Ga direct naar de content

Jrg. 17, editie 853

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: mei 4 1932

4 MEJ 1935

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

EconomischStatistische

Beri*chten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

17E JAAROANG

WOENSDAG 4 MEI 1932

No. 853

INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Algemeen -Secretaris: Prof. Mr. Dr.
G.
M. Verrijn Stuart.
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES:
Prof. Mr. D. van Blom; J. van Rasselt; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandele; Prof. Dr. N. J.
Polak; Mr. Dr. L. F. H. Regout; Dr. E. van Welderen
Baron Renger8; Prof. Mr. H. R. Ribbius; Jan Schilthuis;
Mr. Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr. G. Al. Verrijn Stuart.
Redacteur-Secretaris: H. M. H. A. van dr Valk.
Secretariaat: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 35000. Poatrekening 8408.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaat8ing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh d van Ditmar N.V., Uitgevers, Rotterdam,
Amsterdam, ‘s- Gra.venhege. Postchque- en giro-rekening No.
145192.

ilbonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in
Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f 23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van het
Instituut ontvangen het weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande ont-
vangen de abonn6’8, leden en donateurs kosteloos, voor zoo-
ver daaromtrent niet anders wordt be8liat.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.

3 MII 1932.

in den toestand van de geidmarkt kwam weder

weinig verandering. Ook cle maandswisseling had

bijna geen invloed; alleen werden koopers van wis-
sels iets meer terughoudend, zoodat de plaatsing niet
meer zoo vlot ging. In den rentevoet kwam dit echter

nauwelijks tot uiting, meestal kon men voor 34 of
13/in
pOt. plaatsing vinden. Oall-rente noteerde voor-

bijgaand op den ultimo en gisteren in den ochtend
1 pOL, later was weder voor 34 pOt. verkrijgbaar;

alles kon niet worden ondergebracht. De prolongatie-
rente noteerde 1 pOt.; enkele dagen 134 of 1 â

i/ pOt.
*
* *

Blijkbaar onder den invloed van den ultimo is de
binnenlandsche credietverleening van De Nederland-

sche Bank met
f
17,1 millioen uitgezet; de post bin-

nenlandsche wissels nam met
f 811.000
toe en de be-

leeningen vermeerderden met
f
16,3 millioen. Ter-

wijl de post papier op het buitenland ongewijzigd
bleef, namen de diverse rekeningen onder de activa
der Bank met
f
887.000 toe.

De goudvoorraad is met
f
4,3 millioen toegenomen;

cle zilvervoorraad daalde met f424.000; per saldo

vertoont cle Post munt en muntmateriaal dus een ver-

meerdering van f 3,9 millioen. Het gedeelte van den
metaitivoorraad, dat in het buitenland is gedeponeerd,
blijkt met
f
32,5 millioen te zijn afgenomen.

De biljettencirculatie is in de afgeloopen week-met
f 61,9 millioen uitgebreid. De saldi in rekening-
courant van anderen verminderden met
f
41,1 mil-

lioen, terwijl het saldo van ‘s Rijks schatkist met
f
1
millioen toenam. Het beschikbaar metaalsaldo is met
f4,8 millioen teruggeloopen; het dekkingspercentage

bedraagt nagenoeg 18 pOt, tegen 80 pOt. de vorige

week.
* *
*

De daling van het Pond, waarvan in het vorig

overzicht melding werd gemaakt, heeft zich verder

voortgezet. Op den eersten dag van deze berichts-

periode is de koers verder teruggeloopen en van 90734

op 8.9834 gekomen, waarop weder een kleine verbete-

ring is gevolgd. De – geheele week hebben de Ponden verder tusschen de 9 en 9.05 geschommeld, slot 9.03.

Dollars bewogen zich hoofdzakelijk tusschen de 2.4680

en 2.4690, slot 2.4684. Dollars tegen Ponden zijn tot
3.63 gestegen en reageerden daarop tot 3.6736, slot
3.66. Marken 58.65-58.75-58.66. Pransche Francs
972Y4-9.72-972%; vooral gisteren was er een flin-

ke vraag naar deze valuta. Belga’s werden in den loop
der week geregeld aangeboden, waardoor de koers tot
34.53 teru-gliep; slot weder 34.57. Zwitsersche Francs

bewogen zich rond de 47.95. Lires ca. 12.70. Peseta’s
gezocht: 19.40. Kopenhagen lager 49.20. Oslo 45.75.
Stockholm 45.35. Oanadeesche Dollars lager, ca. 2.20.

De pariteit van den Griekschen Drachme komt – na

het verlaten van den gouden standaard – uit op ca.

1.90; op dezen prijs schijnen er eerder nog verkoopers
te zijn.

Op de termijnmarkt weinig verandering; één- en

drie-maands Ponden noteerden tenslotte Vs ‘resp.

onder contant, Dollars op deze termijnen 1734 resp.

60 punten disagio.

Op de goudmarkt is het stiller geworden; er gaat
de laatste dagen weinig om, in tegenstelling met het

begin der week, toen er voor buitenlandsche rekening

flinke partijen eagles uit de markt werden genomen.

LONDEN, 2 MEI 1932.

Op de geldmarkt was, waarschijnlijk in verband
met het einde der maand, eenige meerdere vraag, zon-

der dat van eenigen druk sprake kon zijn. De week-
staat van de Bank van Engeland wijst op een tamelijk
groote verschuiving van bankgelden naar de reke-
ning van het gouvernement. Vermoedelijk zijn deze

echter van zuiver tijdelijken aard. Disconto verzwakte iets tot
2_2h/io
pOt., ofschoon
de schatkistpromesseu iets hooger werden toegewezen

nl. 1f8 pOt. Het gouvernement heeft van zijn recht
tot vervroegde oplossing der 434 Treasury Bonds

1932/’34 gebruik gemaakt en deze betaalbaar -gestel’d
per 1-Augustus 1932. Daarentegen wordt de inschrij-

ving opengesteld op 3 pOt. lO-jarige Treasury Bonds
met een minimumprijs van 9734 pOt., waarvan jaar-
lijks 10 pOt. zal worden afgelost. In de markt ge-
voelt men, dat deze bonds voor de discontohuizen

minder geschikt zullen blijken te zijn. Misschien zul-
len de gouvernements-departementen deze Bonds
tegen hunne schatkistprornessen inruilen.
Dollars en Guldens werden duurder tegenover
Ponden. Slot 3.66 en 9.04.

350

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 Mei 1932

STEUN AAN DE MELKVEEHOUDERIJ.

Een der voor ons land zeer nadeelige gevolgen van

de heerschende crisis vormen de moeilijkheden, waar
in het melkveehouderbedrijf is komen te verkeeren.

De steeds verminderende koopkracht in de landen,

die de grootste afnemers onzer zuivelproducten zijti

en de telkens weer nieuwe moeilijkheden, welke d.iM

aan den invoer dier producten in den weg worden

gelegd, hebben geleid tot aanmerkelijke vermincie-

ring van den Nederlandschen uitvoer van zuivelpro-

ducten. Tevens zijn cle voor die producten in buiten-

en binnenland bedin.g.bare prijzen zoo sterk gedaald,

dat zij voor den rnelkvee’houder overeenkomen met

een melkprijs, clie voor hem een voortdurend verlies

beteekent. Het voortbestaan van het veehouderbe-

drjf cii den Nederlandsche uitvoer van zuivelpio-

duèten, wel’kè .ztilk een zeerbelangrij’ke’ rol spelen in

het economisch bestel van ons land, zouden in ern-

stig gevaar komen, wanneer geen maatregelen wer-

den .genamen
0111
den reeds bestaanden noodtoestand

te verlichten. Uit die overweging en omdat met zulk
een hulpverleehung zeer zeker een nationaal belang

ge4iend wordt, heeft de Regeering op 20 April hij de

Tweeclé Kamer een wetsontwérp ingediend, bevat-

tende ,,tijdelijke maatregelen ttit hulpverleeiting aari

de melkveehoudrj”.

Dat van den verbruiker, die profiteert van de zeer

te
srk: gedaalde prijzen van N

n
ederlandsche producte,
verlangd kan worden, dat hij aan cleh producent een

gedeelte van dat voordeel afstaat, wordt tegenwoor-

dig vrij algemeen erkend, mits in cle eerste plaats

vaststaat:
le. dat de gedaalde prijs voor den pro’ducen een

redelijkerwijze als onvermijdelijk te beschou wei ver-
lies beteekent;
2e. dat deze omstandigheid dien betreffencten 1e-
cirijfstak met den ondergang bedreigt;

Be. dat handhaving van dien bedrijfstak een na-

tionaal belang is. en –

4e. dat het gedeelte van zijn uit de lage prijzen

voortspiui tend voordeel, dat de verbru ike’r afstaat,
niet grooter is dan voor het in stand houden van den

bedrijfstak als noodzakelijk valt te beschouwen.
Ten aanzien van de melkveehouderij met den ciaiii
aan verbonden uitvoer van, zuivelproducteu mag wel

worden aangenomen, dat de eerste drie dezer voor-

waarden vervuld zijn. Of dat ook met de vierde voor-
waarde het geval is, hangt af van den aard en den
omvang van cle huipverleening en daarvoor heeft iii

dit geval dus cie wetgever te zorgen. In het hier be-

sproken wetsontwerp wordt daarnaar inderdaad .ge

streefci, want art. 4 bepaalt, dat het verhoogde peil,

waarop cie te nemen maatregelen den melkprijs moe-

ten brengemi, de ,,onmisbare productiekoste.n” der
melk niet te boven mag gaan.
Tevens valt er in dit venband op te wijzen, dat het

adres, dat een groot aantal der belangrijkste ‘boeren-

bonden en zuivelorganisaties op 26 April aan rie

Tweede Kamer he;bben gezon den. cid volgende passage

voorkomt: .
,.Het komt er voor den boer op aan. dat er een
,,zoodan i ge regeliig komt, waardoor’ cle p roci u cti ekos-

,,ten der’ melk ‘gedekt worden. Van ‘het maken van

,,winst behoeft a111oluut geen sprake te zijn.

Doel ‘van hèt’ wetsontwerp is dus.’ zdodanige’ verbe-

tering

te breugen in den ‘.melkprijs, dat c[ezC geen
vôortdUrnd verlies mêer oplevert en’ daarbij dun

export ‘van zuivelproducten te handhaven, zij het dan

ook slechts in den aanmerkelijk vermi.nderden om-
vang, “die bij de vele belemmeringen, wdlke die uit-

voer ondervindt; ‘nog te ‘bereiken valt.’
De steun aan den melkprijs zal naar •het plan der

Regering bereikt
moeten
worden door middel van

een verhoogi’n vdn de ge’ldelijlce opbrengst der ge-

zamlj’ke
‘1
ziiivelproducten. ‘Daartoe vooiziet het wetsontwerp in de vorming’ian een fonds. waaruit

INHOUD.

8h.
STEUN AAN
DE MELKVEEHOUDERIJ
door
Jan Schilthuis 350
Het internationaal verdrag betreffende de economische
statistiek door
Mr. E. W. van Dam van Isselt ……352
De Roebel door
H. Dunlop ……………………..354

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING:
Raming van de met bieten bebouwde oppervlakte
van Europa in
1932
door
Dr. Gustav Mkusch. . .. 355

AANTEEKENINQEN:

.
De invloed van de technische rationalisatie op de
werkgelegenheid ………………….
.. …….
357
Contingeoteering an vuurvast materiaal ……..
358
Invoercon tingenteering van wollen en half-wollen
stoffen

…………………………………
359

INGEZONDEN STUKKEN:
Loonen en koopkracht door
Mr. S.
31
ok
met Naschrift
door
Mr. A. J. R. Maurits …………………. 359
rondstoffenvaluta door
Mr. ,W. J. L.
van Es.
..

360

MAANDCIJFERS:

Indexcijfers van Nederiandsch’e aandeelen ,: …….
360
Productie der
Steenkolen-,
Bruinkolen- en Zout-

mijnen
……………………………………362

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
………..
362-368
Geldkoersen, – Wisselkoersen. – Bankstaten. – Goederenhan’d’éi.

aan de zui’el’producenten ‘een bijslag wordt verleend

op den prijs der melk, clie voor cie vervaardiging dier

producten is gebruikt. In dat fonds ,kan slechts

worden bijgedragen door die zul velproducten, die in

Nederland worden gebruikt en niet door ‘de uitge-

voerde hoeveelheid, die nu eenmaal niet Inéer
karL

opbrengen dan. der wereld,niarktrijs. De melk,
,d!i,(
grondstof is geweest van de uit te voeren’uivelpro-

dccten, dient echter evenzeer als de andere vat. den

steun te genien
te en hiervan is dus het gevolg, dat

het in Nederland verhru:ikte gedeelte der u’ihlpro-

diicten iiiet slechts het daarop te lijden’ verliés,
doch
ook het verlies op den uitvoer heeft te dragen.
B,-
gevolg zal cie ‘bijdrage per KG., op te brengen ‘docti’

den Neclerlan dsche.n verbruiker, ‘grooter dienen te

zijn dan het verschi.l tusachen» ‘den nu zoowel voor

uitvoer als in het’ binnenland geldenden wereld-

nmarktp rus en de procluctiekoste:n.
T
o
l
gens
, het wetsontwerp zal die bijdrage .i.n dier

voege ter storting in het reeds vermelde fonds wor-

den verkregen: dat het vervoeren, verkoopen, “oon-

l’taudep hebben of afleveren ‘van zuivelproducten, be-

halve wanneer clie voor eigen gebruik of ‘voor uit-
voer ‘bestemd zijn, nog slechts veroorloofd zal zijn,
indien deze producten voorzien zijn van een merk,
dat cle, nieuw op te richten’ Orisis-Zuivel-Oentrale,

tegen betaling verstrekt.

De ‘verhooging van de prijzen dci- zu.i velproducten,

welke ‘daarvan het gevolg zal zijn, zou ech’ter, indien
voor niLrgari iie cie prijzen onveranderd bleven, dacle,-

lijk leiden tot sterke uitbreiding van het verbruik
van margarune ten, koste van het ‘botergehru’ik en de

uitwerking der wet zou clan voor een groot gedeelte

weder teniet zijn gedaan. Er viel ‘dus niet ahn te

ontkomen; dat ook de margarine in cle werkingssfeei

dier wet’ werd’ betrokken, zooals ‘trouwens bij iederen
maatregel het ‘geval is, die den meikpi-ijs door mid-

dcl’ van. ver’hoogi og van de prijzen’ der zuivelprod uc’-

ten wil steunen. Ook zou liet anders zeer bezwaarlijk

wörden, het d’oor de vermindering van den uitvoer
ontstane overschot aan boter in ‘liet binnenland weg
te werken, ook ai de productie van zuivelproducten
eenigszins afneemt. ‘Uit de verschillende methodes,
de den laatsten tijd voor ‘het betrekken der marga-

iie in den steun aan ‘den melkprijs zijn aanbevoler,

heef t cie regeeri.rtg die van een. men.ggebqd van boter

in de margar.ine gekozen. Zij ‘geeft daaraan de voor-

‘keur boven ‘een eenvoudige
be1asing
op, de marge,-

rine, omdat zij de zeér groote bezwaren i,nziet, welke
er bestaan tegen het brengen van een groot gedeelte

van den ‘steun’ aan”de meikveehouderij ten laste’ van
liet minst clraagkraôhtige gedeelte der ‘bevolking. OQk
bij een ‘me’gghod in dat eigenlijk tot zekere hbd’gt’e

4 Mei 1932.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

351

wei het geval, want het mengsel zal aanzienlijk duur-

der moeten zijn, clan de nu gebruikte onvermengde

inargnr.ine, doch voor den hoogeren prijs ontvangt

men clan tenminste een product van betere kwaliteit

en de Regeering is van meening, dat daardoor het

zooeven genoemde bezwaar zeer wordt verzwakt. )

De mitrgartue zal nu in dier voege tot de vorming

van het steu nfonds bijdragen, dat cle Crisis-Zuivel-

Centrale aan de rnargari.no-industrie cie voor men-

gi lig lbenoodigde boter verschaft tot zooveel boven clan

weielciinar1tprijs als overeenkomt met 80 pOt. van
den prijs der op cle in Nederland verbruikte zuivel-

producten aan te brengen merken. De margarine-in-

cl ust ria krijgt cl u s cle boter 20 pOt. goedkooper clan

de andere Neclerlanclsehe verbruikers, hetgeen den

prijs van het gemengde product, ‘dat voor cle marga-
rine in de plaats zal komen, eenigszins beperkt. In verband met dit alles ican volgens het wetson t-

worp ho t vervoeren, vericoopen, voorhanden hebben

of afleveren van margarine worden verboden., voor-

zoover zij niet van een speciaal merk is voorzien,

waaruit blijkt, dat zij hel voorgeschreven percentage

boter bevat.
.l’.l.oe duur liet merk moet zijn, waarvan cle in No-

clerlancl verbruikte zuivel procicieten voorzien moeten
zijn, en welke verhoogi tig boven den were•lclmarlctprijs

cl us cle inar’garï no-industrie voor cle •te mengen boter

heeft te betalen, clie samen het steunfonds voor den
melkprijs moeten vormen, hangt i:n cle eerste plaats
af van clan melkprijs, dien men, door middel der te

nemen maatregelen venscht te bereiken.
In cle Mernorie van Toelichting is een oogenblik

sprake van een melkprijs ‘van 6 cent per .KG., doch

tevens leest men daar, dmct de regeering zich ,,voor

liet oogen’blik” daaraan ,,niet kan vastieggen”. Ook

bevat cle Memor.ie var Toelichting ter verduidelijking
van de werking cic’r voorgestelde maatregelen een be-

rekening, clie echter als ,,volkomen lypothetisch”
wordt aangeduid en in die berekening wordt voor

den te l)ereiken boterprijs
f’
1.20 per KG. aangeno-
men. Dit nu zou. overeenkomen met een melkpr.ijs van

slechts 4.06 cent per ‘KG., waarmede volgens de des-
kundigen niet zou worden voldaan aan den eisch, dat

cle procluctiekosten worden gedekt. Gezien het ,,vol-

komen hypothetisehe” karakter dezer ‘berekening mag

echter waarschijnlijk wel worden aangenomen, dat de
Regeering zich ook aan dien boterprijs ‘van
J’
1.20 niet
heeft willen ,, vastleggen”.

De bo’terprijs, dien deskundigen als een juiste basis
aangeven, is
f
1.50 per ,KG., overeenkomencle bij de

tegenwoordig zeer geringe ivaarcie der ondermeik, niet
een rnelkprijs van 5’/i cent per KG’., waarvan aange-

nomen wordt, dat hij de productiekosten dekt.’
Den boterprijs van
f
1.50 per KG. nis basis aanne-
mende van den gemiddelclen prijs, dien de Ne’der-
lanclsc’he zuivelproducten dienen op te brengen, aan-

vaardt men tevens, dat voor liet in Nederland ver-
‘brui’kte gedeelte de prijs nog hooger moet zijn, omdat

,) De door het :Floofdbestuur ‘van den Vrijziiinig.Denio.
cratischeii J3ou’d ‘banoemde crisis-conilnissie, die op
31
Maai’.t een rapport uitbracht over steun aal (Ie iiielkv2e-
bonderij, ‘is van uleenitig, dat weliswaar de margai’ine in
ccii regeling betrokken moet worden, maar voelt tevens
sterk ltet hiet’ bedoelde ‘bezwaar. Boven een menggebod
geeft zij dc voorkeur aan een ‘belasting op cle Iliargarine,
welket’ oli’Jreligst echter niet niag worden gebruikt voor
4irectcu steun anti producten moeten obrengcn en cle opbrengst der marga-
t-me-belasting zal veer ten goede moeten komen aan zoo-
‘eel mogelijk hetzelfde deel der bevolking, dat ook die be.
lastitag betaalt. Voor zulk een compensatie leek verlaging
van den sttikei’accijus de cottintissie liet meest geschikt.
Volgens dit systeem zou ook cle ongetwijfeld ernsti’ge
beuadeeling worden voorkomen, clie het metiggebod met zich
brengen zal voor al die bedrijven, die cle grondstoffen der
utargarine verhandelen en velwoeren, cmi dus
ook
voor de
reeds zoo zwaar geteisterde Neclerlancische havens.

cle uit te voeren hoeveelheid immers tot de steu,nver-

leenirig niet ‘bijdraagt. Een vrij nauwkeurige doch

noodzakelijkerwijze toch ook eenigszins globale be-

rekening leidt tot de conclusie, dat clan cle detai,iprijs

voor boter in Nederland ongeveer
f
1.90, die voor ge-

mengde margarine ongeveer
f
120 per KG. zou be-

dragen. Bij die berekening is uitgegaan van de onder-

stelling, dat in de margarine de volle 50 pOt. zou

worden gemengd, die het wetsontwerp als maximum

toestaat, dat de totale Nederlandsche productie ‘van

zuivelproducten eenigszins afneemt en dat de uit-

voer van ‘boter in 1932 niet grooter zal kunnen zijn

clan 18 millioen ‘KG. tegen 33 millioen KG. in 1931.
,
Men mag zicl’i wel af vtagen, of hij zulk een verhou-

ding ‘tussc’hen cle prijzen van boter en van met boter

gemengde margarine liet botergebruik zich voldoende

zal kunnen handhaven om gevaar voor onvoldoende
uitwerking der wet te ‘voorkomen. Weliswaar zou het
pr.ijsversc’hil gelijk blijven aan, het tegenwoordig tus-

schen boter en rnargarine geldende, doch dat ‘beide

zich op een veel hooger prijspeil zullen bevinden,
zou er toch wel eens toe kunnen leiden, dat, nu de
koopkracht der bevolking sterk is afgenomen, een

toenemend deel der bevolking er toe overgaat, dan

maar liever het gebruik van boter te stalcen, temeer

nu de margarine immers een hoo’g percentage boter

bevat. ‘i:Iet ‘is dus zeer goed mogelijk, dat ‘verminde-
ring” van het prijsverscihil tci.sschen boter en gorneng-

cle margarine noodzakelijk zou zijn, doch da’n komt

weer in toenemende mate het bezwaar voor den dag,
dat het minst draagkrachtige deel der ‘bevdlkin’g
zwaarder wordt ‘belast.

Ook is het zeer goed mogelijk, dat liet overschot
aan boter niet van dien aard zal zijn, dat menging

der margarine met de ‘volle 50 pOt. ‘boter, die het wetsontwerp als maximum toestaat, moet worden

voorgeschreven. Een geringer percentage zou echter ook clan prijs voor het gemengde product lager doen

blijven’ en het verschil tussehen dien prijs en den

prijs der boter doen toenemen. Dat zou dan weer de

kans op vermindering van het boter.gebruik vergroo-ten, doch door het ‘verstrekken aan de margarine-in-

dustri e van ‘buiten 1 min d sche ‘boter (die overigens vol-
ges ‘het ‘wetsontwerp toch reeds in het samenstel. van

maatregelen hetrokicen wor’d:t), en wel op dezelfde
wijze als voor Neclerlandsche boter wordt voorgesteld,

kan het botergehalte en dus liet prijspeil van het
mengsel gehandhaafd worden. Ook ‘valt er rekening

mee te houden, dat de jaarlijksche hoternitvoer wel wat meer of minder dan 18 miilioen ‘KG. kan zijn.,
hetgeen ‘van invloed zal zijn op den omvang der voor

menging aanwezige hoe’eeiheid boter. Er is dus geen

gebrek aan factoren van onzekerheid, die de uitvoe-
ring der wet zullen maken tot een moeilijke taak.

Daartoe behoort ook de omstandigheid, dat een ort-
verwachte vermindering van liet ge’bruilc van zuivel-

producten wel eens ‘bij een zoo sterke verboogiDg dci’
prijzen zou kunnen worden teweeggebracht door de

lage prijzen, waarvoor dierlijke spijsvetten te krijgen
zijn. Weliswaar bepaalt art. 8 va:n liet wetsontwerp,
dat ook andere spijsvetten onder cle wet kunnen wor-

den ‘gebracht en dus ook daarvoor door middel van

een speciaal merk de prijzen kunnen worden ver-

hoogd, doch -art. 1 zegt, dat onder ,,andere spijsvet-

ten” zijn te ‘verstaan, spijsvetten, welke geheel of ge-
deeltelijk van plan’taardigen oorsprong zijn en ge-

bezigd kunnen worden om boter of margarine te ver-.
vangen. Dat liet niet de bedoeling is, on’der deze om-
schrijvin.g ‘ook de eigenlijke dierlijke spijsvetten te

begrijpen, volgt uit de memor,ie van toelichting, waar
deze bij de nadere uitwerking der te nemen maat-
i-egelen uitdrukkelijk spreekt ‘van ,,andere spijsve’t-

ten van plantaardigen oorsprong”. Reuzel, spek en
dergelijke. producten vallen daar niet onder, en het
zou niet te verwonderen zijn, als ‘deze in toenemende

rnate, mede door invoer, zouden worden gebruikt ter

352

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 Mei 1932

vervanging van zuivelproducten, het toekomstige

men.gsel van boter en margarine en de wel ouder de

wet vallende ,,andere spijsvetten”.

