426.697
19
,,
’18
718
12.402.030 1.161.867
10.931.250 1.409.212
12
’18
713
12.561.057
1.142.726 11.258.595
1.410.345
5
,,
’18
696
12.459.708 1.079.196 11.048.921
1.383.546
28 Juni ‘181
681
12.322.121 1.243.680
11.337.485 1.360.152
898
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
9 October 1918
1
EFFECTENBEURZEN.
Amsterdam, 7 October 1918.
Geweldige beroeringen hebben de internationale beurzen
gedurende de achter ons liggende berichtsperiode geteisterd,
beroeringen van zoo hef tige werking en van zoo uiteen-
loopend karakter, als sinds de eerste dagen van Augustus
1914 niet zijn voorgekomen.
Het zijn inderdaad tijden van wereidhistorische betee-kenis, die wij thans medemake en die hun afschaduwiiig
op de beurzen werpen. In Un enkele week tijds toch heb-
beu zich in Duitschiand wijzigingen voltrokken, die tot
vdÔr zeer korten tijd, zooal niet tot de onmogelijkheden,
dan toch wel tot de onwaarschijnlijkheden werden gere-
kend.
Het is dan ook duidelijk, dat de voorvalleii op het ge-
bied.der binnenlandsche politiek een zeer krachtigen steun
aan de beurs te B e r lij n hebben gegeven. Onder den in-
vloed van deu afval der Bulgaren toch ws de stemming
daar ter plaatse niet minder dan paniekachtig geworden.
Verkoopen na verkoopen werden op de markt geëffectueerd,
waartegenover echter niet steeds voldoende vraag kon wor-
den gesteld, zoodat verschillende realisaties zelfs niet uit-
gevoerd konden worden. Deze tendens culmineerde in het
beursverloop van Dqnderdag 3 dezer: koersteruggangen
van 40, 50 en 70 procent behoorden niet tot cle uitzonde-
ringen en zelfs waren er_ verschillende fondsen, die meer
dan 100 pCt. moesten prijsgeven, o.a. Blansa, Bismarck-
hOLte, Tabakregie, Steaua Romana, Erdöl, ilheinmetali,
enz. Het spreekt vanzelf, dat hier niet alles op de mili-
taire situatie terug te voeren was. Weken tevoren hadden ter zake hindigen reeds gewaarschuwd tegen een te hoog
opvoeren van het koerspeil, waarop h. i. noodzakelijk een
reactie zu moeten volgen, die te sterker zou zijn, naar-
mate de koersopdrijving krachtiger was geweest. Dit is
thans geschied en het is ondei- dezen gezichtshoek be-
schouwd, dan ook verklaarbaar dat tot interventie-aan-
koopen van de groote banken zoo betrekkelijk laat is be-
sloten. Er bestond klaarblijkelijk voor de financicele lei-
ders geen aanleiding het – algemeen koerspèil op een door
een bijna ongebreidelde speculatie zoo hoog opgevoerd cij-
fer te houden en men heeft met ingrijpen gewacht, tot er
teekenen kwamen, die wezen op een lawine-achtigen val
van de prijzen. Toen heeft men te Berlijn de handen inédn
geslagen en besloten de banken steun, aan de markt te
verleenen, echter nog slechts voor bepaald geselecteerde
fon4seu, die b.v. reeds zoodanig gedaald waren, dat het
niveau van begih Juli 1914
–
weder bereikt was, waaronder dan genoemd mogen worden eenige scheepvaart- en indus-
trieele waarden en voorts Harpener, Gelsenkirchen, Bom-
bacher en Lothringer Hütte. Bij de laatste was de daling
veroorzaakt door het bijzondere gevaar, dat de ondernemin-
gen liepen ten gevolge van de nadering der geallieerde
legers tot de grenzen van het Rijksland.
Voornamelijk scheepvaartvaarden hebben zeer sterk
onder den verkoopdrang geleden, in verband met aanbod
op groote schaal van Hamburgsche zijde. Hier moet wor-
den opgemerkt, dat dit aanbod niet steeds uit vrijwillige
verkoopen voortkwam; talrijke executies hebben reeds
plaats gehad, zoowel te Berlijn als te Hamburg en te
Frankfurt; in eerstgenoemde plaats heeft zelfs de heftige
reactie van aandeelen Bemberg (omtrent de enorme koers
verheffingen van dit fonds spraken wij in deze kolommen
reeds meermalen) offers geëischt, die niet van louter mate-
rieelen aard zijn.
S
Toen echter op Vrijdag 4 dezer tot interventie besloten
was, verkreeg de markt plotseling een geheel ander aan
zien. Weliswaar werkten tot een krachtig herstel ook mede
de verwachtingen omtrent vrede, die men met betrekking
tot de rede van den nieuwen Rijkskanselier koesterde (ver-
wachtingen, die inmiddels niet beschaamd zijn geworden)
en de discussies omtrent de ,,Neu-Orientierung” van de
binnenlandsche politiek, doch in eerste instantie was heb
toch wel de steun, die -zeer voelbaar aan de markt werd
verleend. De beurs was uitermate nerveus, zoodat koers-
variaties van 10 en 20 pCt. bij zeer vele fondsen voorkwa-
men, doch de stemming was gedecideerd beter. Er werd in
de eerste plaats niet meer zonder eenig oordeel des onder-
scheids verkocht en er waren zelfs waarden, die Vrij aan-
merkelijk konden monteeren, zoo o.a. de sterk gedepre-
cieerde scheepvaartwaarden als Lloyd en Paketfalirt, som-
mige electriciteitswaarden, de aandeelen. van gioote indus-
trieele ondernemingen, enz. –
Merkwaardig is gedurende de geheele uiterst bewogen
periode de opmerkelijk vaste steiuming van Duitsche
staatsfondsen gewéest. Het ligt voor de hand, dat men
hier eerder tot krachtigen steun is overgegaan, met het
oog op de thans in gang zijiide inschrijvingen op de ne-
gende Duitsche oorlogsleening. Omtrent deze emissie wor-
cjen in de Duitsche pers voortdurend bedragen vermeld,
waardoor, ondanks de ernstige tijdsomstandigheden, een
welslageii als verzekerd mag worden beschouwd. Voor een
zeer groot deel echter moet dit succes worden toegeschre-
ven aan de techniek der emissie, die een teleurstellend
resultaat (evenals in de Vereenigde Staten, waarop wij
hieronder terugkomen) vrijwel uitsluit. –
De geldinarkt is tamelijk ruim gebleven; ondanks ver
schillende onttrekkingen, was er geen gebrek aan liquide
middelen, zoodatde rentevoet zich op 43′ 4% pCt. kon
handhaven.
De beurs te Weenen heeft een zoo mogelijk nog scherper
beeld van paniekstemniing te aanschouwen gegeven, het-
geen in de hand werd gewerkt door den invloed, die steeds
vanuit Budapest (met een, naar bekend, uitermate specu-
latief aangelegde bevolking) uitgaat. Reeds in de laatste
dagen vÔÔr de Buigaarsche débacle was de stemming onge-
aniineerd ge*eest; toen deze echter een feit was geworden,
opende de markt reeds dadelijk op een gemiddeld 50 pOt.
lager niveau. De vei
–
koopen vonen aanvankelijk voor het grootste gedeelte voor louter Weensche rekening plaats;
de provincie, en ook Budapest, had nog geen gelegeflheid
gehad in te grijpn, tengevolge van de slechte telefonische
en telegrafische veibindingen. Ook had men in Budapest
het aanvangsuur der beurs met een half uur vertraagd,
terwijl de omzetten zelf slechts gëdurende een half uur kon-
den plaatsvinden. Zoo kwam het, dat in de eerste dagen
der reactie zelfs nog eenie vraag zich voordeed, mede in
verband met dekkingsaankoopen. Het benrsbestuur heeft
bovendien medegewerkt in clie eerste dagen afwikkelingen
uit het publiek mogelijk, te maken, doordat het toestond
ook variaties van 10 pct. te noteeren. Voorheen waren n.i.
slechts fluctnaties van 7 pOt. hooger of lager toegestaan, ter-
vjl bij grootere w’ijzigingen op één enkelen dag de koeisno-
teering werd geannuleerd en derhalve geen afdoeningen tot
stand konden komen. Door den hier genoemden maatiegel
echter werd bereikt, dat althans een deel der verkoop-
limnites geëffectueerd kon worden, zoodat tenminste dit
aanbod voor de volgende dagen. niet meer bleef bestaan.