Het wetsontwerp bevat geen spec.ipde voorschriften

om ook de consumptiemelk te doen deelen in de prijs-

verhooging. Verwacht wordt, dat dit zonder meer het

gevolg zal zijn van de te nemen maatregelen. Zoo noo-

dig kan bij algemeenen maatregel van bestuur op

grond van art. 12 verwerking van een zekere hoeveel-

heid melk in ‘het ‘brood worden voorgeschreven.

Vermeld dient nog te worden, dat de Nederland-
sche margarine-industrie reeds enkele dagen na het

bekend worden van het wetsontwerp een groot aantal

bezwaren tegen het rnenggebod ter tafel heeft ge-

bracht, waaronder er verscheidene zijn, die werkelijk

wel van groote beteekenis
lijken
en terdege aandacht

verdienen.

Ook vindt het menggehod bestrijders in de kringen

van cle op den export georiënteerde groote zuivel-

organisaties. Zij meenen, dat het menggebod schade
zou kunnen doen aan de internationale reputatie, die

cle kwaliteit der Nederlandsche boter tegenwoordig

bezit, doch het moet toch mogelijk zijn om ook met

behoud van een menggebod maatregelen tot beveili-

ging dier reputatie te nemen. Het rnengge’hod dient

een binuenlancische Nededandsche aangelegenheid te

blijven en de beteekenis van het Rijksbotermerk, dat
,

immers de kwalitet der ‘ten uitvoer bestemde Neder-

landsche boter garandeert, dient geheel onaangetast

te blijven. Overigens wordt met boter vermengde

margarine toch ook nu, zonder .dat daaronder de

naam der Nederlandsche boter lijdt, voortdurend in

Nederland verhandeld. Weliswaar staat de boterwet
in dat mengsel tegenwoordig geen hooger boterper-

centage toe dan 15 pOt., doch een principieel ver-
schil met den nu voorgestel’den maatregel ligt daarin

toch eigenlijk niet.

Als slotsom dezer beschouwing diene, dat het doel,
waarnaar door middel ‘van dit wetsontwerp wordt ge-

streef d, aanvaard kan worden, dat aan het betrokken
van de margarine in zijn werkingssfeer niet kan wor-

den ontkomen, al dient het ‘bezwaar van het duurder

maken der margarine (al wordt die dan met boter

vermengd) vooral niet uit het oog te worden verlo-
ren en vooral, dat bij het vaststellen van den prijs

der merken, het percentage der in de margarine te

mengen boter en de overige details van de toepassing
der wet groote omzichtigheid moet worden betracht,
opdat do wet aan haar doel beantwoorde doch tevens

de vierde der in den aanhef van dit artikel vermeldc

voorwaarde 1blijvend. vervuld worde.
Overigens blijkt ook uit dit wetsontwerp weer, tot

welk een krampachtig verwrongen gedachtengang en
tot welke op zichzelf ongerijmde maatregelen deze
crisistijd ons brengt. Aanvaarding immers van de

maatregelen, die de regeering nu voorstelt, be’teekent,
dat wij de margarine niet meer, juist in deze tijden

van verminderde koopkracht, welkom heeten als een
goed en goedkoop levensmi’ddel en als een uitkomst

voor het weinig draagkrachtige deel der ‘bevolking,
doch haar juist duurder maken volgens een methode,

die bovendien nog gepaard gaat met het verminde-

ren der kwaliteit van een groote hoeveelheid Neder-

landsche boter, een der producten van Nederland-
schen bodem, welks goede kwaliteit ons juist met

trots vervult.
JAN SCF1IL,THUIS.

HET INTERNATIONALE VERDRAG BETREFFENDE
DE ECONOMISCHE STATISTIEK.

Dat in het algemeen bij de ‘behandeling van econo-

m.ische vraagstukken statistieken onmisbaar zijn, ‘be-
hoeft geen betoog. Evenmin dat voor de verschillende

landen onderling vergelijkbare
cijfers
noodig zijn,

wanneer het om internationale vraagstukken gaat.
Onder statistici is die behoefte al jaren lang gevoeld

en men heeft slechts het Bulletin van het in 1885

opgerichte institut international cle Statistiquc op
te slaan,
001
te zien, hoeveel arbeid bekw’ame man-

nen hebben verricht om aan te geven, op welke wijze

men tot internationaal zoo goed mogelijk vergelijk-

bare statistieken kan komen.
1)
Evenwel zijn de Sta-

tistische Diensten niet steeds ‘door hun Regeeringen

in de gelegenheid gesteld, de ,,voeux” van het In-
stitut op ‘te volgen. Er zijn nog landed, waar zelfs

voorname economische statistieken ontbreken.

De Volkenbond moest,’bij zijn economischen arbeid

dan ook wel herhaaldelijk op gemis aan internationaal

vergelijkbare statistische gegevens stuiten. Reeds in
1922 sprak de Economische Conferentie van Genua

de wenschelijkheid uit van algemeene aanvaarding

van gemeenschappelijke beginselen voor de samen-

stelling van economische statistieken en stelde ‘voor,

dat de Volkenbond de noodige maatregelen ter herei-

king van dit doel zou nemen in samenwerking met

de internationale organisaties, die reeds in ‘die rich-

ting wer]czaam waren geweest. Als gevolg hiervan

hebben, nu ruim drie jaar geleden, de Regeeringen

van 42 landen gevolmachtigde gedelegeerden gezon-

den naar de internationale conferentie voor de econo-

mische statistiek. Deze te Genève gehouden Confe-

rentie eindigde op 14 December 1.928 met het sluiten
van een Verdrag, dat aanstonds door 25 landen, waar-

onder Nederland, geteekenci werd. T’hans heeft onze

Regeering een wetsontwerp tot ratificatie van dit

Verdrag aanhangig gemaak’t.

Het Verdrag verplicht de Regeeringen om de vol-

gende economische statistieken samen te stellen.

T. een statistiek van den in- en uitvoer en een

scheepvaartstatistiek;

II. een ‘beroepstelling;
Iii. een statistiek van den landbouw, de veeteelt,

den ‘bosc’hbouw en de visscherij;

11V. een statistiek van de productie der mijnen en

van de metallurgie;
V. een ‘bedrijfstelling, een productiestatistiek van
de nijverheid en indices van de industriëele bedrij-

vigheici ; tenslotte
VI’. indiccs van de groothandeisprijzen en de kosten

van levensonderhoud.

Dit wat ‘betreft het
leader’
der statistieken, waar-

mede bedoeld is, het terrein van economische bedrij-
vigheid, dat men de nationale statistieken wil doen
bestrijicen. Het kader omvat dus belangrijice funda-
menteele statistieken, op welker noodzakelijkheid de

in Mei 1921 te Genève gehouden Internatonale Eco-

nomische Conferentie reeds de aandacht had geves-
tigd. Buiten het kader vallen de financiëeie statistie-

ken en de arbeidsstatistieken, welke niet’ zoozeer de
Economische Sectie als wel de F,inanciëele Sectie van
den Volkenbond en’ het Internationale Arbeidsbu-

reau aangaan.

Wat de
niet hod en
betreft, welke de Regeeringen bij

de rtwerking van de handels- en van de industriëele

statistieken moeten toepassen om de vergelijking ino-gelijk te maken, deze zijn neergelegd in afzonderlijke

Bijlagen tot de Oonventie. Blijkens artikel 3 van het
Verdrag moeten de Regeeringen zich verbinden voor
de samenstelling van de statistieken van den buiten-

landschen handel de beginselen te volgen in de eerste

dier Bijlagen aangegeven. Ten opzichte van de toe-
passing der in de volgende Bijlagen neèrgelegde
methoden, resp. van de statistieken van de visscherij,
de productie der voornaamste delfstoffen en metalen,
de productie der nijverheid en van de i.ndices der in-

dustriëele ‘bedrijvigheid, is aan de Regeeringen een
grootere mate van vrijheid gelaten.

Zoo verlangt het Verdrag bijv. et
betrekking tot

) V&r cle oprichting van het Insti’tut International cle
Statistiquc hadden geregeld ‘ internationale statistische
congressen plaats
;
het eerste in
1853
te Londen op initia-
tief van Qudtelet.

1
4
Mei 1932

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

353
1

de statistiek van •de productie der nijverheid slechts,

dat de Hoogo Ve’rdragsluitende Partijen verklaren

zullen in het algemeen de beginselen te aanvaarden,

clie ten grondslag liggen aan Bijlage IV, welke aan

het Verdrag toegevoegd is als een model-schema van

een telling van de productie der nijverheid, en dat

zij overeenkomen, ,,de mogelijkheid te onderzoeken

diegene van deze beginselen te volgen, welke toepas-

sing zouden kunnen vinden, wanneer zij tot een vol-

ledige of een gedeeltelijke telling van het in genoem-

de
Bijlage
aangegeven type wenschen over te gaan”.

De redactie der artt. 4 tot en met 1 is zoodanig

gekozen, dat de Bijlagen, waarnaar de artikelen ver-
wijzen, wel als algemeen ridhtsnoer moeten worden

genomen, maar d.at zij geenszins woordelijk behoeven

te worden gevolgd, terwijl bovendien de toepassing

ervan slechts zal geschieden voor zoover het betrok-
ken land zulks wenschelijk en mogelijk acht.

Over de methode van de iberoepstelling en de in-

dexcijfers der prijzen is niets in afzonderlijke Bij-

lagen gezegd. Slechts enkele
aanwijzingen
omtrent

de periodiciteit e.d. vindt men in de artikelen van

het Verdrag zelf. Opvallend groot is het aantal ma-
len, dat in het Verdrag ,,si possible” of een daaraan

verwante uitdrukking voorkomt, waaruit wel blijkt,

hoezeer men er naar gestreefd heeft, zooveel mogelijk

aan de weuschen der verschillende landen tegemoet

te komen, teneinde hen in de gelegenheid te stellen
het Verdrag te teekenen.
Laat ons thans eens nagaan wat er in Nederland

moet gebeuren, om de statistiek aan de in het Ver’-

drag gestelde eischen te doen beantwoorden.

De Nederlandsche
ho.ndelsstatistielc
voldoet reed

aan hetgeen gevraagd wordt; alleen ontbreekt er
01>
het oogen’blik nog het postpakkettenverkeer over onze

grenzen aan.

Onlangs is echter een wetsontwerp tot heffing van

statistiekrecht bij den in- en uitvoer van postpak-
ketten aangenomen en men mag dus aannemen dat

ook deze pakketten binnenkort in de handelsstatistiek

zullen worden opgenomen. Ook kan ons land, zonder

dat dit noemenswaardige kosten meebrengt en zonder
bemoeiljking van den handel, deelnemen aan de door
cle Conventie verlangde proef van één jaar, om, voor zoover men over de gegevens beschikt, een statistiek

samen te stellen, waarbij de invoer van een zeker

aantal door elke Regeering te kiezen artikelen wordt

onderscheiden naar a) de landen van oorsprong of

productie, ib) de landen van consignatie of herkomst,
c) de landen van aankoop, en waarbij de uitvoer
wordt onderscheiden naar 1) de landen van verbruik,

2) ‘de landen van consignatie of bestemming en 3) de

landen van verkoop. Tot deze proef werd besloten,
omdat de Conferentie het niet eens kon worden over
hetgeen als ,,land van herkomst” en ,,land van be-

stemming beschouwd moest worden. Na afloop van
de proef in de verschillende landen, kunnen dan de

voor- en nadeelen van de drie methoden ‘bestudeerd

worden door het hierna vermelde Comité van experts,
dat aan de Regeeringen een advies zal uitbrengen
met ‘het oog op een nadere overeenkomst. Een
beroepsteUing is
in Nederland reeds bij ver-
scheidene volkstellingen gehouden en heeft ook einde
1930 weer tegelijk met de volkstellin’g plaats gehad.

Van onze la.ndbouwstatistiek
en onze
visscherjjsta-
tistielc
kan men zeggen, dat zij reeds aan de gestelde
eischen voldoen. Evenzoo van de
algemeene land-
bouwtelling,
die zoo mogelijk eens in elk tienjarig
tijdperk in den geest van •de voorstellen van het In-
ternationale Landbouwinstituut gehouden moet wor-
den. Ook de verlangde gegevens nopens de
minerccle
productie
kunnen zonder bezwaar gegeven worden.

Een
bedrijfstellir>g
– de eerste in ons land –
werd ingevolge de wet van 31 Juli 1930 Stbl. 348 op
31 December 1930 gehouden. Wel moet zij volgens de Conventie periodiek, en, zoo mogelijk, om de tien jaar

herhaald worden, maar de Regeering blijft tenslotte

vrij in de bepaling van het aantal jaren tusschcn

twee opvolgende tellingen.
Onze sta.tistielc van de productie der n.ijverheid is

nog wel heel onvolledig, doordat zij slechts een 24-tal

takken van ‘bedrijf omvat, maar ac’ht de Regeering

het thans niet wensehelijk om uitbreiding aan dezé

statistiek te geven, dan behoeft hierin op grond van

de redactie van het desbetreffend artikel, geen be-

lemmering te worden gezien om het Verdrag te rati-

ficeeren.

Blijken’s ‘de Memorie van Antwoord op Hoofdstuk

V van de Staatsbegrooting voor 1931 zou tot samen-

stelling van
productie-indices
worden overgegaan,
zoodra het Verdrag geratificeerd is.

Wat de
prijsstatistielcen
betreft herinneren wij er

aan, dat het Centraal Bureau voor de Statistiek al

gedurende een reeks van jaren maandelijksche in-

dexcjfers van den loop der groothandelsprijzen pu-
bliceert. Indexcijfers van de kosten van het levens-

onderhoud worden ten onzent van Rijkswege niet

samengesteld, maar in dit gemis wordt op gelukkige

wijze voorzien, door de Statistische Bureaux ‘der ge-

meenten Amsterdam en ‘s-Gravenhage.
Zoo zien wij dat de statistieken en tellingen, die het

Verdrag voorschrijft, bij ons reeds bestaan of door de

Regeerin’g toegezegd zijn. Volgens de letter van het

Verdrag is de Regeering tot geen verdere uitbrei-

ding van de statistiek verplicht dan tot die, waartoe
zij reeds besloten had, nl. de statistiek van den in- en
uitvoer per postpa’kket, de bedrijfstelling en den pro-

ductie-index. Verplichtingen, welke financiëcle ge-

volgen van beteekenis zouden hebben, legt het Ver-

drag ‘dus niet op, en ten opzichte van de toepassing
der aangegeven methoden – methoden, welke in het
algemeen bij de samenstelling der statistieken in ons
land reeds gevolgd worden – is aan de Regeeringen
een groote vrijheid gelaten.

Toch zal de Regeering, naar uit de Memorie van
Toelichting
blijkt,
zoo het Verdrag goedgekeurd
wordt, hij de nederlegging van de acte van hekrach-
tiging nog eene verklaring afleggen van de wijze,

waarop zij voornemens is, ‘het Verdrag ten opzichte

van verschillende punten te interpreteeren.
Thans nog een enkel woord over artikel 8 van het
Verdrag, dat voorziet in de instelling van een Comité

d’experts, dat de bevoegdheid heeft zelf voorstellen tot
verbetering of uitbreiding van het Verdrag te doen en

de taak dergelijke voorstellen van de con tracteerende
landen te overwegen. Ook zullen de experts geroe-

pen kunnen worden om geschillen over cle toepassing
van het Verdrag tot oplossing te brengen.

Ter geruststelling van ondernemers, die mochten

vreezen, dat de statistische publicaties hun zaak he-
nadeelen, nog het volgende. Men mag aannemen, dat

geen enkel land statistische gegevens, waardoor
Staathelangen of belangen van bepaalde bedrijven en
ondernemingen op ernstige wijze geschaad zouden

kunnen worden, zal publiceeren. Dergelijke gegevens
worden uit de statistiek weggelaten of men combi-neert ze met andere posten. Het was niet alleen Ne-

derland, dat op de Conferentie in Genève blijk gaf,
zich deze vrijheid te willen voorbehouden. Ter tege-
moetkoming aan dit verlangen ‘is in het Protocol o.a.

opgenomen, dat geen bepaling van het Verdrag de
verplichting oplegt om statistieken samen te stellen

en te publiceeren, die het ‘bekend worden van ge-
gevens betreffende een particuliere instelling tenge-

volge zouden hebben. Ook is overeengekomen, dat een
land ingeval van overmacht of van erristige voorval-
len, welke de veiligheid van den Staat bedreigen, de

toepassing van de ‘bepalingen van het Verdrag kan
opschorten. Verder zullen in de IE[andelsstatistiek

geen aanduidingen behoeven voor ‘te komen over de
hoeveelheden van speciale goederen, wanneer de aan-
duidingen uit statistisch oogpunt van geen practisc’h

354

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 Mei 1932

belang zijn. In de .Maandsttistiek kunnen de opsom-

ming der goederen en de gegevens in verkorten vorm

worden weergegeven.

Omdat het Verdrag zelve, naaruit het bovenstaan-

cle blijkt, slechts een heel bescheiden stap is op dèn

weg, clie tot de vergelijkbaarheid van de statistieken

der verschillende landen, leidt, omdat ‘het eigenlijk

niet meer dan een minimun weergeeft, zijn in de

Slotacte een aan tal ,,Aan’beveli ogen” opgenomen,

waarbij de landen o.a. uitgenoodigd worden,’ naar

gelang ‘van hun economische ontwikkeling, meer uit-

voerIge statistieken te publiceeren dan volgens het

Verdrag geöischt is, hun terrein van statistisch on-

• derzoek, rekening houdend met d adviezen va:n het

Comité d’Experts, geleidelijk uit te breiden en, in-

clieii zij beschikken over goed ontwikkelde Statistische

‘Diensten, •desgewenscht ook mt beliul van het Oo-

nité d’Experts, officietize of officiëele ententes te

sluiten met betrekking tot de vergelijibaarheid van

l)epaalde door hen gepu’bliceerde statistieken, die

gen voorwérp van het Verdrag zijn.

Het Verdrag is ieecls op 14 December 1930 in wer-

king getreden omdat het toen reeds door het ver’-

eischte aantal van tien landen geratificeerd was.

Thai hebbeh dit reeds 15 landen gedaiin, terwijl nog

4 andere landen toegetreden ijn.

Ook voor Nederlandsch-Indië kan het Verdrag,

blijkchs het overleg met het Bestuur aldaar, behou-
dens eenige reserves ten aanzien ‘in de hanclelssta-

tistiek en cle statistieken van de visscherij, de nij-

verheid en het mijuwezen worden aanvaard. De Volks-

raad heeft gunstig over het vetsotwerp geadviseerd.

•Vandaar dat de Regeering in het wetsontwerp •de

be’oeg.dheid gevraagd heeft, het Verdrag te zijner

tijd, onder ‘bedoeld voorbehoud, ook voor Weder-

landsch-Indië van toepassing te doen worden. Voor West-Indië zou dit niet kunnen, omdat de aclminis-
tratieve outillage aldaar het niet

toelaat.
v. D. v. I.>

DE ROEBEL.

In de officiëele pariteit van den Roebel tegenoyer

andere muntsooi-ten heeft het tegenwoordige bewind

weinig of geen verandering gebracht, en de pariteit

van len gouden Roebel

is
f
1,28.

Deze Roebel echter is thans een uitsliitend theore-

tische munt, en wie de genoemde goudpariteit toe-

paste op de -begrootingen, die cle regeering te Moskou
af en toe publiceert, zou een indruk krijgen, die van

de werkelijkheid ten eenen male verschilt.

De Russische Staatsbegrootingen dienen in haar

wezen scherp onderscheiden te w’orden i’an het be-
grip, dat men gewoen is aan een Staats-begrooting te

hechten. Immers, zij omvatten niet alleen de ontvang-

sten en uitgaven van de eigenlijke administratieve
organisatie; zij sluiten ook het grootste deel in van
de nationale productie van grondstoffen, voedins-

middelen en fa’brikateu, daar van. die productie het

grootste doel door den Staat wordt geëxploiteerd.

Het is echter niet mogelijk den finaucieëlen toe-
stand van Rusland na te gaan, omdat de ‘begrootin-

gen tal van posten verzwijgen, en jien niet kan weten,
onder welke

hoofden clie -gebracht zijn. , Zoo wordt

niets opgegeven voor de kosten der ,,Oomintern”,

noch van- importen en exporten der edele metalen, of
van de gelden die Russische ballingen van uit den
vreemde aan hunne verwanten overmaken, noch ook

van ‘het provenu van kostbaarheden, schilderijeu,

meu’belén enz. afkomstig van de keizerlijice paleizen

en van de onteigende woningen der aristocratie, der
rijke kooplieden ed. Ook wordt d waarde der door
den Staat uitgevoerde handelsartikelen niet opge-
geven, noch ook die der invoeren. Verder verneemt
men. uit de begrootin.g niets omtrent de uitgaven voor

diplematieke en handels-missies naar den vreemde, of

omtrent die der vreemde technische specialiteiten.

4ie in Rusland werkzaam zijn in dienst van den Staat.

Wel worden af eu toe gegevens gepubliceerd om-
trent in- en uitvoeren. Volgens G’outchkoff
1)
zouden
geclurendè 1929-1031 (van 1- Jan. 1929-30 Juni

1031 = 30 maanden) de exporten hebben bedragen

Rh. (goud) 2269,1 en de Ïmporten Rb. (goud) 2400,6,

zoodat gedurende dien tijd de ‘handelsbalans ten ‘be-

cirage van Rb. 131,5 millioen if’iegatief was. Nopens de

beta.1mmmg9balans tasten wij, bij gebrek aan gegevens,

geheel in ‘het duister. Bij de gissingen, waartoe wij

ons wel dienen te beperken, zijn er enkele dingen die

wij toch als vaststaand mogen aannemen, bijv. het

feit, dat Rusland stellig geen drediteurstaat :is zooals

Nederland, de V. S., Frakrijk, Engeland enz. Ver-

der, dat Rusland niet, zooallandere Europeesche

landen, uit het toeristenvëi-keer eenige belangrijke

winst kan boeken, of uit hoofde van -bewezen dien-

tten, zooais vracht, itssuranti epenni ugen, of bankcom-

missie iets te vorderen heeft, zoodat er geene zooge-
naamde ,,occulte” éxporten zijn. ‘Uit het exporteeren

van intellectueele producten kan evenzeer slechts

geringe winst voortkomen. De Russische films, die

allé jropaganda-films zijn, kosten. vermdedelijk meer

clan zij i,n den vreemde opbrengen. Ook is er weinig

sprake van het uitvoerèn van wetenschappelijke lec-

tuur, daar die niet, of ‘bijna niet, geproduceerd wordt

zooals in de ‘beschaafde wereld.
2)
En wo reduceere
zich de weinige activa, die in den vreëmde te gelde

kunnen – worden gemaakt om de passieve handels-

balans aan te vullen, tot platina
3)
goud ih de staats-

bank, en tenslotte de lcdnstverzaelingen.’ Maar om-

trent de reeds uitgëvoerde stcikken uit deze laatste

weten wij niets positiefs, daar de cijfers geheim ge-
-honden worden. Daar zij afkomstig zijn uit de eeuwen

sedert Catharina de Groote, toen Rusland enorme

bedragen in. Europa kon benen, moeten zij zeer om-

vangrijk zijn.

Trouwens, alleen reeds uit den catalogus van de

Ermitage te St. Peters’burg
4)
weten wij, dat die col-

lectie o.a. 42 Rem’brandts, en oiigeveer 275 Van

Dijcks, Rubonsen, Jan Steens, Ruysdaels e.a. bezat.

Volgens een ‘bericht in het Alg. R-bld. van 14 ‘Aug.

1030 varen er toen, – via Berlijn, onderhandelingen

met Engeland en de V. S. – omtrent den verkoop van

een deel der verzaëling gaande. Misschien heeft het
Rijksmuseum iets weten té -bemachtigen. Maar wij
weten het resultaat niet. Ook kan de wereld-crisis en

cle prijsdaliiig aller kostbaarheden -den verkoop slechts

tegenhouden en 7ou die slechts zeer geleidelijk – ook

in betere tijden – ‘moeten geschieden, ten einde de
prijzen niet te bederven. En zelfs in’ goede tijden zal
zich de vraag voordoen, of dé erkoop wel die bon-

derden millioenen zal opleveren, die noodig zijn nu

Ru slands credi et verdwenen is.

Zoo blijft dan alleen nog liet goud ‘bij do Staats-

bank over als hulpmiddel voor cle stabilisatie van de

betalingsbalans. Volgens de berekening van den

reeds – geciteerden Russischen schiij ver Goutchkoff zou
de goudvoorraad te Moskou, die den len Januari 1928

werd opgegeven als te bedragen Rb. 192.000.000, thans
geslonken zijn tot 1*. 75.000.000
5),
want terwijl de
productie van goud in Rusland van 1 Januari 1928-

30 Juni 1931 Rh. 1.93.000.000 bedroeg, ms het totaal

der exporteu gedurende diezelfde periode (volges de

.9 .L’endettement s-t
la
solvabilAd
clu
Gouvernement der.

Sovies. Paris, October
1931.
2)
Waar trouwens het totale beding ‘betrekkelijk gering
is
in vergelijking niet liet -totaal.
) Waarvan cle Productie op een waarde van
f
25.000.000
per jaar wordt geschat. Een exemplaar ligt v&r
mij.

Volgens E,ü’hner’s G-eogr. St. Tabellen
1932
Ausgabe
blz.
530 zou
de goiidvoorr-aad bij cle Staa-tsbank slechts
48.000.000
Roebel bedragen.

4 Mei 1932

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

355

offiéiëele cijfers der imperteerende Europeesche lan-

den) Rb. 312.000.000, zoodat het genoemde bedrag

van Rb. 15.000.000 op 1 Juni 1031 zou resteeren.

Daarvan is vermoedelijk nog tot dato een (feel geëx-

porteerd, waarbij met de productie van goud in Rus-

land zelf rekening is gehouden. Korten tijd geleden

meldde een officiëel bericht uit Moskou, dat men
verder geen goud meer zou exporteeren, een bericht,
hetwelk te denken geeft.
1)

Onder cle omstandigheden is het geen wonder, dat

cle Russische Regeering opnieuw verplicht is ge-
weest tot cle uitgifte van oninwissèlbaar papieren

geld. Hieromtrent bezitten wij echter posttjeve ge-

gevens, welke ontleend zijn aan de Ekonomitajeskaja
Zjisn van 1 en 14 November jl.
Volgens die gegevens was de omloop van papieren

geld
01)
dien datum als volgt:

Ba nkpa pier

………………Rb. 2.596.000.000
Schatkistbons

……………. ,,

2.414.000.000

Klein geld (koper etc.) ……..,

309.000.000

Totaal

Rb.5.319.000.000

en het is clan ook niet te verwonderen, wanneer wij
uit de Kra.snaja Gazeta van 31 Oct. ji. vernemen,

(lat de volgende prijzen officiëel te St. Petersburg

genoteerd werden:

Boter . Bh. 12-17 per kilo
(5
f
1,28
= f
15,36
a
f
21,76)

Kaas …
.,

14-14

,,

(

do.

17,92,, ,, 18,56)

Worst .,,
43’—
5

do.

,, 5,76 ,, ,, 6,40)
Spek . .

,, 84

,.

,,

(

(o.

,. 10,88

Daaruit blijkt dus, dat de inflatie, clie onvermij-

delijk icomen moest, reeds zeer ver gevorderd is. De
genoteerde prijzen zijn niet die van de ,,vrije” markt

(waar cle goederen afkomstig zijn van de betrekkelijk

weinige boeren clie niet
bij
de Staatslandbouwbedrij-

ven zijn ingelijfd)
2),
maar van de in de Staatsmaga-
zijnen verkochte regeeringsgoederen. De prijzen
Oj)

cle ,,vrje” markt zijn vermoedelijk hooger.
Uit den aard der zaak is men in Dnitschland, maar

ook, zooals nader ‘blijken zal, in de Ver. Staten, beter
op de hoogte van Russische toestanden dan elders,
waarschijnlijk omdat voornamelijk uit deze twee lan-

den
cle ingenieurs en technici worden gerecruteerd,

die in grooten getale in dienst der Russische regee-

ring zijn getreden, en zonder wier hulp deze laatste,

bij gebrek aan Russisch geschoold personeel, niets tot
stand vermag te brengen. Zij zijn het, die uit hoofde
van, hun beroep beter dan wie ook, op de hoogte zijn

van de heerschende toestanden, en daarvoor naar

hnne vaderlan den berichten.
Nu had cle Amerikaansche regeering, bij monde

van
het
DeparLncent of Cornnserce,
reeds in 1028

groote ornxichtigheid aan de banken geadviseerd bij

het verleenen van crediet aan Rusland, en in Novem-

her jl. ‘) werd medegedeeld dat met het oog op den
financiëelej toestand van Rusland het verleenen van
crcdiet beslist ontraden moest worden.
In het Jaarverslag
van de
Ka.mer van Koophandel

Le
Berlijn.
over 1.932 wordt o.a. gezegd, dat het sur-

plus van Dnitschlands handelsbalans voor een groot

(eel ‘moet worden toegeschreven aan de exporten naar
Rusland. Duitschland heeft aan Rusland meer

crecliet toegestaan dan andere landen, en verdere
uitbreiding daarvan is niet gewenscht. Het totale
aan Duitséhiand verschuldigde bedrag is R.M.

1.200.000.000
4),
hetgeen ongeveer de helft is van de

geheele huitenlandsche schuld van Rusland.
Volgens off’iciëele gegevens, ‘in de
Fra’nJcfurter

Zeitung
gepubliceerd, zou Rusland op rekening dier

In
The Times
van 30 Maart I.I. werd uit Letland be-
richt dat daar nit Moskou met bestemming naar Berlijn
100 kisten goud waren aangekomen en nog meer oiiclei’-
weg varcn. Hoeveel een kist inhoudt, Werd niet gemeld.
Volgens sommige gegevens zouden nog 40 pOt. der be-
(lrijven vrij zijn, volgens andere minder.
Now-York
Times
6 en 7 Nov. en
Sun
5 Nov. 1931.
Hiervan garandeert de Dit’itsche regeering 60 pCt.

schuld, gedurende 1932 Rb. 140.000.000 moeten af-

betalen. Waarschijnlijk zal het bedrag. nog belangrijk

verhoogd worden door de voor Rusland noodzakelijke

aankoopen van geheel onmisbare goederen, die het

niet zelf kan produceeren, zooals rubber, wol, som-

mige katoensoorten, kleurstoffen, machines, techni-

sclie artikelen, e.d., en zoo zou het totaal voor 1032

wellicht tot Rb. 1.000.000.000 stijgen. (Gelijk aan

f
1.280.000.000).
Dat het der regeering in Rusland moeilijk valt, de

voor de betaling noodige exportgoederen bijeen te

krijgen blijkt, behalve uit bovenvermeld bericht

nopens den verkoop van kunstwerken, o.a. uit hare

meerdere bereidwilligheid om tot de prjsverhooging

der petroleum mede te werken, en vooral uit den
thans in Rusland aan den gang zijnden •strjd om het

graan, waarover cle Russische pers zooveel heeft te
berichten.
Die strijd heeft •haren oorsprong in iets, dat in

Rusland nooit heeft bestaan: de door den staat zel-

ven ingevoerde organisatie der vroeger ver uiteen

w’onende boeren, van wier 26.000.000 aparte bedrij-

ven ongeveer 60 pOt. in 1931. waren ingelijfd in

240.000 collectieve bedrijven, van welke thans het

vroeger niet
mogelijke
verzet
schijnt
uit te gaan, en

waar groote voorraden worden achtergehouden, iets

waarover Moskou zich zeer ongernst maakt. Zoo ver-

klaart de Izvestia van 21 Nov. 1.1. dat ,,alleen door
een geweldige krachtsinspanning de landbouwpro-
(Iucten van de boeren knnnen verkregen worden.”
1)

Van het resultaat dier Icrachtsinspanning zal dan

ook zeer veel afhangen voor de reputatie der regec-
ring t.o.”. hare buitenlandsche verplichtingen. En nu

is het wel zeer opmerkelijk, dat, wat er in Rusland

ook veranderd moge zijn, en dat is zoowat
alles,
de

afhankelijkheid van den 1 inan.ciëelen steun der ‘be-schaafde wereld dezelfde is gebleven. Evenals onder

het oude regi.me cle boeren, door de heffing van ont-

zettende belastingen, gedwongen werden hun graan

te verkoopen, hetwelk voor een groot deel geëxpor-
teerd werd, wordt het hun thans met geweld ont-

nomen of worden zij gedwongen het te produceeren
voor den Staat. In beide gevallen moesten eertijds en
oeten thans die exporten, evenals •die van andere

goederen, dienen voor den dienst der leeningen in

het buitenland. Daar nu de regeering te Moskou
weet, dat zij er niet buiten kan, is er haar alles aan

gelegen om haar crediet, of wat daarvan nog over is,

te ondersteunen. Vandaar de thans woedende ,,strjd
om ‘het graan”, waarover, zooals reeds opgemerkt,

de Russisehe pers zooveel te berichten heeft.

Intussehen wijst de steeds toenemende inflatie op
een steeds toenemend tekort aan geldmiddelen, waar-
aan alleen de drukpers gemoet kan komen.

1)
Daarentegen schijnen, volgens een bericht in de
Times
van 13 April 1.1., groote streken in de Oekraine en het
ZO., alsmede in W.-Siberië met hongersnood bedreigd te
worden, zoodat men voorraden daarheen wenschte te
diri-
geeren, hetgeen echter wegens den slechten toestand der
spoorwegen niet mogelijk bleek.
H. Dusior.
9 April 1032.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

RAMING VAN DE MET BIETEN BEBOUWDE OPPER-
VLAKTE VAN EUROPA IN 1932.

Dr. Gustav Mikusch te Weenen schrijft ons:

Bij de gewone moeilijkheden, die de uitwerking van
een nauwkeurige raming van de in Europa met bie-

ten bebouwde oppervlakte op een tijdstip, dat de uit-
zaai nog niet eens geheel en al voltooid is, ontmoet,
komt dit jaar nog een speciale factor, waardoor het
voor vele landen bijna niet mogelijk is, om een nauw-

356

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 ‘Mei 1932

keurig c••fer voor de met bieten bbouwde opper-
vlakte te geven.

In Daitschlan’d, in het gebied van de vrije stad

Dautzig, in Tsj echo- Slowakije, Hongarije, Polen en

Italië wordt op het oogenblik niet, zooals andeis’

meestal gebruikelijk was, met den landbouw een be-

paalde oppervlakte gecontracteerd, doch een 1’bepaal

de hoeveelheid bieten. De landbouwer moet dus ‘voor

zichzelf berekenen, welke oppervlakte, zal worden ‘be-

bouwd, teneinde in dn herfst de met de fabriek

overeengekomen hoeveelheid bieten ook inderdaad •te

kunnen leveren, zonder echter tegelijkertijd te moe-

ten vreezen, dat, ingeval van een goeden oogst, een

belangrijk gedeelte daarvan niet aan cle suikerfabriek

kan worden geleverd, doch voor andere doeleinden,

in hoofdzaak als ‘
oer, moet worden gebezigd.

Daar het, zooals vanzelf spreekt, een persoonlijke

zaak is, welken maatstaf de landbouwer daarbij zal

aanleggen, het anderzijds den .fabrieken onverschil-

lig laat, of meer of minder •bieten wdrden verbouwd,

omdat zi,j toch niet meer dan de overeengekomen hoe-

veelheid ‘bieten behôeven af te nemen, tast men in het

duister over de oppervlakte, waarop eigenlijk de tus-

schen de fcbrieken en landbouwers gecontracteerde

hoeveelheid bieten wordt verbouwd. Slechts voor

Polen en Italië ‘bestaan er ten deele nauwkeurige op-

gaven over de met ‘bieten ‘bebouwde oppervlakte,

waarvan de oogst voor de sui’kerfabricatie zal.worden

gebruikt. In de andere bovengenoemde landen daar-

entegen (Duitschland, Dantzig, Tsjecho-Slowakije en

Hongarije) is men op min of meer ‘betrouwbare be-

rkeningen en gissirigen aangewezen.

Daarbij komt nog, dat er behalve de op de normale

voorwaarden met de suikerfabrieken afgesloten bie-

tencontracten nog ‘bieten voor voederdoeleinden wor-

den ‘verbouwd, die in den herfst zullen worden ge-
droogd of op gedenatureerde voedersuiker verwerkt,

teneinde als veevoder te dienen. In sommige geval-

len komen bieten ‘in verschen toestand ‘ook voor vee-

voeder in aanmerking. Hoe groot de oppervlakte is,
die met dergelijke voor voederdoeleinden bestemde

bieten zal worden ‘bebouwd, is thans over het alge-
meen nog niet te zeggen, te meer daar meestal eerst

in den herfst èn ‘volgens de oogstui’tkomsten èn vol
gens de prijzen voor voer wordt ‘beslist, welk gedeelte

van den hietenoogst niet tot suiker wordt verwerkt,

doch als voer wordt gebruikt.

Het is dus mogelijk, zelfs waarschijnlijk, dat de
in onderstaande raming vermelde cijfers, wanneer de
werkelijke cijfers, .bekend zijn, meerdere rectificatie
behoeven dan gewoonlijk. Desondanks .zal ‘deze nauwe-

lijks zoo groot zijn, dat zij de waarde ‘van de raming

als een zekere richtlijn voor de toekomstige suiker-

productie overmatig zal schaden.

In de tabel is de door raming verkregen met bie-

ten bebouwde oppervlakte voor elk’land in 1.000 H.A.

aangegeven en wel in het algemeen zonder dat er

rekening mede werd gehouden, of dé oogst tot suiker

zal worden verwerkt •of voor veevoeder zal worden
gebruikt. Alleen met’betrekking tot Polen zijn nauw-
keuriger cijfers bekend voor de uitsluitend voor sui-

kerproductie met ‘bieten ‘bebouwde oppervlakte, wes-

halve ook in de raming de betreffende cijfers voor

dit jaar en het vorige jaar zijn opgenomen. Bij de

andere landen werd om bovengenoemde redenen van
een ondei-ve’rdeeling afgezien.

Teneinde cijfers voor geheel Europa te vermelden,
werd ‘ook de Sovjet-Unie in deze, statistiek opgeno-

men, zonder dat men voor haar juistheid echter in
de verste verte zou kunnen instaan. Daar het niet

mogelijk is om betrouwbare particuliere beric’hten uit
de Sovjet-Unie te verkrijgen, moet men zich aan de

officiëele ‘cijfers houden. Voor den huidigen bieten-
bouw bestaat slechts het cijfer van het vijfjarenplan,

waarin 1.635.000 H.A. (tegenover een daadwerkeljk
met suikerbieten bebouwde oppervlakte van 1.319.000

H.A. in 1931) ‘wordt aangegeven. Het’schijnt echter,

dat deze ‘oppervlakte dit jaar niet geheel met ‘bieten

zal worden bebouwd, omdat de staatsgoederen en de

collectieve ‘bedrijven, welke men, met uitschakeling

van .de nog niet in een collectief bedrijf vereenigde

boeren, dit jaar alleen met bieten zal verbouwen,

wellicht niet in staat zullen zijn de met bieten

bebouwde oppervlakte met ‘bijna een vijfde uit te

breiden. Bovendien doet het niet te Icontroleeren ge-

rucht de ‘ronde, dat de •in’ de Sovjet-Unie beschikbare

hoeveelheid bietenzaad geen ‘noemenswaardige uit-

breicling van bebouwde oppervlakte ten aanzien van

het vorige jaar toelaat. Er blijft echter niets anders
over clan het
cijfer
van het vijfjarenplan voor de
raming te nemen, zoölang er geen ander betrouw

baar cijfer bestaat.

Intussehen kan men echter alleen ernstig rekening
houden met ‘de cijfers voor Europa zonder Rusland.
Vooi dit gebied bedraagt de vermindering ten op-
zichte van het vorige jaar 9.5 pOt. en ten opzichte
van 1930 zelfs 26.6 pOt.

Deze achteruitgang is ‘het resultaat ‘van een groo-

teren uitzaai in eenige landen en van een nog groo-

teren achteruitgang van den bietenbouw in andere.

Daarbij is de verdeeling van de oppervlakte zoo, ‘dat,

indien de huidige suikeropbrengst per H.A. met het

gemiddelde van de laatste vijf jaren zou overeenko-

men, de totale suikerproductie van Europa, zonder de

Sovjet-Unie, ongeveer even sterk zou dalen dan de

bebouwde bppervlakte.
Wanneer men de
cijfers
voor de huidige bebouwde
oppervlakte met die van het vorige jaar vergelijkt,
dan ziet , men, dat de groote producenten, die met

hun overschotten ter ‘wereldmarkt komen (Duitsch-
land, Tsjecho-Slowakjje en Polen) den uitzaai sterk
inkrimpen, dat ook de fabrieken in Italië en Spanje

wegens de opeenhooping ‘van voorradez als gevolg

van overproductie in vroeger jaren en door de on-

mogelijkheid om de overschotten bij de lage wereld-

marktprijzen uit te voeren, tot beperking ‘van den

uitzaai zijn overgegaan. Een grooteren uitzaai geven, wat de groote productielanden betreft, slechts Frank-

rijk en Groot-Brittannië te zien. Met behulp van de

ook voor het nieuwe ‘begrootingsjaar geldende staats-

subsidie ‘heeft men na den tegenslag van het vorige

jaar in Groot-Brittannië dit jaar den ibietenbouw

weder uitgebreid, waartoe de slechte prijzen van alle
andere veldvruchten he’bben medegewerkt.
Van de andere productielanden is eigenlijk slechts

Hongarije en desnoods het gebied van de vrije stad

Dantzig zuiver een uitvoerstaat. Iii beide gebieden
wordt de cultuur evenals in Duitschland, Tsjecho-
Slowakije en Polen beperkt.

België en Nederland voeren ook uit, do’ëh deze uit-
voer wordt geheel of ten deele door suiker gecompen-

seerd, welke uit het ‘buitenland wordt geïmporteerd en na raffinage weder uitgevoerd. Zoowel in België als in
Nederland werd de bietenbouw dit jaar ten opzichte

van het vorige uitgebreid, waartoe in Nederland in
cle eerste plaats de verhooging van de staatssubsidie
van ca.
f
4.50 tot
f
8.25 heeft medegewerkt.

Ook in Denemarken en Zweden moet ‘de grootere u.itzaai worden toegeschreven aan het ingrijpen van
den staat, die een bepaalden bieten- en suikerprjs

garandeert en de concurrentie van buitenlandsche
suiker onschadelijk maakt, doordat de invoer voor
particulieren onmogelijk is. De regeering in Bul-

garije heeft zich van haar oorspronkeljk plan tot een grooteren uitzaai door de fabrieken, die reeds groote waardelooze ‘voorraden bezitten, laten afbrengen en
zich met handhaving van een even groote met ‘bieten

bebouwde oppervlakte als ‘verleden jaar tevreden ge-

iteld. Met de zorg om de overschotten te verkoopen
tegen wereldmarktprijzen, die slechts een klein ge-
deelte van de productiekosten dekken, ‘blijven de Bul-
gaarsche fabrieken weliswaar zitten. Hun collega’s in

4 Mei 1932

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

357′

het naburige ioego-Slavië zijn er beter aan toe, om-
dat daar de bebouwde oppervlakte, ten deele vrijwil-

lig en ten deele als gevolg van de ongunstige weers-

gesteidheden in het voorjaar, achteruit is gegaan,

terwijl in Roemenië dit jaar weder een grootere uit-

zaai kon plaats vinden.
Tenslotte fblijft de bietenbouw in Oostenrijk prac-

tisch op het niveau van het vorige jaar en zullen,

indien de oogst goed is, productie en consumptie

waarschijnlijk in evenwicht zijn. De landen., wier productie verre hij cle consumptie
teii achter blijf t, zooals Zweden, de lersche Vrijstaat,

Zwitserland, Finland, Letland, Lithauen en Turkije,

geven een grooteren uitzaai te •zien.
Bauiing van de met bieten bebouwde oppervlakte
(1932)

en bietsuikerproductie (1931/’32)
in Europa.
Bietsuikerprod.
Met bieten bebouwdo op- in
lOCO
nietr. tonn.

pervlakte in
1000 H.A.

ruwsuikerwaarde

Raming

Opbr.

Opbr. Raming Opbr.

1932

1931

1930

193112

193011
,Duitschlancl

275

348 )

470
1
) 1.600

2.547

lautzig ………
5

6

8

20

38

Tsjecho.Slowakije

140

177

237

810

1.1.43

Oostenrijk

44

43

36

163

150

iToigarije …….
38

56

66

125

234

Frankrijk …….
235

230

257

873

1.205

België ………..
54

51

56

203

283

Nederland

42

37

58

172

296

Polen …………
119 2)

1382)

180

493′

782

Denemarken

37

29

32

122

168

Zwe(Ien ………
39

35

37

144

187

Italië ………..
68

107

114

363

415

Spanje ………
95

115

93

400

322

Joego.’Slavië

35

37

47

86

103

Roemenië ……..
20

15

43

48

182

Bulgarije ……..
11

11

22

26

58

Zwitserland

1

1

1

6

6

Groot.Brittannië

1.15

95

141

268

460

Tersche Vrijstaat

5

2

5

6

26

Fijiland ………
2

2

1

4

4

Letland ………
S

4

2

10

7

Lithaucu

5

3

1

5

Turkije ………
10

9

5

16

10

Europa zonder

Sovjet.lJaie
. . 1.403

1.551

1.912

5.963

8.626

Sovjet.lJnic …..
1.635
3)
1.379

1.069

1.600

1.979

Totaal Europa. .
3.038

2.930

2.981

7.563 10.605
2)
Hiervan voor stukerproductie
1931/’32: 318.522
H.A.;

1
93
0
1
31
: 463.189
H.A. Eenzelfde onderverdeeling voor

1932/’33 kan nog niet worden gegeven.
De voor Polen vermelde cijfers 1ebben slechts betrek.
king op de bebouwde oppervlakte van de tot suiker ver-
werkte bieten.
Cijfer van liet officiëele plan; het is echter •zeer on-
waarschijnlijk, dat cle bebouwing dezeu omvang zal be.
reiken.
* *
*

Uit de ontwikkeling van den huidigen bietenuit-
zaai in Europa blijkt duidelijk, dat de buitengewoon

ongunstige suikerprijzen slechts in die landen, die
niet een noemenswaard gedeelte van de productie op
de wereldmarkt verschijnen, tot een vermindering
van den uitzaai zullen leiden. Bovendien valt ook nog
in eenige andere landen een achteruitgang van den

uitzaai te constateeren (Italië, Spanje, Joego-Slavië),
doch de oorzaak hiervan is de opeenhooping ‘van aan-
zienlijke voorraden, terwijl de lage wereldmarktprijs
met de inkrimping ten hoogste zooveel te maken

heeft, dat deze landen er daardoor nog minder dan
in normale tijden aan denken, om de overschotten uit

te voeren.
Overigens handhaaft de bietenuitzaai, beschermd
door hooge invoerrechten of andere protectionistische

maatregelen, of aangemoedigd door uitzaai- of pro-
ductiepremies, zich op het oude niveau of neemt zelfs

nog toe.
Deze feiten toonen duidelijk, dat diegenen dwalen,
die aan de als onverbiddelijk en onvermijdelijk ge-
prezen wet ‘van vraag en aanbod ook thans nog een
reguleerende werking ten aanzien van de productie

toeschrijven. Wanneer men ziet, dat ondanks de zeer

lage suikerprijzen op de wereldmarkt de bietenbouw

juist in de kleine productielanden van. Europa voort-

durend wordt uitgdbreid, wanneer men bedenkt, dat

bijna elk jaar een nieuw suikerlarid wordt ontsloten

(wij herinneren voor de laatste jaren slechts aan de

oprichting van een suikerindustrie in Kenya, Soma-
liland, Britsch Congo en Florida; Argentinië heeft

zich naast de oude riotsuikerinciustrie op een nieuwe

bietsnikerindustr.ie toegelegd; verder zijn Litihauen

en Perz.ië tegenwoordig tot de su.ikerproduceereude
landen toegetreden en volgend jaar komen wellicht

Uruguay en Chili aan de beurt; tegelijkertijd breidt

Britsch-Indië zijn suikerproductie voortdurend uit

en hetzelfde geschiedt in andere streken), dan blijft

‘oor de oude uitvoerlanden redelijkerwijze slechts

over, om hun productie aan te passen aan hetgeen op
het voor hen ter verzorging overblijvende’ gebied kan

worden ondergebracht.
Met een planmatige aanpassing van de productie

aan de behoefte werd door de internationale overeen-

komst van 1932 een aanvang gemaakt. Al mag de uit-

voering van dit plan ook wel wat te wenschen over-

laten, toch zijn de richtlijnen zoo verstandig en doel-
matig, dat zij ook door vele landen, die met de over-

eenkomst niet direct te maken hebben – wij noemen

slechts Frankrijk, italië, Spanje en Japan-Formosa

– werden gebruikt, om verdere nadeelen van een
overproductie te voorkomen. Dit is een belang-
rijke overwinning van de grondbeginselen van het
z.g. Ohadbourne-plan, die ook aan diegenen van de

leden van de internationale overeenkomst te denken
zou moeten geven, die tegen de daar getroffen rege-

ling van productie en uitvoer stemming maken.
(Nadruic verboden..)