Op de vrije markt echter was de koersval niet minder
dan geweldig te noemen. Om slechts enkele voorbeelden
aan t6 halen, releveeren wij hier, dat op den eersten dag
der paniekstemming- aandeelen Donau-Dampfschiff Kr. 145
lager sloten, Lloyd Kr. 165, Waffenfabrik Kr. 175, Daimler
Motoren K… 115. Zeer sterk gedrukt waren steenkolen-
waarden: Brüxer verloren Kr. 10, Salgo Tarjaner.
Hr. 158.
Ook bankaandeelen waren zoo sterk aangeboden, dat zeer
aanmerkelijke koersverliezen te vermelden vallen; de reac-
ties bewogen zich tusscheu 48 en 82 Kronen.
Gedurende de volgende dagen nam de paniekstemming
toe, zoodat verschillende faillissementen werden uitgelokt,
o.a. te Budapest van een beursmakelaar met een passief van
circa Kr. 1.000.000; men oordeelde het dan ook het best de
beurs te Weenen te sluiten, hetgeen echter niet langer dan
één dag is geschied. Van georganiseerde interventie ver-
luidde hier nog niets; er is dan ook wel eenig herstel inge-
treden, als gevolg van aankoopdn uit het publiek, doch
van een reclres op groote schaal kan hier nog niet vor-
den gesproken.
In verband met de buitengewone en zeer ernstige ge-
beurtenisen heeft het slechts weinig de aandacht getrokken,
dat de B e i 1 i n e r B 6 r s en C o ii r i e r in hare jubileumns-
uitgave ter gdlegeuheid van haar vijftigjarig bestaan eenige
zeer interessante publicties omtrent het ontstaan en
•
de
ontwikkeling der Berlijnsche en Weensehe beurzen het
licht heeft doen zien. Uit de betreffende artikelen rele-
veeren wij hier, dat feitelijk de stoot tot de oprichting
van cle beurs te Berlijn is uitgegaan vanuit Nederland.
Op 29 Juni 1685 toch stelde de Groote Keurvorst, Fi-ie-
drich Wilhelm, het beursinstituut in, hiertoe gebracht
dooi;
hetgeen hij in zijn lang verblijf in ons land had op-
gemerkt, vooral in verband met het nut voor handel en
scheepvaart. Oorspronkelijk waren het slechts haiidelsarti-
kelen, die ter beurze werden omgezet en het duurde tot
1772, het jaar, waarin Frederik de Groote de ,,Königliche Seehandlungsgesellschaft” oprichtte, dat voor het eerst in
effecten werd gehandeld. Deze effecten waren de aandeelen
van cle Seehandlung, waarnaast werden omgezet eenige
tabaksaandeelen, aandeelen in haringvisscherijen (Emdener
Beringfischerei) en assurantie-maatschappijen, benevens
eenige paudbrieven. Eerst zeer langzamerhand voegden
zich hierbij andere waarden; zoo werden in 1805 nog
slechts genoteerd de Duitsche staatsschulden, de Pruisisch-
Engelsche leeningen, eenige pandbrieven en enkele stede-
9 October 1918
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
lijke obligaties. De groote ,,Aufschwung” verkreeg de Ber-
lijusche beurs eerst na 1870, toen de vestiging van groote
banken in de hoofdstad van het land het verkeer in de
geidwereld sterk stimulèerde.
De beurs te Weenen heeft haar oorsprong te danken
aan een patent, verleend door Keizerin Maria Theresia, op
den eersten Augustus 177.1, waardbor zij het karakter ver-
kreeg van een staatsinstelling met een iRegeerings-commis-
sans. Eerst in 1854 bracht de beurswet van Karl, Freiherr
von Bruck, hierin verandering, doch ook toen werd het
beu rsverkeer nog onder toezicht gesteld van de ,,Börsen-
kammer”. Volledige vrijheid werd eerst in 1875 verkregen, nadat de zeer levendige periode van oprichting van nieuwe
ondernemingen, banken, enz. het voordeel van een geheel
onbelemmerde beurs had doen inzien. Gedurende het be-
staan der Wecnsche beurs hebben hfSi- bijzonder vaak crisissen geteisterd, welke zij echter tot nu toe glansrjk
heeft doorstaan.
Het is niet de bedoeling thans en in deze kolommen de
ongetwijfeld interessante publicaties te refereeren, vooral
niet nu de tijden van zoo buitengewone beroering zijn en
de aandacht op andere objecten wordt verlegd; toch was het
ter wille van de volledigheid wenschelijk op enkele l)unten
de aandacht te vestigen.
Te P a r ij s. en te L o n d e n hebben de beurzen, zooals
te verwachten is geweest, een uiterst willig verloop gehad.
Bepaalde fondsen in het bijzonder zijn echter niet naar voren
gekomen, zoodat een meer gedetailleerde bespreking hier
achterwege kan blijven. Wel wordt uit Parijs gemeld van zeer groote belangstelling voor de vierde oorlogsleening,
,,l’Emprunt de la Libration”, waaromtrent in het vorig
overzicht uitvoeriger bericht werd.
Te N e w Y o r k heeft de beurs een zeer verdeeld ver-
loop gehad. Van een bepaald geanimeerde stemming kan
hier niet gesproken worden; het waren meer enkele fondsen,
die op sommige dagen sterkde aandacht hebben getrokken.
Zoo bevonden zich Marinewaarden doorgaans in het centrum
der belangstelling, in verband met herhaalde geruchten, dat
het Engelsch bezit der maatschappij thans tot zeer aanne-
nielijke condities zou worden verkocht, waaruit dan wel-
licht het geheele achterstallige dividend der preferente aan-
deelen betaald zou kunnen worden. Tot nu toe werd geen
bevestiging van dit gerucht ontvangen, hoewel de tendens
voor cle betrokken waarden zeer vast is gebleven. Ook voor
aandeelen Anaconda Copper bestond goede belanstelling.
Over het geheel echter kan niet worden gesproken van een
stemming, die het uitvloeisel was van de Europeesche be-
richten, ten ware de meer geanimeerde tendens, die voor
Amerikaansclie spoorwegwaarden is ontstaan en waarvan voornamelijk de kleinere shares konden profiteeren. Deze
richting is vermoedelijk in verband te brengen niet over-wegingen omtrent teruggave der thans door den Staat be-
lieerde systemen aan de respectievelijke aandeelhouders.
De campagne voor de vierde ,,Liberty-Loan” is nog
iti
volleii gang. Naar men weet, is cle rentevoet thans iets
honger gesteld dan clie der drie voorgaande emissies; van
het verloop der successievelijk uitgegeven leeningen geeft
het volgend staatje een duidelijk overzicht: –
le ing. 2e Ing.
3e lng.
4e lig.
Tijd van uitgifte . . Juni ’17 Oct. ’17 April’18 Oct. ’18
Toegewezen bedrag.. $2000 $3808,77 $4176,52 minstens
millioen millioen millioen $6000 m.
Rentevoet ……..3V
0/
be-
4
0/
4I/
0/
4l/
0
/0
last. vrij
–
onderhevig aan belasting
Koers van uitgifte.. pari
pari
pari
pan
Aantal inschrijvers.
41/2
miii. 9
1
1, miii. 17 mili.