AANTEEKENINGEN.

De invloed van de technische rationalisatie

op de werkgelegenheid.

Het is algemeen bekend, dat het vraagstuk van den

invloed van de rationalisatie op de werkgelegenheid

buitengewoon gecompliceerd is. De voorstanders van
rationalisatie weigeren te erkennen, dat de rationa-

lisatie over de .gelieele wereld een leger blijvende
werkloozen in het leven heeft geroepen. Hun motivee-

ring is zeer eenvoudig. Men geeft toe, dat de invoe-
ring van technische nieuwigheden noodzakelijk bespa-

ring van arbeidskrachten medebrengt, hetgeen tot
uiting komt in het ontslag van een aantal werlcne-

mers. Men haast zich echter hieraan toe te voegen,

dat dit het noodlottig gevolg van elken technischen
vooruitgang is en dat het, over het geheel genomen,
gaat om werkloosheid van voorbijgaanden aard, door-

dat de verlaging van de productiekosten als gevolg

van ‘de toepassing dezer nieuwe methoden niet kan
nalaten een toeneming van de koopkracht van de
maatschappij in haar geheel teweeg te brengen. Ten-
slotte worden de uitgedreven arbeiders weder in een
anderen tak van het bedrijfsleven te werk gesteld,

waardoor het welvaartspeil van de geheele bevolking

aanhoudend ‘stijgt, aldus de heer G. Khérian in de
Revue d’Economique Politique van Jan.fFelbr. 1932,

waaraan wij hier het volgende outleenen.
Men moet toegeven, dat de voorstanders van tech-

nische uitvindingen hebben getracht de oude theorie
van de automatische ‘verplaatsing, waarvoor zij het

proefondervindelijke bewijs in de Amerikaansche sta-
tistieken wilden zien, in een aderen vorm te ‘gieten.

Deze statistieken zijn buitengewoon leerzaam, want
zij vermelden niet alleen op geregeld wederkeerende

tijden den omvang van de productie in de verschil-
lende bedrijfstakken, doch tevens den omvang van de

bedrijvigheid in de meeste beroepen. De volgende
tabel geeft de indexcijfers van den Federal Reserve
Board voor de jaren 1919-1929 betreffende de in-
dustriëele productie, het aantal in de fabrieken te-

358

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 Mei 1932

werkgestelde arbeiders, de productie per arbeider, het

bedrag der ‘betaalde bonen, alsmede het gemiddelde

loon per arbeider.

Aantal in de
fabrieken te-
Industrilele
werkgestelde Productie
Tot, betaal-
Loon per
Jaar
productie
arbeiders
p.arbeider
de bonen
arbeider
1919
. . .

100 100
100
100 100 1920
. . .

104
101
103
120
119
1921
80
77
104
79
103
1922
. .

104
84
124
83
99 1923
. . .

120
97
124
105 108
1924
….112
90 124 98
109 1925
. . . .

125
93
134
103
lii
1926
. . . .

129
94
137
106
113
1927
. . . .

126
92
137
104 113
1928
. . . .

132
91
145
104 114
1020
. . . .

142
94
151
110
117

hieruit blijkt, dat de omvang ivan de industriëele

productie van
1919
tot 1929 van 100 tot
142 is
ge-

stegen, terwijl het aantal arbeiders in hetzelfde tijd-
vak van 100 tot
94 is
gedaald. Deze daling van het

aantal in de fa;brieken tewerkgestelcie arbeiders van
6 pOt. moet ongetwijeicl aan cle rationalisatie wor-

den toegeschreven; de daling zou veel grooter zijn

geweest, indien ‘bepaalde betrekkelijk nieuwe indus-

trieën niet in den loop van dezelfde periode vele

arbeiders zouden hebbcn tewerkgesteld, clie in oudere

i n cl u strieën overoodig ware:n geworden.

Anderzijds was het door een ongelukkigen samen-

loop van omstandigheden niet mogelijk cle werklooze

industrie-arbeiders naar het platteland over te bren-

gen, doordat de structuur van den landbouw in de

Ver. Staten in het genoemde tijdvak geheel gewijzigd

werd door cle inclusrialisatie van den Amerikaan-

schen landbouw.
Als
typisch voorbeeld noemen wij de

buitengewone sterke toeneming van het aantal trac-

tors van
246.000
in
1920
tot
853.090
in
1929.
Indien

men bedenkt, dat de aanschaffing van één tractor

automatisch
5
arbeiders uitschakelt, begrijpt men

eenigszms welken invloed deze
stijging
heeft uitge-

oefend. Tengevolge van deze. agrarische revolutie
heeft het platteland in het laatste clecennium
3.800.000

béwoners vei-loren.

Indien men 2ijn onderzoekingen tot de industrie en

den landbduw in de Ver. Staten beperkt, is het niet te

ontkennen, dat de rationalisatie in deze bedrijfstak-

ken blijvende werkloosheid heeft doen ontstaan. De

voorstan clers van rationalisati.e stellen hier tegenover,
dat men zijn onderzoekingen veel verder moet uit-

strekken en zich dient af te vragen, of de uit de
fabrieken of den landbouw gedreven arbeideis niet

elders emplooi hebben gevonden. Zulks schijnt

juist het ‘geval te
zijn
geweest in de genoemde

periode in de Ver. Staten, want de statistielcen toonen
aan, dat tot de crisis van
1920
vier soorten van ‘be-

drijven (transportwezen, handel en bankwezen, ‘Vrije
beroepen, openbare diensten) erin geslaagd zijn de

slachtoffers van de rationalisatie onder de indus-

triëele en landar;beiders op te nemen. Volgens Law-

reuce B. Mann, van het Department of Oommerce,
was de toeneming van het aantal arbeiders in de
periode van
1.920-1927
in enkele bedrijfstakken als

volgt: in de automobielindustrie,
1.166.000;
hotels

en restaurants,
525.000;
kappers en manicures,

1.69.000;
onderwijs,
185.000;
f:ilmindustrie,
150.000;

electrische koelinstallaties,
125.000;
radio-industrie,

125.000;
verzekeri.ngsagenten,
96.000.

:De heer M. L. Urwich komt in zijn studie ,,Ra-

tionalisation does not lead to Unemployment” tot de

conclusie, dat in de peri.ode van
1920
tot
1927
de

rationalisatie in de Ver. Staten weliswaar
1.445.000
arbeiders overbodig heeft gemaakt, maar dat zij daar-
entegen direct of indirect weer werk aan
1.907.000

arbeiders ‘heeft verschaft.

Contingenteering van vuurvast materiaal.

Uit de Handelingen van de Tweede Kamer van
28
April jl. (Vel
582,
blz.
2255)
blijkt, dat
ZE. Mi-
nister Verschuur bij liet contingenteeringsdbat een

bestrijding heeft gegeven van liet artikel van. den
Heer Ir.
0. E.
Dutilh, dat in ons weekblad van 1,3
April ii.
is
opgenomen. IDe critiek van den Minister
0])
dit artikel is zoo ‘belangrijk, dat wij niet willen

nalaten de betreffende passage uit zijn rede hier in

haar geheel over te nemen:

,,Nu stel ik er toch wel prijs
01)
om een enkel beroemd
geval, cla.t geval van ‘den heer 1)utilh, (lat alleen beroemd
is geworden, doordat het in een hoogstaancl tijdschrift is
gekomen, even aan te roeren.
Ik heb ‘hier een lijst ‘van al de personen en ‘instellingen,
die gehoord zijn ter zake van het vniurvaste materiaal,
waarvan ik straks heb medegedeeld dat het advies van de
commissie negatief is uitgevallen.
Wanneer men die lijst ziet, ik zal haai’ niet voorlozen, om liet Rijk niet op kosten te jagen door haar in de han-
delingen te doen opnemen, zal men aanstonds cle gedachte
krijgen : hoe kan mcii nu spreken van eelt niet ruime raad-
plegiug van de betrokkenen? liet is nog sterker. Die mijn-
heer,
dien ik zoo juist noemde, schrijft in de Economisch-
‘itatistische Berichten, dat, behalve enkele grootverbrui-
kers, geen importeurs aanwezig waren. Nu is de waarheid
dat alle grootverbruikers vertegenwoordigd waren en dat
twee van de belangrijkste importeurs aanwezig ivaren, zoo-
dat die mijnheer op gespan nei:i voet met de waarhicl leeft.
Zonder critiek wordt een dergelijke beschouwing, die in-
derciaad de verdienste heeft van een aardig verhaal te be-
vatten en vlot leesbaar te zijn, in een hoogstaand blad als
cle Eonomisch-Statistisehe Berichten opgenomen en dan,
zonder dat er weer eenige critiek in den weg treedt, gaat zoo’n bericht huppelend door de geheele Neclerlandsche pers; en maakt hier zei fs eenigen i ndrtik
Op
dit hooge
Staatscollege.”

Wij hebben ons naar aanleiding van deze passage
uit de rede van den Minister tot den heer Dutil,h ge-

‘end, die ons daarop de volgende medecleeling ‘heel t

doen toekomen:

De lijst van gehoorde personen en instellingen moge
lang zijn, het ‘gaat erom of zij wèrkebijk de voornaamste
belanghebbenden bevat. Hierover kan de Kamer ook na de
rede van den Minister niet oordeelen . Hieromtrent kan ik
slechts meededen, dat ik van twee onzer drie grootste
labr’ieken van stoomketels %vect. dat hun voor de vergade-
ring met belanghebbenden op
S
Maart geen nitnoodigitig
is geworden. Toch zijn ketelfabrikanten in dubbelen zin
belanghebben’d: cle prijs van het ‘beaoodigde vuurvaste ina-
teriaal is een factor van belang in buit kostprijsberekening,
de deugclelijkhekl ervan is een voorwaarde voor het goed
functionneeren en de bedrijfszekerb’eid van hun installaties.
Wat betreft ‘de ter vergadering op S Smart aanwezi-
gen, moet de Minister onjuist zijn ‘ingelicht. Ik zend de
redactie vals dit tijdschrift, tegelijk met dit naschrift, een
lijst van de namen van alle op die vergatlerinlg versche-
nen personen, met claa i’bij opgegeven hnit functies, omdat
zij er wellicht bezwaar tegeil zouden kunnen hebben hier
te worden genoemd .,l)ie lijst bevat, naast (le belangheb-
benden hij vuurvast niateriaal, ook cle namen van een vier-
tal persOl:leii, waaronder twee iniportenrs van wand- cii
vloertegels, die opgekomen waren, omdat in deze zelfde
zitting ook de cout.iugenteering van den invoer dier tegels
ter sprake zon komen.
Il3etrokken bij een eventneele cont’ingenteering ‘van vuur-vast
materiaal
waren ‘de volgende aanwezigen
de vertegenwoordiger van de aan’vraagster dci’ contin-
geiiteering van vuurvast materiaal;
de secretaris der Vereeniging van Handelaren in .lioitw-
materialen;
cle vertegenwoordigers van drie grootverbruikers van
vunrvast materiaal;
twee vertegenwoordigers eener maatschappij die zich
bezighoudt niet den bouw ‘ve ii gasovens;
de vertegenwoordiger eener niaatsehappij voor stookin-
richtingen;
schrijver dezes.
Hieruit blijkt, dat laatstgenoemde cle eenige aanwezige
impor’tenr van
vuurvast vvateriaa.l
was. Uit het door deii
Ministej’ gegispte artikel blijkt verder voldoende, dat die
aanwezigheid geheel het karakter van een toeval droeg.
Des Ministers mededeeling over de aanwezigheid van tw’ee

4 Mei 1932

ECONOMISCH-STATISFjSCHE BERICHTEN

359

der belangrijkste importeurs is dus – met betrekking tot
vuurvast materiaal waar het om gaat – niet in overeen-
stemming met cle feiten.
Dat verder de drie verschenen grootverbruikers als
grootverbruikers worden aangediend, zal henzelf stellig
evenzeer verwonderen als mij. Zijn onze groote eleetrici-
teitsîabricken, onze ijzer- an inetaalgieterjen, onze glas-
industrie, onze spoorwegen en onze reederijen, om eenige
voorbeelden te noemen, dan soms geen grootverbruikers
van vuurvast materiaal? En toch was geen dezer catego-
rieën vertegenwoordigd!
Ik geloof niet, dat de hier behandelde uitingen van den
Minister hein door een ,,speeiale deskundige” in den mond
kun neti zijn gegeven.

C. E. DUTI LJ1
invoercontingenteering van wollen en

en half-wollen stoffen.

De vorige week is cle invoercontingenteering van
wollen en half wollen stoffen, di.e op 1. Mei zou zijn

af.geloopen, verlengd, en wel voor een zeer geruimen
tijd,
ni.
tot 1. Februari 1933. hetzelfde geschiedde

met de con’ti.nge.nteering van tricot- en confectiegoe-
deren.

Wij hebben in het nummer van 24 Februari van

cli t weekblad cle woicon tingenteer ing wegens haar
w’iilekeur bestreden. De basis van de contingentee-

ring is thans ietwat veranderd, doordat het jaar

1.928 niet langer meetelt en het jaar 1931 bij de
hasisjaren is opgenomen. Ook:is het percentage een
weinig verhoogd, ni. van 62i4 tot
65
pOt. van de in-
voerwaarde..De w’iilekeur van clezen maatregel is

er echter niet minder op geworden. Het bezwaar, in onze vroegere beschouwingen naar voren gebracht,

t.w. dat men artikelen, welker handelseijfers een zeer
ongelijk
beeld vertoonen en somtijds een geenszins
ongunstigen indru.k maken, op precies dezelfde wijze
heeft behandeld ‘bij de toepassing van een zoo beden-

kelijken maatregel als de .invoerbelemmering door

contingenteering, ‘blijft gelden tegel) de nieuwe zege-
Eng. Deze laatste is dubbel bedenkelijk, omdat de
termijn van contingenteering ditmaal zeer lang is.

De nieuwe regeling heeft voor de onderscheiden
artikelen zeer ongelijke gevolgen.

Bij het artikel ,,lalcen” was het jaar 1928, wat de

waarde van den invoer betreft, belangrijk hooger
dan 1.931. T-let contingent zal daardoor dan ook
een ige verlaging ondergaan, ondanks de verhooging
van het percentage met 24 pOt.

Bij het artikel ,,fianel” blijft de toestand vrijwel
dezelfde.

Belangrijk verschil veroorzaakt de nieuwe regeling

daarentegen bij de heide andere artikelen der con-
tingenteering, het bukskin en de groep ,,andere

artikelen”. De invoerwaarcie van bukskin ‘beliep in
1931 een kleine 5 miilioerc gulden meer dan in 1928,
terwijl ook de ingevoerde hoeveelheid zeer sterk toe-nam. Bij •het eenige artikel, waarbij de invoercontin-
genteering in den gedachtengang van de Regeering zin zou hebben wegens belangrijk gestegen invoer,
wordt derhalve het contingent door de nieuwe rege-
ling
verhoogd!
Wat wei de bedoeling van deze zon-
derlinge en inconsedluente gedragslijn mag zijn,
vraagt men mcli tevergeefs af.

Bij cle groep ,,andere artikelen” slaat de willekeur

weer in andere richting door. Men weet uit onze be-
schouwingen van 24 Februari, dat juist de in- en uit-

voercijfers van deze groep een relatief gunstig ‘beeld
vertoonden: daling van cle invoerwaarde sinds 1929
met ruim 9 millioen, van de uitvoerwaarde met
slechts 4 millioen; sterke daling van het ingevoerde
çuantum en belangrijk, doch minder groote daling

van het uitvoerquantum. Reden te over dus om met
het wapen der contingenteering uitermate voorzich-

tig te zijn. Niettemin is het contingent hier door cle
nieuwe regeling belangrijk verlaagd, liet verschil in
i.nvoerwaarde tusscheii het weggevallen tbasisjaar

1928 en het nieuw opgenomen jaar 1931 beloopt
bijna 9 milln, als gevolg waarvan het nieuwe in-

voerconti.ngent een stuk beneden het oude komt te
liggen.

liet wil ons voorkomen, dat een dergelijke rege-

ling, èn om haar willekeur èn om den langen duur
der invoerbeperkiug, onaanvaardbaar
is
en door ons
Parlement dient te worden verworpen, wanneer

daarop te zijner tijd de wettelijke ‘bekrachtiging
wordt gevraagd.

G. M. V. S.

Het rapport van de commissie-De Vries.

In het bovengenoemde artikel, opgenomen in het

nummer van de vorige week, moesten wegens te late

ontvangst van de druldproef, die versdhillende aanvul-

lingen ‘bevatte, tot onze spijt enkele passages uit-

vallen. In een van deze passages had de heer S. A.
Reitsma er o.a. op gewezen, dat wat de spoorweglite-
ratuur in ons land betreft behalve de artikelen van

Ir. J. Th. Gerlings ook nog genoemd moet worden,

een in 1907 uitgegeven brochure van Mr. P. Elias,
getiteld: Wat zijn Spoorweggoederentariven,
dat
oorspronkelijk als tijdschriftartikel verschenen was in

het maandblad der Ooöperatieve Vereeniging ,,Voor
allen” der H.IJ.S.M.

INGEZONDEN STUKKEN.

LOONEN EN KOOPKRACHT.
Mr. S. klok te Amsterdam schrijft ons:
In ,,Eeonomiseh-Statjstjsch
e
]3erichtei.i” van 27 April
jl. schrijft ‘Mr. A. J. R. klauritz een artikel onder ‘boven-
st’aanelen titel, dat lui, verschillende onjuiste beschouwin –
gen bevat.

l)e kern van deze beschouwingen is meen ik te vinden
in dle volgende zinsnede
01)
bladzijde 334:

,,Treedt een algemeene prijsdlaling hoe dan ook in, dan
zullen tevens le looneir cii andere geldinkomens als af-
geleide prijzen een daling moeten ondergaan en dit laat.
ste is (les te noodzakelijkei’, wanneer men aaii moet
nemen dat de daling van het algemeen prijsniveau tot
01)
zekere hoogte van blijvenden aard zal zijn.”

hieruit blijkt, dat Mr. Mauritz uitgaat van een volko-
men statische beschouwing van het ecoironusehi leven.
Zijn opvatting immers komt er op neer, dat de inkomens-
‘erdleeling, welke er op een zeker oogenblik is, Nvel nomi-
naal, aar niet in erkelijkheid veranderd mag worden.
E
m

w
enzelf(le gedachte blijkt ook uit zijn opmerking, dat
de extra lootisverhoogingen ter verruiming der COflSlinlp.
tie, welke Lederer bepleit, zeer waarschijnlijk zoudan moe-
ten n eerkomen
01)
een verminderde kapitaa.lvornri ng en een versneld i ntreden van de conjunetuuromslag.

Te Weinig heeft hlr. Mauritz er aan gedacht, dat de
loonsverhoogingen niet alleen bepleit worden om de arbei-
ders meer koopkraeht te geven of om hun inkomen even-
tueel in overeenstemming te brengen met stijgende prij-
zeil, maar ook
0111
een nivelleering der inkomens tot stand
te brengen al is dit in de kapitalistische maatschappij ten-slotte slechts bi
di
non bepaalde grenzen mogelijk.
Onjuist is echter de gedachte, dat de zoogenaamde koop-
krachttlieoi’ie oorspronkelijk 1uclde, ,,dat opeenvolgende
algemeene loonsverhoogingen een vhiailborg vormden voor
een stabiele w’elvaartsontwikkeliug” en dat deze theorie,
i
.,onder den druk der omstandigheden”, van inhoud l’er-
-r

air-dercl is en thans luidt’., ,loon. en inkomensverlagingen
1
zijn op economische gronden verw’erpelijk, inimers zij ver-
oorzaken een verminderde koopkracht van de gezamen-lijke consumenten en dus is een verscherping van dc af-
zetcrisis en een vergrooting van de werkloosheid het
gevolg.”

])e opmerking van den heer Mauritz, dat deze theorie –
,,thans vooral in Nederland door vakvereenigingsleiders –
wordt gevolgd”, is evenmin juist. Zoo heeft Prof. Th. Lini-
perg in een interview met het Aigenien Handelsblad
(27 December 1931) uitdrukkelijk als zijn meelling te
kennen gegeven, dat loonsverlaging op zichzelf bezien de
malaise eerder versterkt dlan verzwakt en zijn ambtge-
noot. Prof. Van Embclen, heeft in de Eerste Kamer op
2 Maart jI. uitdrukkelijk te kennen geven, ,,d-at elke
loonsverlaging, die niet wegens de positie van een bepaal-
den
werkgever onvermijdelijk moet heeten, tegen het al.
gemeen belang is en de afzetcrisis ‘erergert.”

.1

360

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

,

4 Mei 1932

Hieruit blijkt dus wel, det het niet alleen cle vakver-
eeuigiiigsleiders zijn, die het koopkracht-argument als be-
langrijk in den strijd tegen loonsverlaging naar voren
brengen, maar bovendien, dat Mr. Maitritz dit argument
onvolledig heeft weergegeven. Niet alleen, dat loonsver

laging •de koopkracht doet afnemen, maar het feit, dat zij
in het algemeen gesproken het leveuspeil van den arbeider
verlaagt, spreekt in de eerste plaats hier mcde. Vooral d
generaliseerende opvatting van Mr. Mauritz’ ontmoet in
vakvereenigingskringen bezwaren. Hij motiveert zijn aan-
drang ,,om zoo spoedig mogelijk in Nederland inzake de
loon- en salarispolitiek tot aanpassingsmaatregelen te
komen” met een op de geschiedenis gebaseerd betoog, dat
een algemeene verlaging van het prijsniveau aannemelijk
is. Hier ligt echter niet de kern van de zaak. De vraag,
waar het voor de arbeiders om gaat, is, of in een
bepaald
geval, loonsverlaging
tot behoud va’e de industrie
wen-
schelijk en noodzakelijk ‘is. ) Men kan zeggen, dat in
het ‘algemeen, wanneer
aannemelijk
wordt gemaakt, dat de
toestand der industrie een loonsverlaging
noodzakelijk
maakt, de vakbeweging mccle gaat.
De voorstelling, welke men vaak hoort, alsof het spe-
ciaal de va.kvereenigingsleiders zijn, welke zich tegen deze
loonsverlaging verzetten, is onjuist. Ook de ‘heer Knotten-
belt heeft bij de behandeling van zijn motie in cle Tweede
Kamer deze opinie verkondigd. Daartegenover heeft het
Tweede Kamerlid-vakvereenigingebestuurder Van der Hou-
ven er in het vakblad van den Alg. Ned. Metaalbewerkers-
bood op gewezen, dat het juist de vakvereenigingsleiders
zijn, die, dikwijls met groote persoonlijke moeilijkheden, loonsverlaging hebben moeten verdedigen tegen de mee-
ning der aabeiders in.