Naar men ziet, is een minimumopbrengst van $ 6000 mii-
lioen vastgesteld en men heeft dit bedrag reeds vooruit
kunnen bepalen doordat de techniek der emissies zoodanig
is, dat men te voren reeds zeker ken zijn van een zekere
ininimumopbreugst. ])e banken zijn nA. verplicht een gedeel-
te van haar liquide middelen in schatkistbiljetten te beleg-
gen, vervallende tegen den termijn van uitgifte der oorlogs-
leening, waarmede zij dan tevens de verplichting overnemen
liet vrijkomende bedrag in cle nieuwe obligaties te verwis-
selen.
Te o n z e n t heeft de inheemsche
iS’taatsfondscnrnarlct
een uiterst stil en ongeanimeerd verloop gehad. Zonder
u itzbncleriugen zijn onze Nederlandsche schuldsoorten lager genoteerd dan een week geleden het geval is geweest. Eener-
zijds moet hiervoor als oorzaak worden genoemd het stroe-
ver worden van de geldmarkt (overigens een gewoon ver-
schijnsel tegen het najaar, doch thans nog eenigszins in de
hand gewerkt door de stortingseisclien op verschillende
nieuwe emissies, o.a. cle Koninklijke) anderzijds het vooruit-
zicht op de komende Staatsleening, welke thans, nu het
ontwerp dienaangaande reeds bij den Raad van State is
ingediend, veiioedeljk binnen zeer korten tijd tegemoet
kan worden gezien.
Buitenlandsche soorten daarentegen konden zich in groo-
Ier belangstelling verheugen. Van deze stonden Russische
waarden wel in het eerste gelid. De mogelijkheid van een
wijziging in den stand van zaken in het Oosten van Euiopa
heeft bij tal van betrokkenen de hoop op een betere toe-
komst voor Russiscbe obligaties doen herleven, zoodat zeer
groote kooporders in de markt kwamen. Bij de beperktheid
van materiaal heeft dit voor sommige fondsen zeer aanmer-
kelijke koersverbeteringen in het leven geroepen. Ook voor Oosteurijksche Renten ontwikkelde zich groots vraag, die in direct verband stond met de vredesvoorstellen
van de Centrale Mogendheden. Aan den anderen kant echter
was ook de verbetering der Oostenrjksche valuta oorzaak
van de koersverheffing en toen dan ook in den loop van het
huidige beursuur
•
de noteering voor Oostenrijksche Kronen
iets terugliep, moesten ook de betrokken schulcibrieven iets
van hun avnnce prijs geven. Het slot bleef echter hoven hot
niveau van de vorige berichtsperiode.
Ook in enkele andere minder courante staatsschuldsoorten
ontstond thans eenige handel; zoo releveeren wij hier 5cr-
vische en Bulgaarsche obligaties, die gezocht waren in ver-
band met de vooruitzichten voor een herstel op den
Balkan. –
Overigens heeft men aan onze beurs de ingrijpende voor-
stellen van de Centrale Mogendheden met vrij groote reserve
opgenomen. Weliswaar waren die rubrieken, die bij het
tot sta.nd komen van den vrede de zeer gunstige gevolgen
hiervan onmiddellijk zullen ondervinden, honger in koers,
doch de verbeteringen gingen voor het meerendeel toch niet
boven een bescheiden omvang uit.
1 Oct.
4 Oct.
7 Oct.
41/
0/
Ned. W. Sch.
1916
90/e
90
9
11*
901/4
– 6/8
4
0j
,,
,,
,,
1916
84
1
/8 84
1
/8
841/,o
–
Ii*
31/
0/
. . . .
77
77I/
77
1
/*
-f
‘Is
3
0
/o
. . . .
67’I,o
67
67 Vi*
21!2
0/
Cert. N. W. S…….
57 1/4
56
1
I
57
–
1/
4
5
0/
Oost-Indië 1915
. . .
94
1
/,*
948/,,
941/*
–
4
0/
Hongarije Goud
39
1
/*
37
40’/2
+
1
4
0/
Oostenr.Kronenrente
31
1
/2
31 34
1
/8
+
31/8 5
0/
Rusland 1906 ……
32 347/s
42
+
10
41/
2
0/
Iwangorod Dombr..
22
1
/
26
37l/
151/
8
4
0/
Rusland Cons. 1880
26V*
29’/4
34
7
/8
8/4
t
4
o/,
Rusl. bij Hope &Co
27’/,
30V4
36
8
1
!2
4
0
/0
Servië
1895 ……..
48
50 53
+
5
4I/
0/
China Goud 1898
.
51
1
/a
51 55
l
/
+
3Is
4
0/
Argentinië Buitenl
571/
56
58
11
/14
+ 18/1*
5
°/o
Brazilië 1895
……
56
1
/*
561/
8
56!8
+
‘Is
5
ijs
,,
1913
……
.57
57
571/2
± l/
Het terkst waren de fluctuaties nog voor de
petroleum-
afdeeling.
Hier bleken vooral de Roemeensche soorten gefa-
voriseerci en van deze weder voornamélijk aandeelen Gecon-
solideerde Hollandsche Petroleum (als ,,holding-company”
van de Astra-Romana). Daarnevens trokken aancieelen
Orion de belangstelling, die zich echter op het hoogste peil niet konden handhaven. Aandeelen Koninklijke Petroleum
herstelden zich na een kortstondige reactie.
Vervolgens was de
rubberniarkt
in veel betere conditie. Hier waren het alle soorten, die goede verbeteringen kon-
den behalen; in de eerste plaats echter waren het de fondsen
met een kleine markt, die het grootste avance konden boe-
ken, als Lampong-Snmatra, Nederiandsche Rubber, enz.
Cultuurwaarden en- Handelsondernencin gen
bleven vrij
goed gevraagd, doch zonder koersvariaties van groote be-
teekeuis, evenals aandeelen van Neclenlandsche Industrieele
ondernemingen. Deze profiteerden echter iets meer van de
hoopvolle verwachtingen, die men met betrekking tot deze
maatschappijen koestert voor de tijden na den oorlog.
De
feb aksmarkt
was zeer vast gestemd op dezelfde over-
wegingen als voor de rubberafdeeling. Ook hier echter
konden de hoogste noteeringen niet behouden blijven.
1 Oct. 4 Oct. 7 Oct.
Amsterdamsehe Bank .