De Heer Mauritz vergeet ten eenen male, dat het de
natuurlijke taak is van de vakvereeniging in deze maat-
schappij loonsverlaging tegen te gaan. Zonder va:kvereeni-
gingen zouden de bonen, evenals in vroegere crises, tot
een ongekend laag peil vallen. Daarbij is niet in het spel
,,klasse-egoïsme” of wat men daarvoor aanziet, maar, om
een woord van Dr. van den Tempel in zijn dissertatie te
ei’teeren (‘blz. 226), ,,voor zoover zij het doen, handelen zij volgens cle levenswet der verkeersmaatschappij, dus zooals
zij, onder invloed van het economische principe, moeten
handelen”.
Een voorbeeld ‘hiervan levert de Groningsehe carton-
industrie, waar men 10 maanden geleden een loonsverla-
ging van 20 pCt. w’ilde doorzetten, terwijl een staking van
10 maanden noodig was, om tot een overeenkomst te
komen, waarbij de loonsverlaging tot 5 pCt. bperkt bleef.
De economische toestand van dit bedrijf moet dus reeds
10 maanden geleden zoo zijn geweest, dat een loonsverla-
giiig van 20 ‘pOt. niet alleen volkomen overbodig was,
maar dat men zelfs een stilstand in de productie van
10 maanden heeft ‘kunnen verdragen. De vakvereeniging
heeft, door weerstand te bieden, dus economisch nuttig
werk gedaan.
Van een
algemeene
loonsverlaging is dc noodzakelijk-
heid in geen enkel opzicht gebleken. De cijfers, welke de
heer, Maurita geeft en waaruit een loonsverlaging met
circa 29 pOt. noodzakelijk zou voortvloeien, subsicliair een
verlaging met 16 pCt., zijn cijfers, i’elke ten deele
slechts theoretische waarde hebben. Een dergelijke verla-
ging zou inderdaad beteekencn een geweldige verarming
en dus ‘verscherping van de crisis. Maar boyendieu zou de
poging tot deze verlaging naar alle waarschijnlijkheid een
scherpen economischen. strijd doen ontstaan, welke veel
ernstiger gevolgen zou hebben dan het achterwege blijven
van een omvangrijke loonsverlaging. Ook dit is een reali
;

teit, welke men in het oog moet hoinleu.
Het spreekt vanzelf, dat men niet kan zeggen, dat
loonsverlaging
nooit
mag plaats hebben. De practijk heeft
oôk wel bewezen, dat op dit punt de vakvereenigingen tot
redelijk overleg bereid zijn. Maar wie meent, dat dc arbei-ders en hirn organisaties vrijwillig zouden willen meewer-
ken tot het accepteeren van een loonsverlaging van ten
minste 16%’ pCt., welke zoo zwak gemotiveerd wordt als
de heer Mauritz doet, ‘begaat een psychologische fout.
Mr. Mauritz is niet de eenige, welke op dit punt een tekort
aiin psychologisch inzicht verraadt, maar het is juist dit
tekort, dat de economie als wetenschap zoo sterk in dis-
crediet brengt.

1)
De loonsverlaging voor werknemers in overheidsdienst
laat ik buiten beschouw”ing, omdat hierbij nog andere fac-
toinn bijv. de financiëele toestand van het overheids-
lichaam – kunnen meespreken.

N a s c h r i f t. Uit bovenstaande beschouwing van den
chef van het Documentatie-bureau van het N.V.V. blijkt
maar al te zeer in hoe sterke mate nog steeds het ware
karakter van deze groote en ernstige deflatie-crisis in
leidende vakvereenigingskringeu miskend wordt. Wanneer alle prijzen een sterke daling ondergaan en dus
de waarde van het geld zich belangrijk wijzigt
moet
deze
dalende beweging nu eenmaal over ‘cle geheele linie van
bonen, andere geldinkomen s, overheicistutgaven, huren,
‘rachten enz. gevolgd worden, wil men op de oude basis de maatschappelijke ontwikkeling, annex cle verder stij-
gende algemeene ‘volkswelvaart, kunnen voortzetten.
Ontkend moet worden, dat in het door Mr. Mok aange-vallen artikel 06k de gedachte werd neergelegd, dat in de
volkshuishouding een eenmaal verwezenlijkte bepaalde in-komensverdeeling in •de toekomst steeds gehandhaafd zou
dienen te blijven; w’èl is de icieening van schrijver dezes,
dat de huidige crisis-periode
niet het aangewezen tijdstip
is, om tot schade van geheele takken van het Nederland-
sche bedrijfsleven, via de veranderde .geldswaarde, voor
bepaalde vol’ksgroepen reëele inkomensverbeteringen te
verkrijgen.
Treedt bij de opvatting, dat zonder vakvereenigingen
dc bonen thans ,,tot een ongekend laag peil” zouden kun-
hen vallen, niet cle onjuiste zienswijze op den voorgrond,
dat het loonprobleem in zijn kern een zuiver machtsvraag-
stuk zou zijn?
Niet
de macht van vakvereenigingen of
w’clke andere ‘machtsformaties ook, maar de steeds toene-
mende productiviteit van het internationale ‘bedrijfsleven,
was in laatste instantie de bron van de groote materieele
w’elvaartsverbetering, vooral van de arbeidersklasse,
ge-
durende honderd jaar industrieele ontwikkeling. Daarom
ook is het onjuist te nieencn, dat zonder machtsaauwen-
ding thans of in de toekomst ooit het levensniveau tot een
lOde eeuwsch peil terug zou
kunnen
vallen (ook al is
de vrees gemotiveerd, dat de afnemende productiviteit door
dc; hopelijk tijdelijke, iiiternationale afsluitingspolitiek
voor cle gehceie bevolking nog wel redele offers zal moe-
ten meebrengen).
An’ders dan Mr. Mok, ziet schrijver dezes het als cle
natuurlijke taak van de leiders der vakbeweging niet
om loonsverlaging tegen te gaan”, maar wèl om met het
groote gezag, waarover zij beschikken, in deze abnormale
omstandigheden aan alle maatregelen’ ‘hun steun te ver

leenen, ‘die thans rechtstreeks tot een herstel van indus-trie, handel en landbouw zouden kunnen leiden. Een al-
gemeene geldinkoniensverlaging, aan de orde gesteld door
deze specifieke na- oorlogsche deflatiecr’isis,
welke verla-
ging om die reden dan ook in het geheel geen ,,verarm’ing”
beteekent, is i’ai:l zulke maatregelen wel de meest clrin-
gend noodzakelijke!
Mr. A. J. R.
MAURITZ.

GRONDSTOFFENVALUTA.

Mr. W. J. L. van Es schrijft ons:
Ter verheldering van het debat, meen ik goed te doen
enkele punten recht te zetten uit het antwoord van den
heer Oouclriaan. Ten onrechte had hij den indruk, dat ik
zijn voorstel een socialistische bedoeling toeschreef. In mijn
handschrift en drukproef stond in wat nu .blz. 255
ie
kol.
reg. 2 v.o. is, in plaats van ,,voorstel tot socialiseering”,
,,socialistisch voorstel”. Om duidelijker mijn bedoeling weer
te geven veranderde ik het. Maar dit algemeene voorbeeld
van ,,een zuiver theoretisch voorstel” ter aclstructie, dat
daarover debattei eindeloos kunnen zijn, had niet en kon
niet cle bedoeling hebben om het onderhavige voorstel een
socialistische tendens aan te wrijven. Bij het neerschrijven
was mij trouwens dc politieke gezindheid van den voor-
stcller niet ‘bekend.
Voorts heb ik niet gewezen op het verschil tussehen
goederen en grondstoffen in het algemeen, maar dat de
heer Goudriaan bij zijn standaard van de eerste zou zijn
uitgegaan en daarna de tweede inlaschte. Noch voerde ik
een eerzaani rentenicr ten tooneele of onderstelcie ik dat
een grondstoffen-prijsniveau vlijmscherp zou zijhi. Juist het
tegendeel.
Ik zal daarop en op kleinere punten niet verder ingaan,
maar mij tot het voornaamste beperken.
De hoofdzaak ter beoordeeling van het grondstoffen-
valuta-plan ‘is, meen ik, allereerst of het theoretisch juist
is opgebouwd volgens een streng volgehouden gedachte.
Heeft cle voorsteller, zooals ik aangaf, zijn oorspronke-lijken opzet verlaten of niet?
1. In den aanvang heeft hij ter vervanging van den
labieben gouden standaard aangeprezen een dynamisch sta-

4 Mei
1932

ECONOMISCH-STATISiISCHE BERICHTEN

361

hielen standaard gelegen ,,in den gemicldelden prijs van
alle goederen tezamen”. Zoo luidde zijn grondstelling uit-
drukkelijk. Thans deelt hij mede, dat hij met ,,goecleren”
hier en elders altijd,,grondstoffen” bedoeld zou hebben. In
het algemeen is het kwalijk verdedigbaar om zonder toe-
lichting dergelijke in den grond verschillende woordei,
door elkander voor het enge begrip grondstoffen te gebrui-
ken. Maar in het bijzonder rijst hier de tegenwerping, dat
de primaire stelling alleen opgaat voor een standaard ‘ge-
legen in alle
goederen,
maar niet opgaat, wanneer men
hier voor ,,goederen” grondstofien” interpoleert. Intus-
selien, waar de heer Goudriaan uitdrukkelijk verklaart, dat
hij hier ,,grondstoffen” bedoelde, gaat de beschuldiging niet
langer op, dat hij een theoretisch juist standpunt verliet
voor een onjuist,
maar was de grondgedachte zelf onjuist. Een grondstoffenvaluta ‘blijft ten aanzien van alle andere
goederen, jil. minstens 90 pOt. van ‘s werelds bezit, een
standaard buiten die goederen, en hij is dus even ‘labiel als
goud, ten minste in beginsel.

2. Aanvankelijk is er spra.ke
van pakketten, waarin be-
paalde grondstoffen zijn opgenomen, elk volgens zijn we-
reidverbruik. Daaronder waren goud en zilver genoemd
(waarbij van wereidverbruik moeilijk gesproken kan vor-
den). Deze ,,pakketten” moesten dienen ter dekking van
,,biljetten”, wat een centrale bank met eigen pakhuizen
onderstellen laat, met vragen over opslag en contrôlekos-
ten. Verder rees de vraag van handelbaren omvang dier
,,pakketten” en of zij wel in de praktijk zouden kunnen
worden samengesteld. Daarbij rees bovendien twijfel, of
in deze ,,pakketten” werkelijk goud en zilver zouden vor-
den opgenomen, vermits elders wper sprake is van grond-
stoffenvoorraden naast den gou’dvoorraad. Ik meende daar-
bij te kunnen aantoonen, dat de inwisselbaarheid groote
bezwaren zou ondervinden, aoovel voor wie
f 100,
‘als
voor vie
f 100.000 zou
willen inwisselen in ‘goederen en
omgekerd. Vooral omdat de laatste houder der goederen
koopers moeten vinden voor tal van artikelen, die in mijn
voorbeeld er reeds twintig waren, maar wier aantal •groo-
ter en hoeveelheid geringer zou zijn bij uitwerking van
het denkbeeld van den heer Goudriaan. Ik wees erop, dat in het internationale betalingsverkeer deze grondstoffen-
valuta onbestaanbaar zou zijn, doordat het ,,in- en uitvoer-
punt” tengevolge van de groote verzendingskosten onover-
komelijke bezwaren zou medebrengen. Bovendien zou sterk waardeverlies optreden, wanneer men een grondstoffen-uit-
voerlandl zou willeu betalen in grondstoffen, die het zelf
voortbrengt.

Maar daarnaast sprak de voorsteller niet meer van
,,pakketten” en ,,billetten”, maar van ,,collectieve ceelen”,

met een thans voorgestelde ongeveere minimumwaarde van
f 100.000-.
Geen centrale bank, maar gebruikmaking van bestaande pakhuizen. Dus geen contrôle. Maar als de
han-
del
thans van ceelen gebruik maakt, berust dit op ban-
delsvertrouwen, dat echter wel eens besehaamd wordt, als
men zich wil herinneren het geknoei met ceelen, waarvan
ni fallor een bank in 1920 het slachtoffer werd.
Worden ceelen tot zekere hoogte wettig betaalmiddel, dan
wordt m.i. het gevaar van fraude grooter, daar, zooals de
voorsteller zelf vermoedt, inwisseling van ceelen tegen
grondstoffen in natura, in zijn stelsel lang kan uitblijven
en bedrog dus later achterhaald wordt dan nu. Niettemin
blijft de voorsteller toch nog w’el van ,,pakketten” spreken,
waarbij niet alleen ik, maar menig lezer het op prijs zal
stellen te vernemen, of daarin goud en zilver zijn opge-
nomen of niet, immers kan men ook den indruk krijgen,
dat goud er niet in voorkomt – niettegenstaande het pri-
mair gestelde – omdat de voorsteller thans uitdrukkelijk
aangeeft, dat, ‘als de goudvoorraad is uitgeput,
de grond-
stoffenvoorraad aan de beurt komt.
Tengevolge van deze uitlating (en ook reeds vroegere
minder duidelijke) rijst de ‘vraag, of wij hier niet geheel
zijn afgeraakt van het oorspronkelijk voorstel, nL den
gouden standaard te vervangen door een stabielen grond-
stoffenvaluta, en dat wij in de plaats daarvan een dubie-
leu standaard krijgen, ul. den gouden standaard behouden,
waarnaast een grondstoffen-standaard. (Niet duidelijk is,’
of ‘die grondstoffenstandaard zelf weer goud naast andere
grondstoffen bevat).

Ik meen dus den voorsteller de volgende vragen te mogen
stellen
: 1)

Wordt de gouden standaard
vervangen,
door een
grondstoffenvaluta, waarin naast goud en zilver, de voor-
naamste grondstoffen zijn opgenomen, of
Wordt naast en met behoud ‘van den gouden stan-
daard een grondstoffenvaluta geschapen, waarin a) goud
en zilver zijn opgenomen, of b) waarin goud en zilver
niet
zijn opgenomen.


Als ik alle uitingen van den voorsteller aaneenrjg, krijg
ik •den indruk van het geval 2b, maar dan werkt de wet
van Gresham alsook in geval 2a.
De gevallen 1 en 2a lijken niet bedoeld, omdat de voor steller sprak van: ,,vaststelling op een bepaald niveau van
een gelijkheid tusschen den gouden prjseenheid en de
grondstoffen-prijseenheid” en later nog uitdrukkelijk voor-
onderstelt, dat na uitputting van de wisselportefeuille,
goud wordt uitgevoerd en daarna ,,grondstoffcn”.
1)
Prof. Goudriaan zal binnenkort op de bovengestelde
vragen antwoorden (Red.).

MAANDCIJFERS.

Indexcijfers van Nederlandsche aandeelen.

De Bank voor Handel en Scheepvaart te Rotterdam zendt ons onderstaand overzicht:
Indexcijfers van 12 aandeelengroepen der Amsterdamsche effectenbeurs.
1)

Electri-
1
Handels-

Kunst-‘
Banken

citeit

ondern. Industrie

zijde IMiiflb0uW

Olie

Rubber Scheep-
vaart
I
Suiker

Tabak

Thee

Gemiddelde1929
158.3
337.5 168.0
432.7
243.0
268.7
402.0
233.5
125.0
398.4
487.3
443.2

,,

1930
149.4
257.7
125.6
264.9
87.4
:177.2
371.1 110.7
82.6
292.9
361.3 357.2
11

1931
118.1
211.8 93.4
167.7
64.5
144.5
209.8
51.8
49.6
181.9
241.6
251.4
Januari

1931
137.2
220.4
110.9
199.-
57.4
149.1
290.7
75.8
63.5
223.8
274.-
280.5
Februari

,,
140.7
239.9
117.5
217.5
69.7
167.5
307.3 80.2
65.6
238.4
307.8
292.1
Maart

,,
143.-
248.6
124.3
223.2
78.9
176.7
288.3
81.4
63.9
243.3
306.2 290.7
April

,,
139.4
238.4
113.5
207.3
84.4
172.4
253.9
58.5 57.5
219.5
299.8
283.4 Mei

,,
1327
222.5
95.1
178.8
76.2
159.6
220.-
50.5 54.3
190.9
275.9
251.-

Juni

,,
127.5
217.5
89.-
165.1
68.7
150.8
208.6
48.4
53.1
191.3
262.4
249.7
Juli

,,
126.4
228.8
100.2 168.8
70.6
163.8
218.2
58.5
55.8
208.9
254.2 262.9
Augustus

,,
113.2
210.9 88.2
151.2
65.-

147.6
194.7
44.4
48._
178.4
218.4
247.
September

,,
95.3
190.1
73.6
126.1
60.9
118.9 147.9
31.7
37.3
134.
168:7
220.1
October

,,
89.1
181.3
71.7
125.3 49.2

107.8
140.7
32.6 34.7
122.1 174.7
222.2
November
93.2
184.2
75.4 135.4 48.9
120.1
133.6
32.9 34.9
125.9
196.3
237.2
December
79.-
158.4
61.5
114.2 44.2
99.5
113.1
26.3 26.7
106.5 161.3
179.7
Januari

1932
80.5
174.4
63.5
124.
107.4 118.9
28.2 27.4
108.
173.7
181.4
Februari
82.8
173.-
65.8
123.2
42.4
‘110.1
139.2
28.2 27.7
108.7
.

179.6
178.1
Maart

,,
81.3
184.7
69.
122.9
41.7
.
110.9 149.3
24.2
27.
112.7 176.3
182.2
April

,,
69.8
166.7
58.8
102.1
34.3
92.4
118.3
13.7
20.1
96.6
lll._
154…
Schommelingen in het aandeelen-indexcijfer. 4 Januari 1932 fl.942.518.500 = 100.

4 Januari
100.-
3Febr.
109.7
2 Maart
113.7
6 April
98.3
13
106.9
10
105.7
9
118.6
13

,,
95.9
20
107.4
17

,,
110.9
16

,,
113.5
20
95.1
27

,,
105.9
24

,,
111._
23 105.8
27

,,
,
90.
30


103.9
1)
Alen zie voor cle toelichting op dit overzicht het nummer van
E.-S. B. van 15 Januari 1930, blz.64.
Nadruk verboden.

362

ECONOMISCH-STATIS

PRODUCTIE DER STEENKOLEN-, BRUIN-•

KOLKN- EN ZOU rMIJNEN.

(Gegevens verstrekt (loor
den.
11o.fdingeuieur der mijnen.)

1.
Gezamenlijke Steenkolenmijnen.

Mrt.

Jan./Mrt. Jan./Mrt.
1932
1

1932

1931

Prod. Steenkolen in tonnen 1.072.072 3.098.6873.073.438
Aantal normalewerkdagen
.

22
1
)

71

75

II. Bruinkolenmijn ,,Carisborg”.

Netto-productie in tonnen.

17.972
2
)

50.849

67.554

Aantal normale werkdagen

26

74
1

75

1 II. Zoutmijnen. (Kon. Ned. Zoutindustrie te Boekelo.)

Afgeleverd:
Geraif. zout ……..(ton))
)
11.369

Industriezout

……
(
,,
)
»
3.950
,
12.149
182

Afvalzout

……….
(

,’
)
.J .J
553

Aantal normale werkdagen
26
76
76

Gezamenl.
Bruin-
Aantal
arbeiders.
Steenkolen-
kolenmijn
Zoutmijnen
mijnen
,,Carisborg”

1

Apr.

1932 ………….
__
78
202

1

Apr.

1931 ……………
11.
1333)6)

110
171

1) Staatsmijnen en Domaniale Mijn-Mij. resp..25 en 24 dagen.
2
)13319
ton ruwe bruinkool en 4653 ton bruinkooibriketten. 3) bovengronds.
4) mcl. 2.071 arbeiders der nevenbedrijven. 5) ondergronds. 9 mci.
1.777 arbeiders der nevenbedrïjven.

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

GELDKOERSEN.

OPEN MARIÇT.

1932

H
7~A

1930 1914

30 A r

25
1
30

18
1
28

11116

28Apr.! 2024

P
.

Apr.

Apr.

Apr.

3Mei

Juli

iiic.disc.Iu!,s_8sIi,
11
1161
131
14
1
1
4

914-
0
14
1’18


3
116
2
5
1-
7
/
3
1
18

I16
Prolong.
1
1
-1
/4
‘/41
1
1 ‘J,’2’:2
321
4
..31
4

214-
3
/4

Londen
Daggeld
..
I11-.2
1
1
Is2
1
1
14-2
1
12
1

2’/
1

3’12

1
-2′!,
1
3
14-2
Partic.disc.
2
1
/11;
21/
8

211
4

2
3
116

1
12
29116
21117/
46(4.3(4

Berlf/n
Daggeld…
5
1
/2-6
1
12
5-6
1
12
5
1
14-6
1
/
511461;
4115_7314
4-8

Maandeld
511
2
_6
2
12
5’/2-6
1
12
5
1
1-6
1
1
5
‘Is



Part. disc.
471
8

47/5
5
5
1
1
4118
42/,_38
2’18-112
Waren-
wechsel.
5112
4
1
2-5
1
/
511
41J
4718
411_31

New York
DageId
2’/,
3

‘2
1
/
2
-/
2I
3
/4
2
1
2-
1
4
1
1
f7-/4
34
11

13/4-2t12
Partic.disc.
1
1
1
Ih/4’2
13/-/
2
3
14-3
1
19

1) Koers van 29 Apr. en daaraan voorafgaande weken tim. Vrijdag.

/
WISSELKOERSEN.

KOERSEN IN NEDERLAND.

Data
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batavia
York’.)

28 April 1932
2.467/,
9•013,
58.71
9.724 34.60
998
8

27

1932
2.4625/,,
9.04
58.67
9.724
34.60
9954

28

,,

1932
9.04
58.77
9.724
34.574
993j,

29

1932
2.4613/,
9.02
58.70
9.72
34.55
99’i,
30

.,,

1932
2.468/
8

9.02k
58.724
‘9.724
34.55
99sf,

2 Mei

1932
2.4(57/,
.9.03
58.70
9.73
34.60

99
Laagsted.w.
1
)
2.4670
8.98
58.60
9.714 34.50
99
Hoogste
d.wl)
2.4695
9.07
58.77
9.734
34.62
99s,’

25 April 1932
2.467/,
9.17 58.64
9.724
34.60
99sj,

18 April 1932
2.4613,
9.36
58.56
9.74
34.60
99″
Muntpariteit
2.4878
12.1071
59.263
9.747 34.592
100

Data
Zwit-
serland
Weenen
Praag
Boeka-
Madrid
Milaan

2)
rest’)
.
“,

26 April 1932
47.36 35.25
7.30
1.49
12.694
19.30
27

.,,

1932
47.95
35.25
7.32
1.48
12.70
19.30
28.

,,

1932 47.92/,
35.25

.
7.31
1.49
12.694
19.34

29

,,

1932
47.92.
2

35.25
7.31
1.49
12.69
19.394

30

,,

1932
47.93′
35.25 7.30
1.49


2 Mei

1932
47.97K

35.25
7.31
1.484
12.71
19.45.

Laagsted.w.’)
47.87
34.90
7.27
1.46
12.65 19.10
Hoogsted.w’)
47.98
35.25
7.35 1.52
12.75
19.50
25 April 1932
47.94
35.25
7.30
1.49
12.71
19.25
18 April1932
47.971
35.25 7.30
1.49
12.68
19.20

Muntpariteit
48.12X
35.007
7.371
1.488
13.094
48.52

D t
a a
Stock-
holm *)
Kopen-
hagen*)
* S 0
)
Hel-
Beunos-
Aires’)
Mon-
treal’)
26 April 1932
46.25
1

49.95
45.25
4.15

2.22

27

,,

1932
45.50
49.75
45.75
4.20

2.21

28

1932
45.75
49.95
48.-
4.16

2.20

29

1932
45.50
49.50
45.75
4.15

2.20

30

,,

1932
45.50 49.40
46.-
4.15

2.19

2 Mei

1932
45.50
49.50
45.90
4.15

2.20

Laagsted.w.l)
44.75
49.-
44.75
4.10

2.16

Hoogste d.wl)
48.-
49.95
46._
4.30

2.24

25 April 1932
45.-
50.50
45.50
4.22

2.22

18 April 1932
46.-
51.25
47.-
.
4.30

2.22

Muntpariteit
66.671
66.671
66.671 6.266
95
2.4878

S)
Noteering te Amsterdam.
5*)
Not, te Rotterdam. 2) Part. opgave.

Laatstbekende noteeringen te Amsterdam en Rotterdam op
1 Mei
1932 voor
telearafische
uitbetaling op:

Gulden per
Pari
Koe,rs
Bank-
disco
nt
o

Esropa.