184
1848/
4
18431 + 8/4
Ned. Handel -Mij. cert. v. aancl 178
175/
4
178
Rotterd. Bankvereeniging
145
1
/8
146
145/ + &/
Amst. Superfosfaatfabniek
190
180
184
– 6 –
Van Berkel’s Patent ……147
147
1
/3 147
1
/4 +
1
/4
Insulinde Oliefabriek …… 231′!, 228
228
1
h – 3
Jurgens’. Ver. Fabr. pr. aand. 247
1
/, 255
255
+ 7′!2
Ned. Scheepsbouw-Mij. …. 156
161′!, lGl’/i + 5
1
!,
Philips’ Gloeilampeufabriek 347
1
!, 358
369
+ 211/,
R. S. Stokvis & Zonen …. 510
500
500
– 10
Vereenigde Blikfabnieken. . 138
138’/, 138 1/2 + 1/2
900
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
9 Octobér 1918
1 Oct. 4 Oct. 7 Oct.
Rgf
Compania Mercant,il Argent. 256
1
/ 250
1
!2
2511I
– 43/
4
Cultuur-Mij. d. Vorstenland. 143
138/16 144
+ 1
Handeisver. Amsterdam…. 351
344t/,
353
1
/,
+
2
1
!2
Hou. Transati. Handeisver. 156
1
!2 154
157
1
14
+ 1/4
Linde Teves & Stokvis ……215
2I2V
213
—2
Van Nierop & Co’s Handel-Mij 200
201/4 199V,
–
1
/2
Tels & Co’s Handel-Mij …. 170
170
172
1
/
+
2
1
/
Gecons. Hou. Petroleum-Mij 224 ‘/
22451
8
235
+
10’/4
Kon. Petroleum-Mij. …… 505
553
1
!, 568V2 + 3
1
!,
Orion Petroleum-Mij ……. 81’/
81’/4
85
1
/2
+ 4’/a
Steaua Romana Petr..Mij.. 172
165
175
+
3
Amsterdam-Rubber-Mij…..179
175I4
182′!2 + 3’/2
Nederl.-Rubber-Mij . …… 100
103
110
+ 10
Oost-Java-Rubber-Mij. …. 200
196
1
/2 202
+ 2
Deli-Maatschappij ……..504
490’/
513
± 9
Medan-Tabak-Maatschappij.. 221
1
!2
213’/ 223
+ 1
1
!2
Senembah-Maatschappij …. 472
1
!2
452
475
+ 21!,
.De
scheepvaartafdeeling
heeft een zeer verdeeld verloop
gehad. Over het geheel kan worden gezegd, dat onze beut’s
cle betrokken
Ai
,
aarden niet in de eerste plaats als ,,vredes”-
fondsen beschouwt. Tot voor eenigen tijd was dit wel en
zeer sterk het geval; nadat echter de bepalingen met de
Vereenigde Staten en met Engeland omtrent de te ver-
goeclen huren bekend zijn geworden, is deze opvatting ge-
wijzigd. Zoo is hèt te verklaren, dat de meeste scheepvaart-
waarden eerder een reactie te aanschouwen hebben gegeveI,
met uitzondering van speciale fondsen als aandeelea Hol-
land-Gulf, Hullegersberg, Oostzee, enz. en van een enkel aan-
deel, dat bij de voorgaande rjzing eenigszins achter was
gebleven, als Kon. Hollandsche Lloyd.
1.
1 Oct. 4 Oct. 7 Oct.
Rijzing of
.
daling.
Holland-Amerika-Lijn ••.. 439
4304 434
– 5
,,
,, gem.eig. 416
1
!2 415
1
!, 415’/
— 1
Holland-Gulf-Stoomv.-Mij .. 290
300
305
+ 15
bil. Alg. Ati. Stoomv.-Mij. 182
189
1
!2
188
+ 6
Hollandsche Stoomboot-Mij.. 239
233
1
/2 234’1, – 4
1
!2
Ja.va-China-Japan-Lijn …. 348
1
!8
343’/
341
– 75!,
Kon. Hollandsche Lloyd .. 186 190’13 193’14 +7’/4, Kon. Ned. Stoomb.-Mij…..273’/4 266V, 264/2 –
8’I
Kon. Paketvaart-Mij.. ….. 284V2 279
2811I
– 3
Maatschappij Zeevaart …. 355
1
/4
365
360
+ 4’1,.
Nederi. Scheepvaart-linie .. 286
282
1
!2
– 2821/4 – 37/
4
Nieveit Goudriaan ……..575
569
569
– 6 –
Rotterdamsche Lloyd …… 327
323
320
1
!2
– 6V2
Stoomv.-Mij. ,,Hillegersberg” 395’/4 400
406
+ 10
1
/
,,Nederland” .. 310
310V4 308’f, – 7V2
,,Noordzee” .. 236
1
/
233′!2 230
–
6′!,
,,Oostzee” .. .. 399
1
/& 407
415
+ 151/4
De
ilmerikaanscice markt
heeft zich geheel analoog aan Wallstreet gedragen; de omzetten waren echter zeer klein,
daar de belangstelling van het publiek in hoofdzaak op de
locale markten gericht blijft. Ook heeft de arbitrage, tenge-
volge van het nog steeds gebrekkige telegrafische verkeer,
nog steeds geen gelegenheid tot ingrijpen gevonden.
1 Oct. 4 Oct. 7 Oct.
RiIZif
American Car & Foundry .
77
3
!8
77
76V, –
Anaconda Copper ……..141 143V2
‘
144′!, + 3
1
/,
Un. States Steel Corp ….. 100′!,, 98
18
!16
98
1
/4 – 2’/,
Atchison Topeka ……….86’/,, 90
7
!, 91
1
/,
+ 4
1
/
Southern Pacific ………. 85/,
85″/,, 86/4
+ 71, –
Union Pacific………….130 –
128″ho 130
Int.Merc.Marineafgest…..33
34″/8 84
1
!ie + 1
1
/,
prefs 108
1
/,o 115
1
!8
114
1
!2 + 6’/,
De
geklrn.arkt
was iets
aster; prolongatie is gemonteerd
tot 4 pCt. .
GOEDERENHANDEL –
–
GRANEN.
Rotterdam, 8 October 1918.
it
Uit de berichten, die ons dezer dagen hebben bereikt
blijkt, dat in
Groot-Brittannië en Ierland
de maand Septem-
hër al even ongunstig wedèr heeft gebracht als wij hier heb
ben doorgemaakt. Ook daar heeft liet nog niet binnenge-
haalde gedeelte van den oogst sterk geleden. Slechts in het uiterste zuiden waren tarwe en gerst geheel en haver groo-tcndeels geoogst vÔör de regenperiode intrad. Meer noor-delijk echter bevond zich een groot gedeelte van het graan
nog op het land en in de noordelijke streken van Engeland;
in Wales en Schotland en ook in Ierland was nog slechts
zeer weinig binnengehaald. De berichten uit die streken
iijn vrijwel geheel gelijkluidend aan die uit ons eigen land.
Gicvi•eesl wordt, dat nict slechts de kwaliteit zeer zal heb-
ben geleden, doch dat ookde opbrengst niet onbelangrijk
beneden de in Augustus gekoesterde schittei’eftde .vex-wach-
tingen zal blijven. Gelukkig helden de aardappelen, waarven
de opbrengst geschat wordt op 4,1 millioen ton (25 pOt.
r,,eer dan de reeds groote oogst van het vorige jaar) ziel,
tanieljk goed. Dc aanvoeren van nieuwe tarwe aan cle
Engelsche markten zijn van flinken omvang. l)e Engelsche
i-egeering heeft bij hare ptijsvaststellitig van tarwe djt jaar
de prjsverhooging voor latere levering veel lager vastge-
stelci dan in het vorige seizoen en het gevolg is, dat cle
hoeren hun oogst sneller ter markt brengen dan, in 1917.
i)e molens ontvangen dan ook zonder moeite voldoende
tarwe voor hun bedrijf. Zij ondervinden echter eeuig be-
zwaar van de omstandigheid, dat een zoo groot gedeelte der
hun ter beschikking gestelde ta.rwe uit de zachte Engelschc
soorten bestaat. Gelukkig echter is cle Arnerikaansche
w
–
intertarwe, die in steeds ruimere hoeveelheden in Enge-land begint aan te komen, dit seizoen buitengewoon hard.
De ruimere aanvoeren’van tarwe der laatste weken en het
vooruitzicht, dat ook in de naaste toekomst voor eene her-
haling der schaarschte van 1917 niet behoèft te worden
gevreesd, heeft de Engelsche regeering er toe geleid om cle
25 pCt. meel van andere graansoorten, waarmede het tarwe-meel tot nog toe moest worden vermengd, op 20 pCt. te ver-
lagen.
Ook in
Frankrijk is
het weer in September al even ongun-
stig geweest als in Engeland, doch de graanoogst was daar
voor verreweg het grootste gedeelte reeds binnengehaald.
l)e Fransche aardappeloogst belooft echter – eene minder
groote opbrengst dan in het vorige seizoen.
In de
Vereenigde Staten
van Amerika zijn ook in de
afgeloopen week de aanvoeren van tarwe weder zeer
–
groot
geweest en ondanks flinke verschepingen naar Europa is de
zichtbare voorraaU weder met circa 7 millioen bushels ge-
stegen. Hij bedroeg op 7 October ongeveer 98 millioei
bushels tegen 7,8 millioen biishels op 8 October 1917.
Ondanks het plan van de Food-Administration te
Washington om vaû den tegenwoordigen tarweoogst een
voorraad af te houden van 100 millioen bushels, zal toch
voor uitvoer nog circa 250 millioen bushels tarive over-
blijven, terwjr in – het gelieele vorige seizoen cle uitvoer
sléchts 132 millioen bushels bedragen heeft. Ook zijn met
ingang van 1 September in de Vereenigde Staten de be-
kende ,,wheatless days” afgeschaft. Het brood mag echter
ook daar niet meer bevatten dan 80 pOt. tarwe, geheel in
overeenstemming met de Engelsche regeling. Brood van
uitsluitend tarwe mag in de Vereenigde. Staten slechts wor-den gebakken van meel van 95 pCt. extraetie.
De m-uimere tarweopbrengst heeft de Food-Administra-
tion doen besluiten om de behandeling van den tarweoogst iets meer dan het vorige jaar het geval was aan den handel
over te laten. Hetzelfde is geschied in
Canada,
doch dc
aanleiding daartoe is eene andere. ‘Alle voor export bestemde
Canadeesche tarwe werd daar gekocht en verscheept door
de Wheat Export Company, een eigenlijk Engeisch lichaam,
niet geheele uitsluiting van den Canadeeschen graanhahdcl:
l)eze laatste heeft nu onlangs verkregen, dat de monopolisti-
sche positie van de Export Company is opgeheven en onder
controle der Canadeesche Regeering weder alle gi’aanhan-
delaren aan het exportbedrijf kunnen deelnemen. Omtrent
de opbrengst van den Canadeeschen tajweoogst zijli de be-
richten ng steeds tegenstrijdig. De Reguering schat, dank
zij den na de laatste droogteperiode gevallen – regen, de
opbrengst op ongeveer dezelfde als het vorige ja.ai-, ‘doch
particuliere schattingen, die vroeger dikwijls zeer betrouw
–
baar zijn gebleken, duiden op een vermindering tegenover
liet vorige jaar met niet minder dan ongeveer 25 pOt.
In
Aa-gentinië en
Britsch-Indië,
waar onlangs nog ge-
vi’eesd werd voor schade aan den nieuwen oogst door
droogte, is intusscl,en voldoende regen gevallen. In Britsch-
Indië heeft dit reeds geleid tot grootere aanvoeren aan de
liavenplaatsen. In Argentinië is het overschot van dèii oogst
nog zoo groot, dat nauwelijks verwacht kan worden, dat dit nog geheel zal worden uitgevoerd. Nu bovendien de Veree-
nigde Staten alleen 250 millioen bushels’ tarwe voor uitvoer
ter beschikking hebben, bestaat er voor de op verderen
afstand van Europa gelegen tarwe-uitvoerlanden nog minder
kans
01)
een voldoenden afzet van hun product dan in het
vorige seizoen. Vooral geldt dit weder voor Australië, waar
ook nu weder dë oogst zich goed laat aanzien, doch waar
tevens nog steeds enorme hoeveelheden tarwe op versche-
ping wachten. Van het uit.voeroverschot van 1916/1917 was
daar tot 24 Juni 1918 nog nauwelijks een achtste gedeelte
verscheept en van den laatsten oogst nog zoo goed als niets.
Ondanks de omstandigheid, dat in de Vereenigde Staten
van Amerika dit jaar een zoo veel kleinere ma3soogst ver-
wacht wordt dan in het vorige seizoen, is de maïsprijs daar.
9 October 1918
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
901
Noteeringen.
Chicago
Buenoa Are,
Data
Tarwe
Mata
Haver
Tarwe
Man
Ltjnzaad
Oct.
Oct.
I
Oct.
Nov.
Nov.
Nov.
5Oct. ’18
226
130
70’I
11,45
5,65 20,80
28Sept.’18
226
1391!
2
72
8
/8
11,20
3
)
5,75
8
)
24,- 3)
5Oct. ’17
220
119°!8 ‘)
59
,
4
1
)
-,-
8,70
20,90°)
5Oct. ’16
1601/4
1)
78
‘)
4931s
‘)
11,95
6,35
17,85
5Oct. ’15
99°h
‘)
59
1
/4
36
‘)
11,40
2
)
4,90′)
11,45°)
20Juli ’14
82
‘)
563!,
1)
36′!2
‘)
9,40
2
)
5,38 ‘)
13,70
2)
Locoprjzen te Rotterdam/Amsterdam.
oorten.
7 Oct.
1918
30 Sept.
1918
7 Oct.
1917
25,-‘)
25,-
t
)
–
Rogge (70 Kg. natura gew.)
28,50
1
)
28,50
1
)
–
-.
360,-‘)
Gerst (60 Kg. natura gew.)
20,-‘)
20,-.-
1)
–
Tarwe (inlandsche)
…….
23,-‘)
23,-
1)
–
MaIs (La Plata)
………-
Lijnkoeken
(Noord-Ame.
Haver
(inlandsche) …….
rika van La Plata-zaad)
–
–
250,-‘)
Lijnzaad (inlandsch)
….
40,-‘)
40,-‘)
–
per JJec.
.1
per Sept. ) per
Oct.
i
t)
Regeeringsprijs.
AANVOEREN in tons van 1000 K.G. voor verbruik in Nederland.
Rotterdam
II
Amaterdam
II
Totaal
Artikelen.
–
II
,
II
1 29 Sept.-
Sedert
1
Overcenk.
II
29Sept.- t
Sedert
1
Overecr,k.
1918
1917
1
5 Oct. 1918
1
1 Jan. 1918
1
tijdvak 1917
II
5 Oct. 1918
1
1
Jan. 1918
1
tijdvak 1917
II
Tarwe ……………..
–
8.944
253.376
–
•2.920
38.227
11.864
291.603
–
–
8.465
–
–
–
–
8.465
–
_
2.314
–
–
–
–
2.314
– –
114.637
. –
4.590
73.710
4.590
188.347
Rogge
……………..
Boekweit
………….
.
–
–
–
30.600
–
–
11.886
–
42.486
–
–
12.399
–
–
27.269
–
39.688
MaIs
……………..
–
–
8.322
–
–
7.560
–
15.882
Gerat
……………..
Haver
……………..
Lijnkoek ……………
–
–
34.078
–
–
27.985
–
62.063
Lijnzaad ……………
–
.
756
19.988
–
6.068
3.051
6.824
23.039
Tarwemeel ………….
Andere meelsoorten
. . . .
–
19.716
–
–
4.286
24.002
AANVOEREN in tans van 1000 K.G. voor Be1gi.
Tarwe …………….
1
13.097
1
190.292
1
333.837
I
–
1
–
1
–
II
190.292
1
333.837
MaIs
…………….
1
–
1
90.191
1
12.335
1
–
1
–
t
–
II
90.191
1
12.335
Rogge
…………….
1
–
5.174
1
–
–
1
–
1
–
1
5.174
1
–
Tarwemeel
…………
1
–
1
68.918
1
4.378
II
–
1
8.807
1
–
II
77.725
4.378
Gerst
…………….
1
–
1
24.172
667
1
–
1
–
II
24.172
t
667
Andere meelsoorten
….
3.952
1
37.540
1
–
ii
–
1
9.510
1
–
47.050
J
–
iii
de aïgeloopen week met groote sprongen gedaald. Daar-
zich nog
01)
liet land bevindende graan, alsmede aan de
toe hebben waarschijnlijk verschillende oorzaken medege-
boonen en aardappelen. Deze bedroevende omstandigheid
werkt. De aanvoeren van maïs van den vorigen oogst aan
maakt het voor ons land steeds meer noodzakelijk om, in
de Amerikaansche markten blijven namelijk nog steeds van
sterkere mate dan in cle laatste maanden het geval geweest
zeer grooten onivang en verder wordt aangenomen, dat de
is,
aanvoeren van buiten te verkrijgen en met steeds groo-
kwaliteit dit jaar zooveel beter zal zijn dan die van den
tere belangstelling worden de pogingen gevolgd
om
voor
vorigen oogst, dat deze verbetering
in
niet onbelangrijke
ons land althans een beperkt gedeelte machtig te worden
mate zal opwegen tegen de vermindering in de productie,
van den grooteu graanvoorraad der overzeesche uitvoer-
die
in
het vorige jaar wel zeer groot was, doch waaivan de
landen.
kwaliteit zeer onbevredigend
is
geweest. De voornaamste
oorzaak der pijsdaling schijnt echter te liggen in de ver-
SUIKER.
betering der vredeskansen. Het
is
niet geheel duidelijk,
op
welke wijze die verbetering prijsverlaging en niet prjsver-
.