1
/0
£
12.104 9.03
3
Berl
ij
n
*)
100 Mark
59.26
58.70,
5

Parijs’)… … … …

100 Franc
9.747 9.73
24

100 Belga
34.59
34.60
34
100 Franc
48.-
6.92
100

,,

.
48.-
47.974
2
5
100 Kronen
7.371
7.314

Londen’) ………..
………….

Weenen ‘) ………

100 Schilling
35.-
3475
7

100 Pengö
43.51

6

100 Lei
1.4880
1.48
7
100 Leva

.

48.-
1.80
94

Brussel’)

………
Luxemburg ……..

Dinar
4.379
4.30
74

Zürich
‘). ………..
Praag

…. ………….

Turksch
£
10.93
1.174

Boedapest

•.. …….

Athne

. ………
..
100 Drachme
3.23
1.95
11

Boekarest

………
Sofia

.
. … ………

100 Lira
13.09 12.71
6

Belgrado… … …….100
Istanbul ………..

PeBeta
48.-
19.45
64
MiIaan

………..

Escudo
2.684 0.084
64.
Madrid………..
100

Kopenhagen
‘)’
….
100
Kronen
66.67
49.50
5

Oslo ‘) ………….
100

.

66.67
45.90
5

Lissabon.
.
.._ …….

100

,,
66.67
45.50
5

100 IJsl.Kr.
66.67 40.75
Stockholm
‘) ……..

100 Zioty
27.91
27.674
74
Reickjavik ………

Kovno (Litauen)
..
100 Lita
24.88
24.75
74

Riga (Letland)
..

.
100 Lat
,
48.-
48.-
6-7

Warschau

……….

Reval (Estland)
….

100 Estl. Kr.
66.67
66.25
54

100 Finnmrk.
6.264 4.15
64

Tjerwonets
12.80
12.824
(10 Roebel)

Uelsingfors

……..

Danzig

……….
.

100 Gulden
48.42
48.40
5

Moskou

………..

A
merika.
New-York’) ……

$
2.4878
2.464
3

Canad.
$
2.4878
2.20
Mex. Dollar
1.24 0.81
Buenos Aires. … …

Peso (papier)
1.0568′
0.644

Montreal

………
Mexico

….. …. …

La Paz (Bolivia)
4)

Boliviano
0.9080
0.674
Rio de Janeiro..
.
.
Milreis (pap.)

.

..

0.8075′
0.164
Peso (papier)
0.30 0.15
6-7

Bogota (ColUfl1hia)
4)

Peso
2.42 2.30
Valparaiso ………

Quito (Ecuador)

. .
Sucre
1.21
0.39
Lima (Peru)
3)

.
Sol
8)
0.69
0.69
Montevideo (Irug.)
Peso
2.5725
1.10
Caracas (Venezuela)
Bolivar
0.4795.
0.36
Paramaribo

……

Gulden
1.-
0.994
San

José

(Curaç.)
1.-
1.014

Guatemala(C. Rica)

..
Gulden
,
Colon
1.16

Quetzal.
2.48h
2.47
Managua (Nicar.)
4)

Cordoba
2.484

San Salvador
4).

Colon
1.2440 0.09
Azië.
Rupee
0.91
0.89
5
Gulden I.G.
1.-
0.994
44
Calcutta
-………..
Batavia

………..
Kobe

……
….. .
Yen
1.24
0.81
5.84

Willemstad. … … …

Dollar
0.574
Taël
0.76
Straits DolI.
1.4125
1.04

Hong Kong

…….

Manilla

……

Phil. Peso
1.214
1.264

Shanghai

………
Singapore

.’ …….

Teheran’)

… …. …

Baht
.
0.09
Bangkok (Perzië)
..
Kran
1.10
1.09

‘Afrika.
£
12.104
11.85
6
Alexandrië……..
12.42
9.28
Assstralië.

.

Kaapstad

………….

Melbourne, Sidney

Egyp
.t. £

en Brisbane

. … £
12.104
7.224

Nieuw Zeeland
….
£
12.104
8.24
1)
nounpeso. ) Ivilireis uouu.


,’oi. te ft(unnt.
‘JV. ttt.2t.

I.
O5.
3) 1 Sol. = t O.972/s.
4)
Zichtkocrs. 5) Munteenheid = Rial
(=
een Kran.)

TISCHE
BERICHTEN

4 Mei 1932

4 Mei
1932

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

363

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

D a a
Londen
(
per)

Parijs
($
p. IOOfr.)
Berlijn
(3
p. 100 Mk.)
Amsterdam
(3
p. 100 gld.J

26 April

1932
3,64%
3,941/
23,76.
40,52%
27

1932
3,66
1
/
8

3,931/
23,76
40,52
28

,,

1932
3,65%
3,93
18
116
23,79
40,51
29

1932
3,63%
3,9313j,,
23,79
40,52
30

.,

1932
3,66
3
,
9
i 16
23,79
40,51
2 Mei

1932
3,66%
3,94%
23,78
40,52

4
Mei

1931
4,86
9
/
3,90
1
5/
16

23,81
40,19
Muntpariteit
..
4,86
3,905/8
1

23.81%
408/
16

KOERSEN TE LONDEN.

Plaatsen en
Landen
Nofeerings-
eenheden
16
Apr.
1932
1
23
Apr.
1932
25
1
30
April
’32
LaagsteiHoogstel
30
Apr.
1932

Alexandrië..
Piast.
p.
L
97%
9731
97
8
18
975
97%
Athene … …
p.
y,
300 300
280
475
475
Bangkok….
Sh.p.tical
2/5
2/5 2/5 2/5
2/5
Budapest

Pen. p. £
20%
2014
20
21
20%
Buenos Aires
d. p.$
36%
3611
36
36%
363/
8

Calcutte
. . . .
Sh. p. rup.
161/
15

115
61
/
1/5
15
/
16

1/6
1/563/
54

Constantin..
Piast. p. £
775
770
750
770
750
Rongkong
..

.Dr.

Sh. p.
$
1131/
8

1/3
5
/
2

112%
1137/
8

113
1
/

Sh. p. yen
1/9%
11’8161
16

1/87/
6

1198/
8

1/9%
Lissabon….
Escu.p. Y
,

109%
110
10934
110%
110
Kobe

…….

4exico

….
$
per £
11.25 11.25
11.-
11.50
11.25
klontevideo
.
d.perC
29 29
29
31
30
l’loutreal

. ..
$
per £
4.19 4.17 4.06 4.17 4.10
Riod..Janeiro
d. per Mii.
4%
4%
4
,
/
s

4%
4%
Shanghai

8h. p. tael
1/8
tle
1/8a/
1

1
1
/7%
1/813/
16

1
1
1
8
8
/
Singapore
..
id. p.
$
213is
0

2133/
4

2/31
1
/
16

2/37i
2/3
25
/
32

Valparaiso
1)
$
per £
31.55
31.55
64.50
65.-.
65.-
Warschau
..
Zi. p.
£
33%
3334
32
333
324
to
o ug.

ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
3)

Londen’)
N.Yorki)
Londen
26 April1932..
17
28
26 April1932….
11313
27

1932..

173,
277/
s

27

1932..
..
1135
28

1932..

167/
s

27%
28

1932..
..
112/8
29

1932..

l6i5/,
27aj
29

,,

1932….
113/4
30

,,
1932..

167/
t

27
8
,
30

1932…
.
112/10
2 Mei
1932..

16
11
/
16

27%
2 Mei

1932….
112/9
4 Mei
1931..

1311,
288/
8

4 Mei

1931….
84/9%
27 Juli
1914..

24
16
/
16

59
27 Juli

1914….
84/11
1)
in pence
p. oz.stand. 2)
Foreign silver in $c.
p.oz.
line.
3)
in sh.
p.
oz. line

STAND VAN ‘e RIJKS KAS.
Vorderingen.
1

23 April 1932
30April 1932

Saldo van’s Rijks Schatkist
bij
De Ne-
derlandsche

Bank……
….
……..
f
50.999.203,25
t
24.069.964,18
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
,,

123.932,10
,,

175.343,64
Voorschotten

op ultimo. Maart 1932

.

ald. gem. verstr. op aan haar uit te
keeren hoofds. der pers, bel., aand. in
de hoofds. der grondbel. en der gem. fondsbel., alsmede opc. op die belas-
tingen
en op de vermogensbelasting
,,

3.146.088,86
.,

3.146.088,86
Voorschotten aan Ned.-lndië ………

184.703.204,72
,,
188.309.674,52
Id.

aan

Suriname …………………

11.712.669,70
11.770.785,33
Id.

aan

Curaçao
………..

……….
7.907.623,55
8.008.920,55
….

,,1 10.050.868,69

..

,,llO.313.962,05
Kasvord. weg.
crediet~K

`nc

rst.
a h. buitenl.
Daggeldleen,ngen ten onderpand
..,,
Saldo der
postrek. v.

omptabelen24.701.140,84

…..

6.000.000,-
6.000.000,-
29.637.438,72

Id. op andere Staatsbrijven
1)

….. ….
rd.ophetAg.Burgsioenfonds’)
905.740,08
,

800.78725
21.428.976,48
,,

21.498.97648
Kasgeldleeningen aan gemeenten …….
66.689.632,70
,,
66.547.632,70

Schatkistbiljetten in

omloop ………
.f181.186.000,-
fl81.186.000,-.
Schatkistpromessen in omloop …….

262.520.000,-.
,,
257.510.000,-
1.860.740,50
,,

1.854.304,50
Schuld op

ultimo

Maart

1932

aan
de gemeenten

wegens voor haar

Zilverbons

in

omloop ……………….

door de Rijksadm. geheven gein. ink.-

..

belast, en

opc. op de

Rijksink.bel.
,,

12.124.354,30
,,

12.124.354,30
Schuld op ultinio Maart 1932 aan de
gemeenten

weg. aan

haar uit te
keeren hooI ds. der pers. bel., aand. in
de hoofds. der grondbel. endergem.
fondsbel., alsmede opc. op die belas-
tingen en op de vermogensbelasting

Schuld a. h. Staatsbedrijf d. P., T. en
T.’)
,,

71.963.360,95
,,

80.121.441,42
Id. aan andere Staatsbedrijven’) …..
511.109,82
511.109,82
Id. aan diverse

instellingen’) ………..
……
32.274.815,88
,,

33.009.088,88
2)
In rekg.-crt. met ‘s Rijks Schatkist

NEDERLANDSCH

INDISCHE
VLOTTENDE
23
April
1932
SCHULD.

1

30 April
1932
t
Vorderingen:
Saldo bij de Javasche Bank ………..


Verplichtingen:
Voorschot’s Rijks kase. a. Rijksinstell.
/

84.703.000,-
fl88.310.000,-
,,

17.485.000,-

….

25.520.000,-
,,
25.520.000,-
Schatkiitpromessen………………..15.485.000,-

2.994.000,-
,,

2.991.000,-
Schatkistbiljetten

………………….

Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds.
6.894.000,
,,

6.894.000,-
Muntbiljetten in omloop

…………..

m
Ide

aan de Ned.-lnd. Postspaarbank.
,,

1.147.000,- . 6.412.000,-
,,

994.000.-
Voorschot van de Javasche Bank
….

,,

16.099.000,-

NEDERLANDSCHE BANK.

Verkorte Balans op 2 Mei 1932.
Activa.
Binnenl.Wis.(Hfdbk.
f

39.370.957,07
sels,Prom.,P Bijbnk.

2.694.773,18
enz.in
disc.Ag.sch.

12.136.546,68

f

54.202.276,93
Papier o. h. Buiteni. iridisconto

……

Idem eigen portef..
f

88.572.287,-
Af :Verkochtmaar voor
de bk.nognietafgel.


88.572.287,-
BeleeningenHfdbk.
f

38.678.587,04
mci.
vrsch.
Bijbnk.

9.255.063,44
in

rek..crt.
Ag.sch.

70.048.513,18
op onderp.

f

117.982.163,86

Op Effecten

……
t

117.136.178,74
Op Goederen en Spec.
,,

845.984,92

,,
117.982.163,66
Voorschotten a. h.
Rijk …………….
,,

Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud ……
f
101.191.145,-
Muutmat., Goud
..

809.515.850,41

f

910.708.995,4
Munt, Zilver, enz..

24.713.134,46
Muntmat. Zilver..

11
935.420.129,87
1
)
Belegging
i/

kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds

……………….
.
….


21.385.670,83
Gebouwen en Meub. der Bank ……..
,,
5.000.000,_
Diverse

rekeningen ………………
,,
31.575.901,17

f
1.254.138.429,46
___________________
Passiva
Kapitaal ………………………..
f
20.060.000,__
Reservefonds ………….. ……….
,,
7.583.205,59
Bijzondere

reserve

………………
………………….
,,
7.807.441,09
Bankbiljetten in omloop …………..

,,
1.043.944.665,-.
Bankassignatiën in omloop

……….

..
128.347,2e
Rek..Cour.j Het R
ij
k
(

2
9
.908.221,68
saldo’s:

‘k
Anderen
,,
128.442.583,64

,,
156.350.805,32

Diverse

rekeningen ……………….
,,
10.343.985,26

f
1.254.138.429,46

Beschikbaar metaalsaldo …………..
f
455.348.416,40
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is.
,,
1.138.37 1.041,-
1)
Waarvan
In het buitenland
f

72.105.704,64.

Voornaamste posten in duizenden
guldens.
Data
Goud

Circulatie
,qnaere
opeischb.
escnlIeo.
Metaal-
hee-
kin ga
Munt
I Muntmat.
schulden

156.479

saldo
perc.

2 Mei

‘32101191
809.516
1043.945
455.348
78
25 April’32 100691
805.651 982.044
196.560
460.136
80
18

,,

’32

99.691
800.879
973.687
196.318
457.449
79
11

’32 98.691
793.202
976.931
180.843
453.128
79
4

’32 97.691
788.071
996.022
163.686
446.440
78
28
Mrt.
’32 97.690
781.709
983.321
185.800 436.347 77

4 Mei

’31 88.482
381.494 898.105 22.449
117.064
54

25 Juli

’14 65.703
96.410

Schatkist-

310.437
6.198
43.521
54

Totaal
B
1 ee-
Papier Di,erse
Data
bedrag
promessen
nien
g
op
het reke-
discontos
rechtstreeks
buiten!.
ningen
1)

2 Mej

1932
54.202

117.982
88.572
31.576
25 April 1932
53.391

101.624 88.572
30.688
18

,,

1932
54.315

97.958
84.410
34.756
11

1932
54.317

94.815 84.410
34.557
4

.,

1932
58.828

96.878
84.410
35.893
28 Mrt. 1932
62.112

97.235
84.410
42.010

4 Mei

1931
45.543

131.966
223.260
57.815
25
Juli

1914
67.947

61.686 20.188
509
1)
Sluitpost activa.

SURINAAMSCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Metaal
Circu-
latie
Andere
opeischb.
schulden

1
Discont
1


izgeni)

2 April 1932..
884
1.323 648
928 805
26 Mrt.

1932..
885
1.077 857
933
769
19

1932..
884 1.118
863
938
775
12

1939..
885 1.184
878
941
801

4
April 1931..
853
1.374
442 837
.
483
5 Juli

1914..
645
1.100
560
735 396
‘)
Sluitp. der activa.

Data
Dis-
1
conto’s
buiten
N.-Ind.
betaalt,.

30 Apr.1932
23 ,, 1932
16 ,, 1932

2Apr.1932
26 Mrt.1932
19 ,, 1932
12 1932

2Mei1931
3 Mei 1930

25 Juli 1914
.1)
Siultpo8t

8.595
8.595 8.706
8.864

8.920 8.824

7.259
cl.! v
5.

102.800 104.500 108.500

26.269
26.562 28.097
27.990
29.484
36.330

6.395

a a

iv
Daarvan
bjj bui- tenl. circ.
banken
1)

Deviezen
als goud-
dekking
geldende

Andere
wissels
en
cheques

Belee-
ningen

23 Apr. 1932
859,9
95,0
129,0
2.889,2
83,3
15

1932
859,8
73,5
128,0
3.022,6
99,1
7

1932
878,7
92,9
141,7
3.172,7
100,4
31 Mrt. 1939
878,7
80,5
141,8
3.258,5
289,9
23

,,

1932
877,1 76,6
142,2
3.198,6
134,9
23 Apr. 1931
2.347,5
207,6
132,1
1.456,3
136,8
30 Juli

1914 1.356,9
– –
750,9 50,2

Data1

1
Effec-

Diverse 1 Circu-
1
Rekg.- 1 Diverse
ten

Activa’)
1

latie

1

Crt.

f
Passiva

23 Apr. 1932
361,6 886,1
3.875,2
370,2 694,7
15

,,

1932
361,6
929,2
4.000,4
384,4

,
681,4
7

,,

1932
361,5
855,5
4.085,7
370,3
674,3
31 Mrt. 1932
361,8 902,6
4.231,1
577,7
658,3
23

,,

1932
361,8
824,5 4.005,9
491,5 711,4
23 Apr. 1931
102,6
490,0 3.884,8
453,1
261,8
30 Juli

1914
330,8
200,4
1,890,9
944,_
40,0
1)
Onbelast.
2)
W.o. Rentenbankscheine
23, 15,
7
Apr.,
31, 23
Mrt.
’32 en
23
Apr.
’31
resp.
30

25; 21;
16;
23;
60 miii.

NATIONALE BANK VAN BELGIE.
Voornaamste posten in millioenen
Belgas.

364

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 Mei 1932

JAVASCI-1E BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok.
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

Andere
Bhikb.
Data
Goud

Zilver
Circulafie
opeischb.
metaal-

148.200

schulden
saldo

30 Apr.1932
223.500
28.800
47:280
23

1932
148.700
223.000
30.700
47.220
16

,,

1932
149.400
227.100
30.900 46.200

2 Apr.1932
105.618

46.003
225.825
32.079
48.539
26 Mrt.1932
104.637

45.592
224.756
32.083
47.494
19

,,

1932
107.622

4.943
227.208
32.651
49.621
12

1932
107.624

47.249
231.053
33.770
48.944

2 Mei 1931
114.782

47.143
243.582
42.611
47.448
3 Mei 1930
138.964

29.723
272.507
49.047
40.066

25 Juli 1914i
22.057

31.907
110.172
12.634
4.842

Belee’
I
Diverse
Dek
kings-
ningen
reke-.
ningen’)

1
percen-
______

tage

***
59
s**
59
***
58

38.76
23.453
59
39.628 25.051
58
41.115
23.274
59
45.422
23.897
58

37.285 28.391
57
54.025
29.588
53

75.541 2.228
44

BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten in duizenden ponden sterling.

Data
Metaal Bankbilj.
in
circulatie
Bankbilj.
in Banking
Departni.

I

Other Securities
Disc.and
s
Advances

ecur jes

27 April1932
121.477
352.814
43.001 11.535
16.818 20

,,

1932
121.430
354.271
41.544
11.198
23.283
13

,,

1932
121.449
356.753 39.055
11.267
34.834
6

;,

1932
121.437
359.792 36.016 12.164 40.910
30 Mrt. 1932
121.432 360.529
35.278
11.725
51.087

1

23

,,

1932
121.410 358.836
36.971 11.273
48.644

29 April1931
147.227 349.815
56.465
7.198 25.647

22 Juli

1914
40.164
29.317 33.633

Data
1

Gov.
Sec.
Public
Depos.

OTDposits
1

Other
Bankers IAccounts
I
Reserve
.
kings-
1
pe

Dek-

rc.l)

27Apr.’32
62.621
23.351
53.284
35.283
43.662
372f,
6

20

,,

’32 57.606
9.149
72.840 34.585
1
42.158
36
8
/
32

13

,,

’32 55.386
12.259
78.447
32.824
1
39.696
32
3

/32
6

,,

’32
51.111
9.993
79.542
33.644
‘36.646
29
11
/,
30 Mrt.’32
35.696 27.231 54.566

34.381
35.903
3029!
132
23

,,

’32
37.616
16.439
73-449
32.970 37.574
32
3
1


32

29 Apr.’31
31.090
17.678
48.924
37.029
57.413
55’j,,

22 Juli
3
14
11.005
14.736
42.185
29.297
52
1)
Verhouding tusschen Reserve en Deposits.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen francs.

Data
Goud
Zilver
I

.Te

goed
in 1, t

Wis

J
Waan’.!
op het 1
Belee-IRenteloos
voorschot
buite
e
nl.

sels buitenl.I

ningen jv.d.
Staat

22Apr.’32
77.481
1.084
4.567
12.195 7.792 2.751 3.200
15

’32
77.065
1.070
4.408
11.837
8.144 2.808
3.200
8

’32
76.909
1.059
4.230
12.175
8.170 2.807
3.200
1

,,

’32
76.786
1.049
4.348
11.931
8.184
2.858
3.200

24 Apr.’31
55.618
789
6.906 25.902
19.400
2.795
3.200

23Juli’141
4.104
640
, –
1.541
8
769

Boos v. d .l Diver-
RekgCouraT
Data
zelfst.
sen
1)
Circulatie
Staat
1 Zelfs
1
Parti-
amort. k.
Iamort.k.I
culieren

22 Apr.’321
6.881
2.054 81.145
196
3.039
25.975
15

‘321
6.881
1

2.219 81.827
87
3.057 124.659
8

’32! 6.881
2.047 82.524
203
3.230
1
23.669
1

1
321
6.881
i

2.520
83.438
19
3.319 123.151

24 Apr.’311
5.082 2.313
77.231
2.366
9.313 12.062

23Juli’141


5.912
401

943
1) Sluitpost activa.

DLJITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Reichsmark.

Goud
1
4
Az
Rekg.Crt.

Data

1932
“°
L

.0
L

28 Apr.
2523


937
57
288
3.653
23 198
21
2521

1

935
58
288
3.645
26
201
14
2521


.946
63
288
3.671
31
185
7
2520


956
64
288 3.680
70
144
31 Mrt.
2514


965
74
288
3.664
126 119
30 Apr.’
1445
891

748
38
292
3:279
44
103
1

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS. Voornaamste posten in millioenen dollars.

Goudvoorraad
we’ttig
Wissels

Data
betaal-
middel
Totaal

Dekking
In her-
disc.
v.
d.
In de
open
bedrag
F.
R.
Notes
Zilver
etc.
member
markt
banks gekocht

13Apr.’32
3.018,3
2.234,8
214,7
628,6
51,8
6

,,

32
3.032,2
2.225,1
212,5
635,3
57,9
30 Mrt.’32
3.107,8
2.233,5
216,8
633,3
66,4
23

’32
3.007,5
2.241,0 210,9
665,6 81,7
16

’32 2.996,7 2.237,5 209,3
660,8
105,7
9

’32 2.959,4 2.146,2
207,9
748,0
137,6

15 Apr.’311 3.141,9
1

1.792,6
176,0
132,0
131,5

Data
Belegd
u. s.
Notes Totaal

Gestort
Goud- Dek-
1
Algem.
1

Dek-
Gov.Sec.
1
in clrc4-
latie
Kapitaal
kings-
perc.l)
1

kings-
1

perc.
2)

13Apr.’32
085,0
2.537,1
2.124,0
155,5
64,7
69,4
6

,,

’32
885,0
2.561,6
2.020,2
155,6
66,1
70,8
30 Mrt.’32
871,6
2.546,3
2.018,6
155,6
66,1
70,9
23

,,

’32
835,0
2.52,8
1.983,2
156,0
66,1
70,6
16

,,

’32
842,2
2.601,3
1.977,8 156,3
65,4
70,0
9

,,

’32
785,1
2.617,4
1.989,2
156,4
64,2 68,8

15Apr.’31
598,6 1.515,7
12.406,21
168,7
80,1
84,6
9 vernoualng totalen gouavoorraad tegenover opelsenbare
schulden: F. R. Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen
voorraad muntmaterlaai en wettig betaalmiddel tegenover Idem.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
– FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in millioenen dollars.

Data
Aantal
banken

Dis-
conto’s
en
beleen.

Beleg-
gingen

I
Ive
1

bij de
t

F’
R.
1
banks

Totaal
depo-
sito’s

Waarvan
time
deposits

6Apr.’32
313
12.060
7.113 1.475
16.912′
5.656
30Mrt.’32
305
12.211

7.143 1.459 17.073
5.680
23

’32
334
12.254
7.149
1.446
17.003
5.675
16

,,

’32
328
12.388
7.200
1.452
17.226
5.687
9

’32
397
12.436

6.869
1.448′
16.837
5.714

8Apr.’31
20
15.212
7.633
1.797
21.254
7.237
Aan net einct van lecter kwartaal wordt een overzient
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.