NOTEERINGEN.
hoogiitg veroorzaakt, zooals zij dat in de laatste dagen
in
21
rgentinië heeft gedaan. ilet lijkt ons echtr niet geheel
Amatcrdam
Londen
New York
onwaarschijnlijk, dat men in Argentinië bij vrede prijsver-
Data
per
Tie.,
1
White
Amertc.
96%
hooging verwacht tengevolge van betere verschepingsgele-
Ocioke,.
Cubea
J
Javaa
Ia’
enirifugal,.
genheid en in Noord-Amerika prijsverlaging, omdat het ge-
No.
1
fob.
bruik van maIs als broodgraan zal afnemen en bovendien
cle zeer groote
op
verscheping wachtende graanhoeveelheden
4 Oct. 1918..
f
–
64/9
– –
7,28
iu
Argentinië en andere uitvoerlanden eene zeer sterke
27 Sept.1918
–
6419
–
36/9
7,28
concurrentie aan de Noorci-Amerikaansche maïs zouden aan-
4
Oct.
1917
,,
–
5319
17/6
–
–
doen. Van
1
tot 7 October
is
te Chicago de maisprijs voor
4 Oct.
1916….
,,
–
4711′!2
2116
27174
6,02
den October.termijis
12
cent, voor den December -termij n 7%
21 Juli 1914
,.
ii’/si
181-
–
–
3,26
per bushel gedaald. Sedert het in den aanvang van Septemn.
Het oogsten der bieten
is
begonnen. In Duitschlaud
ber bereikte hoogste punt bedroeg de daling nu reeds voor
verwacht men een ietwat kleinere opbrengst dan verleden
October
37,
voor November
35
cent of ongeveer
23
pCt. van
jaar.
In Oostenrijk – Hongarije wordt de oogst groot,
cliemi lioogsten prijs. Haver heeft in Noord-Amerika de be-
doch het
is
niet waarschijnlijk, dat daar meer dan hoogstens
weging der rnaïsprijzen vrij sterk gevolgd, vooral wat den
80
O/
van de geoogste bieten tot suiker verwerkt zal worden. October.terniijn betreft, die van
1
tot
7
October eené daling
Interessant
is
het volgende vergelijkende overzicht van
vaLt 6 cent of ruim 8 pCt. te zien geeft.
het suikerverbruik in Nederland gedurende de laatste
])e prijzen van lijnzaad zijn ook in de afgeloopen week in
4 jaren:
Argentinië zeer beiveeglijk geweest. Nadat de reeds in ons
1917/18
1916/17
1915/16
1914/15
.
vorig weekbericht vermelde prijsdaling tengevolge van de
September
……18.462
6.775
12.779
9.840 to,js
goede verwachtingen van den nieuwen oogst nog eenige
October
16.309
16.330
12.912
12.344
dagen werd voortgezet, zijn
01)
7 October deze prijzen be-
……..
November
15.799
16.983
14.830
12.112
langrijk
gestegen,
waarschijnlijk
onder
den
invloed
der
……
December
13.584
11.387
13.477
12.269
vredesberichten,
waarvan
uitbreiding
der
verschepings-
……..
Januari
14.289
11.870
12.902
11.217
immogeljkheden wordt verwacht. De vraag naar Argentijnsch
……..
Februari
13.872
10.992
15.947
10.093
lijazaad zal echter waarschijnlijk in de Vereenigde Staten
……..
imt dit seizoen zich minder sterk doen gevoelen dan in het
Maart
……….18.392
15.877
18.571
13.727
vorige jaar. Volgens de laatste schattingen
zou
de opbrengst
April
……….21.688
15.030
13.388
11.907
daar meer dan 80 pCt. grootet zijn dan in 1917 en voor
Mei
…………21.674
15.376
18.180
12.630
60 pCt. voorzien in de behoefte van het land.
–
Juni …………22.562
16.239
15.022
14.913
Juli …………24.052
15.988
13.381
14.727
N e d e r lan
cl.
Nog steeds
is
in Nederland geen verbete-
Augustus……..16.243
16.847
10.377
13.473
ring van beteekenis in het weer gekomen en zeer algemeen blijven de berichten van groote schade aangebracht aan het
Totaal ..
216.926
169.694
171.766
149.252 tons
902
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
9 October
1918
De aandacht mag daarbij gevestigd worden op de sterke
toename in het verbruik van Maart tot Juli, in welke
maand
door
de
Regeering
tot
rantsoeneering
besloten
werd met het gevolg dat daarna
het verbruikscijfer weder normaal werd.
De zichtbare voorraden bedroegen volgens F. 0. Licht:
–
1918 1917
1916
Duitsehland
1 Sept.
240.000*
400.000*
250.000* tons
Oostenrijk
1
,,
200.000*
250.000*
305.000*
Frankrijk
1
,,
35.000*
40.000*
39.012
if
Nederland
1
,,
26.542
71.273
3.706
,,
België
1 Juli
69.312
68.909
28.975
if
Engeland
1 Nov.’)
259.929 135.699
195.267
if
Totaal Europa
830.783
965.881
821.960
tons
V. S. v. N. A. 17 Juli
65.748
241.323
288.937
Cubahavens
30
,,
722.150 515.897
519.569
Totaal 1.618.681 1.723.101 1.630.466 tons
* Raming. ‘) 1917/16/15.
Op Java vonden verdere belangrijke afdoeningen plaats
tot de laatste ‘prijzen met het gevolg, dat thans het resul-
taat van den oogst 1917 op een klein kwantum na verkocht is en de Vereenigde Suiker Producenten van den ditjarigen
oogst nog slechts ongeveer 7 millioen picols onverkocht hebben,
waarbij dan komt het kwantum, dat niet aangesloten
fabrieken nog te verkoopen hebben. Thans heeft de Produ-
centen-vereeniging de verkoopprijzen verhoogd tot
f
9,- voor
Superieur,
f
8,- voor No. 16 en h. en
f
78/4 voor Muscovados.
Cuba -statistiek:
1918
1917
1916
Ontv. d. week tot 14 Sept.
20.005
13.393
1.907 tons
Totaal sedert 1 Dec. 1917 3.235.211 2.941.243 2.955.228
if
Werkende fabrieken….
4
1
Exp. U. K. 1 Jan.-10 Aug. 653.631
662.038 473.955
if
,,Frankr.1 ,, 10 ,,
7.400
67.468
118.629 ,,
RUBBER.
Nadat de markt voor Plantage-soorten geruimen tijd
nagenoeg onveranderd is gebléven, kenmerkte deze zich in
de afgeloopen week door een vaster stemming. De prijzen
konden zich iets verbeteren, speciaal voor de verdere
termijnen bestond goede vraag.
De noteeringen luiden:
einde voorafgaande week
Prima Crepe loco
– . .
213′!,
……………. 2/2
I1
Oct./Dec…..2/4
…. . ….. . … …2/2’/g
Jan./Juni..
2151/2
……….. . …. 2/41/
4
smoked Sheets 1 d. minder.
1 d. minder.
Hard cure fine Para ……3/2
…………….3/2
1
/,
–
WOL
De voorraad te La Plata bedraagt ongeveer 17.000.000
K.G. Tot 25 Juli beliepende verschepingen 225.000 bn.
tegen 326.000 bn. op hetzelfde tijdstip van het vorige jaar.
Naar de Verenigde Staten gaat nog altijd het meeste nl.,
166.000 bn.
Het nog te verkôopen restant te Monte vi de o schat’
men op ongeveer 6.000 bn. Er zijn 51.000 bn. verscheept
tegen .63.000 bn. in het vorige seizoen.