4 Mei 1932

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

365

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.

3 Mei 1932.

tedureiide de afgeloopen week bestond goede vraag voor
t a
i
w e, vooral naar Engeland, waar geregeld zaken tot
stand kwamen in Australische en Argentijnsehe, terwijl in
het begin der week ook Manitoba tarwe geregeld naar
Engeland werd verkocht. Het continent toonde in mindere
mate belangstelling; vooral tegen het einde der week be-
stond weinig onderneniingslust bij de koopers. In het Verre
Oosten gaat men voort geregeld Australische tarwe te koo-
pen, ook ter verlading in de volgende maanden. Niettegen-
staande de geregelde vraag, welke voor tarwe bestaat, zijn
cle prijzen in .1e afgeloopen week niet verbeterd, behalve
dan dat zij in Engeland geregeld fluctueerden in overeen-
stemming met den koers van het Pond. Er gaat reeds ge-
ruimen tijd een druk op de tarwemarkt uit van Noord-
Amerika, waar de prijzen aan de termijnmarkten ook in
de afgel.00peu week weder sterk zijn gedaald. Deze daling
is grootendeel& een gevolg van gunstiger. vooruitzichten
der te velde staande wintertarwe, waarvan gezegd wordt,
dat de berichten over schade door vorst en droogte over-
dreven waren en welke er op het oogenblik gunstiger
voorstaat dan eenigen tijd geleden, tengevolge van in het
geheele gebied gevallen regen. Bovendien is het weer in het
Noord-Westen en in Canada zeer gunstig voor den uitzani
van zomertarwe, waarmee men druk bezig is en welke in
soiiiiiiige streken zelfs haast voltooid is. Van hoe groot
belang de schade in het whitcrtarwegebied zal zijn, is nog
niet te zeggen. Het schijnt, dat in verschillende streken
de regen te laat is gekomen om groote verbetering in de
vooruitzichten te brengen en met belangstelling worden cle
ongstraiiiingan van particulieren en van de regeering der
Ver. Staten in begin Mei tegemoet gezien. De Amerikaan-
sche ii’arm Board taxeert, dat zijn voorraden op 1 Juli tot
ongeveer 105 millioen bushels geslonken zullen zijn tegen
ecu voorraad op 1 Juli van het vorige jaar van 257 mil-
liocu bushels. Verder zegt .de Farni Board, dat de verkoop
van 15 tot 25 millioen .bushcls tarwe voor export moge-
lijk zou zijn, indien overeenstemming over het financieren
van zulk een verkoop bereikt zou kunnen worden. De
goede vraag, welke voor tarwe in importlanden bestaat,
heeft in de vorige week een prijsverlaging in Noord-Ame-
rika niet kuunen verhinderen. Eenigen steun heeft wel het
bericht gebracht, (lat de Duitsche regeering het invoerrecht
voor
tarwe van Mark 250 op Mark 180 tot 30 Juni heeft
verlaagd om dcii invoer mogelijk te maken van het op
100.000 ton geschatte tekort aan tarwe in Duitschland,
(loch een prijsverhooginig is van dit bericht amper het ge-volg geweest. De koersen aan de termijnmarkt te Chicago
waren 2% dollarcent per 60 lbs. lager dan de vorige week en 2 dollarcent Jager te Winnipeg. De Argentijusc-he ter-nujnmarkten hebben ook i’el verlagingen ondergaan, doch
deze zijn latci gedeeltelijk weder ingehaald. Het slot te
YIJuc’i.ios Aires was 7 cc’ntavos lager en te Rosario 5 centa-
vos pci 100 KG. lager clan de vorige week. De berichten over dc vooruitzichten van wintertarwe in Europa luiden
op het oogenblik gunstiger dan eenigen tijd geleden, boe-wei tengevolge van liet lang aangehouden koude weer de
tarweplanten achterlijk in cle ontwikkeling zijn.
De r o g g e-markt was gedurende de geheele afgeloopen
week flauw eu geregeld kwaiiien cle koersen uit Noord-
Amerika lager. De Duitsche regeeriug is ook de vorige
week niet als kooper van rogge in de markt gekomen, doch
importeurs hebben tot de steeds dalende prijzen geregeld
flinke inkoopen gedaan, vooral van Noord-Amerikaan sche
soorten, welke door afladers dringend werden aangeboden.

Argentijnsche logge is ook in prijs gedaald, echter niet in
dezelfde mate als cle Noord-Amerikaaiisclic sooi

ten. Het
slot te Chicago was voor rogge 5 dollarcent en te Winni-
peg 2% dollarcent per 56 lbs. lager.
Nadat in het begin der week nog hooge prijzen voor
disponibele Plata-m al s werden betaald, is daarop spoedig
een sterke prijsverlaging gevolgd. Het aanbod was welis-
w’aar zeer beperkt, doch de vraag was klein en slechts
het hoog noodige werd door de consumptie gekocht. Het
zachtei-e weder deed zijn •invloed op de vraag gelden en
de inkoopen werden zooveel mogelijk beperkt, omdat latere
posit

ies aanmerkelijk lager aan de markt kwamen. Toen
een lading mais, welke dreigd te laat te komen voor April-
levering toch nog tijdig binnenkwam, daalde de vraag
verder en daarmede ging een flink gedeelte van de groote
premie verloren, welke voor aangekomen mais was betaald
boven latere levering. Hoewel niet in dezelfde mate als
voor aangekomen maIs, daalden ook voor stoomende par-
tijen en voor male op aflading de prijzen. De verschepin-
gen uit Argentinië waren in de vorige week van zeer groo-
ten omvang en nog aanmei-kelijk grooter dan zij reeds
gedurende de laatste weken waren geweest. Ook dit heeft
tot de flauwere stemming bijgedragen. Aan de termijn-markten in Zuid-Amerika zijn de prijzen op enkele uit-
zonderingen na geregeld gedaald. Het slot was te Buenos Aires 19 centavos en te Rosario 15 centavos per 100 KG. lager. Het Maïsmonopol in Duitseliland heeft zijn prijzen
voor maïs met Mark 15 per ton verlaagd, doch vermeer-
derin.g van vraag is daarvan nog niet het gevolg geweest.
Verschepi.ngen van den Donau blijven klein en slechts wei-
nig daarvan komt naa.r Nederland.
De prijzen voor ge r st zijn in liet begin der week on-
veranderd gebleven mct goede vraag voor disponlbele en
spoedig verwachte partijen. In de tw’eede helft der week
zijn de koersen in Winnipeg snel ge:laalcl en afladers heb-
ben in overeeistemming daarmede hun prijzen verlaagd.
Gedurende de eerste dagen, dat de prijzen lagei’ kwamen,
zijn geregeld zaken afgesloten in Canadeesche gerst, doch
later toonden importeurs weinig kooplust in afwachting
van wat er in Amerika zal gebeuren. Voor disponibele
gerst zijn de prijzen nog het best op peil gebleven, doch de consumptie toonde weinig belangstelling. Het slot te
Winnipeg was 2% dollarcents lager, nadat de verlaging
den dag tevoren nog grooter was geweest.
Voor h a v e r zijn de prijzen iii Canada, nadat ze eerst
stegen, wel weder eenigsains gedaald, doch ze zijn op het
oogenblik zoo hoog, .dat aan importzaken niet gedacht kan
worden. Alleen in Argentijnsche haver komen zaken tot
stand. De prijzen voor deze soort zijn iets gedaald, de
koers te Buenos Aires was 5 centavos lager.

SUIKER.
De tendens op de verschillende suikermarkten was ge-
durende de afgeloopein week weer in dalende richting.
Nadat in A
in
e r i k a einde van de voorafgaande week
een opleviug te bespeuren w’as, hetgeen ziele vooi-al uitte
in betere vraag vooi- ruwsuiker, waren houders deze week
minder verkoopsgeziiicl. De bedongen prijzen sehommelden
tusscben 0.61 en 0.63 d.c. voor Cubasujker c. & fr.
De stemming op de New-York s ch e termijnmarkt
was bepaald zwak. De noteeringe.n brokkelden langzaam
doch gestadig af en werd aan het einde der week weer een laagterecord behaald: Mei 0.57; Juli 0.66; Sept. 0.72; Oct.
0.74 en Dec. 0.79, terwijl cle laatste noteering voor Spot
Centr. 2.62 bedroeg.
De ontvangsten in cle Atlantische havens der Ver. Sta-

AANVOEREN in tons van 100 KG.

Rotterdam
Amsterdam
Totaal

Artikelen
24130 April
Sedert
Overeenk.
24130 April
Sedert
Overeenk.
1932
1931
1932
1
Jan. 1932
tijdvak 1931
1932
1 Jan. 1932
tijdvak 1931

27.150
414.742
376.273
865 4.513 9.515
419.255
385.788 8.953
139.697 132.018
300 940
105
140.637
132.123
Tarwe

……………..
Rogge

………………
….
9.379
7.792


145
9.379 7.937
Boekweit ……………–
Maïs ……………….
14.954
434.410
364.628
7.018
117.481
86.093
551.891
450.721 2.066 125.459
221.492
420 7.271
17.840 132.730
239.332
4.080
77.737
108.440 1.250
2.542
1.073
80.279 109.513
744
106.647 78.298 4.450
155.691
210.345
262338
288.643

Gerst

……………..
Haver

……………..

2.400
37.738 29.179

50
107
37.788
29.286
Lijnzaad……………….
Lijnkoek

……………
250 8.779 31.302
562
4.672
13.352
13.451
44.654
Tarwemeel

………….
Andere meelsoorten
574
16.999 17.326 337 5.795
6.434
22.794
23.760

366

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 Mei 1932

ten bedroegen deze week
04.000
tons, de versmeltingen
45.000
tons tegen
50.800
tons verleden jaar en cle voorraden
363.000
tons tegen
313.700
totis.
De laatste
C
u ib a.statistiek is als volgt:

1932

1931

1930
bas

tons

bus

Productie ……………
2.475.000
3.025.000 4.220.000
VOOr!’, overgebracht per
1/1 1.745.971 1.418.000

321.000
Consumptie ……………
28.000

42.000

26.568
Weekontv. afseheephavens

67.844

62.287

136.495
Totaal sedert 1(1
N.
Oogst
1.028.904 1.246.328
2.212.058
Weckexpor.t ………….
58.194

40.714

157.210
Totaal sedert 1(1 ………
834.552

655.509

768.446
Voorraad afscheephavens

1.353.542 1.960.151 1.761.518
binnenland …..
2.004.877 1.736.072 1.981.374
Aantal werkende fabrieken

42

39

109

In
E
n g e 1 a ii cl werd cle markt beïnvloed door de
schommelingen van het ruilmiddel
In
ruwsuiker voudei
enkele scheepsladingen koopers. De L o n
d
e n s c h e ter-
mijiinoteeringen vormden geen zuiver beeld van cle iitarkt
iii verband niet bovenvermeld feit.
i)e Zichtbare Voorraden zijn volgens Czariiikow:

1932

1931

1930
tons

bus

toirs
Du’itschlaud
114 ………1.421.000 1.638.000 1.239.000
Tsjecho-Slowakije
1/4

601.000

719.000

518.000
Frankrijk
114 …………610.000

723.000

553.000
Nederland
1/4 ………..240.000

272.000

220.000
België
114 ……………153.000

169.000

160.000
Hongarije
1/4 …………75.000

112.000

87.000
Polen
1(3 …………….390.000

570.000

496.000
UK. 1/4 Geimp. suiker

185.000

233.000

327.000
1/4 Binnen!……
7.000

77.000

61.000

Europa ….
3.682.000 4.513.000 3.661.000
Ver. St. Alle havens
214 536.000 567.000 567.000
Cubaansche havens
2/4 . . . 1.375.000 1.647.000 1.559.000 Cuba binrcenland
2(4 …..1.950.000 2.130.000 1.595.000

Java
1/4 …………….1.588.000 713.000 283.000

Totaal ….
9.131.000 9.570.000 7.665.000

Waarvan geblokkeerd

2.175.000 1.030.000


Op j
a v a heeft de VIS.?. slechts
5000
tons bruine
suiker van cle hand gedaan. De niaaltijcl is intnsschen op
dit eiland begonnen. Eenige fabrieken zijn reeds
17
en
18
April met de werkzaamheden begonnen.

Nadat Ii i e r t e
1
a n d e il:i liet begin der week de markt
prijshoudend was, kon aren zich niet aan den invloed van
het buitenland onttrekken. zoodatgaandeweg een flauwe
stenun ing zich uuieester maakte. De slotnoteeriuigen van de
A m s te r cl a ni s c Ii e termijuiniarkt ii’aren clan ook % tot
% lager dmi bij opening:
MoL
f
5%;
Aug..
f
5%;
Dec.
f6.-
en Jan
f
6
1
/
8
.
De omzet bedroeg
2550
tons.

KOFFIE.
ie stemming in Brazilië bleef nog steeds vast, al was
ook in enkele gevallen hij aflaclers een lichte neifiug merk-
baar oni iets lager af te geven. Daartegenover stond ech-
ter, dat andere verschepers eer iets hoogerhielcleu, zoodat
dooreeuganomen de kost-
CII
vrachtaanbicdingen van
Rio
zoowel als van ‘Sautos onveranderd kunnen worden ge-
noeind. Nederlanc!sch-1 u.iclië echter is voor cle ongewasseheli
Sumatra Ibobusta-soorten
4:
ct. hooger, doch gewasschen
Robusta daarentegen is lager.
De iii de afgeloopen week in Brazilië vernietigde hoe-
veelheid bedroeg volgens opgave van den Koffie-Raad
102.000 balen Sa.ntos en
4000
balen
Rio,
tezamen
106.000
balen. Uit ccii verbeterde opgave blijkt, dat cle totale hoe-
veelheid, welke sedert 1 Juli vernietigd is, in den laatsten
tijd iets te hoog was gegrepen en diCt daarom thans als
vernietigd sedert 1 J idi moeten worden aangenomen
3.318.000
lbalen Sautos,
892.000
balen
Rio
en
251.000
balen
Victoria, tezamen
4.461.000
balen. Met inbegrip van cle
559.000
balen, welke vOOr 1 Juli
1931
zijn vernietigd, komt
nu de geheele hoeveelheid
01)
5.020.000
balen.
De kwestie van de vernietiging in Brazilië staat in dan
laatsten tijd wederom iii liet brandpunt van de belangstel-
ling der internationale k

offiekringen. Sommigen zijn van
uneening, dat liet deur Koffie-Raad mogelijk zal zijn om van
de ojbrengst van het extra-uitvoerrecbt en van het voor-schot van ‘de i3raziliaansche Bank genoeg koffie uit cle
teruggehouden voorraden op te koopeu ouri cle vernietiging
01) te voeren tot de in uitzicht gestelde hoeveelheid van
t milliocn balen per maand.
Zoo
nielclt bij’. een particulier
telegram uit Amerika, dat te Sao Paulo sedert liet begin
van cle verbrancliiig aldaar (dat was op
21
Maart 1.1.) tot
23
pril niet uuuincler dan
623.440
halen vernietigd zijn,
waarvan cc.
74.000
balen in Maart en ea.
550.000
balen iii
A pril, wat voor laatstbedoelcle uuuaand neerkomt oil bijna
24.000
halen per dag. Of dit bericht juist is, kan vooi’loopig
niet worden nagegaan, daar officieele meclecleelingen op dat
plint tot nu toe ontbreken. Verder ivorcit uit Santos be-

STATISTISCH OVERZICHT
GRANEN EN
ZADEN


ZUIVEL EN EIEREN
MINERALEN

TARWE
R000E
MAIS
GERST
LIJNZAAD
BOTER
KAAS
EIEREN
STEENKOLEN
Westfaalsche’
PETROLEUM
79K.G. La
Plata
Zruid-Russische
La Plata
Z.-Russische
(64/5 K.G.)
La Plata
per K.G.
Edammer
Alkmaar
Gem. not.
1-lollandsche
Mid. Contin.
Crude
Rotterdam/
(74 1<0.) loco
Rotterdam
loco
R’damlA’dam
loco Rotter-
loco
R’dam/A’dam
Leeuwar-
der Comm.
Fabrieks-
kaas

Eiermijn Roermond
bunkerkolen
onezeefd f.o.’b.
33 liii 33.90 Amsterdam
per
loo
K.G.
per 100 K.G.
per 2000 K.G. dam
2000 X.G.
per 1960 K.G.
Noteering
kI. in/merk
,

P. 100 St.
R dam/A’dam
Bé S. g.
per barr
el

per 1000 K.G.

f1.
0j
f1.
0
f1,
01
9,
01
11.
00
f1.
0
/0
f1.
01
f1. 0I
f1.
°jo
$
0/0
1925
17,20
100,0
13,07
5

100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0
2,31
100,0
56,-
100,0
9,18
100,0
10,80 100,0
1.68
100,0
1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4 360,50
77,9
1,98
85,7
43,15
77,1
8,15
88,8
17,90
165,7 1.89
112,5
1927
14.75
85,8
12,47
5

95,4
176,00
76,0 237,00
100,4
362,50
78,4
2,03
87,9
43,30
77,3
7,96
86,7
11,75
104,2
1.30
77,4
1928
13,475
78,3
13,15
1006
226,00
97,7
228,50
96,8
363,00
78,5
2,11
91,3
48,05 85,8
7,99
87,0
10,10
93,5
1.20
71,4
1929 12.25
71,2
10,87
5

83,2
204,00
88,1
179,75
76,2 419,25
90,6
2,05
88,7
45,40
81,1 8,11
88,3
11,40 105,6
1.23
73,2
1930
9,67
5

56,3 6,22
5

47,6
136,75
59,1
111,75
47,4
356,00
77,0
1,66
71,9
38,45
68,7
6,72
73,2
11,33
105,1
1.12
66,7
1931
5,55
32,3 4,55
34,8
84,50
36,5
107,25
45,4
187,00
40,4
1,34
58,0
31,30
56,9
5,35
58,3
10,05
93,1
0.58
34,5
Jan.

1930 12.67
5

73,7
9,35
71,5
149,25
64,5
151,25
64,1
433,75
93,8
2,00
86,6
43,95
78,5
7,55
82.2
11,75
108,8
1.21
72,0
Febr.
11,72
5

68.2
8,17
5

62,5
139,00
60,0
135,75
57,5
398,50
862
2,03
87,9
41.15
73,5
6,90
75,2
11,75
108,8
1.11
66,1
Maart

,,
10,90
63.4
7,15
54,7
143,50
62,0
125,00
53,0
390,00
84,3
1,71
74,0
41,25
73,7 5,18
56,4
11,55
106,9
1.11
66,1
April

,,
11,175
65,0 7,62
5

58,3
180,25
77,8
129,75
55,0 431,00
93,2
1,50
64,9
36,50
65,2
5,16
56,2
11,35
105,1
1.16
5

69,3
Mei
10,45
608
6,55
50,1
148,50
64,1
114,50
48,5 405,00
87,6
1,44
62,3
37,20
66,4
5,30
57,7
11,35
105,1
1.18
5

70,5
Juni
10,05
58,4 5,17
5

39,6
145,50
62,9
103,75
44,0
385,50
83,4
1,54
.66,7
37,-
66,1
5,09
55,4
11,35
105,1
1.185
70,5
Juli
9,55
55,5 5,82
5

44,6
157,75
68,1
108,00
45,8
345,75
74,8
1,72
74,5
39,90
71,3
5,99 65,3
11,35
105,1
1.18
5

70,5
Aug.

,
9,45
54,9 6,30
48,2
146,00
63,1
116,25
49,3
365,00
78,9
1,58
68,4
40,20
71,8
6,03
65,7
11,35
105,1

1.185
70,5
Sept.

,,
8,40
48,8 5,25
40,2
127,50
55,1
99,00
41,9 318,75
68,9
1,64
71,0
37,55
67,1
7,23 78,8
11,35
105,1
1.185
70,5
Oct.


7,40
43,0
4,62
5

35,4
112,25
48,5
86,00
36,4
281,25
60,8
1,63
70,6
36,90
65,9
8,60 93,7
11,35
105,1
1.185
70,5
Nov.

,,
7,25
42,2
.
4,25
32,5 94,50 40,8 82,25
34,9
270,75
58,5
1,58
68,4
36,50
65,2
9.63
104,9
10,90
100,9
0.85 50,6
Dec.

,,
7,07
6

41,1
4,30
32,9 96,00
41,5
91,00
38,6 247,75
53,6
1,55
67.1
33,50
59,8
7,97
86,8
10,85
100,5
0.85 50,6
Jan.

1931
6,525
37,9
4,-
30,6 84,50 36,5 86,25
36,5 207,50
44,9
1,61
69.7
32,25
57,6
6,63
72,2
10,30
95,4
0.85
506
Febr.

,,
5,775
33,6
3,90
29,8
87,50 37,8 85,75
36,3
206,25
44,6
1,66
71,9
33,80
604
6,21
67,6
10,30
95,4
0.85 50,6
Maart

,,
5,625
32,7
4,20
32,1
103,00
44.5
104,75
44,4
214,00
46,3
1,47
63,6 35.00 62,5
4,94
53,8
10.30
95,4
0.66 39,3
April

,,
5,90
34,3 4,42
5

33,8
112,00
48,4
117,00
49,6
197,75
42,8
1,35
58,4
31,60
56,4
4,20
45,8
10,15
94,0
0.53
31,5
Mei
6,15
35,8
4,975
38,0 95,75 41,4
124,00
52,5
189,00
40,9
1
1
26
54,5 30,85
55,1
4,075
44,4
10,00
92,6
0.53 31,5
Juni
5,75
33,4 5,05
38,6 86,75 37,5
116,50
49,4
191,50
414
1,29
55,8 33,50
59,8
4,30
46,8
10,00
92,6
0.34
5

20,5
Juli
5,425
31,5
4,70
35,9 84,25 36,4
115,75
49,0
211,00
45:6
1,32
571
37,75
67,4 4,40
47,9
10,00
92,6
0.24
14,3
Aug.
4,975
28,9
4,02
5

30,8 74,50 32,2
119,50
50,6
185,50
40,1
1,30
563
36,00
64,3 4,98
54,2
10.00
92,6
0.435
25,9
Sept.
4,775
27,8
,.

4,27′
32,7
68,00
29,4
97,00
411
164,25
35,5
1,27
55,0 32,25
57,6 5,775 62,9
10,00
92,6
0.56
33,2
Oct.
5,-
29,1
4,475
34,2
68,50 29,6
94,75
401
160,25
34,6
1,24
53.7
26,25
46,9
6,275
68,4
9,90
91,7
0.56
1

33,2
Nov.
5,82
5

33,9
5,475
41,9
81,00
35,0
114,50
48,5
169,75
36,7
1,17
50,6
24,75
44,2
7.07
77,0
9,90
91,7
0.68
1

40,4
Dec.

,,
4,92
5

28,6 4,95
37,9
69,25 29,9
111,25
47,1
145,75
31,5
1,18
51,1
21.40
38,2 5,325 58,0 9,90
91,7
0.71
42,3 1
Jan.

1932
5,05
29,4
5,07′
38,8
71,25 30,8
114,00
48,3
142,50
31,0
1,16
50,2
25,75
46,0
4,71
51,3 8,25 76,3
0.71
42,3
Febr.
5,30
30,8
5,07
5

38,8
74,00 32,0
108,501
46,0
142,25
30,8
1,34
58,0 27,75 49,6
3,79 41.3 8,25
76,3
0.71
42,3 1
Maart

,,
5,52
5

32,1
5,80
44,4
86,75 37,5
118,00
50,0
143,25
31,0.
0,98
42,4 23,65
42,2
3,425
373
8,35
77,3
0.71
42,3
April-
5,65
32,7
6,22
5

47,6
88,75 38,3
124,50
52,8
135,25
29,2
0,99
42,9
19,60
35,0
2,775
1
2,90 30,2 8,65
80,1
0.86
51,2
2 Mei
1

,,
5,50
32,0 5,90
45,1
85,00
36,7
125,00
53,0
132,00
28,5
31,6
1

8,35
,

77,3
0.86
51,2
1)
Men zie voor de toel. op dezen staat de nos. van 8 en 15 Aug. 1928 (No. 658 en 659) pag. 689,90 en 709.
2)
Tot Jan. 1931 Hard Winter No. 2.
a
Tot Jan.
9 Febr. 1931 American No. 2.