–
KATOEN.
Amerikaansche Katoen.
Volgens het Censusbureau te Washington bedraagt het
geginde aantal balen katoeu exclusieve linters:
(In duizendtallen balen.)
1918t19
191708
1916/17
tot 25 September
if
31
Augustus
………
3720
1040
2498
606
4063
850
Noteeringen voor Loco-lÇatoen.
(Middling Uplands).
7
00.18
30 Sept. 18123
Sept.’181
8 0c1.17
1
7Oct.
16
New York voor
Middling
..
33,15e
34,95e
33,25e 27,50e
17,10e
New Orleans
voor Middling
32,63e 32,88e
32,75e 26,50e
16,19e
Liverp. v. Good
Midd.Texas..
24,49d
25,29d
24,30 cl
19,92 d’)
9,93
cl’)
1)
Good Middling Amer. ‘) 6 Oct. ’16 Middling Amer.
Ontvangsten in, en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In duizendtallen balen.)
–
•
1 Aug.18
tot
4 Oct.
18
Overeenkom3tige perioden
1917
1)
1916
Ontvangsten Gulf-Havens..
,,
Atlant. Havens
873
495
5
Uitvoer naar Gr. Brittannië
1
560
442
if
‘t Vasteland.
641
308
434
It
Japan ete…
—
–
65_
‘) tot 6 October ’17.
Voorraden in duizendtallen
1
4
Oct.
18
6
Oct.
17
1
6
Oct.
16
1003
573
952
Binnenland …………..
413
793
Amerik. havens ………..
New York
…………..
–
85
74
.825
–
.
87
200
New Orleans ………….
Liverpool
……………
150 ‘)
329
563
‘) 5 October ’18.
METALEN.
Loco-Noteeringen te Londen:
Data
1
IJzer
1
Cie,,.
No.3
Koper
Standard
‘Tin
I
Lood
Zink
7 Oct.
19f8..
noin. 122.-1-
377.10/- 29.-1-
52.-/-
30 Sept. 1918..
–
noin.
122.-/-
337.10/-
29.-/-
52.-/-
5 Oct.
1917..
nom.
110.-1-
244.-/-
30.10/-
-.-/-
6 Oct.
1916..
nom.
120.10/-
177.-/-
30.101-
54.10/-
20 Juli
1914..
51/4
61.-1-
145.15/-
19.-!-
21.10/-
VERKEERS WEZEN.
SCHEEPVAART.
5 October 1918. In de afgeloopen week kwamen geeii
scheepvaartberichten binnen.
RIJN VAART.
Weken van 23 tot 30 Sept. en van 30 Sept: tot 7 Oct. 1918.
De toestand op den Rijn is sedert de vorige opgave niet
veranderd. De kolenvrachten van Duisburg naar Mannheim
werden onveranderd met Mk. 3,50 tot Mk. 3,75 per ton
genoteerd, terwijl voor sleeploou tussehen 15 en 17 p1. per
Centner werd betaald. De waterstand bleef unstig en het
aanbod van scheepsruimte was voldoende.
Van Rotterdam naar cle Ruhrhavens was cle markt zeer flauw; er werd geen enkel schip bevracht. De sleeploönen
varieerden tussehen 80 en 110 cents boven het 50 cents tarief.
INKLARINGEN.
NIEUWE WATERWEG.
September 1918
September 1917
Landen van
Aantal
schepen
N.R.T.
Aantal
schepen
N.1LT.
herkomst
Biiinenl. havens
10
–
16
4.046
Groot-Brittannië
36
29.687
67
35.933
Noorwegen ..
3
.911
8
1.725
Zweden
4
2.498
17
8.167
Frankrijk
2
224
3
445
Westk. Afrika
–
–
1
‘
736
Vereen. Staten
17
37.707
11
25.866
Totaal
. . . .
72
71.027
123
76.918
Periode
1 Jan.-30 Sept..
687
639.900
1.251
1.072l.2181
Nationaliteit.
Nederlandsche
30
35.868
44
23.272
Britsche
24
7.617
47
22.532
Noorsche
4
8.909
6
8.071
Belgische
3
.
4.945
9
14.379
Zweedsche
11
13.688
17
8.863
Totaal ..
. .
72
71.027
1
123
76.918
1)
1913, 8655
ze/iepen met
10.526.984 N. R. T.’
(Dirkzwager’s Seheepsagentuur.)
9
October
1918
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
903
• DE TWENTSCHE BANK,
Amsterdam –
:
Rotterdam
– ‘s-Gravenhage – Utrecht
Maandstaat op3O September 1918
DEBET
Aandeelhouders nog te storten ……………………….
f
1.784.700,-Deelneming in de firma’s:
B. W. BLIJDENSTEIN& Co., te Londen
B. W. BLIJDENSTEIN Jr., te Enschede
LEDEBOER & Co.,te Almelo, f7.892.187,50, waarvan in
geld gestort
…….
…………………………….
,,
0.342.187,50
Deelneming in bevriende Bankinstellingen f5.007.272, 60,waarvan
in geld gestort ………………………………..
3.536.772,60
f
.11.663.660,10
Fondsen van Aandeelhouders
te Amsterdam, Rotterdam, ‘s-Gravenhage en Utrecht ….
31.144.100,-
Fondsen door ons gedeponeerd voor bevriendé banken……
5.020.500,-
Kassa, Wissels en Coupons
……………………………
35.592.170,69
Nederlandsche Staatsleeningen ………………………..
515.433,83
Nederlandsche Schatkistbiljetten en . Schatkistpromessen .
70.130.858,71
Daggeldleeningen ………………………………….
1.700.000,-
Saldo’s hij Bankiers:
beschikbaar voor eigen gebruik …………………….
f
2.654.039,95
voor rekening van derden ………………………..,, 20.157.085,62
gereserveerd voor geopende credieten ……………….,, 2.637.515,54
f 25.448.641,11
Prolongatiën gegeven ……………………………….
Eigen Fondsen en Syndicaten ……………………….
Credietvereeniging …………………………………
Voorschotten tegen.Onderpand of Borgtocht en Saldo’s Rek. Crt.
Af: loopende Promessen …………………………….
Voorschotten op Consignatiën ……………………….
Gebouwen en Safe Deposit…………………………..
9.826.935,-
3.240.848,56 23.670.296,37
f
37.342.154,3934
2.210.000,-
35.132.154,3934
201,397.48
2.692.100,6634
Totaal …….
f
255.979.096,91
CREDIT
Kapitaal …………………………………………..
f
21.952.000,-
Reserves ………………. …………. …………….. ,, 8.199.877,—
Waarborgfonds Credietvereeniging ……………………,, 3.061.022,50
Reserve Oredietvereenigiug …………………………,, 2.719.442,65
f
.35.932.342,15
Aandeelhouders voor gedeponeerde fondsen
als waarborg voor 90 pOt. storting op aandeelen B
. . .
f
1.784.700,-
in
Leendepôt ………………………….. ………
,, 34.379.900,-
36.164.600,—
Zieken-
en
Pensioenfonds
…………………………….
242.252,3734
Deposito’s
…………………………………………..
.
40.065.727,3434
Prolongatie-Deposito’s ………………………………
–
1.592.900,-
Saldo te ontvangen en te leveren fondsen
.
1.071.862,1634
Saldo’s Rekening-Courant
……………..
,, 91.476.014,0834
voor gelden in het Buitenland.. .
,, 20.157.085,62
Credietvereeniging
…………..
,, 11.626.379,72
123.259.479,4234
Daggeld en Beleening genomen
……………………..
8.550.000,—
Kassiersrekeningen
………………………………..
357.559,3534
Te
betalen
Wissels
…………………………………
5.935.676,18
Diverse
Rekeningen ………………………………..
2.806.897,9134
Totaal ……
f
255.979.096,91
904
ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN
9 October 1918
1
De N.V.Nedorlandsche Huistelefoon-Madschappij
ROTTERDAM
‘s-GRAVENHAGE
GRONINGEN
Telefoon 3600
Telefoon H 280, 300
Telefoon 1555
levert uit voorraad
TELEFOON-, SCHEL-, ELECTR. KLOK-INSTALLATIES,
etc.,
in huur en koop.
Herstelt en onderhoudt o ii d er g a r anti e ook alle niet door haar uitgevoerde installaties.
PROSPECTUS GRATIS.
NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP
KONINKLIJKE
Rotterdam’scheMeIaat-Illdllstrie
HOLLANDSCHE
TE ROTTERDAM.
LLOYD
AMSTERDAM
Maatschappelijk Kapitaal fl.000.000,—
Geregelde
waarvan geplaatst en volgestort
f
300.000,—.
Passagiers-
en
Vrachtdienst
–
met nieuwe, moderne
COMMISSARISSEN:
post-stoomschepen
A. J.
L. MORITZ, Directeür der Naami. Venn. ,,O.bservator”,
te Rotterdam, Gedelegeerd Commissaris.
TUSSCH EN
W. KREUKNIET, te Wassenaar.
A M S T E R D A M
firma
SCHELLING
&
LAKOWSKY,
Rotterdam.
R. SCHELLING,
te
DIRECTEUR:
0. SCHULZ.
EN
ZUID-AMERIKA
UITGIFTE van
VIA
200 Aandeelen aan Toonder
‘
NEW YORK
â
11000,— nominaal,
tot den koers van
110 pCt.
lInternationate
Ondergeteekenden berichten, dat zij op
–
ank
B
MAANDAG 14 OCTOBER 1918
uoor
3ahet,hcn waArbo r
INSCHRIJVINGEN
zullen aannemen op bovenbedoelde uitgifte,
to
Grontnen.
op voorwaarden als vervat in het prospectus van heden, hetwelk op
4
aanvrage te hunne kantoren verkrijgbaar is.
pantbrv
MARX&
Co’s BANK
Rotterdam.
f
‘s-Gravenhage.
KERKHOVEN
&
Co., Amsterdam.
ToT
Otri
7 October 1918.
IOLR
)
Nijgh
& Van Ditmar’s
P.
Cbs
&
Leembruggen
Uitgevers-Maatschappij
LEIDEN
Wijnhaven 111-113 – Rotterdam
Opgericht 1 Mei 1766
Telefoon
7841.7842-7843-786I
–
•
‘
–
Bijkantoren:
Tel. Iutercomm. 370
Telegr.-Adres: CLOS
/f N R. IJ N & C
Am8terdam – ‘8.Gravenhage – Haarlem
Sajetten en Wollen
UTRECHT – POSTBUS 40
Belast zich met het verzorgen
Garens voor Hand-
EENIGE
FABRIKANTEN
DE
PAN
UTRECHTSCHE
van
uitgaven
en
tijdschriften
op elk
gebied
en Machinebreien
FIJNE TAFELMOSTERD
ECONOMISCH.STATISTISCHE BERICHTEN
W
.,T
H. MULLER & Co.
REEDERS EN KOOPLIEDEN
HOOFDKANTOOR:
‘s-GRAVENHAGE
HOLLAND-AMERI
.
K.A LIJN
GEREGELDE AFVAARTEN TUSSCHEN
ROTTERDAM en NEW YORK, BOSTON, PHILADELPHIA,
3ALTIMORE, NEWPORT NEWS, NORFOLK, SAVANNAH,
NEW ORLEANS, CUBA, MEXICO en NEW YORK—JAVA.
Voor inlichtingen wende men zich tot de
HOLLAND-AMERIKA_LIJN, WILHELMINAKADE, ROTTERDAM
Scheepvaart- en Steenkolen-Maatschappij – Rotterdam
Filialen: AMSTERDAM – IJMUIDEN – LEEUWARDEN – HARLINGEN
ENGELSCHE STEENKOLEN
GEREGELDE LÏJNEN VICE-VERSA:
ROTTERDAM—LONDON; ROTTERDAM—HULLIGOOLE; ROTTERDAM—NEWcASTLE
;
–
ROTTERDAM – LEITH
R. S. STOKVIS & ZONEN Ltd – ROTTERDAT
Groote voorraden van artikelen op industriëel gebied
OTTERDAM
WEISE
(.X
CO,
‘O.
AMSTERDAM
PRACTISCH EFFECTENBOEK
Prijs f 1,25
Verkrijgbaar bij den Boekhandel en bij
NIJGH&VAN DITMAR’SUITG.-MIJ,R’DAM
Import
van en
Handel
in
OVERZEESCHE PRODUCTEN
speciaal
RUBBER, GUTTA-PERCHA en BALATA
0
9 OCTOBER 1918
3ÊJAARGANG No. 145
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
LNNO 1616
NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP
BLAAUWHOEDENVEEM – VRIESSEVEEM
AMSTERDAM
ROTTÈRDAM
ANTWERPEN
EXPEDITEURS
MAATSCHAPPELIJK
KAPITAAL:
f10.000.000,-
EXPEDITIE
IN-
EN
IJITKLARING
ASSURANTIE
RESERVE-
FONDSEN:
f 1.639.297,151
RUBBER-
ETABLISSEMENT
KINA – ETABLISSEMENT
PAKHUIS EN SILO-GESOUW ,,ST. JOB”, ROTTERDAM
BEÊEDIGDE WEGERS EN METERS
BEWARING
VAN
KOOPMANSGOEDEREN
TEGEN
UITGIFTE
VAN
,,CEDULLEN
AAN
TOONDER”
WELKE LEVERBAAR. EN BELEENBAAR ZIJN
MODERNE KOEL- EN VRIESIN RICHTINGEN
TE AMSTERDAM EN ROTTERDAM VOOR HET OP LAGE
TEMPERATUREN BEWAREN VAN AAN SPOEDIG BEDERF ONDERHEVIGE LEVENSMIDDELEN EN HANDELSWAREN.
CORRESPONDENTEN:
TELONDEN: BRITISH BLAAUWHOEDENVEEM, LTD., 1 MINCING LANE, E.C.
BIJKANTOOR TE LIVERPOOL.
IN NED. INDIË: ,,HET INDISCHE VEEM” EN ,,DE SCHEEPSAGENTUUR”, BATAVIA, ENZ.
–
1
Lej Z”
K E T EL MA K ER IJ
CORN WALL
LANCASHIRE
BOUILLEUR-KETELS
BABCOCK
&
WILCOX
WATERPI.J PKET ELS
. HACH
IN
EFARAk II ING 110
DIRKZWAGER’s SCHEEPSAGENTUUR
MAASSLUIS EN HOEK VAN HOLLAND
Belasten zich met het rapporteeren van schepen en het
behandelen van scheepszaken op den Nieuwen Waterweg
NIEUWE BERGING-MAATSCHAPPIJ
MAASSLUIS
Contracteeren voor het bergen van gezonken schepen en
ladingen, op de rivieren en buitengaats; belasten zich met
het instellen van duikeronderzoek,
cnz. enz.
DE SPAARNE-BANK
HAARLEM
–
Gestort Kapitaal en
–
Reserves f1.184.000,-
REKENING-COURANT, CR EDIETEN, INCASSEERINGEN, ASSURANTIËN,
WISSELS, EFFECTEN, COUPONS, PROLONGATIEN, DEPOSITO’S, ENZ.
MARX)<%. & Co’s
BANK..sZRAVENHAGE,
ROTTERDAM, Zuidblaak 56
Kneuterdijk 13
KAPITAAL f10.000.000,— VOLGESTORT
Directie: P. J. VAN OMMEREN, Jhr. D. F. REUCHLIN, S. S. BOSMAN
JR.
Riad van Commissarissen: Mr. J.
A. LOEFF.J. RIJ PPERDA WIERDSMA, A. C. MEES en Mr.
A.
J.
MARX
0
NIJGH & VAN
DITMAR’S BOEK. EN HANDELSDRUKKERJJ, ROTTERDAM