4 Mei 1932

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

367

richt, dat in den Staat Sao .Paulo twee centra van ver-
tietiging zijn, namelijk (‘dn te Sautos en ddn te, Sao Patio
en dat hot laatste weldra in staat zal zijn 20.000 balen per dag te verbranden (hoe dan nu reeds in April, gelijk Ii ier-
boven vermeld. 24.000
balen
per dag verbrand kuuin zijn,
is niet recht duidelijk). Een derde centrum zal spoedig in
bedrijf worden gesteld en de vernietigings-capaeiteit te
Rio zal eveneens worden vergroot.

Er zijn echter ook nog’ velen. die sceptisch blijven en niet
gelooven na t de mogelijkheid, dat de verbranding regel-
matig op zoo groote schaal zal kunnen worden ten uitvoer
gebracht. Deze twijfelaars wijzen er bovendien op, dat de
teruggehouden voorraden op 31. Itaart bedroegen 26.161.000
balen in Sao Paulo en Minas Gernes en 1.683.000 balen in
Rio, tezamen 27.844.000 balen, wat nog 5.521.000 balen
Heer is (lan op 31 Maart 1931. Waar nat cle vooruitzichten
voor den volgenden oogst iie cle laatste niaandn weder
gunstiger zijn geworden en er daat-door zeer groote kans
bestaat. dat cle opbrengst van dien oogst zeker niet kleiner
zal zijn clan het uitvoer-kwantum van een vol jaar, is er
oogensehijnlijk wel grond voor de. bewering, welke van
:lie
zijde vernomen wordt, dat. wat ner de verbranding’ n ict
op minstens 12 millioen halen pet’ jaar zal worden ge-
bracht, verlichting van eenige heteekenis iii dcii druk der enorme voorraden niet kaic worden verwacht. Ook wordt
tegelijkertijd aangevoerd, dat niet uit het oog mag wordiell
verloren, dat volgens publicatie van het Eoffie-Iostituid.
van den Staat Sao :Paulo in dozen Staat 32.548 plantagcs
zijn met totaal 1.213.000.000 produeeerende en bijna 145
millioen nog niet proclueecrencle hoomen en dat de niet-
producêerende (ongeveer 12 % van de hoeveelheid der evel-procliieeerende) natuurlijk van ‘verschillenden ouderdom zijn
en een gedeelte er van dus ongetwijfeld reeds in de aller-naaste toekomst zal beginnen vrucht te dragen. Wanneer
al deze boomeu in productie gekomen zullen zijn, zal de
opbrengst van den Staat weder belangrijk zijn toegenomen.
al
zal ook van de 12 % moeten evorcleti afgetrokken. wat,
cle oudste nu produceeteticle boonien da ii door verdere uit-
putting minder aullen opleveren dan thans.
De kost- en vrachtaanbiedingen van Santos. omgerekend
in cents per % EG.. komen op het oogeihlik uit: voor
gewoon goed beschreven Superior Saritos op prompte ver-
seheping 01) ongeveer 26%
A
27% et.. voor dito Prime
Santos op ongeveer 27%
s.
27% e.t. en voor Rio type New York 7 met iesehrijving. proinpte verseheping. op ongeveer
21% ft 22 ct.
in Nederlandsch-Inchië liepen de ongewasschen Sumatra
Robiista-soort.en % ct. op, doch gewasschen Robusta is 1 et.
lager clan verleden week te koop ..i)e noteeriugen in de
eerste hand zijn op het oogen.blik:
.Palembaug .Robusta, Mei-versehepiug, 17 et.; Benkoelen
Robusta, Mei-verscheping, 17% ct.; Mandheling Robusta,
Mei-verscheping, 19 ct.; W.I.B. f.a.q. Robusta, Meiversche-
ping. 22 et.. alles Pel’ % EG., eif, uitgeleverd gewicht,
netto contant.
Aan cle Rotterdamsche termijnmarkt liep cle notecring
van Mei % et. op. doch de andere maanden bleven onver-
anclercl. Mei staat thans 22 ct. en September 21% et. ge-
tioteerd terwijl cle verder verwijderde niaanclen alle op
21% ct. staan.
1 )e officieele loco-
t
oteeri ngen bleven onveranderd 23 ct.
pel- % K.G. voor Robusta en 28 ct. voor Stiperior Santos.
De slot-noteerin.gen te New- ork van het aldaar geldende
gemengd contract (basis Rio No. 7) evaren

Mei
Sept.
Dec.
Mrt.

2

ilèi

………….

$
6.37
$
6.32
$ 6.28 $ 6.28
25

April

…………

..6,38
.. 6.27
,. 6.26
,, 6.28
18

April

…………., 6.27
.. 6.18
6.15
6.15
It

April

…………

..6,40
.6.27
6.22
6.23

Tfottercla.m. 3

lIei

1932.

THEE

in cle afgeloopen week bebbeii ci’ te Londen geen thee-veilingen plaats gehad. in verband niet cle sedert 20 April
iiig’evoerds theerec-htcii. Deze week zullen er te A insterclam
eveneens geen veilingen zijn. aangezien het as. Sl)ondlerdug
1 [emel vaartsdag is, zoodat de eerstvolgende veiling 1)on-
derdag 12 Mei plaats vindt.

STEENKOLEN.

IFlIoew

el het grootste gedeelte van het klencollt’ingel!t,
dat iii Frankrijk mag worden ingevoerd, voor huisbratul-
kolen bestettid is valt aldaar voor deze soort eelt schaarscli-
te te eoustateeren. Toch oves-weegt de regeering een ver-
dere beperking der invoerlieenties en men verwacht een

AN
GROOTHANDELSPRIJZEN
8
)

METALEN
1

TEXTIELGOEDEREN
DIVERSEN

ZILVER
IJZER
Cleveland
KOPER
TIN
LOOD
KATOEN
WOL

.
gekamde

WOL
gekamde

.
KOE-
.

KALK-
cash Londen
Foundry No.
3
Standaard
Locoprijzen
locoprijzen
Locoprijzen
Middling
locoprijzen
Australische
Merino,
64’s
A’v.
Australische,
CrossbredColo-
HIJIDEN
Gaaf, open
.
SALPETER
Old. per Standard
f.o.b.
Middlesbrough
Londen
Londen per
Eng. ton
Londen
per Eng. ton
New-York
loco Bradtord
nial Carded,
kop
100 KG.
Ounce
per Eng. ton
per Eng. ton
per Ib.
per Ib.
50’s
Av. loco
57-61
pnd.
netto
Bradtord per Ib.

pence
ho
Sh.
0
/0
P.
0
11
£
Oh,
£
0
11
$
cts.
0
10
pence
010
pence
0
!0
f1.


01
f1.
0
(0
32
11
100,0
731-
100,0
62.116 100,0
261.171-
100,0
36.816
100,0
23,25
100,0
55,00
100,0
29,50
100,0
‘34,70
100,0
12,-
100,0
28″;
89,3
8616
118,5
58.11- 93,5
290.1716
111,1
31.116
85,3
17,55
75,5 47,25
85,9
24,75
83,9
28,46 82,0
11,61
9
68
26
3
14
83,3
731-
100,0
55.141-
89,7
290.4!-
110,8
24.41-
66,4
17,50

.
75,3
48,50
88,2
26,50
89,8
40,43
116,5 .11,48
95′
7
261110
81,1
661-
90,4
63.161-
102,8
227.51-
86,8
21.11-
57,8
20,00 86,0 51,50 93,6 30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
957
24
7
116
76,2,
7016
96,6
75.141-
121,9
203.15/6
77,8
23.5
1

63,8
19,15
82,4
39,-
70,9 25,25
85,6
32,25 92,9
10,60
88:3
55,4
671-
91,8 54.131-
88,0
142.51-
54,3
18.116
I7′
/
,6
49,6
13,55
58,3 26,75
46,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84
820
13ï/
41,6.’
55/
75,3
36.5/-
58,4
110.11-
42,0
12.1/-
33,1
8,60
37,0
21,50
39,1
12,00
40,7
18,65
53,7
8,61
7i:8
20
15
116
65,3
7216
99,3
71.916
155,1
174.131-
66,7
21.111
59,4
17,15
73,8
29,50
53,6
19,25
65,3
26,63
76,7
10,11
84′
3
201/
62,6
7216
99,3
71.1216
115,4
174.41-
66,5
21.41-
58,2
15,45
66,4
28,50
51,8
17,75
60,2
24,50 70,6
10,21
8
51
19’/
59,5
701-
95
1
9
68.19/6
111,1
165.181-
63,4
18.161-
51,6
15,20
65,4
26,25
47,7
16,50
55,9

69,2
10,21
851
19
1
116
61,0
6716
92,5 61.31-
98,5
161.1716
61,8
18.616
50,3
16,45
70,8
27,25
49,5
17,25
58,5
24,13 69,5
10,21
851
1
8
16
11
59,0
67/6
92,5 53.91-
86,1
145.-(-
55,4
17.161-
48,9
16,50
71,0
28,75.
52,3
18,00
61,0
26,25 75,6
10,21
85:!
16
1
/16
50,0
6716
92,5
50.1/6
80,7
136.416
52,0
17.191-
49,3
14,50

.
62,4
27,75
50,5
17,50
59,3
26,63
76,7
10,21
85,1
16
49,9.
6716
92,5
48.21-
77,5
134.1716
51,5
18.31-
49,8
13,10
56,3
27,00
49,1
16,75
56,8
24,25
69,9
9,18
7
65
16
3
1s
51,0
651-
89,0
47.151-
76,9
135.516
51,7
18.61-
50,2
11,95


51,4
27,25
49,5
16,50
55,9
24,88
71,7
9,28
7
:3
16
11
(1
52,0
6316
87,1
46.61-
74,6
132.6/-
50,5
17.181-
49,1
11,-
47,3
27,00
49,1
15,75
53,4
26,50
76,4
9,39
.
7
83
16
1
12
51,5
6316
5

87,1
43.-f-
69,3
117.131-
44,9
15.151-
43,2
10,55
45,4
24,50
44,5
14,50
49,2
26,25 75,6
9,49
79:1
16(8
51,9
63166
87,1 46.816
74,8
113.161-
43,5
15.1816
43,7
10,85
46,7
24,00
43,6
13,00
44,1
25,25 72,8
9,70 80,8
16118
51,9
63168
87,1
47.616
76,2
115.31-
44,0
15.516
41,9
9,95
42,8
22,50
40,9
12,50
42,4

‘72,0
9,90
8
2
1
6
1318
43,2
6016
82,9
45.716
73,1
116.81-
44,4
14.-16
38,5
10,30
44,3
21,25
38,6
12,00
40,7
24,63 71,0
10,11
.84,3
I2l2
38,9
586
80,3
45.1/6
72,6
117-16
44,7
13.56
36,4
10,95
47,1
21,75
39,5
12,00
40,7
22,50 64,8
10,21
85,1
13
7
/16
41,8
5816
80,3
45.116
72,6
12211-
46,6
13.316
36,2
‘10,90
46,9
25,25
45,9
14,50
49,2
22,25
64,1
10,21
85,1
13
1
/o
409.
586
80,3
42.1516
68,9
113.41-
43,2
12.10
1

34,3
10,25
44,1
24,50
44,5
14,50
49,2
22,25
64,1
10,21
85,1
12
11
1,
40,3
5816
80,3
39.616
63,4
104.171-
40,0
11.1016
316
9,40
40,4
23,50
42,7
13,00
44,1
21,75
62,7
10,21
.
851
12
71
s
40,1,
58/6
80,3
36.6/6
58,5
106.216
40,5 11.11/6
31
:
8

9,10
39,1
22,00
40,0
12,50
42,4
19,13,
55,1
10,21 85:1
13’f,
41,2 58(6
,
80,3
34.14/-
55,9
112.516
42,9
12.1516 35,1
9,25
39,8 22,25
40,5
12,50
42,4
20,25 58,4
8,26
68,8
12
13
(1
39,9
58f6
80,3
32.151-
52,8
114.1916
43,9
11.1916
32,9
7,20
31,0
22,25
40,5
12,00
40,7 18,75
54,0
7,-
58,3
13
5
11
41,4
5516
76,0
30.316
48,6
111.161-
42,7
11.41-
311
6,55
28,2
20,00
36,4
11,00
37,3
18,-
51,9
6,50 54,2
13
13
/16
43,0
46′-
63,0
28.216
45,3
101.116
38,6
10.96
28
:
8

6,30
27,2
19,50
35,5
10,75
36,4
17,50
50,3
6,65
55,4
14
1
/
45,1
4416
61,0
27.1916
45,1
102.-!-
39,0
11.5/-
30,9
6,40
27,5
19,00
34,5
10,75
36,4
16,75
48,3
6,80 56,7
l4’jo
44,6 41;6


56,8
27.6(6
44,2
98.17/6 31,8
10.16!-
29,6
6,30

,
27,2
16,25
29,5
9,00 30,5


6,95 57,9
I3!g
43,2:.
4116
56,8
27.1416
44,7
98.181
37,8
10141-
29,4
6,65
28,6
16,50
30,0 9,00
30,5
11,63
33,5
7,10
59,2
14
43,6
4116
56,8
26.4/-
42,2
99.216
379.
10.51-
28,1
6,90
29,7
16,25
29,5
9,00
30,5
11,75
33,9
7,25
60,4
13314
42,8
441-
60,3
24.181-
40,1
96.61-
368
991-
25,9 6,90 29,7,
16,50
30,0
8,75
29,7
10,25
29,5
7,40 61,7
13
1
/8
40,9
451-
61,6
23.81
37,7
84.1516
32,4′
8.1616
24,2
6,25
26,9
1
16,50
30,0
9,00
30,5
9,25
26,7
7,40 61,7
12
1
1
3

38,9
44/-
60,3
2281-
36,1
85.1516
32,8
8.10/6
23,4.
5,70
24,5
7,40 61,7
Western;
vanaf
Jan.
1928
tot
16
Dec.
1929
American
No.
2,
van
16
Dec.
1929
tot
26
Mei
1930
7415
K.G.
Hongaarsche.
4)
Tot Jan.
1928
Malting;
van
Jan.
1928
tot
Noteering
Schotland
59/6.
6)581_.

368

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4′ Mei 1932

verminlering van
10
pCt. Voor Mei is liet invoercoutingeiit SIiotlaiid.

I)e uzet gaat daar cebter met aanzienlijke con-
voor Engelsche kolen vastgesteld op 64 pCt.
cessies

op

den

prijs

gepnard.

Officiëel

doet

No.

3

daar
Bij de Nederlandsche staatsmijneu zijn pim.
Z50
en bij
58/6
fot. Grangemoutb.
cle Oranje Nassaumijnen pl.m. 100 arbeiders met 1 Mei wit-
slagen.

Dit ontslag treft

voornamelijk buitenlanders.
1)e staalmarkt heeft slechts weinig gereageerd op de ver-

In cle ])uitsche mijnin(lustric maakt men zich zeer onge-
liooging der Eiigelsche invoerrechten op stalen haiffabrika-
rust over cle plannen dei iegeering om de 40-urige arbeids-
ten cii afgewerkte

producten tot
33

pOt. ad
val.

Staf-
week bij ]]oo(Iverordening iii te voeren.
ijzer ‘as

een

tikje zwakker
:

43-44

sh. goud fob.

Ant-

De prijzen zijn
:
werpen.

:I)e IDuitschers

ontvingen

tot dusver

340.000

ton

Northumberland Oiigezeefde

………….f

7.30
aaii

staalorders

uit

Rusland.

Indien

ccii

bevredigende

i)urham

Ongezeefde

………………..,,

7.90
fifiaxiciëcle regeliug gevoiidcii kan worden, komen daar nog

Cardiff

213

large

1/3

smalis

…………,,

9.70
200M00
ton aan orders bij.

Schotsche

Gezeelcie

(Prime Lotliia.ns)

……7,15

Yorkshire

gewassehen

Singles

………..

8.25

Westfaalsche Vetförder

……………..

8.50

Vlamstukken

T
.

……… …..

9.25
INSTITUUT
VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Smeenootjes

……………,

8.75

Gasvlamför(ler

…………..,

8.50

Gieteokes

……………..

,, ii.-

Hollancische

Eicrbriketten

……………..
11.25
Bedrijfsleven en de strijd tegen

alles per ton van 1.000
KG.
franco station RotterdanifAm-
de Armoede in Nederland
sterdani.
Ongezeefde

bunkerkolen

1Mb.

BotterdamjAmsterdam
door Dr. CH. A. VAN MANEN.
f
8.35.
Markt flan w.
3 Mci 1932.
Prijs ingenaaid
f 3,-.

Gebonden
f 4,75.

Voor leden der Vereeniging
en
geabon-

neerden op het Weekblad wordt dit werk
IJZER
beschikbaar gesteld tegen den prijs
van
De laatste week is er een

zij het ook geringe opleving

in de vraag naar
Lux 3
te bespeuren. De prjspositie is
f 2,50

ingenaaid

en

f 4,-

gebonden.

echter nog zeer zwak. Voor den export noteert het
37-38 sli.

goud feb. Antwerpen. En Frankrijk heeft de toonaangeven-
Bestellingen richte men tot het Secretariaat van het
cle producent van PL No. 3 den prijs voor deze markt met
Instituut,

Pieter

de Hoochweg

122,

onder gelijk-

ZO
frs. tot
230
frs. lot. Longwy verlaagd,
tijdige remise per postwissel of op postchèque- en

De toestand op de Engelsche markt is weinig verandcr(.

1
girorekening No. 8408, Rotterdam.

Het invoerrecht van

10 pCt. op ruw ijzer is ongewijzig(

1
gebleven. Er is wat meer vraag naar Cleveland-ijzer uit

Vervolg STATISTISCH OVERZICHT VAN GROOTHANDELSPRIJZEN.

DIVERSEN

KOLONIALE PRODUCTEN
‘INDEXCIJFERS

Bruto-
VURENHOUT
basis 7″f.o.b.
RUBBER’)
Standaard
SUIKER
Witte kristal-

KOFFIE
Robusta
THEE
All. N.-I. theev.
COPRA
gewichtv.d.
buit, handel

III
0 6-
11
‘o
Zweden!

.
Finland Ribbed Smoked
Sheets
suiker loco
Locoprijzen
A’dam gem. pr. Ned.-lnd. f.m.s.
per 100 K.G.
Nederland
1925= 100
n,,co,,,

11

per standaard
loco Londen
R’dam!A’dam
per lOO K.O.
Rotterdam
per
1
17
K.G.
Java- en Suma-
trathee p. 11
7
KO.
Amsterdam
___________
In-

Uit-

,
.

o van 4.672 M.
per Ib.
voer 1 voer
,
1-

1925
t
159,75
°!s
100
Sh.
2111,625
OI
100,0
f1.
18,75
5
/0
100,0
ets.
61,375
0
10
100,0
ets.
84,5
°)o
100
9
0
t
35,87
1

1
10
100,0
100
lOO
100,0 100,0

1926
1927
153,50 160,50
96,1
100,5
21-
116,375
67,4
51,6
17,50 19,12
5

93,3
102
1
0
55,375
46,875
90,2
76,4
94,25 82,75
111,5
97,9
34,-
32,625
94,8 90,9
112
113
128 116
93,2 95,4 92,9 89,5

1928
151,50
94,8
-/10,75
30,2
15,85
13,-
84,5
69,3
49,625 50,75
80,9 82,7
75,25 69.25
89,1
82,0
31,87
5

27,37
5

88,9 76,3
118
122 128 132
96,4 91,6 87,6
82,6
1929
1930
146,00
141,50
91,4
88,6
-/10,25
-15.875
28,8
16,5
9,60 51,2
32
52,1
0075
71,8
22,625
63,1
124
135
75,5
69,4

1931
Jan.

1930
110,75
147,50
69,3 93,9
-13
-17,375
8,4
20,7
8
1

11,676
42,7
62,3 25 35 .40,7 57,0
42,50
60,50
50,3 71,6
15,376


26,87
6

42,9 74,9
117
128
.
136′
136
62,6 84,5
57,9 76,9

Febr.,,
Maart
147,50
147,50
92,3
92,3
-/8
-17,625
22,5 21,4
11,40 10,70
60,8
57,1
35
35
57,0 57,0
58,25 62,25 68,9
73,7
26,37′
25,25 73,5 70,4
112 125
126
131
81,3
78,7
75,2 74,2

April
Mei
147,50 145,00
92,3 90,8
-/7,375 -/6,875
20,7
19,3
10,55
9,8(6
.56,3
52,3
35
34,75 57,0
56.6 59,50
58
70,4 68,6
26,12
5

25,50
72,8
71
1
1
115 132
127
132
78,7
76,1
72,8 72,0

Juni

,,
Juli
145.00
142,50
90,8
89,2
-/6,125
-(5,625
17,2
15,8
9,771
9,27
6

52,1
49,5
33
31,50
53,8
51,3
58
55,50 68,6
65,7 22,87
6

21,75
63
1
8
60,6
131
138
133
141
76,1
74,2
70,4 69,3

Aug.
Sept.
142,50 140,00
89,2
87,6
-14,875
-(4,125
13,8
11,6
8,50
7,976
45,3 42,5
29,50′
28,25
48,1
46,0 55,25
.
59,50
65,4
70,4
20,-
19,25
55,7
53,7
129 122
145 126
73,5 72,3
67,9
65,4

Oct.
Nov.
132,50 130,00
82,9 81,4
-14
-/4.375
11,2
12,3
8,621
8,75
46,0
46,7
29 29
47,3
47,3
66,50 68,25
78,7
80,8
18,75
19,37
6

52,3 54,0
128
121
152 139
71,6
71,0 64,6 63,3

Dec.

»
lan.

1931
130,00 125.00
81,4 78,2
-14,375 -14,25
12,3 11,9
8,20

.
8,20
437 437
29
28
47,3 45,6 66,75 66,25 79,0
78,4
19,-
18,25
53,0 50,9
105
121
129 132
69,0
67,7
61,3
59,2

iebr.
Maart
125,00 125,00
78,2
78,2
-13,875
-/3,75
10,9
10,5
8,20
8,30
43,7
44,3 26,25
2550
42,8 41,5 53 45 62,7
53,3
18,12
5

18,625
50,7
51,9
96
107 121
140
67,1
66,5
59,4
59,1

April
Mei
125,00
125,00
78,2 78,2
-j3,125
-13,125
8,8 8,8
8,576
8,50
45,7
45,3
24,75 25
40,3
40,7
43
40,25
50,9 47,6
17,50
15,37
1

48,8 42,9
110
114 138
141
65,8 65,8
58,4
56,8

Juni
110,00
68,9
-/3,125
-/3
8,8 8,4
8,576 8,776
45,7
48,6
25,75
27
42,0 44,0
39,50
38,25
46,7

45,3
14,125
15,-
39,4
41,8
127
138
133 153
64,5 62,6
56,8 55,8
Juli
Aug.,,
110,00 100,00
100,00

68,9
02,6 62,6
-/2,5

..
-12,375
7,0
6,7
7,90
7,52
5

42,1
40,1
25,50
.
23,75 41,5
38,7
38,50
37,50
45,6
44,4
14,12
5
.
13,376

.
39,4
.
37,3
122
125
142
146
60,6
58,7
55,6
58,1
Sept.
,,
Oct.

‘,
100,00
62,6
-12,375
6,7
6,3
7,55 7,15
40,3
38,1
23 23
37,5
37,5
37,75 37
44,7
43,8
13,25 13,75
36,9
38,3
119 113
146
132
58,7
58,7
58,5 58,8
Nov.,,
Dec.,,
100,00
82,50
62,6 51,6
-12,25 -12,25
6,3
6,75
36,0
23
37
1
5
35
41,4′
12,75
35,5
115
114
54,8
58,8

Jan.

1932
82,50
51,6
-12,125
6,0
5,6
7,35
7,05.
39,2 37,6
23 23
37,5 37,5
32

.
30
37,9
35,5
13,125
14,50
36,6
40,4
103
86
107

111
54,2
53,5
58,4
.59,8
Febr.,,
Maart.
82,50
70,00 51,6 43,8
-/2

.
-11,625
4,6
6,25
34,8
23
37,5
31
36,7
14,75
41,1 87
116
52,9
58,3

April
2 Mei
,,
70,00
70,00
43,8
43,8 -11,5

.
-11,5
42
4,2 5,90 5,50
31,5
29,3
23 23
37.5 37,5 29,25
34,6
14,-
13,87
5

39,0 38,0

6)
Jaar- en
maandgem.
afger.
op 1j

pence.
.
N.B.
Alle Pondennoteeringen
vanaf
21
Sept.
zijn
op
goudbasis
omgerekend

Auteur